Bronnen bij Klimaat & milieu: sceptici
|
31 dec.2005 |
Het archetypische voorbeeld van de klimaatcriticus van de rechtse kant is Bjørn
Lomborg - zijn cv (het einde van de volgende bron) laat zien dat hij begonnen is
als politicoloog, en later in de wereld van de economen is verzeild. Hij is qua
onderbouwing van zijn standpunten niet representatief voor het rechtse denken -
dat heeft als belangrijkste argument: als we maar door gaan met groeien zoals
nu, slaan we ons er wel doorheen. Onder een interview waaruit zijn strandpunten
naar voren komen:
Uit:
De Volkskrant, 31-12-2005, interview door Yvonne Zonderop, chef het
Betoog
'Alleen de oplossing telt echt'
Tussentitel: To people that lose their kids it is trivial that it is
going to be warmer in a
hundred years.
In een drukke winkelstraat in Kopenhagen, midden tussen de modezaken, woont
milieuwetenschapper Bjørn Lomborg, een beroemdheid in Denemarken en ver daar
buiten. Hij ontvangt zijn bezoek met een gieter in de hand. Lomborg is die dag
teruggekeerd uit de Verenigde Staten en hij heeft zojuist vastgesteld dat een
enkele plant zijn afwezigheid dat verblijf niet heeft overleefd. Het is de prijs
voor zijn internationale lobbywerk.
Sinds Time Magazine Bjørn Lomborg uitriep tot een van
de honderd meest invloedrijke personen mensen van 2004 treft hij overal een
luisterend oor, ook in de VS. Met gepaste trots vertelt hij: ‘President Bush
heeft het nooit openlijk verklaard, maar mensen uit zijn omgeving vertelden dat
het besluit om 1.4 miljard uit te trekken voor de bestrijding van malaria mede
is ontleend aan de Copenhagen Consensus’.
De Copenhagen Consensus, het project dat met
kosten-baten-analyses de wereldproblemen te lijf wil, neemt Lomborg tegenwoordig
volledig in beslag. Hij is in gesprek met de milieuagentschappen van de VS en
van de EU om zijn methode toe te passen op milieuvraagstukken. ‘Wat vinden we
belangrijker: schoon water of schone lucht? Wat verdient prioriteit, daarover
moet debat plaatsvinden’, zegt hij.
In zijn boek The Skeptical Environmentalist beweerde
Lomborg dat het helemaal niet zo slecht gaat met het milieu als actievoerders
beweren. Critici beschouwen de 39-jarige Deen sindsdien als een naïeve
wetenschapper die het grootkapitaal een alibi heeft verschaft voor uitstel van
beleid tegen het broeikaseffect. ...
Hoe bent u tot de Copenhagen Consensus gekomen?
‘Het komt voort uit mijn denkbeelden over milieubeleid. Om het broeikaseffect te
bestrijden geven we nu veel geld uit aan maatregelen waar de Derde Wereld pas
over honderd jaar van profiteert. Ik vind: je kunt die mensen beter helpen met
hun huidige problemen, bijvoorbeeld door ze schoon drinkwater te geven. Dat is
bovendien goedkoper. ...
U heeft een strikt economische benadering gekozen.
‘Kijk, we hebben een boel problemen. Zo praten we over de wereldvraagstukken.
Alsof het problemen zijn. Maar ik vind dat een verkeerde manier om naar de
wereld te kijken, ten minste als je er iets aan wilt doen. Want het gaat er niet
om maakt niet uit wat de problemen zijn, maar wat de oplossingen zijn. Het
grootste probleem van deze wereld is uiteindelijk dat we allemaal dood gaan,
maar zolang we niet over technologie beschikken om dit te voorkomen, is het geen
relevante discussie. ...
Een criticus van uw aanpak schreef: kosten-baten-analyses zijn een goed
instrument om oplossingen met elkaar te vergelijken maar niet om het beste doel
te kiezen.
‘Dat is zeker waar. Sommige mensen hebben als doel de mangrovebossen te redden,
terwijl anderen willen voorkomen dat inwoners van Afrika doodgaan. Dat zijn geen
gelijkluidende doelen. Maar ik ben er steeds vanuit gegaan dat het
overkoepelende doel van de meeste mensen is dat ze goed willen doen voor de
wereld. Dus dat mensen in Afrika overleven. Natuurlijk willen we ook best
mangrove terug in Afrika. Maar de meesten van ons vinden mensen toch net iets
belangrijker. Of, met andere woorden, je moet wel heel veel mangrove terug
krijgen om het verlies aan mensen goed te maken. ...
Tussenstuk:
Björn Lomborg
1965 geboren in Kopenhagen
1994 studeert af in politieke wetenschappen, wordt medewerker en later
hoogleraar aan de
universiteit van Aarhus
1998 schrijft vier kritische artikelen over de stand van het milieu
2001 publiciceert The Skeptical Environmentalist waarin hij de
milieubeweging beschuldigt
van overdrijving.
2002 benoemd tot directeur van het Danish Environmental Assesment Institute
2004 organiseert de Copenhagen Consensus, wordt uitgeroepen tot Young Global
Leader
door het World Economic Forum
in Davos
2005 geeft les aan Copenhagen Business School
Red.: Dit stuk is van 2005, en deze analyse van 2008.
In de tussenliggende drie jaar zijn er alleen maar berichten geweest dat het
slechter gaat met het milieu. Althans in de zin van het milieu zoals dat bestaat
uiten de directe menselijke woongebieden - daar voltrekt zich de ene ramp naar
de andere. En allemaal vanwege één enkele oorzaak: er zijn te veel mensen, die
te veel beslag leggen op die natuur.
Boven zien we wat Lomborg daarover denkt: mensen gaan voor
alles - eigenlijk het linkse argument. En daarmee kunnen we onmiddellijk
concluderen dat Lomborg nog nooit een sciencefictionboek heeft gelezen, want
anders zou hij de uitkomst van deze houding kennen: een hopeloos overbevolkte
aarde.
In afwachting van een andere plek, hier nog wat van die
beschavingsridders:
Uit: Dagblad De Pers, 30-10-2008, door Marcel Hulspas
En geen Rien Poortvliet!
Rien Poortvliet, wie was dat ook alweer? Gelukkig bezit ik de leeftijd om dat te
weten: een vriend van Prins Bernhard, liep ooit tijdens Prinsjesdag naast de
Gouden Koets, schilderde zwijntjes en hertjes (met vochtige oogjes) en o ja, hij
schreef De oproep der kabouters, een boek waarin deze ooit zo
mysterieuze, licht kwaadaardige bosbewonertjes harteloos gereduceerd werden tot
suffe, kleinburgerlijke pantoffeldragertjes. Kortom, Rien en zijn werk mogen
snel vergeten worden.
Maar de Vereniging Natuurmonumenten werkt niet mee. Een jaar
geleden stak Natuurmonumenten de dijken door van het eiland Tiengemeten.
Sindsdien weten steeds meer vogels en vogelaars de ondergelopen graslanden te
vinden, maar Natuurmonumenten wil nog meer bezoekers trekken – en wil een Rien
Poortvliet Museum openen.
Natuurmonumenten is het spoor bijster, dat is duidelijk. In
een interview vorige week in de Volkskrant beschreef voorzitter Jan Jaap
de Graeff zijn lot: ‘Als je vraagt wat is natuur, krijg je tien verschillende
antwoorden en dan krijg je ruzie. ...'. ‘Ons mooie Nederlandse landschap’, zo
vertelt Jan Jaap, ‘is in hoog tempo aan het verdwijnen. Nog maar 10 procent van
Nederland is puur natuur. (…) ...
Het spoor bijster, ik zei het al. De club is verstrikt
geraakt in zijn eigen mythe. Nederland kent geen 10 procent puur natuur;
Nederland kent totaal géén natuur. Dat landschap van ons is door en door
cultuurlandschap. Het is gemaakt door de mens en het kan slechts blijven bestaan
bij de gratie van intensief menselijk ingrijpen. Effectieve bescherming is dus
een taak van de overheid en niet van ‘gemotiveerde natuurbeschermers’ (die
elkaar de tent uit vechten). Overigens buitengewoon smakeloos, die laatste zin.
Maar begrijpelijk. Natuurmonumenten vergrijst. De club heeft een overschot aan
bejaarde leden die gewapend met linnen tasjes en nordicwalkingstokken de
vergaderingen vullen. Leden die denken dat ons land ‘puur natuur’ beziten die
Rien Poortvliet willen zien.
Beste Jan Jaap, wil je weten waar ik naar verlang?
Klimwanden, stormbanen, survivalcircuits, festivalterreinen – alles wat oudjes
afschrikt en een nieuwe generatie kan interesseren voor de natuur. En
alsjeblieft géén Rien Poortvliet.
Red.: Zo, dat weten we ook weer.
Marcel Hulspas was ook al bekend al redelijk politiek correct en
multiculturalistisch: allochtonen zijn echte stadsmensen - die houden niet van
natuur - Marcel Hulpas ook niet.
Hoewel, een tijdje later stond zijn pet weer de andere kant op.
Maar daar zat ook weer een andere gebeurtenis tussen:
Uit: Dagblad De Pers, 11-11-2008, door Marcel Hulspas
Kan de vrije markt de natuur redden?
Tussentitel: Alan Greenspan kwam al tot inkeer: ingrijpen is soms
noodzakelijk
Weten we de aarde straks koel te houden of gaan we aan onze economische groei
ten onder? Economische groei of het tropisch regenwoud? Het lijkt alsof de
mensheid voortdurend moet kiezen tussen natuur en economie. Maar in wezen willen
ecologen en economen hetzelfde: een optimaal gebruik van schaarse stoffen.
Economie versus ecologie is een groot misverstand, schrijft
econoom en publicist Ed Lof in zijn boek Groei en bloei. Economen en
ecologen ‘zouden beter gebruik kunnen maken van elkaars inzichten. ...
Het grootste te ruimen vooroordeel betreft het verschijnsel
vrije markt. Lof is een traditionele econoom, met een rotsvast vertrouwen in de
invisible hand. Deze door Adam Smith bedachte onzichtbare kracht zou er voor
zorgen dat als welbegrepen eigenbelang op de vrije markt zijn gang kan gaan, er
vanzelf de meest stabiele, efficiënte, welvarende economie ontstaat.
Daarom moeten we zaken als het terugdringen van de uitstoot
van CO2 en de ontwikkeling van alternatieve
energiebronnen zoveel mogelijk overlaten aan de markt. Kyoto-achtige protocollen
en dwingende voorschriften van bovenaf verstoren de markt en zijn uiteindelijk
vertragend en verstorend. En laten we in alle heisa rond het broeikaseffect niet
vergeten dat er nog andere milieuproblemen zijn. Lof (een bewonderaar en
vertaler van de beroemde Deense dwarsdenker Bjørn Lomborg) schuift met name de
erosie van vruchtbare bodems als een veel groter probleem naar voren. De
Westerse obsessie voor klimaatverandering leidt tot arrogantie jegens landen die
andere prioriteiten stellen. Dat is stuitend én schadelijk, schrijft Lof, ‘omdat
ze terecht wrevel oproepen en daarmee het groeiende milieubewustzijn
frustreren.’
Laat de economie maar gaan. Laat het maar over aan de markt,
dat is wat natuurbeschermers moeten inzien. Zou het echt zo werken? Lofs lofrede
op de vrije markt verschijnt helaas op een ongelukkig moment. De ooit
onaantastbare FED-voorzitter Alan Greenspan moest onlangs voor een
Senaatscommissie diep door het stof. Ook hij had altijd volledig op de vrije
markt vertrouwd. Maar de kredietcrisis heeft hem tot inkeer gebracht: Smiths
onzichtbare hand is geen wetenschap maar geloof, zo gaf hij toe. Lofs pleidooi
was en is populair onder economen, maar lijkt inmiddels afkomstig uit lang
vergane, zorgeloze tijden. Het woord is weer aan de planners. En economen kunnen
nu iets leren van ecologen: er bestaat niet zoiets als een spontaan natuurlijk
evenwicht.
Red.: Nou, dat laatste commentaar hoeven we alleen
maar wat uit te vergroten.
Het is ongetwijfeld geen toeval dat er een vrij verkeer is
tussen de laat-maar-waaien aanhangers aangaande milieu, klimaat, en natuur, en
die aangaande de economie
. In beide gevallen gaat het om mensen die alleen maar aan de eigen rijkdom en
consumptie denken.
Nog een weerlegging van een paar argumenten:
Uit: De Volkskrant, 17-01-2009, door Martijn van Calmthout
Je steekt Bill Gates' huis niet in de fik, al is hij rijker
Latere generaties kunnen klimaatbeleid beter betalen dan wij, zeggen sceptici
vaak. Onrechtmatig, oordeelt de ethicus.
Tussentitel: Het maakt niet uit of je steelt van een vriend of van een
vreemde
Met zijn boek The Skeptical Environmentalist gooide de Deense
politicoloog Bjørn Lomborg in 2001 een stevige steen in de vijver van het
milieudebat. Veel logisch klinkende milieumaatregelen, rekende de Deen voor,
werken averechts. Goed bedoeld, maar zinloos. Of nog erger.
Wie de mensheid wil redden, kon volgens Lomborg met name het
klimaat beter even laten rusten en zich eerst op meer acute kwesties richten.
Aids. Malaria. Doe dat eerst. Bouw desnoods al wat dijken. Maar ga niet meteen
voluit de kooldioxide-uitstoot te lijf.
Het klimaat kan wachten. Op betere zonnecellen, bijvoorbeeld.
Bovendien zijn we later rijker, en dan maakt klimaatschade ook minder uit.
Ga daar inderdaad maar eens tegenin, zegt de afgelopen
donderdag gepromoveerde milieu-ethicus Marc Davidson van de Universiteit van
Amsterdam.
‘Het zijn argumenten die op het eerste gezicht heel objectief
en waardenvrij klinken. Uitkomsten van koele sommen. Tot je er goed naar kijkt.
Dan blijken achter de sommen die Lomborg maakt, keuzes te zitten die
bijvoorbeeld in het recht volkomen onaanvaardbaar zijn.’
Davidson, ooit eerder al eens gepromoveerd als natuurkundige
(‘Tot ik inzag dat de bottleneck niet bij techniek zit’) en in het gewone leven
werkzaam bij milieu-adviesbureau CE Delft, geeft in zijn proefschrift een
ethische analyse van de argumenten van klimaatsceptici, vooral van economen.
Die argumenten, zegt hij, zijn lang voorgesteld alsof er geen
algemene maatschappelijke normen zijn bij de keuzes die worden gemaakt. ‘Mag je
problemen afwentelen op mensen die ver van je bed zijn, letterlijk of in de
toekomst? Er is vaak over gepraat alsof je er wel een mening over kunt hebben,
maar dat het in principe anything goes is.’
En dat nu, beargumenteert Davidson in zijn proefschrift
waarvan binnenkort ook een handelseditie zal verschijnen, is niet waar.
‘We hebben al allerlei rechtsregels hoe wij met risico's voor
anderen behoren om te gaan. Als de overheid rechtvaardig met toekomstige
generaties wil omgaan, kan ze die regels niet zomaar negeren.
Davidson: ‘Juridisch is er bijvoorbeeld een groot verschil
tussen bevoordelen en schaden. Als je 100 euro hebt, en je kunt die aan een
vriend geven of aan een onbekende, dan geef je waarschijnlijk je vriend dat
geld. Het hemd is dan nader dan de rok. Dat is normaal.
‘Maar niet als je 100 euro steelt. Het maakt bij de rechter
niet uit dat je liever steelt van een vreemde dan van een vriend.
‘En in die termen moet je ook klimaatverandering zien. Het
lijkt misschien verdedigbaar om toekomstige generaties op te zadelen met de
risico's en problemen. Maar in feite strookt dat totaal niet met wat we elders
in de samenleving acceptabel vinden.’
Het is, vergelijkt hij, alsof de artsen die in de jaren
negentig in Parijs patiënten met hiv besmetten, dat verdedigden met de
redenering dat aids zich pas na twintig jaar openbaart en er tegen die tijd vast
een remedie is gevonden voor de ziekte. ‘Bij het opleggen van risico's aan
anderen mag je niet anticiperen op een oplossing. Dat vinden we onacceptabel.
Waarom dan wel in klimaatdiscussies?’
Ook het argument dat latere generaties rijker zullen zijn, en
daarom klimaatschade voor hen minder zal zijn, is onhoudbaar, vindt Davidson.
‘Afgezien van de vraag of zij echt rijker zullen zijn, kun je ethisch niet
volhouden dat je rijkere mensen meer mag schaden. Je steekt het huis van Bill
Gates niet in de fik, al is hij nog zo rijk.’ ...
Red.: Een bekend argument herhaald:
Uit: De Volkskrant, 11-09-2010, door Peter Giesen
Het doemdenken bedreigt juist de vooruitgang
De Britse schrijver en wetenschapper Matt Ridley moet niets hebben van het
bijna automatische pessimisme van deze tijd. Voor elk probleem is een uitweg.
‘Door angst kruipen mensen juist in hun schulp.’
Tussentitel: De lijst van nooit gebeurde rampen is bijna eindeloos: zure
regen, pandemieën, de milleniumbug
In 2005 was de gemiddelde aardbewoner drie keer zo rijk als in 1955 –
gecorrigeerd voor inflatie. Hij leefde langer, had meer te eten en liep minder
kans op een ernstige ziekte. De rijken werden rijker, maar de armen deden het
nog beter. De gemiddelde Chinees werd tien keer zo rijk. Afrika bleef achter,
maar toch zag ook de Nigeriaan zijn inkomen verdubbelen. Ook in niet-materieel
opzicht werd vooruitgang geboekt. Lucht en water werden schoner, voor de meeste
mensen nam de keuzevrijheid toe.
Natuurlijk, zegt Matt Ridley, het zijn maar statistieken. Er
is nog altijd veel armoede en ellende in de wereld. Er zijn plaatsen waar je
beter niet kunt wonen: Afghanistan, Zimbabwe, Congo. Maar het algemene beeld is
positief. Waarom zijn zoveel mensen dan zo pessimistisch? In een boekwinkeltje
op een vliegveld kwam Ridley alleen pessimistische boeken tegen, van Naomi Klein
tot Al Gore. De wereld is afschuwelijk, was de boodschap, en het wordt alleen
maar erger.
Daarom schreef hij De Rationele Optimist, waarin hij
blijmoedig betoogt dat het juist steeds beter gaat. Doemdenkers maken twee
fouten, vindt hij. Ze onderschatten de inventiviteit van de mens, en ze trekken
actuele trends klakkeloos door naar het heden. ‘Onheilsprofeten zeggen vaak: op
deze manier kunnen we niet verder gaan. Daar hebben ze gelijk in. Maar het punt
is: op deze manier gaan we ook niet verder. Rond 1900 had Londen veel last van
paardenmest, door het steeds intensievere verkeer van rijtuigen en karren. Als
Londen zo verder was gegaan, had de paardenmest in 1950 drie meter hoog op
straat gelegen. Maar zulke extrapolaties komen nooit uit. Er zijn altijd nieuwe
technologieën die ons uit de brand helpen. Technologieën die we niet of
nauwelijks kunnen voorzien’, aldus Ridley. Op de Wereldtentoonstelling van
Chicago in 1893 werd bezoekers gevraagd wat de belangrijkste technologie van de
20ste eeuw zou worden. Niemand noemde de auto. ...
Red.: De reden voor dit kop in het zand
steken staat er ook:
Te veel te verliezen bij de voor het risico-afwenden noodzakelijke
veranderingen.
Een nieuwe scepticus, die het systematisch
gaat aanpakken:
Uit: De Volkskrant, 20-11-2010, door Michael Persson
Interview | Publicist Marcel Crok
‘Er is geen klimaatdebat’
Vijf jaar geleden mengde Marcel Crok zich in de broeikasdiscussie.
Klimaatsceptici hesen de journalist op het schild. Nu is er een tweede boek.
‘Het IPCC is een oligarchie. Het draait allemaal om macht en eergevoel.’
... is dit de man die vijf jaar geleden een soort idool werd van Nederlandse
klimaatsceptici, nadat hij als wetenschapsjournalist een uitgebreid artikel had
geschreven over de zogeheten hockeystick, de grafiek die de opwarming van de
aarde weergeeft. Deugt van geen kanten, schreef hij, op basis van een eigen
rondgang langs onder meer statistici. Ondanks kritiek – hier schreven we dat hij
geen wederhoor had gepleegd – won hij een wetenschapsjournalistieke prijs. En
werd door de sceptici gretig geciteerd in de opiniestukken waarin ze vraagtekens
probeerden te zetten bij de opwarming van de aarde. ...
Red.: Ach jee, die hockeystick: een rechte lijn
met aan het einde een boogje omhoog. gebouwd op diverse pogingen om de
temperatuur van de aarde te meten. Lastig, natuurlijk dat meten van de
temperatuur van de aarde als je net een paar honderd jaar aan
temperatuurmetingen doet. En als zelfs in het laboratorium het meten van de
temperatuur een van de moeilijkste zaken is om nauwkeurig te doen, is het
inderdaad moeilijk iets direct hards kan zeggen over die temperatuur.
Maar dat wil niet zeggen dat je niets kan zeggen. Je kan
kijken naar bestaande effecten zoals het smelten van gletsjers, het smelten van
het ij op de Noord- en Zuidpool, het migreren van soorten enzovoort. En met die
gegevens kan je wel degelijk iets zeggen over de veranderingen van temperatuur -
tot op tienden van graden nauwkeurig . En die wi9jst op een aanzienlijke
toename.
Kortom: dit eerste argument van Crok is primitief en achterhaald.
Een bekend verschijnsel van een ideoloog: als één argument is weerlegt, stap je
over op het volgende - ook zonder dat te checken, natuurlijk.
En degene die het niet met je ideologie eens is, is natuurlijk een vijand en de
duivel zelve.
Argumenten op dezelfde manier gehanteerd als door de aanhangers van Intelligent
Design, die willen puvliceren in wetenschappelijke tijdschriften.
Ook bekend uit de evolutietheorie-discussie: de evolutietheorie verklaart
zus-of-zo niet, dus de evolutietheorie is fout, dus Intelligent Design is goed.
Ook kenmerkend: het gebruik van persoonsnamen. De ID'ers zeggen liefst
niet "evolutie theorie", maar "Darwin". De heer Crok wil het graag hevven over
meneer Phil Jones: "Meneer Phil Jones heeft iets fouts gedaan, de heer Phil
Jones hangt de CO2- aardopwarming aan, dus de
CO2-aardopwarming is fout".
Tsjonge, Crok ziet het verschil tussen de twee zaken niet: tussen het risico en
de manier waarop je met het risico moet omgaan. Het is van weinig belang dat de
kans dat op grote aardopwarming maar 50 procent is, of 30: als die 50 of 30
procent uitkomt, is dat een dusdanig grote ramp dat je je daarop moet
voorbereiden. Dat is het verzekeringsmodel: je verzekert je tegen zaken die niet
zo snel voorkomen, maar die als ze voorkomen desastreus zijn. Als de ramp maar
groot genoeg is, kan zelfs 10 procent veel te veel zijn.
Juist. Grote onkunde. Het globale temperatuurverschil tussen de ijstijden en de
meest warme tijden op aarde, is een totaal van zes hele graden. Een enkele graan
is eenzendevan dit dramatisch verschil is omstandigheden, waarvoorde term
dramatisch trouwens een sterk eufemisme is. We hebben het over een verschil
tussen een Europa geheel bedekt met ijs en een droge Noordzee, en een Europa
bedekt met moeras en bossen, en een volle Noordzee (vanuit de Noordzee worden
trouwens ook dinosaurusbotten opgevist).
Tja, als er zo veel eikels rondlopen ...
Maar over de uitkomst dus wel: dinosaurussen in plaats van mensen (ijna wijze
van spreken).
Onbenul. Kennelijk nog nooit nagedacht over hoe die CO2
in de grond is beland: door een gigantische broeikaseffect dat de CO2
heeft neergeslagen in de vorm van kolen en olie.
Eigenlijk niet de moeite waard dus om aandacht aan te
besteden. Maar een hoog percentage van de mensheid wil dit graag horen. Dus is
het schadelijk op een schaal die nauwelijks uit te drukken is.
Naar Alfa denken, anti-bèta, klimaat
,
Klimaat & Milieu lijst
,
Sociologie lijst
, Sociologie
overzicht
, Wetenschap overzicht
, of site home
.
|