Bronnen bij Discriminatie: stageplaatsen

21 okt.2006

Naast de discriminatie bij de discodeur , is die bij sollicitatie en stageplaatsen het grote hete hangijzer in de integratiediscussie. "Natuurlijk wordt er gediscrimineerd bij het aannemen voor stageplaatsen" - bij ieder interview met Marokkaanse jongens in Slotervaart of Kanaleneiland is dit het tweede dat gezegd wordt, na scheldpartijen op de politie. Allemaal leugens (de Volkskrant, 21-09-2006, column door Martin Sommer):
  Stageplaatsen tekort

Meer stageplaatsen. Het staat op de politieke agenda, getuige de troonrede. Meer stageplaatsen? Er zijn zat stageplaatsen. Meer duidelijkheid, dat moet er komen.


... Dat blijkt ook als ik me om half acht aandien bij Dick van der Toorn, directeur van TNS, Tower Network Systems, een installatiebedrijf voor kabel, glasvezel en overige telecom. Ik had stagiairs willen spreken maar die zijn al uitgezwermd, met de monteurs mee. ‘Het gaat goed, er is niemand’, grapt de directeur tussen pallets met modems en rollen hoogspanningskabel.
    Gebrek aan stageplaatsen staat op de politieke agenda, lees de troonrede. In het verlengde daarvan diplomaloos schoolverlaten en torenhoge werkloosheid onder allochtone jongeren. 40 procent heeft geen werk, het dubbele van hun autochtone leeftijdgenoten. Het moet ergens door komen. We hebben even geen zin meer om te praten over mislukte integratie, dus moet het wel discriminatie zijn. Alexander Rinnooij Kan sprak zondag in Buitenhof schande over het racisme in de bedrijven. In het VVD-verkiezingsprogramma staan de antidiscriminatiemaatregelen op pagina 1 en is Rita Verdonk weggefrommeld op de laatste bladzij. Er is vijf jaar lang op die arme allochtonen gebeukt, nu is het weer tijd voor een potje gezonde Nederlandse zelfkastijding. Buitenstaanders komen er bij ons niet in, vindt de vooraanstaande essayist Ian Buruma.
    Dick van der Toorn is boven elke verdenking verheven. Boven op een kastje staat een grote rode plastic A: dat is de allochtonentrofee die hij heeft gekregen. Zijn bedrijf telt 134 werknemers, van wie 42 van buitenlandse komaf. Twaalf nationaliteiten. En hij heeft nu tien vacatures, waarvan hij er met veel spul en moeite twee kan invullen. Het maakt hem echt geen donder uit of het iemand is uit Katwijk of uit Guinee. Hij leidt ze hier persoonlijk op, er wordt zelfs een leraar ingehuurd om ze Nederlandse les te geven.
    Te weinig stageplaatsen? Tekort aan stagiairs!, zegt hij. Hoe kan dat nou? Heeft de koningin zitten liegen in die troonrede? Met alle verschuldigde respect, maar daar komt het wel op neer. Van MKB Nederland had ik al gehoord dat er meer dan voldoende stageplaatsen zijn. En het eerbiedwaardige Sociaal en Cultureel Planbureau concludeerde in de studie Duaal als ideaal eind juni bijna hetzelfde. We hebben het dus verstolen over iets anders: stageplaatsen genoeg, maar ze willen wat anders of ze willen helemaal niks. Dick van der Toorn vertelt: het enige dat bij hem telt, is motivatie. Dat is tegelijk dus ook het probleem. Ze krijgen het minimumloon plus honderd euro. Vaak hebben ze een uitkering, plus een gemeentepasje met recht op allerlei gratis zaken. En dan moet je hier, voor minder, vroeg je bed uit. Als je bij hem monteur wordt, krijg je een auto en een goed salaris. Maar eerst moet je willen leren. Van der Toorn heeft de vacatures overal gemeld, op al zijn bedrijfsauto’s zitten stickers, hij is scholengemeenschappen afgeweest. Hij krijgt ze niet.
    Het idee is: het is minderwaardig werk. Vroeger was het inderdaad vies, met zo’n tentje op de stoep, een gat scheppen en dan loodmoffen lassen. Maar nu zitten de monteurs in een witte jas. Waar gaat het bij sollicitaties mis? Hoe men zich presenteert. Als dat onfatsoenlijk is, of ongeïnteresseerd, valt iemand meteen door de mand. Dat kan een allochtoon zijn, maar ook iemand met klompen uit Lopik. Hollanders zijn meestal beter voorbereid, bij een allochtoon moet je het eruit trekken. Die jongens hebben geen idee, ze zouden een presentatiecursus moeten hebben.
    Laatst was Van der Toorn in de moskee met burgemeester Deetman, voor een praatje. Daar vroeg zo’n meisje, mogen ze bij u een hoofddoek om. Hij zei, we hebben al bedrijfskleding. Grapje. Hij is altijd heel duidelijk, we hebben bedrijfskleding en hij wil niet hebben dat ze tegenover de klanten iets demonstreren. Hij neemt ook niet iemand aan met een hanekam en drie ringen door zijn neus. Met dat verschil dat die hanekam daarna niet naar het bureau racismebestrijding loopt. ...
    Ja, in het bedrijfsleven zeggen ze waar het op staat. ... Later op de dag vertelt de koningin over dat raadselachtige gebrek aan stageplaatsen. Dat klinkt inderdaad aardiger dan in de troonrede opmerken dat er een grote groep jongeren rondloopt met verwachtingen die totaal niet stroken met de werkelijkheid. ... We houden liever onze mond, voor je het weet, staat het bureau racismebestrijding op de stoep. ...
    Nee, dan liever Dick van der Toorn. Die vertelt zijn mensen dat ze hun vakantie kunnen opsparen voor zes weken Marokko. Wel op tijd terug, en niet twee weken te laat verschijnen met een doktersbriefje dat je daar voor vijf euro koopt. Wie te laat terug is, vliegt eruit. Gewoon weten waar je aan toe bent.

Amen.

Een paar weken later, de definitieve bevestiging (de Volkskrant, 12-10-2006, van verslaggevers Arno Hendriks en Elsbeth Stoker):
  Werkloze jongere wil nú die Nikes in plaats van een leerbaan

De werkloosheid onder jongeren nam afgelopen maanden snel af. Degenen die nog over zijn, blijken minder gemotiveerd. Werkgevers raken teleurgesteld.


Twee jaar geleden was het nog de schuld van de werkgevers: jongeren kregen geen kans op de arbeidsmarkt door een gebrek aan leerbanen. Nu zijn de rollen omgedraaid. Met de belofte van maximaal 5500 euro belastingvoordeel en een no-riskpolis – bij ziekte hoeft het loon niet te worden doorbetaald – heeft de Taskforce Jeugdwerkloosheid menig werkgever verleid zijn bedrijf open te stellen. De toenemende schaarste op de arbeidsmarkt deed de rest.
    Dit jaar zijn er ongeveer negenduizend leerbanen aangeboden, 60 procent daarvan is nog niet vervuld. Tot frustratie van menig werkgever. Deze week liet de brancheorganisatie van supermarkten, CBL, weten teleurgesteld te zijn. Van de 350 leerbanen die de winkels sinds april in de aanbieding hebben, zijn er 53 vervuld. Een ‘dramatische’ score en demotiverend voor de werkgever, aldus het CBL.
    Het CWI vindt deze geluiden niet vreemd. ‘Het aantal werkloze jongeren dat bij ons is ingeschreven daalde vorig jaar met 35 procent, afgelopen maand daalde het met 6 procent. De sprongen zijn niet meer zo groot, veel van de werkloze jongeren die nog over zijn, behoren tot de harde kern. Zij zijn moeilijk te begeleiden naar werk’, zegt Bart Crouwers van het CWI. De belangstelling van jongeren op banenmarkten is de afgelopen tijd dan ook teleurstellend. ‘Het enige dat het CWI kan doen, is de afwezigheid doorgeven aan de gemeente. Die kan besluiten te korten op de uitkeringen.’
    Ongeveer 26 duizend jongeren zijn ingeschreven bij en ontvangen – afhankelijk van de gemeente waarin ze wonen – een bijstandsuitkering....
    De groep jonge werklozen zonder uitkering bestaat uit circa dertigduizend. Het is moeilijk te achterhalen wie het zijn en hoe ze rondkomen. ...
    ‘Vooral degenen die in de criminaliteit belanden, hebben weinig interesse in leerbanen’, zegt Marion van Sas van de Erasmus Universiteit. Zij doet promotie-onderzoek naar werkloze Antillianen. ‘Het betreft een groep waarbij de problemen zich al vroeg opstapelen. Velen hebben schulden en denken van dag tot dag. Ze belanden in de criminaliteit als ze 14 zijn en zijn gewend veel geld te verdienen. Als je ze vraagt waarom ze geen leerbaan of opleiding willen doen, is hun antwoord: ‘‘Ik wil alles hebben, maar in het normale tempo zal ik dat pas hebben als ik 60 ben. Ik wil nú die auto, die Nikes of die radio’’.’


Tussenstukken:

17 mail: geen reactie

Naam: Bart Swinkels
Bedrijf: C1000
Heeft: Vijf leerplekken voor winkelmedewerkers in Nuenen

‘Iemand die binnenkomt en zegt: “Luister Bart, ik wil hier een leeropleiding komen doen en ik wil er graag aan meewerken om dit de beste supermarkt van Nuenen te maken”, kan zo aan de slag.
    Het is ontzettend moeilijk de juiste mensen te vinden. Veel mensen zijn niet geschikt. Twee jaar geleden haalden we op een ‘matchdag’ van het CWI nog dertig mensen op voor de drie winkels in deze regio. Maar dit jaar was het niks.
    Steeds vaker beginnen mensen met: “Ik zoek werk, maar ik kan alleen op maandag van negen tot een en op woensdag van drie tot zes.” Of ze willen pas om half tien beginnen. Het CWI stuurt elke drie dagen een overzicht van mogelijke kandidaten. Laatst hebben we er zeventien een mailtje gestuurd, we kregen geen reacties.
    Met de aantrekkende arbeidsmarkt wordt het niet makkelijker. Je hoeft maar te schreeuwen en je hebt werk. Jongeren werken vaak liever in kledingzaken, muziekhandels of bij radio- en televisiewinkels. De supermarkten azen allemaal op de goudhaantjes van een jaar of 17.
    Met degenen die we aannemen, hebben we nog niet veel problemen gehad. Er is tot nog toe één uitvaller geweest. Die had naast haar leerbaan nog haar hobby’s: paardrijden, op stap gaan en haar vriendjes. Haar telefoon ging continu af. Voordat we haar konden ontslaan, is ze zelf weggegaan.’

 
‘Werk is nu anders’

Naam: Esther Oude Groen (23)
Bedrijf: C1000
Heeft: een leerbaan als winkelmedewerker in Nuenen

‘Dat er zo veel jongeren thuiszitten terwijl er zo veel leerbanen zijn, vind ik wel vreemd. Als je 17 bent en je doet je best, dan kun je makkelijk een leerbaan vinden.
    Ik heb eigenlijk geluk gehad dat ik hier een jaar geleden als 22-jarige nog aan de slag kon. Ik ben na mijn vmbo begonnen aan de kappersopleiding. Maar ik kreeg kapperseczeem. De huisarts zei dat ik met de opleiding moest stoppen. ‘Daarna begon ik aan de opleiding tot sociaal-pedagogisch werkster. Toen ik in de vakantie een bijbaantje zocht, kon ik na mijn sollicitatie de volgende dag nog aan de slag bij C1000. Het werk beviel zo goed dat ik met de opleiding ben gestopt. Toen ik over de leerbanen hoorde, heb ik gevraagd of ik ook een opleiding kon doen. Dat kon.
    Voor mijn gevoel is het werk nu anders geworden. Ik heb meer het idee dat ik ergens mee bezig ben, ik heb meer verantwoordelijkheid. Nu doe ik een tweejarige mbo-opleiding, ik ben daar de oudste van de klas. Ik hoop dat ik uiteindelijk de kans krijg om niveau 3 te doen. Dan komt er een jaartje bij, maar met dat niveau mag je ook leidinggeven. De opleiding bevalt goed. Een keer in de twee weken heb ik een lesdag. Dan moet je bijvoorbeeld de stad in om twee totaal verschillende etalages uit te zoeken en daar vragen over te beantwoorden: “Heeft de etalage aantrekkingskracht? Hoe is de stopkracht?”


Enige eis: motivatie

Naam: Pierre Schreuder
Bedrijf: Van Happen Containers
Heeft: Twee à drie leerplekken voor chauffeurs in Oss

‘Een deel van de werkloze jongeren is absoluut ongemotiveerd. Drie weken geleden kwam ik bijvoorbeeld een werkzoekende jongen tegen. Hij had de nodige problemen gehad. Van mij mocht hij beginnen als hij gemotiveerd was.
    Op de derde dag moest ik hem om half twaalf uit zijn bed bellen, terwijl we om half acht beginnen. Hij had allerlei smoesjes. De elektriciteit zou zijn uitgevallen en zijn wekker deed het niet meer. Ik gaf hem nog een kans. Twee dagen geleden kwam hij niet opdagen. Ik heb niets meer van hem gehoord.
    Ons bedrijf is al een tijdje op zoek naar nieuwe chauffeurs. Je merkt dat er minder keus is. Daarom zijn wij bereid mensen op te leiden. Toch lukt het bijna niet mensen te vinden.
    Er kunnen zo twee, drie en misschien nog wel meer werkloze jongeren bij ons aan de slag. De enige vereisten zijn motivatie en een goede mentaliteit. Ik heb enkele maanden geleden zo’n banenmarkt bezocht, maar ik vond de belangstelling van de jongeren tegenvallen. Nu heb ik me ingeschreven voor een project van het Regionaal Opleidingen Centrum, hopelijk levert dat wat op.
    Dat de overheid subsidies geeft als je werkloze jongeren aanneemt, is meegenomen. We willen immers geld verdienen. Maar dat is niet de belangrijkste reden waarom we dit doen. Een tekort aan mensen is slecht voor het bedrijf.’

Let overigens op: daar waar de klachten over discriminatie bij leerplekken gaan over allochtonen, en dat de reden is dat het onderwerp in de publiciteit komt, worden hier geen allochtone voorbeelden aangevoerd, daar waar de Volkskrant toch normaliter bijna de helft van haar verhalen uit de allochtone hoek haalt - maar hier viel weer weinig positief-allochtoons te melden.

Nog een voorbeeld (Dagblad De Pers, 29-11-2007, door Peter Wierenga ):
  Actieplan | 'Leerlingen op hun zestiende nog manieren leren'

Genoeg stageplekken, maar wel op tijd komen

Het kan dus wel, genoeg stageplaatsen vinden, zo laten ROC's in Rotterdam zien. Maar de jongeren mogen wel wat meer discipline tonen, zoals op tijd komen.


Rotterdam heeft het voor elkaar. Waren er vorig jaar nog bijna tweeduizend stageplekken te weinig in het middelbaar beroepsonderwijs, nu zijn het er nog maar zo'n vierhonderd. En de scholieren die daar de dupe van zijn, mogen de stage ook later in hun studie doen. Minder schooluitval dus.
    De toverformule? Het actieplan van de ROC's, het bedrijfsleven in de havenstad én de gemeente Rotterdam. De laatste riep de succesvolle 'stagernakelaar' en het 'stageservicepunt' in hèt leven. De aantrekkende economie helpt een handje.
    Goed nieuws. Al jaren is er veel te doen over het tekort aan stageplaatsen, zekervoor allochtone leerlingen. Daarbij valt geregeld het woord discriminatie. Maar nu duikt er een nieuw probleem op: jongeren blijken vaak niet goed voorbereid op werken in het bedrijfsleven.

Discipline
'Dat zit hem niet in hun kennisniveau, maar in hun discipline', zegt woordvoerder Petra Verheij van de gemeente Rotterdam. 'Ze komen te laat en zijn slecht verzorgd, dat soort klachten horen we veel van de bedrijven. Eigenlijk zouden sommige jongeren eerst op school moeten oefenen, op simulatieplekken.' ...

Discipline ...

Nog een (de Volkskrant, 25-11-2006, door Mirjam Bosgraaf ):
  Iets doen, dat helpt

Tien jaar lang gaf Albert van der Lugt leiding aan Stichting Herstelling, 'zijn' project waarin kansarme jongeren leren werken in de bouw. Opvallend genoeg is het grootste probleem voor de stichting het vullen van de beschikbare plekken.


...   Het zorgwekkendste probleem van Stichting Herstelling - en daarmee dus ook van de gemeente Amsterdam, de provincie Noord-Holland en het Europees Subsidie Fonds, de subsidiegevers - is dat bijna de helft van de tweehonderd beschikbare plaatsen niet wordt bezet.
    'Het verandert langzaam, maar te veel mensen in het jeugdwerk en de werkloosheids-bestrijding missen de affiniteit met de bouw', verklaart Van der Lugt deze situatie. 'Het zijn jongens en meisjes uit de gegoede middenklasse, die zelf op een plek zitten waar je naar keuze tussen 8 en 10 uur kunt beginnen, waar een kantine is met lekkere broodjes en waar je je boodschappen kunt doen in de pauze. In de bouw moet je om 6 uur met je broodtrommel in het busje zitten. Het is er koud en stoffig. De werkomgeving is rauw. Daar hebben ze niets mee. Ze denken: dat is niks voor mijn jongens.'
    Hij citeert een artikel uit Het Parool waarin een hulpverleenster ('Ongetwijfeld een meid met de beste bedoelingen') praat met David van 18. David beschikt over de verstandelijke vermogens van een jongen van 13. Van der Lugt: 'Hij heeft jeugd-tbs, iedereen weet wat dat betekent. Zegt David: 'Ik wil bij het leger of de politie.' Zij: 'Bij de politie kun je natuurlijk niet.' En nu komt het. Zegt ze: 'Waarom wil je niet in de ict? Je houdt zo van computers.'' De klap waarmee het voorhoofd van Van der Lugt op het tafelblad slaat, doet tante Riek bezorgd om het hoekje van de keukendeur kijken. ...
...   Volgens het jaarverslag komen zes van de tien leerlingen uiteindelijk aan het werk bij een baas. ...  Juan, Joan, Gharib, Valentino, Marco, Mohammed en George zijn zulke leerlingen. ...

Maar het ongetwijfeld ook zo, dat een groot deel van de mogelijke clientèle dit soort werk niet ziet zitten. Wat de begeleiders weten en op inspelen.

Goed nieuws: men stopt met het liegen over discriminatie bij stageplaatsen (de Volkskrant, 21-10-2010, door Mirjam Bosgraaf):
  Interview | Ben Rijgersberg, directeur COLO

‘Discriminatie bij stages in mbo is verleden tijd’

Autochtone en allochtone mbo-leerlingen maken evenveel kans als zij solliciteren naar een stage.

Er is geen sprake meer van discriminatie van allochtone mbo’ers bij het verwerven van een stageplek. In verhouding beginnen evenveel allochtone als autochtone leerlingen hun mbo-opleiding direct met een stage. Dat blijkt uit onderzoek van kennisinstituut beroepsonderwijs COLO.
    Directeur Ben Rijgersberg is ‘geweldig opgelucht’ over de veelbelovende cijfers. ‘Het is goed te weten dat eenieder gelijk wordt behandeld. Zoals het hoort.’

Discriminatie is moeilijk te meten. Hoe zeker bent u van uw zaak?
‘Het staat vast dat er evenveel allochtone als autochtone leerlingen een stageplek vinden bij het begin van een mbo-opleiding. Dat is eenvoudig te meten. Wat we niet weten, is het aantal pogingen dat daaraan voorafging. ...

Wat teleurstellend, denkt de journalist kennelijk ... kunnen de allochtonen niet meer klagen over discriminatie.
  Wat is de reden voor deze afname van discriminatie?

Simpel: het is nooit voorgekomen (althans: niet zodanig noemndwaardig dat het meetvaar is, want het is nu eenmaal moeilijk meetvaar).
  ‘Bij allochtone mbo’ers is sprake van een enorme vooruitgang. Cultuurverschillen en taalachterstanden, waar de groep vroeger op werd afgerekend, komen minder voor.

En dat afrekenen op bestaand verschil is dus géén discriminatie, want het ging over reële inhoudelijke verschillen.
  Dat vinden stagebedrijven schijnbaar ook. Toch zouden met name bouwbedrijven onderscheid maken.

Weer een leugen. Kijk maar:
  ‘...Allochtone leerlingen komen wel minder snel terecht in de bouw. Administratieve beroepen, alsook stageplekken in de horeca en handel zijn bij deze vaak stadse groep meer in trek.’

Zie ook hier uitleg of detail .
    Tot slot nog iets over het verleden:
  Tussenstuk:
Verschil in de bouw
Allochtone mbo-leerlingen zouden meer moeite hebben met het vinden van een stage dan autochtone studenten. Met name in de bouwsector zou sprake zijn van discriminatie.
    Zo bleek 2005 uit een rapport van de Universiteit Utrecht dat slechts 15 procent van allochtone leerlingen een kans maakt op een uitnodigingsgesprek in de bouwsector, tegen 41 procent van de scholieren met een Nederlandse naam.   ...

Omdat ze dus niet in de bouw wíllen werken ... Kijk maar:
  In de detailhandel en in de horeca zouden de verschillen veel kleiner zijn.

Met je handen werken heeft absoluut geen status in niet-westerse culturen, en zodra het ook maar enigszins kan, zoals met deze allochtone immigranten, gaan ze in schone handen baantjes zitten.

Het volgende plakken we achter al dit soort verzamelingen (de Volkskrant, 04-08-2012, door Rob Gollin):
  'Mijn ouders hebben me altijd gewaarschuwd voor vooroordelen en zelfbeklag'

Serdar Gözübüyük, nog maar 26, mag zich de beste scheidsrechter van Nederland noemen.
...

...    Scheidsrechter Serdar Gözübüyük, de jongste van drie broers uit een Turks gezin in Haarlem, was ook in zijn vak herhaaldelijk de jongste, en nu al de beste van Nederland. Volgende maand neemt hij de Gouden Kaart in ontvangst tijdens het Voetballer van het Jaar-gala, de oorkonde voor de hoogst gewaardeerde scheidsrechter van het afgelopen seizoen. In de klassementen van Voetbal International en NUsport eindigde hij ook als winnaar.    ...

Zou iemand van jouw leeftijd eigenlijk niet nog gewoon lekker moeten voetballen?
'Als heel veel mensen, zowel in het vak als erbuiten, tegen me roepen: ga door met fluiten? Dat motiveert enorm, kan ik je zeggen. Het was allemaal niet zo vanzelfsprekend. In mijn omgeving was het overheersende gevoel dat je als Turk of Marokkaan of Surinamer in Nederland toch niks kon bereiken. Ik hoorde alleen maar van vrienden dat ze werden afgewezen, ook degenen die hbo of een universitaire opleiding hadden. Er werd ook altijd gezegd: een Turk heeft nog nooit wat bereikt in het Nederlandse voetbal. Het bijzondere was dat het mij wel lukte. Wat werd gezegd, klopte niet. Ik heb nooit ervaren dat er voor mij een barricade is opgeworpen. Elk jaar was er promotie. Mijn idee is dat als je ergens honderd procent voor gaat, die kans heus wel komt. Die kun je zelf creëren. Maar het gebeurt niet als je in je eigen vertrouwde kringetje blijft hangen, waar weinig Nederlands wordt gepraat, op afstand van de Nederlandse cultuur. Daar wordt gezegd: ik kom niet aan de bak omdat ik Ahmed heet, of Mohammed. Maar mijn vader zei altijd: het kan heel goed dat Jan of Piet hetzelfde overkomt. Het zijn mijn ouders geweest die me altijd hebben gewaarschuwd voor dat soort vooroordelen en zelfbeklag. Het zijn mijn ouders geweest die mijn broers en mij altijd voorhielden dat we van Turkse origine zijn, maar dat we ons moesten aanpassen aan de Nederlandse cultuur. Wij wonen hier, zo zijn de regels.    ...

En al het andere is anti-Nederlandse discriminatie, anti-blank racisme en grove leugens.

Het vervolg staat in de hoofdverzameling over werk uitleg of detail , maar hier nog maar eens eentje van het begin van 2024 (de Volkskrant, 09-01-2024):

De gore, racistische, blankenhatende leugens over de stageplaatsen (de Volkskrant, 09-01-2024, door Marieke de Ruiter):
  ... Stagediscriminatie is een hardnekkig probleem. Mbo-studenten zijn verplicht om voor hun studie werkervaring op te doen, maar uit onderzoek blijkt steeds weer dat het studenten met een migratieachtergrond moeilijker lukt een stageplek te bemachtigen. Onderzoek van het ministerie van Onderwijs wees uit dat zij 20 procentpunt minder kans hebben in één keer een stage te vinden dan studenten zonder migratieachtergrond. ...

Maar 20 procentpunt minder. Dan worden ze niet alleen niet gediscrimineerd, maar juist sterk bevoordeeld, want onder die 'studenten met een migratieachtergrond' bevindt zich minstens 90 procent van die groep die volgens de laatste rapporten over onderwijs en leesvaardigheid 'functioneel ongeletterd' is uitleg of detail .
    Ze worden niet gediscrimineerd maar uitgeselecteerd. Omdat het achterlijke klootvogels zijn.
    En dat is dus al die tussenliggende jaren zo doorgegaan, en zal door gaan, omdat de achterlijke klootvogelheid natuurlijk niet verdwijnt.
    Het is er al twee generaties.


Naar Discriminatie , of site home .

21 okt.2006