De kosten van de vergrijzing
Het meest recente front (in mei 2005) in de strijd tussen Anglicisme en
Rijnlandmodel is de discussie over de pensioenkosten van
de komende generatie(s) ten gevolge van de vergrijzing, dat wil zeggen, de piek
in het aantal ouderen ten gevolge van de geboortegolf na de oorlog. Er wordt
zonder meer gesteld dat die kosten zodanig hoog zullen zijn dat we nu op
allerlei sociale voorzieningen moeten bezuinigen. En voor veel mensen klinkt dit
uitermate plausibel in de oren. Niettemin is het vorm van Anglicistische
propaganda, zoals al een korte analyse leert. Want: stel dat die
vergrijzingskosten inderdaad hoog zijn. Dan is er een simpele en voor de hand
liggende oplossing: sparen. En als wij allen tezamen moeten sparen, leggen
we allen tezamen wat geld opzij. En dat doen gezamenlijk, omdat ook de
pensioenuitkering een gezamenlijk iets is. Gezamenlijk wat geld opzij leggen
laten we doen door de overheid, en wij moeten de overheid dat geld geven. Geld
geven aan de overheid heet belasting. De natuurlijke huishoudboekje-methode om
toekomstige pensioenkosten te betalen is dus simpel: meer belasting en die
extra belastingopbrengst in een pensioenpot. Daarvoor hoeft dus niets bezuinigd te worden door
de rest van overheid.
Ten eerste is de term 'vergrijzing' is in zoverre onjuist dat men zou moeten
spreken van de 'tijdelijke vergrijzing' of 'vergrijzingsgolf' - na de dood
van de mensen uit de geboortegolf keert alles weer terug naar normaal. Dit zou het probleem al meteen minder urgent maken - een golf gaat
voorbij, zoals iedereen weet. Het betekent dat de eventuele maatregelen tegen
het verschijnsel ook niet permanent, maar slechts tijdelijk hoeven te zijn.
Stel nu even dat die tijdelijke vergrijzingskosten inderdaad hoog zijn. Dan is er een simpele en voor de hand
liggende oplossing: sparen. En als wij allen tezamen moeten sparen, leggen
we allen tezamen wat geld opzij. En dat doen gezamenlijk, omdat ook de
pensioenuitkering een gezamenlijk iets is. Gezamenlijk wat geld opzij leggen
laten we doen door de overheid, en wij moeten de overheid dat geld geven. Geld
geven aan de overheid heet belasting. De natuurlijke huishoudboekje-methode om
toekomstige pensioenkosten te betalen is dus simpel: meer belasting en die
extra belastingopbrengst in een pensioenpot. Daarvoor hoeft dus niets bezuinigd te worden door
de rest van overheid.
Er zijn twee mogelijke reden dat deze voor de hand liggende aanpak niet in de
discussies voorkomt. Ten eerste is er wel degelijk een grote verschil tussen de natuurlijke spaarmethode en de
bezuinigingsmethode is het volgende: de spaarmethode legt de lasten bij de
hele bevolking, en de bezuinigingsmethode legt de lasten bij de zwakkeren van de
samenleving. Dit verklaart waarom alle deskundigen, van regering tot en met de
sekte van economische adviseurs, niemand op de proppen komt met het idee van
sparen via belastingheffing: daarin moeten zij zelf meebetalen, en bij de
bezuinigingsmethode hoeven ze dat niet.
De tweede mogelijk reden voor het niet-volgen van de spaarmethode is omdat net als bij eerdere bezuinigingen, er wat
betreft de top niet sprake is van een probleem, maar van een ideologie: men wil
de sociale zekerheid terugdringen en de inkomensverschillen vergroten, oftewel:
men wil de maatschappij verangliceren. Dat is ook meteen een reden waarom het
probleem zo groot mogelijk wordt gemaakt: om de bevolking van de noodzaak van
bezuinigingen te doordringen, een vorm van zwarte propaganda dus.
Naar Anglicisme vs Rijnlandmodel, belangen
,
Angl. vs. Rijnl., strijdmethodes
,
Angl. vs. Rijnl. lijst
,
Angl. vs. Rijnl. overzicht
, of
site home
.
|