Allochtoon minidrama

 
Het volgende artikel schildert vele van de processen en houdingen die aan de basis liggen van het allochtonenprobleem:


Uit: De Volkskrant, 23 december 2004, rubriek Gemengde berichten, door Martin Sommer.

Na een ruzie tussen twee Marokkaanse jongens moest de jeugdsoos in Haarlem dicht. Onbeduidend incident of symptoom van radicalisering?

Mini-akkefietje

Ger Schutten (48) laat de buitenkant van buurthuis De Zuidparker zien. Bijna alle ingegooide ramen zijn hersteld, de viltstiftteksten zoveel mogelijk weggepoetst. Een bloemlezing van wat niet wilde wijken voor de poetslap: 'Ger je gaat te ver.' 'Ger Hilter.' 'Ger aan het gas.' 'Joden moeten dood.' 'Hoerekind.' Plus wat swastika's.
     We stappen het stille buurthuis binnen. Sinds de uitbarsting van een week terug is de jongereninloop dicht. Ger, een forse kerel met een achtergrond in de sport en justitie, schenkt koffie en legt uit. Sinds anderhalf jaar is hij jongerenwerker in het Haarlemse Parkwijk. Een moeilijke buurt, 33 procent allochtonen, maar alles verliep gladjes. 'Twee suikerfeesten georganiseerd, lasergamen, toernooien, de Trosloop.'
     De jongerenpopulatie van het buurthuis bestaat uit vijftig à zestig jongens - géén meisjes - ruwweg de helft van Turkse, de andere helft van Marokkaanse komaf. Een paar weken geleden ging het mis. De twee leiders van het zevenkoppige groepje vrijwilligers hadden plotseling grote mot. Allebei Marokkanen, allebei goed opgeleid, de ene afgestudeerd ICT'er, de ander tweedejaars Nederlands recht. Ger: 'Het begon met een scheldpartij. Ik haat je, je moet oprotten!' Ger praatte met de kemphanen en wat bleek: de een had de ander toevertrouwd dat hij zich niet aan de ramadan hield.
     De ander, laten we hem Ahmed noemen, gebruikte deze religieuze confidentie om zijn macht te vestigen. Hij hitste het groepje vrijwilligers op, maar Ger accepteerde de machtsgreep niet. Daarna volgde een vechtpartij tussen de twee tijdens het suikerfeest. En weer een inloopavond verder was de stemming zo dreigend dat Ger het buurthuis sloot. Buiten stonden tientallen jongens te schreeuwen. Ger: 'Ze moeten een telefoonronde hebben gehouden, want van heinde en verre waren ze gekomen. De stemming was totaal anti-Ger. De ramen gingen in. Ik zei, ik sluit de boel. Ahmed zat hier op de bank, hij zei: daar krijg je spijt van. Hij wilde laten zien dat hij de enige was die die jongens in de hand had.'
      Nu is de instuif dicht en luidt de vraag wat je met zo'n kwestie aanmoet. Is dit het petrieschaaltje voor radicalisering, de Haarlemse remake van de Diamantbuurt, of een totaal onbeduidend incident? Gers directeur Ad de Graaf van de stichting die het Haarlemse welzijnswerk beheert, begint met een rondje mopperen op de landelijke pers. ...
      ... Mij valt wel op dat de reactie van de directeur precies past in de rij van oproepen die we inmiddels zo goed kennen, over niet opblazen, niet `uitvergroten' of stigmatiseren als het om moslims gaat. Daartegenover staan de Anne Frankrapporten over extreem rechts. Stel nou eens dat niet Marokkaanse jongens maar puisterige bleekneuzen in Lonsdaleshirts precies dezelfde teksten op een buurthuis hadden gekalkt. Dan zou de landelijke pers zeker zijn opgetrommeld, en was het huis te klein geweest. Nu had de directeur het liefst zijn mond gehouden, en beperkt het uitzicht zich tot de veiligheid van de jongerenwerker.   ...
      Ger Schulten is de weg beslist niet kwijt. Het lijkt erop dat de keuzes zijn gemaakt, zegt hij
treurig. Vroeger kreeg hij een hand van de ouders van al die jongens, in het winkelcentrumpje. Hij ziet ze niet meer. En de jongens lijken al helemaal van de aardbodem verdwenen. In Parkwijk is het Ger Schulten geweest die de publiciteit heeft gezocht. Niet omdat hij zo nodig moet afgeven op zijn jongens, maar omdat hij helder wil zijn. 'Ik wilde ze laten zien wat ze hadden aangericht. Ze zijn verantwoordelijk, en daarmee wilde ik ze via de krant confronteren.' Of het helpt en wanneer de soos weer open gaat, dat weet ook Ger niet.


IRP
:   In dit mini-drama zijn de meeste aspecten van het grote allochtonendrama zoals op deze website beschreven te herkennen. Ten eerste: de jongerenopvang is georganiseerd door autochtonen. Ten tweede: er zijn meer vrijzinnige en meer fundamentalistische moslims, te midden van leiders en ongetwijfeld ook onder de volgelingen. Ten derde: de vrijzinnige moslim heeft wel respect voor de meer fundamentalistische, maar de meer fundamentalistische niet voor de meer vrijzinnige. Ten vierde: als het er op aankomt, heeft de fundamentalistische moslim een veel grotere aanhang dan de vrijzinnige. Ten vijfde: als er iets aan de hand is, verzamelen de moslims een groot aantal gelijkgestemden om gezamenlijk op te trekken. Ten zesde: als het erop aan komt, gebruiken de moslims op zijn minst even weerzinwekkende taal als rechts-extremisten. Ten zevende: extremistische uitingen van allochtone kant werden en worden nog steeds aanzienlijk zachtzinniger behandeld dan autochtone extremistische uitingen. Ten achtste: als het erop aankomt, zijn vrijwel alle allochtonen loyaal en/of solidair aan allochtone uitingen, goed of fout. Ten zevende: het groepsverzamelgedrag, de 'belronde', bewijst de elders aangevoerde reden voor het weigeren van allochtonen aan de discodeur, zie hier en ook de rest van Allochtone incidenten verzameling . Ten achtste: de allochtonen verwijten achteraf het door henzelf veroorzaakte probleem collectief aan de autochtonen.
     De analogie met de landelijke politiek is ook Martin Sommer niet ontgaan:

        Vandaag is het modieus om te spreken van de nieuwe politieke correctheid, die kortweg luidt dat er zo hard mogelijk op de islam moet worden gebeukt. Ik geloof daar niets van. Alsof in één klap een hele generatie middenveld, welzijnswerk, journalisten, leraren, politieagenten, politici en vrijwilligers totaal van de aardbodem is verdwenen. Het probleem is veeleer dat men zich realiseert dat de oude kousevoetenreflex in allochtone zaken niet meer kan, maar dat daarvoor is niets duidelijks in de plaats is gekomen.
     Zodoende stak na 9/11 het besturen-in-het-wildeweg in Den Haag de kop op. Een premier die zich een week lang helemaal niet laat zien, de ene minister die over een oorlog begint, een tweede die zegt dat moslims niet moeten zeuren, een derde die de film Submission afkeurt omdat die ophitsend zou zijn en een vierde die begint over smalende godslastering. Is het een wonder dat het volk, ongeacht de geestelijke denominatie, de weg kwijt is?

Let ook nog op het volgende: de oorspronkelijke ruzie was tussen moslims onderling. De reactie, in de vorm van het negeren van de autochtone boodschapper, is universeel onder de allochtonen: tegen de autochtone boodschapper van de ruzie. Let ook op de aard van de ruzie: de meer fundamentalistische moslim reageert zeer veel heftiger dan de vrijzinnige. De reden is simpel: voor de fundamentalist is zijn religie een groot deel van de zin van zijn bestaan, voor de vrijzinnige zijn er meerdere dingen die dat uitmaken. De vrijzinnige ondergraaft de zin van het bestaan van de fundamentalist, zie . Alle meer fundamentalistische gelovigen kunnen hiermee meevoelen. De hoeveelheid aanhang voor de fundamentalist in een dergelijk meningsverschil is een maat voor de hoeveelheid fundamentalisme in de betreffende gemeenschap. Deze keuze zegt oneindig veel hierover dan welke verbale uitspraak ook. Het voorbeeld is duidelijk, en er is geen enkele reden om aan te nemen dat het niet representatief is.


Terug naar Allochtone incidenten verzameling , Hiërarchie allochtonen  , of naar site home .