Uit: De Volkskrant, 03-01-2009, column door Bert Wagendorp

Jaarwisseling

Tussentitel: Hierna werd iedereen stomdronken en begon het vechten

Oudejaarsnacht in de Gazastrook, dat was pas heftig. Zelden zo’n vuurwerk gezien en overal branden. Maar ze hadden daar ook geen Commissie Overlast Jaarwisseling (COJ), dus dan vraag je erom.
    Wij hadden wel zo’n commissie, onder leiding van Thom de Graaf, de burgemeester van Nijmegen.
    Op initiatief van de commissie was heel Nederland uitgeroepen tot ‘één groot risicogebied’ en kondigde de politie aan sneller te zullen overgaan tot arrestaties.
    Hierdoor verkeerde Nederland volgens Thom de Graaf met Oud en Nieuw in ‘een soort staat van beleg’, en werden 800 mensen aangehouden. Het was dan ook een stuk rustiger dan gewoonlijk – op het saaie af, eigenlijk.
    In Den Haag moest je echt zoeken naar een brandende auto en in de Amsterdamse wijk Slotervaart was het ook een stuk minder levendig dan vorig jaar. ...
    In het Friese dorp waar ik vroeger woonde werd met Oud en Nieuw brand gesticht, de telefooncel gesloopt en de politie bekogeld. ...
    Thom de Graaf vond het ‘fascinerend’ dat in het zuiden de ME niet eens standby was, en dat alles daar wel ‘normaal’ was verlopen, wat vanuit Thoms standpunt gezien dus betekent dat er niets gebeurde.   ...

Red.:   De boodschap, gegoten in de vorm van het zwartste cynisme: rotzooi moet kunnen. En om te bewijzen dat het geen toeval is:

Uit: De Volkskrant, 03-01-2009, hoofdredactioneel commentaar

Aanpak oudejaarsgeweld kan ook doorschieten

De jaarwisseling is relatief rustig verlopen, zo heette het op Nieuwjaarsdag. Toch is ‘rustig’ niet het eerste woord dat opkomt als de voorlopige balans wordt opgemaakt: 1370 brandstichtingen, 97 gevallen van geweld tegen hulpverleners, ongeveer 800 arrestaties. In totaal werden 2753 incidenten geregistreerd, de 7641 vuurwerkincidenten niet meegerekend.
    Bovendien werd een hoge prijs betaald voor die relatieve rust. De politie was paraat op een nog niet eerder vertoond niveau. In de grote steden draaiden Openbaar Ministerie en rechtbanken overuren om verdachten via ‘supersnelrecht’ meteen te kunnen berechten. Als treurig dieptepunt vierde menige leerkracht Oud en Nieuw op school, om te voorkomen dat hij op 1 januari slechts smeulende resten zou aantreffen. Burgemeester De Graaf van Nijmegen vergeleek de situatie met een staat van beleg.
    Toch lijkt de jaarwisseling niet ongunstig af te steken tegen voorgaande jaren. In de grote steden deden zich relatief weinig problemen voor. Evenmin vonden er werkelijk grootscheepse rellen plaats, zoals die in de Groningse Oosterparkbuurt in 1998. In het algemeen leken politie en bestuurders behoorlijk voorbereid op hun taak.
    In de loop der jaren is een dubieuze ‘traditie’ ontstaan, waarin Oud en Nieuw wordt gezien als ‘de nacht waarin alles mag’. Onderzoekers van de Nederlandse Politie Academie konden echter niet vaststellen of het geweld en vandalisme de laatste jaren erger is geworden. Ook in het verleden vonden ernstige incidenten plaats. ...
    Vaststaat dat de maatschappelijke tolerantie tegenover geweld, vandalisme en ordeverstoring aanzienlijk is afgenomen. Ongeregeldheden worden veel minder dan voorheen beschouwd als iets wat ‘nu eenmaal’ bij Oud en Nieuw hoort. Het offensief tegen de oudejaarsrellen maakt deel uit van een bredere beweging, waarin strenger wordt opgetreden tegen vermeende misdragingen.
    Op zichzelf is dat winst. Brandstichting en vandalisme mogen niet normaal worden gevonden. Tegelijkertijd moet worden beseft dat een traditie die in decennia is gegroeid zich niet met een jaartje hard aanpakken laat terugdraaien. Hoe triest ook, vermoedelijk zal nog jaren een verhoogde politie-inzet noodzakelijk zijn alvorens zich, hopelijk, een mentaliteitsverandering voltrekt.
    Daarnaast moeten bestuurders niet doorslaan in hun ijver de orde te handhaven. Het supersnelrecht dreigt ten koste te gaan van een zorgvuldige rechtspraak, terwijl de beoogde preventieve werking nooit is aangetoond. ...

Red.:   In dit stuk staat wat meer nuance - er wordt geconstateerd dat de zaak uit de hand gelopen was. Maar in in beide stukken wordt, waarschijnlijk onbewust, de doorslaggevende factor richting harder ingrijpen niet vermeld: het feit dat een jaar geleden 22 scholen afgebrand zijn. Een verbrande school is niet alleen maar materiële schade. Het betekent dat honderden kinderen een aantal maanden ernstig gestoord worden in hun mogelijkheden om onderwijs te krijgen. Oftewel: duizenden jongeren worden geremd in hun maatschappelijke ontwikkeling. Meer dan voldoende reden voor de strengst mogelijke aanpak, en de prijs die daarvoor betaald wordt, als dat gewoon een kwestie van menseninzet is, is per definitie niet hoog.
    Beide stukken geven dus volstrekt verkeerde prioriteiten aan de mogelijkheid van rotzooitrappen en de maatregelen om dat tegen te gaan. Het zijn de naweeën van de aloude linkse houding tegenover maatschappijverstorend gedrag - de permissiviteit voor het trappen van maatschappelijke wanorde.

Naar Rijnlandmodel, normen en waarden , Rijnlandmodel algemeen , Rijnlands beleid, lijst , Rijnlandmodel, overzicht , of site home .