FOUT IN
DE KRANT
Augustus 2004
05-08-2004,
de
Volkskrant, hoofdredactioneel commentaar over het Tekort aan bèta
studenten:
'Het probleem is namelijk dat zowel in het voortgezet onderwijs als het
hoger onderwijs een leerlingvijandige 'bollebozencultuur' heerst. De
docenten menen dat slechts de allerslimsten uitverkoren mogen worden voor de
zwaardere exacte studierichtingen. In plaats van hun leerlingen te
enthousiasmeren en moderne leermethoden toe te passen, schieten docenten
exacte vakken in didactisch opzicht juist tekort ten opzichte van hun
collega's in andere vakken.' |
|
Zowel onderzoek als
praktijk heeft uitgewezen dat voor succes in een exacte studierichting een
hoger dan gemiddeld IQ nodig is, en wel een IQ hoger naarmate de studie
exacter is, volgens de bekende reeks: geneeskunde, biologie, scheikunde,
natuurkunde, wiskunde. Dit gegeven is nauwelijks te beïnvloeden
door de methode van lesgeven. Wel te beïnvloeden
is het enthousiasme voor een studierichting. Dit hangt in aanzienlijke mate
af van het enthousiasme van de leraar en van het algemeen maatschappelijk
klimaat ten opzichte van het vak. Er zijn geen aanwijzingen dat het
enthousiasme voor hun vak aanzienlijk verschilt voor de leraren van
verschillende vakken op school (zie
hier voor een tegenvoorbeeld). Er zijn wel concrete aanwijzingen dat de
maatschappelijke houding ten opzichte van de verschillende vakken
aanzienlijk verschilt. Techniek en (exacte) wetenschap hebben gedurende de
laatste decennia een negatieve, vieze, bijklank gekregen in de media. In het
bedrijfsleven worden de goede praters veel beter betaald dan de goede
ontwerpers. En op school zijn de vele vernieuwingen gegaan ten koste van het
aantal lesuren in de exacte vakken, die daardoor nu ruim onder hun
noodzakelijke minimum zitten. |
Het bovenstaande stuk
is een voorbeeld van de negatieve houding van de media ten opzichte van
techniek en wetenschap, en de bijbehorende vakken. Op formeel niveau staat
er een impliciete ontkenning van het gegeven dat voor een exacte studie een
minimaal noodzakelijke slimheid nodig is, een minimaal aantal lesuren, door
te suggereren dat enthousiasme en methodiek die zaken kunnen compenseren,
hetgeen onjuist is. Op het emotionele niveau staat er dat degenen die beter
exact kunnen werken 'bollebozen' zijn, een volwassenenvariant van "stuudje"
en bottere vormen van pesterij, en de schuld van het afnemende aantal bèta
studenten wordt zonder bewijs op grove wijze in de schoenen van de exacte
docenten geschoven met termen als leerlingvijandigheid, gebrek aan
vernieuwingsdrang en didactisch tekortkomen. In de krant staan vele vormen
van deze vijandige houding ten opzichte van techniek en wetenschap, zie
hier 1, 2). |
|
07-08-2004, de
Volkskrant, commentaar van Ferry Biedermann over de Houding van de EU
tegenover Israël:
'Het conflict tussen Israël en de
Arabische wereld, de Palestijnen in het bijzonder, leent zich niet voor
simpele oplossingen of makkelijke waardeoordelen.' ... 'De intifada is
slechts een symptoom van het falen van de leiding aan beide kanten.' |
De feitelijkheid van
de situatie is dat het land van de Palestijnen bezet is door de joden, die
hun bezetting een staat hebben genoemd. De term bezetting wordt ongeldig
alleen dan als degenen die het land oorspronkelijk bewonen, instemmen met de
bewoning door anderen. Het is niet zo dat de toestemming van derden de
feitelijkheid van de bezetting opheft, al zijn die anderen de hele rest van
de wereld, vanwege het simpele feit dat anderen niet in het recht van een
partij kunnen treden, zonder de toestemming van die partij. Zonder die
toestemming is de inmenging van anderen een kwestie van dwang, ook al is dat
de rest van de wereld. In dit geval is die vorm van dwang samengevat in de
term bezetting. Zolang die dwang en die bezetting van toepassing zijn,
hebben degenen die er onder lijden het recht zich met alle mogelijke
middelen hier tegen te verzetten. |
De feitelijkheid van
het Israëlisch-Palestijnse conflict is
dus een kwestie van bezetting en een in een al zijn vormen gerechtvaardigd
verzet tegen bezetting. Een bespreking, analyse of commentaar dat het
conflict vertaald in termen als zou het goed en fout ergens meer in het
midden liggen, geeft een onjuist beeld van de feitelijke situatie, en treedt
dus op als verdediger van een van de partijen, de Israëlische.
Als dergelijke berichtgeving systematisch is, en dat is ze in het geval van
Ferry Biedermann in het bijzonder en de Volkskrant in het algemeen,
wordt er voldaan aan de definitie van propaganda, zijnde het eenzijdig
bevoordelen van een bepaalde partij in de voorlichting over een bestaande
tegenstelling |
|
09-08-2004, de Volkskrant,
opiniestuk Arie Elshout over Duitse versus Amerikaanse politiek:
'Daarom een
ongevraagd advies aan de Duitsers: verbind je denkkracht met Amerikaanse
daadkracht. Begin er mee in Irak. Ze hebben daar vrijheid, maar nog lang
geen orde.' |
|
Amerikaanse daadkracht kennen we ook uit
Vietnam, Chili en vele andere plaatsen waar ze weerzinwekkendheden hebben
begaan. Het steunen van dit soort gebeurtenissen op grond van het feit dat
ze door Amerikanen zijn begaan is een bewijs van een ononderscheidende
pro-Amerikaanse houding. Het oordeel van mensen met zo'n houding, bewust of
onbewust, is volkomen onbetrouwbaar. |
|
Vrijheid is een hogere
abstractie dan orde
, in dit geval is het begrip vrijheid zelfs direct afhankelijk van orde: zonder maatschappelijk
orde geen maatschappelijke vrijheid (zie bijvoorbeeld landen als Somalië).
Irak heeft nog lang geen maatschappelijk orde, dus nog lang geen vrijheid. |
|
10-08-2004, de
Volkskrant, nieuwsbericht over Ongeluk in Japanse
kerncentrale:
'Het is het ernstigste nucleaire ongeval uit de Japanse geschiedenis.'
... 'Het ongeluk gebeurde in kernreactor nummer drie van Kansai Electric
Power.' |
Elders uit het
Associated Press bericht blijkt dat er stoom is gelekt uit een lek in een
turbine. Een kerncentrale bestaat uit twee delen: een kernreactor en een
turbinepark. Een gascentrale bestaat uit gasbranders en een turbinepark, een
kolencentrale uit een kolenoven en een turbinepark. Het lek in de Japanse
centrale had dus niets te maken met het aspect dat in het bericht het meest
belicht wordt: dat de energiebron een kernreactor is. Als het ongeluk
gebeurd was in een gas- of kolencentrale, was het waarschijnlijk niet verder
gekomen dan de lokale media. Het plaatsen van het bericht in deze vorm
veroorzaakt een in dit geval onjuiste associatie tussen kerncentrales en
gevaar. |
De berichten over
kernenergie zijn een voorbeeld van de algemene houding in de media tegenover
techniek en wetenschap. Een kerncentrale werkt met voor een leek
onbegrijpelijke kernenergie, wekt daardoor angsten op, die zich vertalen in
paniekberichten. Bestaande gevaren worden uitvergroot tegenover veel grotere
gevaren van andere, minder onbegrijpelijke technieken. Bekende voorbeeld van
dit proces is vliegangst ten opzichte van autoangst; autorijden is objectief
veel gevaarlijker, maar de relatieve onbegrijpelijkheid van vliegen
veroorzaakt de angst. In geval van de energievoorziening, zijn de gevaren
ten gevolge van de kooldioxide uitstoot veel groter dan de gevaren van
kernenergie en kernafval. De laatste vormen een lokale bedreiging, de eerste
bedreigen de hele planeet. |
|
13-08-2004, de Volkskrant,
inleidende voorpagina artikel over oorlog in Irak:
De VS openen offensief, doen operaties, bestormen/bezetten gebouwen,
beschieten Najaf. Bij de tegenpartij … laait het geweld op, vallen doden …,
wordt geweld gepleegd, en Al Sadr bestookt de Amerikanen met granaatwerpers
en mortiergeschut. (uit ingezonden stuk (23-08-2004) van M. Bennink
onder de kop Woordkeus). |
Neutrale bewoordingen, soms op het
klinische af, voor de handelingen van de VS. Stevig gekleurde, plastische
werkwoorden vol negatieve connotaties voor wat de Irakezen allemaal doen.
In dit
zoveelste door de VS geïnitieerde oorlogsgeweld gaat het niet aan
verzetsstrijders neer te zetten als complete misdadigers of halve
godsdienstwaanzinnigen. Hoedt u daarvoor, ook tussen de regels door!
(M. Bennink) |
M. Bennink is
enigszins naïef aangaande zijn
veronderstelling aangaande de houding van de Volkskrant. Deze rubriek laat
overduidelijk zien dat neutraliteit in berichtgeving vaak onderschikt is aan
politieke stellingnames, zo ook in het geval van de oorlog in Irak. |
|
14-08-2004, de Volkskrant,
H.J. Schoo, in zijn reguliere column, onder de titel De vloek van de
stadsvernieuwing:
De stadsvernieuwing wordt wel gezien als een laatste oprisping van het
spreekwoordelijke 'ingenieurssocialisme':
maakbaarheidsgeloof, daadkracht, technisch kunnen, organisatietalent,
overheidswil balden zich nog één keer samen in een groot en meeslepend
project. … Grote en middelgrote steden, provincieplaatsen – overal gingen
oude kernen en 19de-eeuwse schillen grondig in revisie. … Cultuurhistoricus
Huizinga betreurde begin vorige eeuw al de vernieling van veel schoons in de
Hollandse steden, ten behoeve van wat achteraf gezien een eendagsvlieg was:
de interlokale tram. … Is de stadsvernieuwing met die eerdere golf van
verwoestingen te vergelijken, qua gevolgen voor de historische omgeving? Wie
rondkijkt in … is helaas ten volle bereid die sombere conclusie te trekken.
… Gelukkig komt er een herkansing aan. Want al die treurige
stadsvernieuwingsbuurten komen nu opnieuw aan bod. … In deze nieuwe ronde
kan het weer misgaan, maar de kans daarop is kleiner. Daarvoor zijn
tenminste twee redenen. De eerste is dat Nederland nu veel rijker is dan in
de jaren zestig. De tweede reden is dat er nu onvergelijkelijk veel beter
wordt ontworpen en gebouwd dan in 25 jaar terug. De stadsvernieuwing kwam
eigenlijk te vroeg. Men kon het gewoon nog niet. Nu wel. Dat heet
vooruitgang. |
Voor een belangrijk deel is dit een
feitelijke beschrijving van wat er gebeurt is. Dat geldt niet voor de
uitdrukking 'ingenieurssocialisme'. Schoo wil hier mee aangeven dat de
dingen dertig jaar terug niet zo goed gingen als nu. Hij geeft het minder
goed gegaan zijn aan met ingenieurssocialisme', voor hem is dus socialisme
en symbool voor wat er niet goed gaat. Het rijtje dat op de introductie van
de term volgt geeft aan waar het om gaat: technisch kunnen, daadkracht, en
organisatietalent zal hij ongetwijfeld willen behouden. Dat zit het fout
gaan dus in maakbaarheidsgeloof en overheidswil. Natuurlijk gelooft ook
Schoo ook dat hij, samen met zijn medestanders, de maatschappij kan maken en
gelooft hij ook in overheidswil, hij wil zelfs dat bijvoorbeeld de
Amerikaanse overheid door zijn wil de hele toestand in de wereld moet
bijsturen. Waar het waarschijnlijk om gaat is dat die oude plannen nog
stoelden op de wens iets samen te doen, voor het grotere belang van het
geheel. Dat is socialisme, dat is fout. Kortom, Schoo is een marktideoloog.
Door bij voortduring gelegenheid te geven aan dit soort marktideologen
(economie- en adjunct-hoofdredacteur Frank Kalshoven is
het ook) veroorzaakt de Volkskant mede het klimaat van de
marktideologie. We kunnen nu al duidelijk zien wat de resultaten van twintig
jaar groeiende invloed van de marktideologie is: de maatschappij wordt
steeds onvriendelijker, onveiliger, en slechter in alle sociale opzichten,
dit ondanks toenemende rijkdom. |
|
17-08-2004, de Volkskrant,
rapportage over landen in Oost-Europa en Balkan langs Donau:
‘Vukovar was de eerste van een reeks steden in het voormalige Joegoslavië
waar de huizen zwart blakerden.’ … ‘Er klonken schoten. Even later braken
Servische soldaten de deur van de schuilkelder open.’… ‘ Dat was november
1991, de inname van Vukovar door het Joegoslavische volksleger (JNA).’ … ‘in
de maanden na de Kroatische onafhankelijkheidsverklaring van juni 1991 werd
de Donau een staatsgrens en frontlinie.’ |
De volgorde van de citaten is, zoals
altijd in deze analyses, de volgorde van de bron. Volgorde is belangrijk
omdat ze een weerspiegeling is van oorzaak en gevolg: oorzaak komt voor
gevolg. Speciaal in geval van conflict is dit belangrijk: wie de aanzet gaf
tot conflict draagt in het algemeen een grotere verantwoordelijkheid dan
degene die reageert. Joegoslavië was tot de dood van Tito, een Kroaat, een
rustig en welvarend land in vergelijking tot zijn
buren. Na de dood van Tito begonnen nationalistische sentimenten is de
verschillende deelrepublieken op te spelen. De eerste formele daden in die
richting waren de Sloveense en Kroatische afscheidingsverklaring. De acties
van de Joegoslavische staat, en haar leger (het JNA), waren een reactie op
die afscheidingsverklaring. Met betrekking tot het bericht boven betekent
ten eerste dit dat de soldaten die de schuilkelder openbraken geen Serven
waren maar Joegoslaven in dienst van het JNA. Ten tweede is door de
Kroatische afscheidingsverklaring geen staatsgrens ontstaan, omdat ieder
afscheidingsbeweging zo’n verklaring kan afgeven, en het betreffende
grondgebied meestal niet tot een nieuwe staat leidt, zie de Basken,
Corsicanen, Koerden, Atjeh’ers, Tamils, Hoetoes, Katangezen, Biafranen, Indianen in
Noord- en Zuid-Amerika, David Koresh en de Branch-Davidians, de Montana
militia, enzovoort. Er zit een aanzienlijke mate van willekeur in welke
afscheidingsbewegingen al dan niet door het Westen en de Westerse media als
geldig of ongeldig worden gezien, voornamelijk bepaald door eigenbelang.
In alle genoemde gevallen waarin de afscheidingsbeweging zich dicht bij de
Westerse invloedsfeer bevindt, worden de afrscheidingsbewegingen afgekeurd,
zie de Basken, Corsicanan en Koerden; in alle gevallen dat
afscheidingsbewegingen zich afspelen in landen die het Westen als vijand
beschouwd, worden afscheidingsbewegingen als legitiem voorgesteld, en
gesteund, zie Esten, Letten, Lithouwers, Tsjetsjenen, Georgiërs,
enzovoort. De
bovenstaande uitspraak dat de Joegoslavische provinciegrens een staatsgrens
zou zijn, maakt deel uit van die willekeur, waarschijnlijk gebaseerd op
sentimenten stammende uit de tijd van de Koude Oorlog. Het afdrukken van dit
soort meningen als zijnde feiten in een openbaar medium heet propaganda. |
|
18-08-2004, NOS TV
Journaal 20h00, over de in de gevangenis zittende Russische oligarch
Chodorkovski:
Chodorkovski, oprichter van het olieconcern Joekos, ... |
Alle eigendommen van
het olieconcern Joekos bestonden al in 1990 toen ze deel uit maakten van het
Russische staatsolie-apparaat. Door duistere handelingen zijn deze in handen
gekomen van particulieren, waaronder Chodorkovski. Het omschrijven van deze
stand van zaken als zijnde op enigerlei wijze een verdienste van
Chodorkovski of andere oligarchen is een ernstige verdraaiing van de
werkelijkheid. Het beschrijven als diefstal van pogingen van de Russische
staat om achterstallige belastingschulden middels inbeslagnames te
vorderen, is een klassieke gotspe (dit is gebeurd). |
|
19-08-2004, de Volkskrant,
ingezonden opiniestuk van Bart Nooteboom, deeltijd- hoogleraar
innovatiebeleid aan de Universiteit van Tilburg, met als titel
Angst voor
vreemdelingen is slecht voor innovatie:
Het stuk gebruikt voorbeelden uit Amerika en de geschiedenis om aan te tonen
dat immigratie een bijdrage kan leveren cultuur en innovatie, en is verder in
algemene termen gesteld. |
Het stuk ziet een cruciaal ding over het
hoofd: de ene immigratiestroom is niet de andere. De immigratiestromen
richting Amerika hebben altijd de meest initiatiefrijke mensen betroffen, de
minder initiatiefrijke bleven thuis. De immigratiestromen in de Nederlandse
geschiedenis betroffen vaak in het buitenland verdreven elites. Wat in
Nederland nu wordt aangeduid als allochtonen betreft in het praktische
gebruik van het woord de groepen van Turken en Marokkanen. Ten eerste zijn
die niet op eigen, maar op Nederlands initiatief gekomen, ten tweede komen ze
uit economisch en sociaal achtergebleven gebieden in hun eigen land, en ten
derde heeft Nederland ze geselecteerd op
een lagere opleiding omdat ze mensen voor
ongeschoold werk wilden. Het is heel moeilijk indenkbaar hoe
ze als groep een bijdrage
kunnen leveren aan onze innovatie, als ze als groep zo'n achterstand
hebben. |
Het voorgaande
argument is al meerdere malen en door meerdere mensen eerder gebruikt. Het
opnieuw verschijnen van een dusdanig grote fout kan alleen verklaard worden
door andere motieven. Deze motieven passen bij die van de voorgaande periode
in het allochtonendebat: alle positieve kanten moeten belicht worden, en
alle negatieve kanten verborgen. In beleidstermen is dit sturing van de
berichtgeving, en in populaire termen heet dit propaganda. |
P.S. 21-08-2004, de Volkskrant,
reactie van Leen Noordzij, met precies dezelfde weerlegging van het stuk
van Nooteboom als boven. |
|
26-08-2004, de Volkskrant,
Opiniestuk van Marcel van Dam, titel
Van God los, over normen en waarden, waarin
betoogd wordt ook de overheid zich aan normen en waarden
moet houden, en als tegenvoorbeeld de voorgestelde nieuwe
huwelijkswetgeving voor allochtonen:
’Zo heeft Nederland een aantal internationale verdragen ondertekend waarin
is vastgelegd dat ieder volwassen vrij is een huwelijkspartner te kiezen.
Toch heeft de politiek een omweg gevonden waarmee we dat Nederlanders van
Turkse en Marokkaanse komaf moeilijk of onmogelijk maken.’ |
De clou in deze uitspraak is de term
vrij. Met betrekking tot huwelijkskeuze zijn daar duidelijke
observaties te doen. In vrije maatschappijen, en trouwens ook in de meeste
onvrije, trouwen mensen met partners uit de nabije omgeving om voor de hand
liggende reden: aan een keuze als partner gaat periodes van kennismaken van
aanzienlijk lengte vooraf. Het is ook algemeen bekend dat bij vrije
huwelijken deze periode in de orde van enkele jaren ligt. Dit wordt
bevestigd door onderzoek dat heeft uitgewezen als en van de mogelijke
partners gaat verhuizen die verder ligt dan 30
à 50 kilometer (vroeger
natuurlijk minder dan nu) de kans op verbreking van de relatie in de buurt
van 80 procent ligt.
Nu de praktijk van de Turken en Marokkanen. Die halen in voor circa
75 procent een huwelijkspartner uit het moederland, dat vele honderden
kilometers ver weg ligt. De motieven voor die keuzes zijn bekend genoeg:
financieel economisch, en cultureel. De huwelijkspartner wordt uitgezocht om
hem of haar ook een leven in het rijke Nederland te geven, of de keuze wordt
bepaald door culturele uitsluiting, maar heel vaak beide. Beide keuzen komen
tot stand onder aanzienlijke tot zware druk vanuit de sociale omgeving.
Beide motieven hebben dus niets te maken met een vrije keuze van
huwelijkspartner zoals bedoeld in de internationale wetgeving.
Daar waar het proces van huwelijksmigratie
niet stoelt op het principe van vrije huwelijkskeuze maar op voornamelijk op
financieel of cultureel egoïsme, is er geen enkel reden om die vorm van
egoïsme anders te behandelen dan andere vormen van maatschappelijk egoïsme
zoals belastingontduiking, namelijk wettelijke tegenmaatregelen. |
Dit is een uitstekend voorbeeld van het
fout toepassen van principes die op zich juist zijn. Dit proces heeft als
meest voorkomende oorzaak dat er niet vanuit het principe, maar vanuit de
uitkomst wordt gekeken: eerst wordt de uitkomst bepaald, en daar wordt een
principe bij gezocht. In dit geval is de gewenste uitkomst een positief
oordeel over allochtonen. Dit
stuk past in het patroon dat gesignaleerd is in de voorgaande analyse. |
|
Naar Fout in de krant home
, of naar site home
.
|