Bronnen bij Journalistieke regels

Artikel van Meindert Fennema en Marcel Maussen van de afdeling politicologie van de UvA (de Volkskrant, 26-11-2004), met als kop Regels democratisch debat vragen om herijking

In Nederland bestond tot voor vijf jaar weinig vrijheid van meningsuiting voor diegenen die zich verzetten tegen immigratie. Het 'haatzaai artikel' (137d van het Wetboek van Strafrecht) werd zelfs in stelling gebracht tegen mensen die zich tegen de multiculturele samenleving keerden. Het succes van Fortuyn en de moord op deze populaire politicus bracht het OM ertoe om dat artikel niet meer toe te passen. De moord op Van Gogh heeft velen tot bezinning gebracht. …
    De huidige discussie wordt vooral gevoerd rond het begrip 'belediging'. Dat is problematisch, omdat het Wetboek van Strafrecht zich juist concentreert op de verbanden tussen woord en daad. …
    Het gaat dus om toegangsregels van het debat die de overheid zou moeten handhaven. …
    Daaruit vloeien drie gouden debatregels voort. Ten eerste mag niemand in het openbaar oproepen maatschappelijke conflicten en meningsverschillen met geweld op te lossen. Ten tweede mag niemand ertoe oproepen burgers uit te sluiten van de politieke gemeenschap, de democratische gemeenschap kan geen leden uitstoten. Ten derde mag niemand in het publiek debat anderen hun menselijke waardigheid ontzeggen.
    Op grond van het eerste principe is het volkomen terecht dat minister Donner het OM heeft gevraagd te onderzoeken of Van der Ven vervolgd kan worden. Zijn geuite hoop dat Geert Wilders binnen twee jaar dood gaat, gekoppeld aan de opmerking 'maar ik hoop niet dat het een moslim is die hem vermoord' lijkt een oproep tot moord. Maar de uitspraak van Van Gogh, 'Als er iemand kanker verdient is 't Paul Rosenmöller', kan niet als zodanig worden beschouwd. Niet alle onfatsoenlijke uitingen zijn strafbaar. …
    Volgens ons derde principe zou een uitspraak dat 'homoseksuelen varkens zijn' ook tot een vervolging moeten leiden. Het ontzegt homo's hun menselijke waardigheid en suggereert daarmee dat de universele mensenrechten niet op hen van toepassing zijn.
    Het strafrecht is wel het uiterste maar zeker niet het enige middel om de kwaliteit van het publieke debat te bewaken. Daar kunnen ook individuele burgers, politici, redacties van kranten en tv-programma's, individuele journalisten aan bijdragen.


Naar Journalistieke regels , Media home , of site home .