De Volkskrant, 22-07-1993, door R. Zweistra |
26 mrt.2005 |
Vluchteling verdient hulp, maar niet hier
Tussentitel: Eerlijker is om helemaal niemand toe te laten
Het aantal vluchtelingen dat Nederland kan toelaten, heeft voor het
werkelijke probleem niets te betekenen, meent R. Zweistra. Voor iedere
persoon die je toelaat, laat je er duizenden creperen.
Het vluchtelingenbeleid is een moeilijk bespreekbaar onderwerp, omdat het
een aantal algemeen menselijke en tegenstrijdige emoties oproept. Het nemen
van beslissingen in dat soort zaken wordt een stuk makkelijker door zo veel
mogelijk feiten en emoties op een rij te zetten, en hun onderlinge verbanden
te zoeken. Ik doe hier een poging. Die leidt misschien tot impopulaire
conclusies, maar daarbij dient men te bedenken dat er tussen wenselijkheid
en werkelijkheid altijd spanningen bestaan.
Het vluchtelingenprobleem is een deel van een groter
probleem: hoeveel en wat voor soort mensen laten we toe? Eerst moet de orde
van grootte worden bepaald. De keuzes zijn: 1 miljard, 100 miljoen, 10
miljoen, 1 miljoen, 100 duizend, 10 duizend, duizend, honderd, tien en nul.
De eerste twee vallen direct af omdat ze in alle opzichten onmogelijk zijn.
Tien miljoen is het eerste aantal dat men in overweging zou kunnen nemen.
Het betekent dat iedere stad en dorp in Nederland moet worden voorzien van
een dubbelganger. Tenzij men denkt in termijnen van decennia is dat
onmogelijk te realiseren.
Een aantal van een miljoen komt overeen met het bouwen van een stad zo groot
als Amsterdam, of tweemaal de omvang van Utrecht. Dat is mogelijk,
bijvoorbeeld in de IJsselmeerpolders, gegeven een tiental jaren, de
inspanningen van een belangrijk deel van onze economie. en de bijbehorende
kosten voor de overheid.
Dat is alleen op te brengen met teen aanzienlijke verhoging
van alle belastingen. Voorstanders van dit toelatingsaantal moeten dus
rekening houden met tegenstanders van rechts (en uit het midden) van hogere
belastingen. En aan de linker kant met tegenstand in verband met de
onvermijdelijke extra belasting van natuur en milieu. Over de hele linie
zijn er ernstige, en in de praktijk onoverkomelijke, bezwaren tegen het
toelaten van een miljoen mensen.
De volgende ordegrootte is honderdduizend (dus een- of twee-,
maar niet vijfhonderdduizend). Dat moet dan worden gezien over een termijn
van tien jaar; als men er honderdduizend per jaar toelaat, zit je na tien
jaar toch nog op een miljoen.
Blijven dus over de rubrieken van tienduizenden, duizenden,
honderden, tientallen, of geen per jaar. De laatste drie zijn in praktische
uitvoering vrijwel hetzelfde, zodat je uiteindelijk uitkomt op een keuze
tussen het toelaten van tienduizenden, duizenden, of geen.
Dan komt nu het volgende, grotere, probleem: wie laat je toe?
In aanmerking komen: mensen uit Nederlandse koloniën, uit vroegere koloniën,
verwanten van hier verblijvende buitenlanders, toekomstige partners van hen,
politieke vluchtelingen, hongervluchtelingen, armoedevluchtelingen,
economische vluchtelingen (die niet noodzakelijkerwijs arm hoeven te zijn).
Gebruikt men objectieve noodzaak als richtlijn, dan zijn de
eerst in aanmerking komende categorieën de politieke vluchtelingen die met
een gewelddadige dood worden bedreigden de vluchtelingen die bedreigd worden
met de hongerdood. Dan moet helaas worden geconstateerd dat beide
categorieën apart veel te groot zijn.
De eerste groep omvat tientallen miljoenen mensen, de tweede
categorie komt dicht bij de een miljard. Het percentage dat op grond van de
bovengenoemde praktische criteria toegelaten kan worden is dus zeer laag:
0,1 procent en 0,001 procent. Een druppel op een gloeiende plaat dus. Hoe
kies je daar de gelukkigen uit, en wie laat je dat doen? Voor iedere persoon
die je toelaat, laat je er duizenden creperen.
En dat is nog niet het hele probleem. Als objectieve noodzaak
het criterium is, dan komen de andere categorieën uit de lijst helemaal niet
aan de beurt. Hoe zielig een Antilliaan, een Surinamer, de broer van een
oude Turk, en de toekomstige bruid van een jonge Marokkaan . ook zijn, voor
hen staan tientallen, miljoenen in de rij die stukken zieliger zijn.
Voor men een besluit neemt, is het ook raadzaam te kijken naar de huidige
toestand. Omdat de al toegelaten vluchtelingen dezelfde rechten krijgen als
andere Nederlanders, komen ze ook in aanmerking voor huisvesting. Daarmee
zijn op dit moment problemen. Omdat de rijksoverheid, die de mensen toe
laat, zelf geen woningen heeft, wordt de verantwoordelijkheid doorgeschoven
naar de gemeentelijke overheid.
Het probleem is dat de gemeenten te weinig woningen
beschikbaar stellen. Dat komt niet, zoals wel wordt gesuggereerd, door de
onwil van gemeentebesturen, maar door het simpele feit dat er in de meeste
gemeenten te weinig (betaalbare) woningen zijn voor hun inwoners. Als
gemeenten verplicht worden woningen ter beschikking te stellen voor
asielzoekers, waarvan nu sprake is, betekent dat minder woningen voor de
huidige Nederlanders.
We hebben het dan niet over Nederlanders in het algemeen,
maar over Nederlanders die afhankelijk zijn van huurwoningen; dat wil
zeggen: armere Nederlanders. Iedere toegelatene waar geen nieuwe woning
tegenover staat, betekent minder of slechtere behuizing voor de andere
woningzoekenden. Als de duizenden die men wil toelaten allemaal een
geschikte woning krijgen, is het onvermijdelijk dat de huidige inwoners zich
gaan afvragen waarom die woningen niet voor hen gebouwd konden worden,
verleden jaar, en de jaren daarvoor. Men moet dan niet verbaasd zijn over
een hoog percentage stemmen voor de Centrum Democraten.
Wat hier wordt gesteld met betrekking tot woningen geldt ook
voor de lasten van nieuw toegelatenen in het algemeen. Lasten betekent
gewoon: geld. De overheid geeft die lasten door aan de burgers. De hogere
inkomens hebben daar weinig last van. De lasten drukken uiteinde-lijk vooral
op de lagere inkomensgroepen.
. Vluchtelingen zijn zielig, en moeten worden geholpen. Dat vindt iedereen,
ook ondergetekende. Maar als dat moet gebeuren op een schaal die werkelijk
wat, te betekenen heeft, dan is het duidelijk dat dat niet in Nederland kan,
noch in andere gastlanden, maar, hoe simpel, in het land van de vluchteling
zelf. Wij zijn echter, in de greep als we zijn van de filosofie van de
markt, de consumptie, en het eigenbelang, niet in staat daar echt aan te
beginnen.
Het is duidelijk dat waar het toelaten van een paar mensen
voor het werkelijke probleem niets te betekenen heeft, een eerlijker
oplossing is om niemand toe te laten. Dan maken we duidelijk wat we doen:
niets. Dat leidt er op den duur misschien toe dat er wel iets zinvols wordt
gedaan.
De ophef in de politiek en de media over het lot van een paar
vluchtelingen dient er voornamelijk voor om het geweten te sussen van
degenen die nog het best in staat zijn om iets betekenisvol te doen. Maar
dit sussen gaat ten koste van hen in Nederland die er echt niets aan kunnen
doen, en toch al stukken minder af zijn.
Naar Asielzoekers, bedrog
,
Asielzoekers
,
Allochtonen lijst
,
Allochtonen overzicht
, of site
home
.
|