Bronnen bij Kapitalisme, ideologie: kapitalisme en liefde |
28 aug.2006 |
Onderstaand een reeks bronnen naar aanleiding van een heel vreemde
associatie: kapitalisme en liefde:
Uit: De Volkskrant, 05-08-2006, van verslaggever Olav Velthuis
Interview | Amerikaanse econome Deirdre McCloskey verzet zich tegen het beeld
dat conservatief rechts en kritisch links van de markt heeft
‘Kapitalisme leidt tot liefde en samenwerking’
De intelligentsia – links of rechts – mag graag afgeven op het kapitalisme.
Het zou leiden tot cultureel verval. Econome Deirdre McCloskey neemt het
voor de commercie op. ‘De markt maakt betere mensen van ons.’
Vier boekwerken denkt ze nodig te hebben om de intelligentsia van haar
gelijk te overtuigen. Vorige maand verscheen het eerste deel – vijfhonderd
pagina’s dik (de dertig pagina’s lange literatuurlijst niet meegerekend).
Maar de Amerikaanse econome Deirdre McCloskey wil haar boodschap desgevraagd
ook best in twee zinnen samenvatten: ‘De markt maakt betere mensen van ons.
Want het kapitalisme draait uiteindelijk niet om concurrentie, maar om
samenwerking.’
Krijg dat er maar eens in bij de academici, de
romanschrijvers en de kunstenaars die vol argwaan naar de markt kijken. ‘Zij
zijn ervan overtuigd dat de markt mensen corrupt maakt, dat commercie onze
cultuur aantast, of dat het kapitalisme alleen maar tot vervreemding en een
gefragmenteerde samenleving heeft geleid. Voor de consumptiemaatschappij
hebben ze al helemaal geen goed woord over.’
Als je hen vervolgens vraagt waar ze al die wijsheid vandaan
hebben, dan blijkt de bron vaak – direct of indirect – Marx te zijn.
McCloskey schudt haar hoofd. ‘Marx heeft in zijn hele leven nooit een stap
in een fabriek gezet. Wat wist hij nou van een burgerlijk, werkend leven
af?’
Niet alleen de linkse elite geeft af op de markt. ‘Ook
conservatief rechts gelooft dat het kapitalisme zal leiden tot een verval
van normen en waarden.’
Het eerste deel van haar magnum opus – titel: The
Bourgeois Virtues. Ethics for an Age of Commerce (De burgerlijke
deugden. Ethiek voor een tijdperk van commercie) – schreef ze grotendeels in
Nederland. ...
The Bourgeois Virtues is gelardeerd met citaten uit
romans, gedichten, films en filosofische traktaten die de minachting voor
commercie moeten blootleggen. Naar een roman die de burgerman, de zakenman
of de handelaar in een positief daglicht zetten, zul je in de moderne
literatuurgeschiedenis lang moeten zoeken volgens McCloskey.
Op tv en in de bioscoop is het beeld al niet veel positiever.
‘Kijk bijvoorbeeld naar televisieseries als Dallas, waarin
protagonisten als JR volledig gewetenloos worden geportretteerd. Of naar een
Hollywood film als Wall Street, waarin een jonge, materialistische
aandelenhandelaar koste wat kost de top wil bereiken.’
Een volstrekt eenzijdig beeld, vindt McCloskey. Volgens haar
leidt het kapitalisme juist tot liefde. ‘Adam Smith schreef al dat de slager
moet luisteren naar anderen, wil hij succesvol zijn. Andere 18de eeuwse
denkers, zoals de Fransman Montesquieu, spraken over ‘‘zoete commercie’’: de
markt zou mensen wel van hun onbehouwen manieren afhelpen.’ Want wie iets
wil verkopen, zal zich aan zijn medemens moeten aanpassen.
Maar in de negentiende eeuw keert het tij. McCloskey: ‘Bij de
Britse romanschrijver Charles Dickens zie je dat echt gebeuren. In zijn
vroege romans steekt die nog de draak met iedereen, of ze nu arm of rijk
zijn, van hoge of lage komaf. Maar in de latere romans, zoals Hard Times,
krijgt vooral de zakenman het te verduren. De verhaallijn wordt dan steeds
hetzelfde: een zakenman die langzaam tot het inzicht komt dat het gekkenwerk
is om alsmaar calculerend door het leven te gaan.’
De ironie is dat de romantische kunstenaars en schrijvers die
in de negentiende eeuw afgaven op het kapitalisme, zelf zonen en dochters
waren van de nieuwe burgerij. ‘En zo is dat nog steeds’, constateert
McCloskey misnoegd. ‘Onze samenleving is daardoor doordrenkt van zelfhaat.
En dat is gevaarlijk.’
Gevaarlijk, echt? McCloskey is ervan overtuigd. ‘De Kenneth
Lay’s (de ex-topman die Enron naar de ondergang fraudeerde) van deze wereld
krijgen zo met de paplepel ingegoten dat het nu eenmaal bij commercie hoort
om hebzuchtig te zijn. Zulke overmoedige topmannen zijn een gevaar voor de
toekomst van het kapitalisme. Maar als je hen zou vragen waarom ze zich zo
buitensporig gedragen, dan luidt hun antwoord: ‘‘Mijn economie-docent heeft
mij dat zo geleerd.’’ Dit is nu eenmaal het beeld van de zakenman dat in
onze samenleving bestaat.’
Maar de linkse elite is het niet alleen om de hebberige
topman te doen. Maatschappijcritici zoals Barbara Ehrenreich, die een
bestseller schreef over de ‘werkende arme’, maken zich vooral zorgen over de
onderklasse. Die zouden onder mensonterende omstandigheden werk doen
waarvoor nauwelijks iemand waardering heeft?
McCloskey: ‘Cijfers over arbeidstevredenheid laten zien dat
het ook aan de onderkant van de arbeidsmarkt wel meevalt. Natuurlijk zouden
ze daar niet staan als ze niet betaald kregen, maar voor zwarte jongeren uit
de achterstandsbuurt Harlem in New York gaat McDonald’s over meer dan alleen
het eindeloos bakken van hamburgers. Ze treffen daar ook hun vrienden.’
Andere cultuurcritici richten hun pijlen juist op de
middenklasse, die door geraffineerde marketingstrategieën zou worden
aangezet tot het kopen van steeds meer spullen waaraan ze eigenlijk geen
behoefte hebben? McCloskey reageert lichtelijk geïrriteerd: ‘Het is erg
onaannemelijk dat het zo makkelijk gaat. In dat geval zou het wel heel
makkelijk zijn om een succesvol ondernemer te worden. Kijk eens wat er in
werkelijkheid gebeurt. In Amerikaanse supermarkten worden jaarlijks
tienduizend nieuwe voedingsmiddelen geïntroduceerd. Negen van de tien
daarvan overleven niet. Als het zo makkelijk zou zijn om mensen te
manipuleren, dan zouden zoveel producten toch niet mislukken?’
Bovendien: we mogen overspoeld worden door reclame, veel
daarvan is volgens McCloskey niet manipulerend maar informerend bedoeld. Is
dat nu echt het ergste wat er is op aarde?’ ...
Red.: De Volkskrant, volgens reputatie een
linkse krant, maar in economisch opzicht zo liberaal dat de redactie het als
rechts of kapitalistisch zou omschrijven, was hier zo blij mee, dat ze een
stukje over op de voorpagina zette:
Uit:
De Volkskrant, 05-08-2006, van een verslaggever.
‘Kapitalisme leidt tot liefde, niet tot verval’
‘Onze samenleving is doordrenkt van zelfhaat’, klaagt de vooraanstaande
Amerikaanse econome Deirdre McCloskey. Terwijl Europa en de Verenigde Staten
sinds jaar en dag kapitalistisch zijn, blijft de intelligentsia maar afgeven
op de markt.
McCloskey heeft er geen goed woord voor over. Een vierdelig
boekwerk, waarvan onlangs het eerste deel verscheen, moet het ongelijk van
de elite aantonen. Het eerste deel – The Bourgeois Virtues. Ethics for an
Age of Commerce – schreef ze grotendeels in Nederland, waar ze
deeltijd-hoogleraar is aan de Erasmus Universiteit.
Niet alleen de elite mokt, ook in de massamedia is het beeld
negatief. ‘Kijk bijvoorbeeld naar een Hollywoodfilm als Wall Street,
waarin een jonge, materialistische aandelenhandelaar ten koste van alles de
top wil bereiken.’
McCloskey is er juist van overtuigd dat de markt betere
mensen van ons maakt. Volgens haar leidt het kapitalisme tot liefde. Vraag
het maar aan een ondernemer: wie iets wil verkopen, zal zich in de ander
moeten verplaatsen.
‘De econoom Adam Smith schreef al dat de slager moet
luisteren naar anderen, wil hij succesvol zijn. Andere 18de eeuwse denkers,
zoals de Fransman Montesquieu, spraken over zoete commercie: de markt zou
mensen wel van hun onbehouwen manieren afhelpen.’ ...
Red.: Er zijn natuurlijk meteen al veel gaten in dit
verhaal te schieten, maar voordat de redactie hier aan toekwam, werd dat al
gedaan door anderen:
Uit:
De Volkskrant, 08-08-2006, door Bart Tromp, verbonden aan de Universiteit
van Amsterdam en aan Instituut ‘Clingendael’.
Wartaal over sociaal kapitalisme
Dat Marx veel invloed heeft gehad op het beeld van het kapitalisme klopt.
Dat is niet de schuld van schrijvers en kunstenaars, maar van de realiteit,
zegt Bart Tromp.
Tussentitel: Volgens McCloskey zit Marx zelfs achter de tv-serie
Dallas
... De boodschap van Deirdre McCloskey luidt dat ‘de markt
betere mensen van ons maakt. Want het kapitalisme draait uiteindelijk niet
om concurrentie, maar om samenwerking’. Dit willen academici,
romanschrijvers en kunstenaars volgens haar maar niet inzien. Ze menen dat
kapitalisme en commercie de mensen corrupt maken. Waar halen zij dat
vandaan? Volgens mevrouw McCloskey hebben ze dat, rechtstreeks of indirect,
van Marx. Van Karl Marx! ‘Marx heeft zijn hele leven nooit een stap in een
fabriek gezet! Wat wist hij nou van een burgerlijk, werkend leven af?’
Als we haar moeten geloven, heeft hij ook de pen gevoerd bij
televisieseries als Dallas en Hollywoodfilms als Wall Street.
De topman van Enron, Kenneth Lay (die kort geleden overleed, vóór zijn
veroordeling wegens zwendel), heeft zijn frauduleuze gedrag als kapitalist
volgens haar te danken aan zijn docent economie. Die moet weer van Marx
hebben geleerd dat een zakenman zich hebzuchtig en zonder scrupules hoort te
gedragen, want de staf van de economische faculteit van de Universiteit van
Missouri, waar Lay studeerde, bestond vanzelfsprekend uit zulke ‘marxisten’.
Moeten wij nu werkelijk geloven dat de zakenlui die niet
voortdurend liefdevol met hun concurrenten samenwerken met slechts het heil
van hun consumenten voor ogen, dat enkel doen omdat ze ooit marxistisch zijn
geïndoctrineerd?
Dan krijgen schrijvers en kunstenaars ervan langs, omdat zij
een negatief beeld van het kapitalisme schetsen. McCloskey voert in het
interview als voorbeeld Charles Dickens’ Hard Times op. Maar ze had
ook andere romans kunnen noemen. Wat ze in ieder geval niet kan beweren, is
dat schrijvers als Dickens en Balzac, die een schrijnend beeld geven van het
kapitalisme van hun dagen, daarbij waren beïnvloed door Marx.
Het omgekeerde geldt wel. Marx waardeerde Dickens en Balzac –
hij was zelfs van plan een aparte studie te wijden aan de laatste als
‘anatoom van de burgerlijke maatschappij’.
Balzac, geenszins links, wist uit eigen ervaring wat de
werking van het kapitalisme in het toenmalige Frankrijk inhield, zoals
Dickens, die bij mijn weten ook nooit een fabriek of een weeshuis van binnen
heeft gezien, heel goed wist hoe het kapitalisme van zijn dagen werkte, of
het nu om Oliver Twist of om David Copperfield ging. Karl Marx heeft
inderdaad evenmin een fabriek bezocht. Maar hij wist waarover hij het had.
Hij baseerde zich op officiële rapporten daaromtrent, evenzeer als op een
overvloed aan documentatie, trouw lezer als hij was van onder andere The
Economist. En vergeet niet zijn tientallen lang durende vriendschap en
samenwerking met Friedrich Engels, zelf manager van een fabriek, die een
gruwelijk beeld van de arbeidsomstandigheden in de Britse industrie had
gegeven in zijn meesterwerk,
De toestand van de arbeidende klassen in Engeland.
Inderdaad heeft Marx .. invloed gehad op het beeld van
kapitalisme dat nog altijd bestaat, ondanks alle pogingen van ‘moderne’
economen en politici om het bestaan van zoiets als ‘kapitalisme’ zonder meer
te ontkennen.
Dat dit beeld beklijft, heeft niet te maken met het feit dat
het zou voortkomen uit de verkeerde denkbeelden van schrijvers, kunstenaars
en intellectuelen, al dan niet in het voetspoor van Marx. Het komt gewoon
overeen met de werkelijkheid.
Aangetekend moet dan wel worden dat Marx nergens ‘de
kapitalist’ als een moreel verwerpelijk iemand voorstelt, maar als de
verpersoonlijking van een rol die hem (en tegenwoordig ook haar) geen andere
keus laat dan rendement, winstbejag, marktaandeel, et cetera boven andere
doelen en waarden te stellen.
Het verbijsterende relaas van Barbara Ehrenreich over leven
aan de onderkant van de Amerikaanse samenleving, waar je te weinig verdient
om van te kunnen leven, wordt door McCloskey afgedaan met ‘cijfers over
arbeidstevredenheid die laten zien dat het wel meevalt’.
Wat zijn dit voor wereldvreemde uitspraken? Het begint al met
McCloskey’s gelijkstelling van kapitalisme met ‘de markt’. Dat is naïef: ‘de
markt’ is de ideologie van het kapitalisme, maar zoals Immanuel Wallerstein,
de grote historicus van het moderne kapitalisme, stelt: ‘de vrije markt is
de doodsvijand van het kapitalisme’.
Kapitalisme bestaat bij het de gratie van het uitschakelen
van marktwerking en de vorming van monopolies en quasi-monopolies. In een
werkelijk vrije markt zouden immers ontelbaar veel producenten aan ontelbaar
veel consumenten eenzelfde waar aanbieden, met als gevolg dat de winst tot
nul daalt. ...
Red.: Tromp pakt de opvallendste dingen aan: de
referenties aan literaire beoordelingen van het kapitalisme, en haar
schuldtoedeling van de slechte werkingen van het kapitalisme. Wat Tromp nog
vergeet te vermelden dat er veel meer voorbeelden zijn van onbewuste en
bewuste, indirecte en directe, positieve beoordelingen van het kapitalisme
en alles wat daar bij hoort, iets dat de redactie "De wereld van Peter
Stuyvesant"
heeft genoemd. Deze vormen van bewondering zijn zo institutioneel, dat
McCloskey ze waarschijnlijk niet eens opmerkt. Een klein voorbeeld is het
feit dat ook Tromp constateert: de graagte waarmee de Volkskrant dit
boek en zijn boodschap op de voorpagina zet. Dit ter compensatie van dat
ding wat natuurlijk wel waar is: iedereen, zelfs degenen die er voor zijn,
weet in zijn hart natuurlijk wel dat het kapitalisme niet deugt. Dat er
mensen zijn die zich dit wel bewust en het uitdragen, heeft McCloskey dus
wel degelijk gelijk in, maar dat is niet wat ze bedoelt.
Ook de gewone lezer had het een en ander op te merken. Dit ging in de vorm
van een ingezonden brief en de reacties op die brief:
De Volkskrant, 08-08-2006, ingezonden brief van Gerard Aartsen
(Amsterdam)
Kapitalisme
Volgens Deirdre McCloskey maakt de vrije markt betere mensen van ons omdat
wie iets wil verkopen, zich in de ander zal moeten verplaatsen (Economie, 5
augustus). Wat McCloskey in haar redering over het hoofd ziet, is het
motief. Waarom zal iemand die iets wil verkopen zich in een ander
verplaatsen? Niet omdat hij begaan is het met diens lot, maar omdat hij geld
wil verdienen. Dat dit motief onvoldoende is om de kloof tussen arm en rijk
te dichten, blijkt wel uit het feit dat elk jaar miljoenen arme mensen
sterven van de honger in een wereld van overvloed. De markt is gewetenloos
en kan niet zonder sturing van een sociale overheid – nationaal en
internationaal. Hoe kunnen wij onszelf mens noemen als we deze schande laten
voortduren en ons door het gezwatel van mevrouw McCloskey laten
geruststellen?
Reacties:
M. Frankena - Amsterdam, 08-08-2006, 10:48
Voor mij is de vraag 'Hoe gaat het met u vandaag', zoals die aan de kassa
van Amerikaanse supermarkten gesteld wordt, een echte vraag. Maar een
antwoord daarop levert geen echte conversatie op, want de caissiere is niet
echt geïnteresseerd in mijn welbevinden. Ze stelt die vraag dan ook enkele
honderden keren per dag omdat het moet van de baas, en dan slijt het
enthousiasme wel. Nou niet bepaald een mooi voorbeeld van liefde, mevrouw
McCloskey. Heeft ze nog betere voorbeelden?
E. de Vries - Zwolle, 08-08-2006, 11:11
Niet zo lang geleden was er een land, de Sowjetunie, waar de verkoop van
levensmiddelen door de staat werd gestuurd. Wij allen weten wat daarvan is
terechtgekomen.
Cees Hoogendijk - Rijswijk, 08-08-2006, 11:12
Dé markt. Hét kapitalisme. Allemaal grote vaagheden. Verantwoordelijkheid
nemen voor het bestaan van jou en de jouwen zou menselijk moeten zijn.
Ondernemen hoort daarbij, evenals onafhankelijkheid, zelfbeschikking en
verantwoordelijkheid. Relatieonderhoud is randvoorwaarde, sociaal én
economisch. Tot zover kapitalisme, of is het socialisme? Maar waar we ook
hier weer voor moeten waken is éxtremisme: de puur op winst of expansie
gebaseerde driften van sommige managers voor wie het nooit genoeg is
Marcel Souman - Bennekom, 08-08-2006, 13:34
Zien we het al gebeuren: een nationale, sociale overheid van Bos, Halsema en
Marijnissen die de krijgsheren te vuur en te zwaard te lijf gaan die hun
mensen laten sterven van de honger? Nee toch. Zo'n overheid zal veel liever
ten koste van meer belastingcenten alle schulden van de mensen willen
saneren die oorzaak zijn van de ergste armoede in ons land. Daarnaast kan er
misschien ook nog subsidie af voor de vereniging van punnikers in Afferden.
Marcel Souman - Bennekom, 08-08-2006, 14:12
T.a.v. de redactie:
"typduiveltje" in de tweede regel: gaan moet zijn gaat. Sorry.
M.S.
J Budding - Delft, 08-08-2006, 16:26
Wat een kritiekloos artikel over McCloskey. Als kapitalisme al leidt tot
empathie, dan is het alleen maar om de concurrent te slim af te zijn.
Mevrouw heeft zeker nooit gehoord van ondernemers die de klant een poot
uitdraaien? En als een Enronbaas de boel belazert, komt dat natuurlijk door
zijn linkse economiedocent van de middelbare school. Ga toch weg.
Was die er niet geweest, dan was het een en al liefde en samenwerking
geweest. Waar bewijst ze dat laatst trouwens, dat van die liefde?
Wim Ruijter - Maarssen, 08-08-2006, 19:01
Ik ben nog lang niet vergeten hoe het met mijn aandelen Ahold is gegaan. Al onze
economische deskundigen hebben die "Geweldige" manager 2 jaar achter elkaar tot
manager van het jaar gekozen. Frank Kalshoven bewwert nog steeds dat de
top-salarissen van onze managers meer dan verdiend zijn. Volgens mij is het een
grote graaiers bende, veel bla,bla,bla en als het mis gaat zijn ze nog te
beroerd om hun ten onrechte gekregen(niet verdiend) top-beloningen terug te
geven. Eergevoel hebben ze ook al n[iet , red. IRP]
Robert van Waning - Amstelveen, 08-08-2006, 22:11
De 'vrije markt' heeft een aantal kapitale tekortkomingen die een krachtige
overheid onmisbaar maken:
- Geen antenne voor maatschappelijke en ecologische behoeften en noden, maar
alleen voor inividuele- of groepsbelangen.
- Geen antenne voor toekomstige schaarsten, maar alleen voor huidige.
- Geen hart, geen ideaal en geen gevoel voor solidariteit.
De overheid wordt te weinig erkend als
marktpartij-met-democratische-mandaat die deze tekortkomingen in ons aller
belang moet corrigeren.
K. Beckwith - Hoorn, 09-08-2006, 10:53
Ik wil graag reageren op de brief van M. Frankena onder "Kapitalisme".
"Hoe gaat het met u," is niet een vraag geeist bij de
(kapitalistische)baas. Het is een beleefd omgangsvorm geworteld in de
Amerikaans cultuur. Het kan vergeleken worden met de Nederlands gewoonte om
handen te schudden met iedereen als je bij een feest of vergadering ben. Er
is geen expliciet doel langer, maar het is wel een onmisbaar sociaal
omgangsvorm.
Have a nice day! (With apologies for spelling errors.)
M. Christiaans - Nijmegen, 09-08-2006, 15:54
Een kennis van me was voor zijn werk een week in de v.s. Hij dineerde elke
avond in hetzelfde restaurant. De serveerster die hem bediende was poeslief,
"alsof ze wat van me wilde". Na drie dagen zat de kennis eens aan een ander
tafeltje. De serveerter gunde hem geen blik waardig, geen enkele herkenning.
Dit tafeltje bleek namelijk niet tot het gedeelte te behoren dat zij
bediende. Zie hier een vorm van kapitalistische liefde.
Red.: De laatste twee reacties rekenen wel definitief
af met de door MacCloskey aangevoerde goede manieren van de Amerikaan. Haar
argement in 'Is het echt zo erg dat Amerikaans winkelpersoneel How are
you today? zegt, ook al weet je dat ze niet echt persoonlijk in je
geïnteresseerd zijn? Zou het dan prettiger zijn als ze ‘‘wie denk je wel dat
je bent, lazer op’’ tegen je zouden schreeuwen?’ is een voorbeeld van een
redenaarfout die ze veel meer maakt: zwart-wit denken: als je niet met een
tandpasta-glimlach "How are you today?" kan zeggen, is het dus zo dat
je moet "schreeuwen". Het idee dat er nog tussenfasen zijn komt niet in haar
op, want dan klopt de bewijsvoering niet meer - want die tussenfasen zouden
wel eens de meeste voorkeur kunnen hebben. Al met al
lijkt, op de tot nu toe bekende gegevens afgaande, het boek van McCloskey,
en de nog komende drie delen, op een lachwekkende poging om het kapitalisme
in een beter daglicht te stellen. McCloskey heeft daarmee een nevenfunctie
naast die van "hofgeleerde": die van "hofvlijer"
. |
Voor een meer serieuze reactie over het soort mentaliteit dat achter het
kapitalisme steekt, zie volgende:
Uit:
De Volkskrant, 12-08-2006, column door Oscar van den Boogaard, schrijver
‘Ik mediteer om lief te hebben’
Volgens de Amerikaanse econome Deirdre McCloskey denkt men, onder invloed
van Marx, te negatief over het kapitalisme, terwijl dat juist aanzet tot
samenwerking en wederzijds begrip.
Heeft het kapitalisme de mens zo verwaarloosd dat hij zich
niet meer geborgen voelt? Dat hij zijn ego moet opblazen en een pantser
nodig heeft? Johnny (38) rijdt in een Hummer en is lid van de Hummer-club.
Tijdens de eerste Irak-oorlog zag hij voor het eerst een humvee op
televisie. Geil, zoals dat bakbeest door het zand bulderde. Hij viel ervoor
als een baksteen. Hij moest en zou zo’n ultieme terreinauto hebben.
Ik zie Hummers overal, en steeds met hetzelfde soort mensen.
Gespierd en gedrongen. Hun biceps buitenboord. Tattoos en zware zilveren
kettingen. Headbangen op keiharde rap muziek. Iedereen de schuld geven en
daarom in een auto zitten waarin niemand je iets kan maken. Leve de oorlog
in Irak! Leve de milieuverontreiniging! Leve het kapitalisme! We rijden
alles wat zwak is gewoon kapot!
Op MTV denderen de Sports Utility Vehicles voortdurend
voorbij. Oorlog en pornografie vermengen zich kritiekloos in onze
popcultuur. De harde gepantserde mannen en vrouwenlichamen weten wat ze
willen. En ze zorgen dat ze het krijgen! Rammen, beuken, platwalsen. In naam
van de liefde.
Ik werd laatst bijna omver gereden door een fragiel vrouwtje
in een zwarte Porsche Cayenne. Ze stak haar middelvinger in de lucht.
Achterin zaten haar kinderen. Wat een eenzaamheid en trots. Het ging haar
denk ik om ongenaakbaarheid. Alleen doodsbange mensen zonder greintje
zelfvertrouwen dromen daarvan. Ongenaakbaarheid en liefde sluiten elkaar
uit. ...
Naar Kapitalisme, ideologie
, Economie lijst
,
Economie overzicht
, of site
home
.
|