Journalistieke regels
Informatie is de basis voor ieder besluit. In deze tijd is de voornaamste bron
van informatie de media, in het bijzonder de televisie. Op de televisie gebeurt
veel, maar de informatievoorziening is het domein van journalisten, net als bij
de radio en in de krant. Journalisten vervullen dus een essentiële taak in de
maatschappij.
Voor het nemen van een goed besluit is goede informatie noodzakelijk. Zonder
goede informatie is het proces van besluitvorming onderhevig aan alle vormen van
willekeur. Het is voor een goed functioneren van de maatschappij dus ook
belangrijk dat de informatie verstrekt door de media goed is. Onder het begrip
goed vallen een aantal kenmerken: correct, volledig en objectief zijn de
voornaamste.
Journalisten zijn zich terdege bewust van dit aspect van hun werk, want ze doen
er veelvuldig beroep op. Als de politie bijvoorbeeld beeldmateriaal of andere
informatie van journalisten wil, weigeren journalisten meestal om die informatie
te verstrekken omdat dat dit hun toekomstige werk zou compromitteren: wie zou
zich laten filmen door een journalist als die film later als bewijs tegen hem
gebruikt kan worden. Als de politie blijft aandringen, beroepen journalisten
zich expliciet op hun boven omschreven maatschappelijke taak.
Zoals al geconstateerd gaat het bij de informatie natuurlijk om goede, dat wil
zeggen correcte, volledige en objectieve, informatie. Als een journalist beroep
wil doen op zijn maatschappelijke functie, dan is dat beroep alleen geldig als
die informatie ook van belang is voor de maatschappij, dat wil zeggen, correct,
volledig en objectief is.
Daar waar journalisten een beroep doen op hun maatschappelijke functie, kan de
maatschappij dus een beroep doen op de journalisten dat zij hun werk op
maatschappelijke wijze doen, dat wil zeggen: correct, volledig, en objectief.
Gezien het belang van de functie van de journalistiek, is het niet meer dan
vanzelfsprekend dat deze regels ook vastgelegd worden
.
Een tweede zaak die geregeld moet worden is die situatie waarin journalisten
foute informatie verstrekken. Fout betekent incorrect, onvolledig of subjectief.
De term incorrect hoeft geen nadere uitleg. De eis van volledigheid lijkt
moeilijker, omdat er in de meeste situatie maar een beperkte ruimte en/of tijd
ter beschikking is. Het wordt makkelijker als men als uitgangspunt neemt dat
journalistieke informatie in eerste instantie alleen feitelijke informatie moet
zijn. Een voorbeeld: een bericht dat een Palestijnse terreuraanslag die drie
doden heeft veroorzaakt in Jeruzalem bevat de feitelijke informatie dat er in
Jeruzalem een explosie heeft plaatsgevonden en het aantal slachtoffers. Alle
andere inhoud van het bericht is interpretatie: de afkomst van de dader staat in
de meeste gevallen niet direct vast, en haar relevantie is interpretatie; het
woord aanslag is een interpretatie van een explosie, en terreur is een verdere
interpretatie van aanslag. In dit geval zijn er dus drie stuks interpretatie
naast twee feiten.
De discussie over de volledigheid van een bericht gaat over de feitelijke
informatie. De volledigheid daarvan is meestal niet zo moeilijk. Journalisten
hebben een vuistregel aangaande berichtgeving, genaamd de vijf w's: wie wat,
waar, wanneer, en waarom. De feitelijke informatie is vervat in de eerste vier,
het waarom is voornamelijk interpretatie. De eis van volledigheid is dus die aan
wie, wat, waar en wanneer. Dat hoort eigenlijk nooit een probleem te zijn.
Het probleem zit dus bijna altijd in waarom, de interpretatie die de informatie
vergezeld - de meningen naast de feiten
. Die
interpretatie zou eigenlijk er niet moeten zijn, laat staan de meningen, maar is
een gewoonte geworden. Die interpretatie moet voldoen aan objectiviteit, dat wil
zeggen dat het alle partijen of kanten die bij het bericht betrokken zijn in
gelijke mate behandelt. Voor het eerder gebruikte voorbeeld: daarin zijn alle
drie stuks interpretatie een interpretatie die een en dezelfde partij in het
conflict zou geven: de joodse kant. Dit bericht is dus subjectief. Wat ontbreekt
is de evenwichtigheid in de interpretatie van het wie: de Palestijn verdreven
uit Jeruzalem, of een kind van een Palestijn die door de joden uit Jeruzalem is
verdreven, de interpretatie van het "waar": de aanslag vond plaats in een stad
die door de joden is bezet, en de interpretatie van het "wat": de doden zijn
degenen die de bezetting hebben uitgevoerd of hun kinderen.
Talrijk zijn de voorbeelden van die fouten, hier in Nederland het meest recent
in de berichtgeving rond Pim Fortuyn
; voor
meer voorbeelden, zie
Media kongsi
,
Politieke correctheid
, en
Productiviteitsdiscussie voorbeeld
. Nu is
het maken van fouten menselijk, maar ten eerste is de aard van de fouten
maatschappelijk gezien te belangrijk (het tast in feite de vrijheid van
meningsuiting aan
), zijn
het er te veel, en ontbreekt bij journalisten en media aan zelfreinigend
vermogen: journalisten zijn niet beter dan de gemiddelde mens, en dus even
weinig geneigd om gemaakte fouten toe te geven. Dit zijn voldoende aanwijzingen
voor de noodzaak van een goed functionerend toezichthoudend orgaan aan. Men zou
kunnen denken aan regelgeving via de wet, maar dat is altijd een omslachtig en
tegenwoordig ook duur middel, hetgeen de toegankelijkheid beperkt.
Naast het vastleggen van regels voor de journalistiek, moet er dus ook een
manier komen om betwiste berichtgeving aan die regels te testen. Het enige
instituut dat nu in de buurt van zo iets komt is de Raad voor de Journalistiek.
Dit orgaan voldoet niet aan de hier gevraagde taak, omdat het uitsluitend
samengesteld is uit mensen die direct uit de journalistiek komen, of daar
emotioneel nauw bij betrokken zijn, en ten tweede omdat het alleen klachten van
direct persoonlijk betrokkenen behandelt
.
Soortgelijke organen in andere beroepsgroepen hebben al uitvoerig bewezen dat ze
niet goed functioneren, bijvoorbeeld die in de medische, juridische, en
financiële sectoren. Degene die beter functioneren zijn altijd organen waarin de
andere partij: de "klanten" op gelijke wijze vertegenwoordigd zijn als de
beroepsgroep zelf.
Objectiviteit is natuurlijk een van de zaken die in de regels moeten worden
vastgelegd. Maar gezien het belang van de informatieverstrekking moet die
objectiviteit, net als het recht, er niet alleen zijn, ze moet ook zichtbaar
zijn. Niet alleen de schijn van het onrecht, maar ook de schijn van de
subjectiviteit moet worden vermeden. Een overduidelijke schending van deze regel
is het feit dat de meeste berichtgeving over het Palestijns-Israëlische
conflict wordt gedaan door journalisten van joodse afkomst. Als media daarover
aangesproken worden, reageren ze met verontwaardiging, en beroepen zich op de
professionaliteit van de betrokken journalisten. Na het naar buiten komen van
schnabbel activiteiten van journalisten van het NOS journaal (augustus
2004), en later anderen, stelde hoofdredacteur Pieter Broertjes van de
Volkskrant, dat het er niet alleen om ging om belangenverstrengeling te
vermijden, maar om ook om de schijn van belangenverstrengeling te
vermijden. Dat is dus precies de reden dat een joodse journalist ongeschikt is
als correspondent in zake het Israëlisch-Palestijnse
conflict. Maar de Volkskrant is niet aanspreekbaar op deze overschrijding
van de regels van goede journalistiek. Een abonnee die dit probeerde bij de
ombudsman van de Volkskrant kreeg nul op het rekest, onder het motto dat
de journalist professioneel genoeg was om zijn afkomst te scheiden van zijn
beroep. Dat is dus precies wat hoofdredacteur Broertjes bestreed toen het ging
over journalisten bij een ander medium: de schijn was reeds voldoende.
Het feit is dat de situatie van een joodse correspondent in een joods-Palestijns
conflict een overtreding is van een ook intuïtief overduidelijke regel. Het
voorbeeld maakt duidelijk dat de journalistiek zelf niet in staat is om een
dergelijke regel te handhaven, om wat voor reden dan ook. Een onafhankelijk
orgaan waarop mensen of belangengroepen een beroep kunnen doen in geval van dit
soort overtredingen van de regels van de journalistiek is dus noodzakelijk. Om
de uitvoering van de regels te garanderen, is het vanzelfsprekend dat zo'n
orgaan bij overtredingen de mogelijkheid van sancties heeft, die in extrema de
mogelijkheid van verschijningverbod of uitzetting uit de beroepsgroep zou moeten
inhouden. Voor een aantal voorbeelden van regels, zie hier
.
Addendum juli 2005
Bovenstaande artikel dateert van juli 2003. In juli 2005 is het
correspondentschap van de Volkskrant in Jeruzalem overgenomen door Alex
Burghoorn. Ferry Biedermann is nu correspondent in Beiroet, de hoofdstad van
Libanon geworden, dat wil zeggen in dezelfde regio als Israël, dus waar Israël
grote belangen heeft. In Libanon woedt op het moment een machtsstrijd tussen
pro- en anti-Syrisch gezinden, en Syrië is een directe vijand van Israël omdat
Israël Syrisch grondbezit bezet houdt. Principieel is de situatie dus niet
verbeterd.
Addendum jan. 2006
De noodzaak van het opstellen van journalistieke regels blijkt uit het
voortdurende oplaaien van de discussie, vrijwel altijd naar aanleiding van
nieuwe incidenten; voor een nieuwe discussie, zie hier
.
Naar Media belangen
,
Politiek & Media overzicht
, Media lijst
, of site
home
.
|