Het allochtonendebat, update 3: Koran en grondwet
In de Volkskrant van 20 april 2004 levert Ewald Vervaet een
bijdrage aan het lopende debat over de positie van de islam in Nederland. Naar
aanleiding van het rumoer over religieus fundamentalistische uitlatingen van
sommige imams belijden gematigde moslims en moslim
woordvoerders dat voor het overgrote deel van de moslims de Nederlandse
rechststaat en grondwet voor de Koran gaat.
Critici van de islam als Ayaan
Hirsi Ali, Paul Cliteur en Bart Jan Spruyt betwijfelen dat; critici van deze
moslimcritici als Marcel van Dam, Thijs Wöltgens en Piet Grijs beweren dat deze
kritiek op de islam een gevaar is voor de samenleving en de rechtsstaat (vrij
naar
Vervaet).Vervaet voegt aan de theoretische discussie iets essentieels toe, namelijk een praktische
uitvoering: laat de moslims op de Koran zweren dat ze de grondwet boven de Koran
stellen.
Tegen dit voorstel kan geen enkel theoretisch bezwaar worden gemaakt, zowel
vanuit gematigde moslim kant als hun autochtone ondersteuners. De enigen die theoretisch bezwaar
kunnen hebben, zijn degenen die de Koran boven de grondwet stellen. Dit zijn de
fundamentalisten die volgens de andere groepen een kleine minderheid vormen
.
Deze mensen vormen wel degelijk een potentieel gevaar voor de maatschappij (zie
het citaat beneden), en hun belangen moeten dus wijken voor de belangen van de
veel grotere meerderheid.
Het voorstel van Vervaet is van een dusdanige simpelheid dat zowel van
moslim kant als van de autochtone steuners hoogst opmerkelijke reacties zijn
gekomen, gepubliceerd in de Volkskrant van 22 april 2004.
De reactie van moslim kant luidt, de laatste alinea citerend:
‘De islam is niet in strijd met de grondwet en de sharia vertoont verdacht veel
overeenkomsten met de verklaring van de rechten van de mens. Sterker nog: veel
artikelen van de sharia zijn veel breder van opzet en vollediger. Meneer Vervaet
roept ons allen op om ons aan de grillen van de mens te onderschikken en onze
identiteit ondergeschikt te maken aan een ander in ruil voor het ‘verheven’
Nederlanderschap. Daar bedank ik voor.’
Wat deze moslim zegt is dat hij veel meer heeft dan de grondwet en de rechten
van de mens, dat hij dat zijn identiteit vindt, en dat hij de grondwet en de
rechten van de mens ‘grillen van de mens’ vindt; dat laatste dus betekenende dat
wat hij zelf heeft (Koran en sharia) van een hogere autoriteit komt. Als er
zelfs maar een aanzienlijke minderheid is van mensen die dit vinden, is er
sprake van een concrete en directe bedreiging van de rechtsstaat. Daarmee is de
oproep van Vervaet gerechtvaardigd, en moet logischerwijs verder aangevuld
worden
.
Ook één van de aangesproken autochtone
moslimondersteuners, Piet Grijs, heeft gereageerd . Hij bekritiseert Vervaet op het punt dat deze aan de moslims vraagt op de Koran
zweren, omdat daarmee geïmpliceerd zou
worden dat hij, Vervaet, die Koran het
allerheiligste vindt in plaats van de grondwet.
De denkfout in dat laatste is deze: het gaat niet om wat Vervaet vindt, het gaat
om wat degene die zweert vindt. En voor hij die eed aflegt, vindt hij als moslim
de Koran het hoogste.
Simpeler denkfouten zijn nauwelijks mogelijk. Het is een sterke aanwijzing voor
de zwakte van het standpunt van de moslim apologeten in het algemeen, en de
gebrekkige denkvermogens op abstract niveau van Piet Grijs in het bijzonder.
Meer over zijn geval hier
. Verder
naar de volgende update.
|