Bronnen bij Klimaat & milieu: sceptici

31 dec.2005

Het archetypische voorbeeld van de klimaatcriticus van de rechtse kant is Bjørn Lomborg - zijn cv (het einde van de volgende bron) laat zien dat hij begonnen is als politicoloog, en later in de wereld van de economen is verzeild. Hij is qua onderbouwing van zijn standpunten niet representatief voor het rechtse denken - dat heeft als belangrijkste argument: als we maar door gaan met groeien zoals nu, slaan we ons er wel doorheen. Onder een interview waaruit zijn strandpunten naar voren komen:


Uit: De Volkskrant, 31-12-2005, interview door Yvonne Zonderop, chef het Betoog

'Alleen de oplossing telt echt'

Tussentitel:  To people that lose their kids it is trivial that it is going to be warmer in a
                   hundred years.


In een drukke winkelstraat in Kopenhagen, midden tussen de modezaken, woont milieuwetenschapper Bjørn Lomborg, een beroemdheid in Denemarken en ver daar buiten. Hij ontvangt zijn bezoek met een gieter in de hand. Lomborg is die dag teruggekeerd uit de Verenigde Staten en hij heeft zojuist vastgesteld dat een enkele plant zijn afwezigheid dat verblijf niet heeft overleefd. Het is de prijs voor zijn internationale lobbywerk.
    Sinds Time Magazine Bjørn Lomborg uitriep tot een van de honderd meest invloedrijke personen mensen van 2004 treft hij overal een luisterend oor, ook in de VS. Met gepaste trots vertelt hij: ‘President Bush heeft het nooit openlijk verklaard, maar mensen uit zijn omgeving vertelden dat het besluit om 1.4 miljard uit te trekken voor de bestrijding van malaria mede is ontleend aan de Copenhagen Consensus’.
    De Copenhagen Consensus, het project dat met kosten-baten-analyses de wereldproblemen te lijf wil, neemt Lomborg tegenwoordig volledig in beslag. Hij is in gesprek met de milieuagentschappen van de VS en van de EU om zijn methode toe te passen op milieuvraagstukken. ‘Wat vinden we belangrijker: schoon water of schone lucht? Wat verdient prioriteit, daarover moet debat plaatsvinden’, zegt hij.
    In zijn boek The Skeptical Environmentalist beweerde Lomborg dat het helemaal niet zo slecht gaat met het milieu als actievoerders beweren. Critici beschouwen de 39-jarige Deen sindsdien als een naïeve wetenschapper die het grootkapitaal een alibi heeft verschaft voor uitstel van beleid tegen het broeikaseffect.   ...

Hoe bent u tot de Copenhagen Consensus gekomen?

‘Het komt voort uit mijn denkbeelden over milieubeleid. Om het broeikaseffect te bestrijden geven we nu veel geld uit aan maatregelen waar de Derde Wereld pas over honderd jaar van profiteert. Ik vind: je kunt die mensen beter helpen met hun huidige problemen, bijvoorbeeld door ze schoon drinkwater te geven. Dat is bovendien goedkoper.  ...

U heeft een strikt economische benadering gekozen.
‘Kijk, we hebben een boel problemen. Zo praten we over de wereldvraagstukken. Alsof het problemen zijn. Maar ik vind dat een verkeerde manier om naar de wereld te kijken, ten minste als je er iets aan wilt doen. Want het gaat er niet om maakt niet uit wat de problemen zijn, maar wat de oplossingen zijn. Het grootste probleem van deze wereld is uiteindelijk dat we allemaal dood gaan, maar zolang we niet over technologie beschikken om dit te voorkomen, is het geen relevante discussie.   ...

Een criticus van uw aanpak schreef: kosten-baten-analyses zijn een goed instrument om oplossingen met elkaar te vergelijken maar niet om het beste doel te kiezen.
‘Dat is zeker waar. Sommige mensen hebben als doel de mangrovebossen te redden, terwijl anderen willen voorkomen dat inwoners van Afrika doodgaan. Dat zijn geen gelijkluidende doelen. Maar ik ben er steeds vanuit gegaan dat het overkoepelende doel van de meeste mensen is dat ze goed willen doen voor de wereld. Dus dat mensen in Afrika overleven. Natuurlijk willen we ook best mangrove terug in Afrika. Maar de meesten van ons vinden mensen toch net iets belangrijker. Of, met andere woorden, je moet wel heel veel mangrove terug krijgen om het verlies aan mensen goed te maken.   ...


Tussenstuk:
Björn Lomborg

1965 geboren in Kopenhagen
1994 studeert af in politieke wetenschappen, wordt medewerker en later hoogleraar aan de
         universiteit van Aarhus
1998 schrijft vier kritische artikelen over de stand van het milieu
2001 publiciceert The Skeptical Environmentalist waarin hij de milieubeweging beschuldigt
         van overdrijving.
2002 benoemd tot directeur van het Danish Environmental Assesment Institute
2004 organiseert de Copenhagen Consensus, wordt uitgeroepen tot Young Global Leader
         door het World Economic Forum in Davos
2005 geeft les aan Copenhagen Business School


Red.:   Dit stuk is van 2005, en deze analyse van 2008. In de tussenliggende drie jaar zijn er alleen maar berichten geweest dat het slechter gaat met het milieu. Althans in de zin van het milieu zoals dat bestaat uiten de directe menselijke woongebieden - daar voltrekt zich de ene ramp naar de andere. En allemaal vanwege één enkele oorzaak: er zijn te veel mensen, die te veel beslag leggen op die natuur.
    Boven zien we wat Lomborg daarover denkt: mensen gaan voor alles - eigenlijk het linkse argument. En daarmee kunnen we onmiddellijk concluderen dat Lomborg nog nooit een sciencefictionboek heeft gelezen, want anders zou hij de uitkomst van deze houding kennen: een hopeloos overbevolkte aarde.
    In afwachting van een andere plek, hier nog wat van die beschavingsridders:


Uit: Dagblad De Pers, 30-10-2008, door Marcel Hulspas

En geen Rien Poortvliet!

Rien Poortvliet, wie was dat ook alweer? Gelukkig bezit ik de leeftijd om dat te weten: een vriend van Prins Bernhard, liep ooit tijdens Prinsjesdag naast de Gouden Koets, schilderde zwijntjes en hertjes (met vochtige oogjes) en o ja, hij schreef De oproep der kabouters, een boek waarin deze ooit zo mysterieuze, licht kwaadaardige bosbewonertjes harteloos gereduceerd werden tot suffe, kleinburgerlijke pantoffeldragertjes. Kortom, Rien en zijn werk mogen snel vergeten worden.
    Maar de Vereniging Natuurmonumenten werkt niet mee. Een jaar geleden stak Natuurmonumenten de dijken door van het eiland Tiengemeten. Sindsdien weten steeds meer vogels en vogelaars de ondergelopen graslanden te vinden, maar Natuurmonumenten wil nog meer bezoekers trekken – en wil een Rien Poortvliet Museum openen.
    Natuurmonumenten is het spoor bijster, dat is duidelijk. In een interview vorige week in de Volkskrant beschreef voorzitter Jan Jaap de Graeff zijn lot: ‘Als je vraagt wat is natuur, krijg je tien verschillende antwoorden en dan krijg je ruzie. ...'. ‘Ons mooie Nederlandse landschap’, zo vertelt Jan Jaap, ‘is in hoog tempo aan het verdwijnen. Nog maar 10 procent van Nederland is puur natuur. (…) ...
    Het spoor bijster, ik zei het al. De club is verstrikt geraakt in zijn eigen mythe. Nederland kent geen 10 procent puur natuur; Nederland kent totaal géén natuur. Dat landschap van ons is door en door cultuurlandschap. Het is gemaakt door de mens en het kan slechts blijven bestaan bij de gratie van intensief menselijk ingrijpen. Effectieve bescherming is dus een taak van de overheid en niet van ‘gemotiveerde natuurbeschermers’ (die elkaar de tent uit vechten). Overigens buitengewoon smakeloos, die laatste zin. Maar begrijpelijk. Natuurmonumenten vergrijst. De club heeft een overschot aan bejaarde leden die gewapend met linnen tasjes en nordicwalkingstokken de vergaderingen vullen. Leden die denken dat ons land ‘puur natuur’ beziten die Rien Poortvliet willen zien.
    Beste Jan Jaap, wil je weten waar ik naar verlang? Klimwanden, stormbanen, survivalcircuits, festivalterreinen – alles wat oudjes afschrikt en een nieuwe generatie kan interesseren voor de natuur. En alsjeblieft géén Rien Poortvliet.


Red.:   Zo, dat weten we ook weer. Marcel Hulspas was ook al bekend al redelijk politiek correct en multiculturalistisch: allochtonen zijn echte stadsmensen - die houden niet van natuur - Marcel Hulpas ook niet.
   Hoewel, een tijdje later stond zijn pet weer de andere kant op. Maar daar zat ook weer een andere gebeurtenis tussen:


Uit: Dagblad De Pers, 11-11-2008, door Marcel Hulspas

Kan de vrije markt de natuur redden?

Tussentitel: Alan Greenspan kwam al tot inkeer: ingrijpen is soms noodzakelijk

Weten we de aarde straks koel te houden of gaan we aan onze economische groei ten onder? Economische groei of het tropisch regenwoud? Het lijkt alsof de mensheid voortdurend moet kiezen tussen natuur en economie. Maar in wezen willen ecologen en economen hetzelfde: een optimaal gebruik van schaarse stoffen.
    Economie versus ecologie is een groot misverstand, schrijft econoom en publicist Ed Lof in zijn boek Groei en bloei. Economen en ecologen ‘zouden beter gebruik kunnen maken van elkaars inzichten. ...
    Het grootste te ruimen vooroordeel betreft het verschijnsel vrije markt. Lof is een traditionele econoom, met een rotsvast vertrouwen in de invisible hand. Deze door Adam Smith bedachte onzichtbare kracht zou er voor zorgen dat als welbegrepen eigenbelang op de vrije markt zijn gang kan gaan, er vanzelf de meest stabiele, efficiënte, welvarende economie ontstaat.
    Daarom moeten we zaken als het terugdringen van de uitstoot van CO2 en de ontwikkeling van alternatieve energiebronnen zoveel mogelijk overlaten aan de markt. Kyoto-achtige protocollen en dwingende voorschriften van bovenaf verstoren de markt en zijn uiteindelijk vertragend en verstorend. En laten we in alle heisa rond het broeikaseffect niet vergeten dat er nog andere milieuproblemen zijn. Lof (een bewonderaar en vertaler van de beroemde Deense dwarsdenker Bjørn Lomborg) schuift met name de erosie van vruchtbare bodems als een veel groter probleem naar voren. De Westerse obsessie voor klimaatverandering leidt tot arrogantie jegens landen die andere prioriteiten stellen. Dat is stuitend én schadelijk, schrijft Lof, ‘omdat ze terecht wrevel oproepen en daarmee het groeiende milieubewustzijn frustreren.’
    Laat de economie maar gaan. Laat het maar over aan de markt, dat is wat natuurbeschermers moeten inzien. Zou het echt zo werken? Lofs lofrede op de vrije markt verschijnt helaas op een ongelukkig moment. De ooit onaantastbare FED-voorzitter Alan Greenspan moest onlangs voor een Senaatscommissie diep door het stof. Ook hij had altijd volledig op de vrije markt vertrouwd. Maar de kredietcrisis heeft hem tot inkeer gebracht: Smiths onzichtbare hand is geen wetenschap maar geloof, zo gaf hij toe. Lofs pleidooi was en is populair onder economen, maar lijkt inmiddels afkomstig uit lang vergane, zorgeloze tijden. Het woord is weer aan de planners. En economen kunnen nu iets leren van ecologen: er bestaat niet zoiets als een spontaan natuurlijk evenwicht.


Red.:   Nou, dat laatste commentaar hoeven we alleen maar wat uit te vergroten.
    Het is ongetwijfeld geen toeval dat er een vrij verkeer is tussen de laat-maar-waaien aanhangers aangaande milieu, klimaat, en natuur, en die aangaande de economie uitleg of detail . In beide gevallen gaat het om mensen die alleen maar aan de eigen rijkdom en consumptie denken.
    Nog een weerlegging van een paar argumenten:


Uit: De Volkskrant, 17-01-2009, door Martijn van Calmthout

Je steekt Bill Gates' huis niet in de fik, al is hij rijker

Latere generaties kunnen klimaatbeleid beter betalen dan wij, zeggen sceptici vaak. Onrechtmatig, oordeelt de ethicus.

Tussentitel: Het maakt niet uit of je steelt van een vriend of van een vreemde

Met zijn boek The Skeptical Environmentalist gooide de Deense politicoloog Bjørn Lomborg in 2001 een stevige steen in de vijver van het milieudebat. Veel logisch klinkende milieumaatregelen, rekende de Deen voor, werken averechts. Goed bedoeld, maar zinloos. Of nog erger.
    Wie de mensheid wil redden, kon volgens Lomborg met name het klimaat beter even laten rusten en zich eerst op meer acute kwesties richten. Aids. Malaria. Doe dat eerst. Bouw desnoods al wat dijken. Maar ga niet meteen voluit de kooldioxide-uitstoot te lijf.
    Het klimaat kan wachten. Op betere zonnecellen, bijvoorbeeld. Bovendien zijn we later rijker, en dan maakt klimaatschade ook minder uit.
    Ga daar inderdaad maar eens tegenin, zegt de afgelopen donderdag gepromoveerde milieu-ethicus Marc Davidson van de Universiteit van Amsterdam.
    ‘Het zijn argumenten die op het eerste gezicht heel objectief en waardenvrij klinken. Uitkomsten van koele sommen. Tot je er goed naar kijkt. Dan blijken achter de sommen die Lomborg maakt, keuzes te zitten die bijvoorbeeld in het recht volkomen onaanvaardbaar zijn.’
    Davidson, ooit eerder al eens gepromoveerd als natuurkundige (‘Tot ik inzag dat de bottleneck niet bij techniek zit’) en in het gewone leven werkzaam bij milieu-adviesbureau CE Delft, geeft in zijn proefschrift een ethische analyse van de argumenten van klimaatsceptici, vooral van economen.
    Die argumenten, zegt hij, zijn lang voorgesteld alsof er geen algemene maatschappelijke normen zijn bij de keuzes die worden gemaakt. ‘Mag je problemen afwentelen op mensen die ver van je bed zijn, letterlijk of in de toekomst? Er is vaak over gepraat alsof je er wel een mening over kunt hebben, maar dat het in principe anything goes is.’
    En dat nu, beargumenteert Davidson in zijn proefschrift waarvan binnenkort ook een handelseditie zal verschijnen, is niet waar.
    ‘We hebben al allerlei rechtsregels hoe wij met risico's voor anderen behoren om te gaan. Als de overheid rechtvaardig met toekomstige generaties wil omgaan, kan ze die regels niet zomaar negeren.
    Davidson: ‘Juridisch is er bijvoorbeeld een groot verschil tussen bevoordelen en schaden. Als je 100 euro hebt, en je kunt die aan een vriend geven of aan een onbekende, dan geef je waarschijnlijk je vriend dat geld. Het hemd is dan nader dan de rok. Dat is normaal.
    ‘Maar niet als je 100 euro steelt. Het maakt bij de rechter niet uit dat je liever steelt van een vreemde dan van een vriend.
    ‘En in die termen moet je ook klimaatverandering zien. Het lijkt misschien verdedigbaar om toekomstige generaties op te zadelen met de risico's en problemen. Maar in feite strookt dat totaal niet met wat we elders in de samenleving acceptabel vinden.’
    Het is, vergelijkt hij, alsof de artsen die in de jaren negentig in Parijs patiënten met hiv besmetten, dat verdedigden met de redenering dat aids zich pas na twintig jaar openbaart en er tegen die tijd vast een remedie is gevonden voor de ziekte. ‘Bij het opleggen van risico's aan anderen mag je niet anticiperen op een oplossing. Dat vinden we onacceptabel. Waarom dan wel in klimaatdiscussies?’
    Ook het argument dat latere generaties rijker zullen zijn, en daarom klimaatschade voor hen minder zal zijn, is onhoudbaar, vindt Davidson. ‘Afgezien van de vraag of zij echt rijker zullen zijn, kun je ethisch niet volhouden dat je rijkere mensen meer mag schaden. Je steekt het huis van Bill Gates niet in de fik, al is hij nog zo rijk.’   ...


Red.:   Een bekend argument herhaald:


Uit: De Volkskrant, 11-09-2010, door Peter Giesen

Het doemdenken bedreigt juist de vooruitgang

De Britse schrijver en wetenschapper Matt Ridley moet niets hebben van het bijna automatische pessimisme van deze tijd. Voor elk probleem is een uitweg. ‘Door angst kruipen mensen juist in hun schulp.’

Tussentitel: De lijst van nooit gebeurde rampen is bijna eindeloos: zure regen, pandemieën, de milleniumbug

In 2005 was de gemiddelde aardbewoner drie keer zo rijk als in 1955 – gecorrigeerd voor inflatie. Hij leefde langer, had meer te eten en liep minder kans op een ernstige ziekte. De rijken werden rijker, maar de armen deden het nog beter. De gemiddelde Chinees werd tien keer zo rijk. Afrika bleef achter, maar toch zag ook de Nigeriaan zijn inkomen verdubbelen. Ook in niet-materieel opzicht werd vooruitgang geboekt. Lucht en water werden schoner, voor de meeste mensen nam de keuzevrijheid toe.
    Natuurlijk, zegt Matt Ridley, het zijn maar statistieken. Er is nog altijd veel armoede en ellende in de wereld. Er zijn plaatsen waar je beter niet kunt wonen: Afghanistan, Zimbabwe, Congo. Maar het algemene beeld is positief. Waarom zijn zoveel mensen dan zo pessimistisch? In een boekwinkeltje op een vliegveld kwam Ridley alleen pessimistische boeken tegen, van Naomi Klein tot Al Gore. De wereld is afschuwelijk, was de boodschap, en het wordt alleen maar erger.
    Daarom schreef hij De Rationele Optimist, waarin hij blijmoedig betoogt dat het juist steeds beter gaat. Doemdenkers maken twee fouten, vindt hij. Ze onderschatten de inventiviteit van de mens, en ze trekken actuele trends klakkeloos door naar het heden. ‘Onheilsprofeten zeggen vaak: op deze manier kunnen we niet verder gaan. Daar hebben ze gelijk in. Maar het punt is: op deze manier gaan we ook niet verder. Rond 1900 had Londen veel last van paardenmest, door het steeds intensievere verkeer van rijtuigen en karren. Als Londen zo verder was gegaan, had de paardenmest in 1950 drie meter hoog op straat gelegen. Maar zulke extrapolaties komen nooit uit. Er zijn altijd nieuwe technologieën die ons uit de brand helpen. Technologieën die we niet of nauwelijks kunnen voorzien’, aldus Ridley. Op de Wereldtentoonstelling van Chicago in 1893 werd bezoekers gevraagd wat de belangrijkste technologie van de 20ste eeuw zou worden. Niemand noemde de auto.   ...


Red.:    De  reden voor dit kop in het zand steken staat er ook:

  Matt Ridley is een gentleman. Hij werd opgeleid in Eton en Oxford, hij woont op een landgoed dat al sinds 1700 familiebezit is. Daar ontvangt hij liever geen gasten, omdat hij zijn privacy wil bewaren.

Te veel te verliezen bij de voor het risico-afwenden noodzakelijke veranderingen.
    Een nieuwe scepticus, die het systematisch gaat aanpakken:


Uit: De Volkskrant, 20-11-2010, door Michael Persson

Interview | Publicist Marcel Crok

‘Er is geen klimaatdebat’

Vijf jaar geleden mengde Marcel Crok zich in de broeikasdiscussie. Klimaatsceptici hesen de journalist op het schild. Nu is er een tweede boek. ‘Het IPCC is een oligarchie. Het draait allemaal om macht en eergevoel.’

... is dit de man die vijf jaar geleden een soort idool werd van Nederlandse klimaatsceptici, nadat hij als wetenschapsjournalist een uitgebreid artikel had geschreven over de zogeheten hockeystick, de grafiek die de opwarming van de aarde weergeeft. Deugt van geen kanten, schreef hij, op basis van een eigen rondgang langs onder meer statistici. Ondanks kritiek – hier schreven we dat hij geen wederhoor had gepleegd – won hij een wetenschapsjournalistieke prijs. En werd door de sceptici gretig geciteerd in de opiniestukken waarin ze vraagtekens probeerden te zetten bij de opwarming van de aarde.    ...


Red.:    Ach jee, die hockeystick: een rechte lijn met aan het einde een boogje omhoog. gebouwd op diverse pogingen om de temperatuur van de aarde te meten. Lastig, natuurlijk dat meten van de temperatuur van de aarde als je net een paar honderd jaar aan temperatuurmetingen doet. En als zelfs in het laboratorium het meten van de temperatuur een van de moeilijkste zaken is om nauwkeurig te doen, is het inderdaad moeilijk iets direct hards kan zeggen over die temperatuur.
    Maar dat wil niet zeggen dat je niets kan zeggen. Je kan kijken naar bestaande effecten zoals het smelten van gletsjers, het smelten van het ij op de Noord- en Zuidpool, het migreren van soorten enzovoort. En met die gegevens kan je wel degelijk iets zeggen over de veranderingen van temperatuur - tot op tienden van graden nauwkeurig . En die wi9jst op  een aanzienlijke toename.
   Kortom: dit eerste argument van Crok is primitief en achterhaald.

  Nu, vijf jaar later, komt Crok met een vervolg. Een kloek vervolg. In het boek De staat van het klimaat, zet hij zijn bevindingen uiteen van een rondgang van vijf jaar langs alles en iedereen dat er toe doet in de wereld van het klimaatonderzoek. Om uiteindelijk tot verrassend genuanceerde conclusies te komen ... Er is wel degelijk iets van menselijke opwarming aan de hand, erkent Crok. Alleen: het deel dat aan CO2 toe te schrijven is, valt waarschijnlijk wel mee.

Een bekend verschijnsel van een ideoloog: als één argument is weerlegt, stap je over op het volgende - ook zonder dat te checken, natuurlijk.
   – al heeft hij voor het klimaatpanel IPCC geen goed woord over. ... Ik denk dat ik het assessment heb gemaakt dat het IPCC had moeten maken.’

En degene die het niet met je ideologie eens is, is natuurlijk een vijand en de duivel zelve.
  Nu ik zoveel betrokkenen heb gesproken denk ik dat ik een goed beeld heb van hoe het IPCC werkt. Dat is geen discussieplatform, maar een gatekeeper, een portier met een strikt deurbeleid. De lead authors bepalen wat wel en niet in de rapporten wordt opgenomen. Het reviewproces stelt niets voor: ik heb genoeg voorbeelden gezien van wetenschappers die kritiek hadden, echt valide punten, die door de betreffende leidende auteur zonder argumenten werd afgewezen. Met één woord: rejected.’

Argumenten op dezelfde manier gehanteerd als door de aanhangers van Intelligent Design, die willen puvliceren in wetenschappelijke tijdschriften.
  Na Climategate, het schandaal rond de gelekte e-mails van klimaatwetenschappers, is de werkwijze van het IPCC onderzocht. Kan beter, is het oordeel, maar van opzet is geen sprake.
‘Ik vind dat die commissies niet ver genoeg zijn gegaan met hun onderzoek. Ze hebben veel achterliggende informatie niet gebruikt. Ik zeg niet: het is één grote zwendel. Maar die gelekte e-mails vertellen een ontluisterend verhaal. Over die mails is vaak gezegd: die mag je niet uit hun context halen. Maar de context maakt het nog veel erger. Zo’n uitspraak van Phil Jones, die zegt dat hij alles zal doen om iets uit het IPCC-rapport te houden. Dat sloeg op kritiek op temperatuurmetingen, die beïnvloed zijn door steden. Uiteindelijk is die kritiek er wel in gekomen, maar met een vreemde mededeling dat dat komt door de Arctische Oscillatie. Een volkomen ad hoc argument, dat nergens in de literatuur terug te vinden is.

Ook bekend uit de evolutietheorie-discussie: de evolutietheorie verklaart zus-of-zo niet, dus de evolutietheorie is fout, dus Intelligent Design is goed. Ook kenmerkend: het gebruik van persoonsnamen. De ID'ers  zeggen liefst niet "evolutie theorie", maar "Darwin". De heer Crok wil het graag hevven over meneer Phil Jones: "Meneer Phil Jones heeft iets fouts gedaan, de heer Phil  Jones hangt de CO2- aardopwarming aan, dus de CO2-aardopwarming is fout".
  ‘Ik heb gemerkt dat veel broeikasmensen over veel zaken net zo genuanceerd denken als de sceptici. Ook zij hebben hun twijfels. En over het IPCC zijn ze heel kritisch. Maar gek genoeg slaan die genuanceerde wetenschappers soms een heel andere toon aan zodra het over de toekomst gaat. Dan worden ze ineens gigantisch alarmistisch: dat de opwarming verschrikkelijke rampen met zich meebrengt.

Tsjonge, Crok ziet het verschil tussen de twee zaken niet: tussen het risico en de manier waarop je met het risico moet omgaan. Het is van weinig belang dat de kans dat op grote aardopwarming maar 50 procent is, of 30: als die 50 of 30 procent uitkomt, is dat een dusdanig grote ramp dat je je daarop moet voorbereiden. Dat is het verzekeringsmodel: je verzekert je tegen zaken die niet zo snel voorkomen, maar die als ze voorkomen desastreus zijn. Als de ramp maar groot genoeg is, kan zelfs 10 procent veel te veel zijn.
  Ik denk dat die toon toch een resultaat is van het IPCC-activisme. Dat heeft in feite een monopoliepositie, en kan zeggen wat wel en geen goed klimaatonderzoek is. Dan zeg je als wetenschapper niet snel: misschien valt het mee.’

Zouden ze dat wel moeten zeggen?
‘Ik denk dat er grote overeenstemming is over wat we weten en wat we nog niet weten. Er is maar één hard feit: dat de CO2-toename door de mens komt. Al het andere is speculatie. Nu is het wel zo dat het warmer is geworden, en dat CO2 in theorie leidt tot een opwarming van de aarde. Dat kan dus met elkaar te maken hebben. Ik denk ook dat dat zo is. Maar een verdubbeling van de CO2-concentratie leidt slechts tot een theoretische 1 graad opwarming. Dat is de common ground. Alleen is die boodschap totaal niet alarmerend.

Juist. Grote onkunde. Het globale temperatuurverschil tussen de ijstijden en de meest warme tijden op aarde, is een totaal van zes hele graden. Een enkele graan is eenzendevan dit dramatisch verschil is omstandigheden, waarvoorde term dramatisch trouwens een sterk eufemisme is. We hebben het over een verschil tussen een Europa geheel bedekt met ijs en een droge Noordzee, en een Europa bedekt met moeras en bossen, en een volle Noordzee (vanuit de Noordzee worden trouwens ook dinosaurusbotten opgevist).
  Dus zegt het IPCC dat de aarde de komende eeuw veel meer opwarmt.

Tja, als er zo veel eikels rondlopen ...
  Dat moet komen van allerlei feedback-mechanismen, die het effect versterken. De belangrijkste kandidaten zijn waterdamp en wolken. Maar over die feedbacks is nog weinig bekend.’

Maar over de uitkomst dus wel: dinosaurussen in plaats van mensen (ijna wijze van spreken).
  Maar je zegt dus wel dat mensen de opwarming veroorzaken.
‘Nee, ik zeg dat we verwachten dat de door menselijke activiteit uitgestoten CO2 opwarming zal geven. En ik zeg dat er tussen 1970 en 2000 sprake is geweest van opwarming. Maar dat betekent niet die is veroorzaakt door ons CO2. Er zijn andere kandidaten, zoals fluctuaties in de oceanen, veranderingen in wolkenbedekkingen, menselijke factoren zoals veranderd landgebruik en de uitstoot van roet. CO2 is een factor, maar lang niet de enige. Het is te simpel te denken dat je de opwarming tegen kunt gaan door alleen de CO2-uitstoot te beperken.’

Onbenul. Kennelijk nog nooit nagedacht over hoe die CO2 in de grond is beland: door een gigantische broeikaseffect dat de CO2 heeft neergeslagen in de vorm van kolen en olie.
    Eigenlijk niet de moeite waard dus om aandacht aan te besteden. Maar een hoog percentage van de mensheid wil dit graag horen. Dus is het schadelijk op een schaal die nauwelijks uit te drukken is.


Naar Alfa denken, anti-bèta, klimaat , Klimaat & Milieu lijst , Sociologie lijst , Sociologie overzicht , Wetenschap overzicht , of site home .