Bronnen bij Economische krachten: groeiwetten

De bewijzen van het bestaan van de groeiwetten in de economie worden zo'n beetje iedere dag op televisie vertoont, in de vorm van de gegevens over de steeds verder toenemende tweedeling in alle maatschappijen met een min of meer kapitalistische of neoliberale inlichting. Het enige punt dat iemand zou kunnen maken om zijn onwetendheid te betuigen is dat het per dag of week relatief kleine stapjes zijn. Zoals de rente op een spaartegoed aan het eind van het jaar aanzienlijk kan zijn, maar per dag verwaarloosbaar lijken.
 
Evengoed is die tweedeling dus bekend genoeg, en wordt, zelfs in Amerika, steeds vaker opgemerkt als zijnde een probleem (theatlantic.com, 13-02-2014. By Derek Thompson uitleg of detail ):
  The Rise (and Rise and Rise) of the [top, red.] in America

Take one look at this graph, and you'll think you recognize the story: Yeah, yeah, yeah, the 1 percent blasts into the stratosphere while the 99 percent languishes in stagnation, moving on...

Simple, right? ...

Zelfs in Amerika is dit dus al gemeengoed. Maar dat is dus niet de reden voor dit artikel, en ook niet voor haar reproductie hier. Dat is het directe vervolg van het verhaal:
  Except this graph doesn't tell that story, at all. Because you see that languishing green line at the bottom? That's the 1 percent.
    Now let's add labels (the income data lives here if you wanna play at home) and voila, you can see this isn't a picture of the rich and the rest.

En hier is de grafiek met de labels:

Met de verbale uitleg:
  It's the 40-year history of the rich, the truly rich, and the truly filthy stinking rich—the 1 percent, the 0.1 percent, and the 0.01 percent.

Wat hier dus getoond wordt, is dat het patroon in de verhouding tussen de top 1 procent versus de 99 procent van de rest, zich herhaalt in de top 0,01 procent versus de top 1 procent.
    Dit is geheel en al volgens de voorspelling en verwachting van de groeiwetten. En wel de groeiwetten in hun meest elementaire, wiskundige, vorm, namelijk die van de exponentiële groei . Bij de exponentiële groei treedt in ieder stadium van het proces dezelfde procentuele groei op. De verschillen worden slechts zichtbaar als je een bepaald beginniveau en een bepaalde grens vaststelt. Zo lijkt de groei van de oppervlakte van het kroos in de vijver steeds sneller te gaan, alleen en slechts alleen omdat die zichtbaar wordt aan de hand van de grens van de vijver. Zou je precies dezelfde groei van het kroos bekijken ten opzichte van de hele aarde, zou die groei aan het einde van het tijdvak wanneer ze snel lijkt te gaan in de vijver, met betrekking tot de aarde even ondragelijk langzaam lijken als bij de start in de vijver, van het eerste naar het tweede kroosblaadje.
    Dit dus ter illustratie van de wiskundige wet dat de groei op alle niveaus even snel lijkt te gaan. En dus is de voorspelling dat als je kijkt naar het relatieve resultaat, dat dat ook altijd hetzelfde zal zijn.
    En dat is dus precies wat dit artikel met enige verbazing constateert: de groei van 1 procent ten opzichte van 100 procent is dezelfde als van 0,01 procent ten opzichte van 1 procent, omdat daar beide een factor 100 tussen zit.
    En hiermee is dus volkomen sluitend, bijna wiskundig, bewezen dat de groei van inkomens de economische groeiwetten volgt in bijna exponentiële vorm. Iedere andere vorm van bewijs, aan de hand van andere praktijkvoorbeelden, is hiermee volstrekt overbodig geworden.
    Overigens en voor de volledigheid: dit artikel kwam de redactie onder ogen door een link op de website van de Volkskrant naar het volgende artikel (Z24.nl, 14-02-2014. uitleg of detail ):
  Rijkste 1 procent in VS zijn sloebers vergeleken met rijkste 0,01 procent

In de Verenigde Staten wordt veel gediscussieerd over de kloof tussen de rijkste 1 procent van de bevolking en de overige 99 procent. Maar er is nog een andere tweedeling.


Het socialisme heeft als politieke beweging nooit echt wortel heeft geschoten in de Verenigde Staten. Maar de laatste jaren is er wel volop aandacht voor de toegenomen verschillen tussen een kleine, zeer rijk elite en de rest van de Amerikaanse bevolking.   ...
    Toch is dit niet de enige tweedeling tussen inkomens in de Verenigde Staten die opmerkelijk is, signaleert de site Quartz.

De site Quartz is een verzamelsite, waarvan het bovenstaande de oorspronkelijke bron is.

Hier een illustratie van de kracht van de groeiwetten aan de hand één van hun primaire resultaten (de Volkskrant, 28-11-2017, rubriek De kwestie, door Peter de Waard):
  Neemt de ongelijkheid al tienduizend jaar toe?

Natuurlijk neemt devermogensongelijkheid al tienduizend jaar toe. Hoe globaler je gaat kijken, en tienduizend jaar is op het vlak der economie zeer globaal, hoe gelijkmatiger de trend van economische groei. En economische groei werkt het hardst op de top, dus de ongelijkheid zal globaal altijd toenemen. Hetgeen men nu constateert:
  Sinds de mens besloot een hek om een stukje grond te zetten en zich daarbinnen de opbrengst toe-eigende, is al sprake van groeiende ongelijkheid.
    Groeiende inkomens- en vermogensongelijkheid is al veel ouder dan econoom Thomas Piketty aantoonde in zijn bestseller Le Capital au XXIe siècle (Kapitaal in de 21ste eeuw).    ...
    Een groep archeologen en antropologen van zeventien instituten onder leiding van Tim Kohler van Washington State University heeft nu geprobeerd aan te tonen dat die ongelijkheid al tienduizend jaar groeit. Zij hebben daarvoor onderzoek gedaan op 63 archeologische plekken in de wereld: van Aztekenruïnes in Mexico tot het ooit door de as van de Vesuvius bedekte Pompeï.
    Het begin van de landbouweconomie tienduizend jaar geleden leidde tot een dramatische verandering in de organisatie van het menselijk leven. Daarvoor waren mensen jager-verzamelaars. Nadat mensen zelf planten waren gaan kweken en vee waren gaan houden, ontstond een nieuwe samenleving waarin overschotten werden verhandeld, land werd gecontroleerd en vrije tijd ontstond voor religie, politiek en kunst. Er kwamen standen, slavernij, belastingen - en oorlog.
    De mate van ongelijkheid is berekend met behulp van de zogenoemde Ginicoëfficiënt voor vermogensverdeling, zoals die wordt berekend door Allianz.
    Als iedereen evenveel heeft, zou die 0 zijn. Als slechts één iemand alles heeft en de rest niets, is die 1. Kohler heeft dit tot in de prehistorie teruggerekend. Omdat er geen Quote 500 of andere vermogensgegevens van de hunebedbouwers bestaan, zijn de berekeningen gebaseerd op de huizengrootte.
    Het verschil in de grootte van woningen nam toe nadat nederzettingen waren geëvolueerd tot natiestaten. Als gemeenschappen grotere overschotten creëren, stijgt ook de ongelijkheid. In het stenen tijdperk was de Ginicoëfficiënt slechts 0,17, omdat mensen rondtrokken en geen welvaart op één plek konden opbouwen en vererven. In de kleinschalige landbouwsamenleving steeg die door tot 0,25.
    Toen ook grotere veestapels zoals koeien, paarden en waterbuffels in particuliere handen kwamen, was de coëfficient 0,35. In de Middeleeuwen met een klasse van landloze boeren (pachters, horigen en lijfeigenen) groeide die tot 0,56 - iets hoger dan die van Zuid-Korea op dit moment (0,54) en iets lager van die van Griekenland en Spanje (0,58).
    Maar Nederland (0,64), China (0,70) en vooral de VS (0,81) hebben nu een veel hogere Ginicoëfficiënt.
    Tienduizend jaar beschaving heeft de wereldgemeenschap heel veel ongelijker gemaakt.

Nogal wiedes, dus. En dit zal blijven voortduren, tot het moment dat er ingegrepen wordt in de vrije economie. Of de natuur dat doet.

En nog een definitieve bevestiging (de Volkskrant, 13-12-2017, door Maarten Keulemans):
  Een natuurwet drijft arm en rijk uit elkaar

Waarom zijn er zoveel mensen arm, en maar zo weinigen rijk? Simpel: het is een heuse natuurwet. Een diepzinnige eigenschap van systemen, die opduikt in menselijke samenlevingen, maar ook in bossen, oceanen en zelfs in darmbacteriën. Aldus Marten Scheffer, ecoloog uit Wageningen, en Bas van Bavel, historicus te Utrecht, in een opvallend artikel in vakblad PNAS.
    De ongelijkheidsverdeling tussen arm en rijk lijkt als twee druppels water op, pak 'm beet, de verdeling van boomsoorten in de Amazone, betogen de twee. 'De helft van al het kapitaal is in handen van naar schatting 1 procent van de wereldbevolking', zegt Scheffer. 'Precies hetzelfde zie je bij die bomen: daar zit de helft van alle biomassa in 1 procent van alle soorten.' Of kijk gewoon eens om je heen: 'De bulk van alle soorten dieren en planten zie je nooit, en een klein aantal soorten zie je overal. In de natuur is dit de regel. Het geldt voor paddestoelen, vliegen, bacteriën, bomen; noem maar op.'
    Wat er waarschijnlijk gebeurt, schetsen de twee, bijgestaan door twee Wageningse collega's, is dat succes zichzelf vermenigvuldigt. ...

Wat dus gewoon andere woorden zijn: wat het hardste groeit, gaat altijd domineren. Als het ene kapitaal met 3 procent per jaar groeit en het andere met 4 procent, zal op den duur het 4 procent-kapitaal altijd domineren, en in oneindig lange tijd oneindig veel groter worden:
  ... Als je bij het dobbelen bij iedere zes niet alleen nog een keer mag gooien maar ook een dobbelsteen extra krijgt, ontstaat er vanzelf een kleine elite die onevenredig veel dobbelstenen heeft. 'De klok van de kansrekening tikt op zo'n manier dat je op grond van puur toeval mag verwachten dat dit soort verschillen er zijn', zegt Scheffer. Vandaar dat de twee nadrukkelijk spreken van een 'natuurwet'. 'Deze drijvende kracht ís er gewoon, ook als niemand beter is dan de ander. Als je er niets aan doet, wordt de verdeling superongelijk.'

En dat geldt overal - ook in de natuur. En er is maar één manier om dat te stoppen:
  ... De natuur heeft er trucs voor om ongelijkheid tegen te gaan, vertelt Scheffer: zo treffen ziektes de 'winnaar' onevenredig hard. ...

Een (epidemische) ziekte groeit namelijk op dezelfde manier: exponentieel. Het is eigenlijk een vorm van het konijnen-en-vossen model .
    Maar natuurlijk durven de heren wetenschappers geen economische conclusies te trekken:
  ... Maar in de samenleving is zo'n mechanisme er niet. Dus zijn er 'instituties' nodig om de wet die arm en rijk uit elkaar drijft tegen te gaan. Een kerk die herverdeling van de rijkdom predikt. Een wet die het privébezit inperkt. Of belastingen, waarlangs inkomen terugvloeit naar de gemeenschapspot.
    En daar wringt het in dit tijdperk van globalisering en schaalvergroting, analyseren Van Bavel en Scheffer. De rijken steeds rijker, de armen steeds armer; er lijkt maar geen einde aan te komen. 'Ik vind dit een van de grote problemen van deze tijd', zegt Scheffer.
    Daar willen de heren het graag bij laten. Want verwacht geen grootse aanbevelingen of doortimmerd reddingsplan: 'Ik kan nou wel wat gaan roepen, maar ik denk dat onze rol is om helder te laten zien wat er aan de hand is.' In hun artikel formuleren ze het academisch omfloerst: 'Extreme welvaartsongelijkheid is in een globaliserende wereld onvermijdelijk, tenzij er op wereldschaal effectieve welvaartsgelijkheid bevorderende instituties worden geïnstalleerd.'

Oftewel: er is maar één oplossing: hoofden afhakken.
    Oh nee: nog eentje: communisme. Want dat is ingrijpen in de vrije economie op dit niveau: communisme.

Het hoofdmannetje van de Volkskrant voelt zijn elite-lakeienbroekje nattig worden (de Volkskrant, 31-08-2020, hoofdredactioneel commentaar, door Pieter Klok):
  Schulden

Overheden wereldwijd moeten erop toezien dat de miljarden de komende jaren eerlijk worden verdeeld.


Tussentitel: Ondraaglijke schulden als de rente straks stijgt

De Fed, het Amerikaanse stelsel van Centrale Banken, heeft een historisch besluit genomen. Voorzitter Jerome Powell maakte eind vorige week bekend dat de rente jarenlang laag zal blijven, ook als de inflatie straks oploopt.

De betekenis van dit besluit kan moeilijk worden overschat. Inflatiebestrijding was tot nu toe het hoofddoel van het monetaire beleid. In Europa was het zelfs het enige doel, in de VS zijn de centrale banken ook expliciet verantwoordelijk voor economische groei. Nu lijken de centrale banken het nog als enige taak te zien om de economie te redden, door de rente laag te houden en eindeloze hoeveelheden dollars en euro's in de economie te pompen.

De stap is deels noodgedwongen. In Europa en de VS lopen de staatsschulden razendsnel op. De rente kan straks bijna niet meer omhoog, want dan worden de schulden vrijwel direct ondraaglijk.

Centrale banken zijn blijkbaar niet bang meer voor inflatie, of ze zijn er misschien wel bang voor, maar ze zijn nog banger voor een diepe recessie. Powell hoopt met zijn mededeling ongetwijfeld te bereiken dat de investeringen op peil blijven. Als overheden zeker weten dat de rente laag blijft, is er geen enkele belemmering voor grootschalige overheidsinvesteringen.

De grote vraag is of al het geld dat in de economie wordt gepompt, wel op de goede plek terechtkomt. De afgelopen jaren was dat niet het geval. De miljarden van de centrale banken belandden vooral bij huizenbezitters, beleggers en bedrijven. Zij konden tegen lage rentes lenen, voor veel andere burgers gold dat niet. Het gevolg was een explosie van huizenprijzen en aandelenkoersen en een snel groeiende vermogensongelijkheid.

Vooralsnog wijst alles erop dat die trend zich doorzet. Ondanks de economische krimp door corona en de verwachting dat de economie zich niet heel snel zal herstellen, zijn de beurskoersen weer terug op pre-coronaniveau. Ook de huizenprijzen laten vooralsnog geen daling zien.

Het is aan de overheden wereldwijd om ervoor te zorgen dat het geld de komende jaren eerlijk wordt verdeeld en terechtkomt bij de mensen die het het hardst nodig hebben.

Drup, drup, drup.
    Het broekje wordt natter en natter en natter ...
    En dat allemaal door de financiële automatismes, waaronder die van het groeiproces.


Naar Economische krachten , of site home ·.

15 feb.2014