De publieke moraal en haar verval
| 12 dec.2006 |
Het verval van de openbare normen en waarden is bijna alomvattend geweest, maar
het punt van oorsprong is te vinden bij het linkse alfa-intellectuele primaat
van het individu boven sociaal gedrag
,
en de daarbij behorende permissiviteit met betrekking tot
ongewenst afwijkend gedrag
.
Die opvattingen werden doorgegeven aan de veel wijdere kring van hun navolgers,
bijvoorbeeld in het onderwijs. Onderstaand een paar bronnen die daar op wijzen,
en de gevolgen laten zien:
VARA TV Magazine, nr. 48-2006, ingezonden brief van I. Groeneweg (Delft)
Tutoyeren
De adviseurs van Balkenende weten hoe de jeugd praat en denkt', schrijft Paul
Witteman in zijn column 'Bij de naam noemen' (VTM 46). De jeugd zegt nou
eenmaal 'je' en 'jij' tegen Jan Peter. Als de geachte tv-presentator eens een
dagje vrij heeft, zou hij het boek van Theodore Dalrymple, Leven aan de
onderkant. Het systeem dat de onderklasse in stand houdt, moeten lezen. De
afbraak van omgangsvormen begon dertig jaar geleden al in het onderwijs. De
nieuwe generatie docenten liet zich door de leerlingen Jan en Piet noemen, want
we zijn toch allemaal gelijk, nietwaar?
Red.:
Overigens ging het wat betreft die uitzending niet om "je" of "jij", maar de
houding van
de allochtoon die alleen in de meest vriendelijke uitleg "amicaal" genoemd zou
kunnen worden, maar waarin de natuurlijke superioriteit die de moslim ten
opzichte van de niet-moslim voelt
, uitvoerig doorstraalde. Een van de belangrijkere oorzaken van het verlies van
gevoel voor normen en waarden, die cultuur.
Uit:
NRC Handelsblad, 06-05-2006, door Roel Visser
Het verhaal van Emile de Roover over een leven op de tram
'Zelfs als een passagier onwel is, gaan sommigen kankeren'
Trambestuurder Emile de Roover (60) heeft deze maand, na 31 dienstjaren, zijn
laatste rit met de Amsterdamse tramlijn 14 gereden. ...
Maar hoe die samenleving zich heeft ontwikkeld, tjonge,
jonge. Er is een rijd geweest, ergens in de jaren negentig, dat ik in mijn
dagboek de vreselijkste dingen over mensen begon te schrijven. Hier staat:
'Sommigen zeggen dat mensen gelijk aan beesten zijn. Dat is voor beesten een
belediging'. ...
Het was al laat op die bewuste avond toen ik bij het eindpunt
in het tramhuisje zat. Ik kijk op m'n horloge en zie dat het tijd is. Nog één
rit te gaan. Buiten staat een stel opgeschoten jongens voor de tram. Vijf knapen
van een jaar of achttien. Ik heb ervaring, dus ik zag dat het rottigheid kon
worden. En ja hoor, ze laten me niet instappen. Ik zeg: 'waarom doen jullie
dat?'. Zegt er een: 'jij komt de tram niet in'. Op een zo vriendelijk mogelijke
toon zeg ik: 'jongens, doe me nou een lol, maak nou geen grapje, want ik moet
weg. Het is tijd.' 'Ben je soms doof', is het antwoord, 'jij komt de tram niet
in'. Tja, wat doe je dan? Resoluut duw ik degene die voor me staat een beetje
opzij, en alsof ze daar op gewacht hebben, krijg ik gelijk de rest boven op me.
Slaan, schoppen, tegen m'n kont, op m'n rug. Ik had nog geluk, want ze gingen
niet heel lang door: Toen ze joelend wegliepen, ben ik toch de cabine in gegaan,
en heb de rit afgemaakt. Zo professioneel ben ik wel. Maar ik kwam huilend
thuis, en had het helemaal gehad. Praten was even niet genoeg. Weetje wat het
probleem is? Er is geen gezag meer. Ik heb een keer een brief geschreven naar
het GVB, met het verzoek om het oude uniform in ere te herstellen. Inclusief de
pet! Wat moet je anders?
Bij mijn aantreden in '75 kon je de mensen nog corrigeren.
Dat moet je nu proberen.
Schelden, spugen, dreigen - er gaat geen dag voorbij of er gebeurt zoiets. Ik
heb het allemaal zien aankomen. Progressief en anti-autoritair zijn was de mode,
hè? De generatie die dat voorstond vergat dat ze zelf redelijk streng zijn
opgevoed. Tien jaar later begon de ellende. Wacht, waar is het papiertje waar ik
dat heb opgeschreven, O ja, het was in Nieuw West. Er staat een klas
schoolkinderen van een jaar of zes bij de halte, met de onderwijzeres erbij. Kom
ik aanrijden, steken een paar kinderen hun middelvinger omhoog. Ik stap uit,
loop naar die juf en zeg: 'wat heeft dit te betekenen?' Zegt ze lachend: 'ze
hebben gelijk, je bent te laat!' Toen heb ik tegen dat mens gezegd: 'mevrouw, u
mag dan pedagogie hebben gestudeerd, en ik ben maar een eenvoudige
trambestuurder, toch heb ik meer hersens dan jij. Nu is het een middelvinger,
maar als jij met je opleiding ze zo opvoedt, dan wordt die vinger later een
mes!' Dat beeld is aardig bewaarheid geworden. Als je de remise ziet, het lijkt checkpoint Charlie wel. Prikkeldraad, camera's in de tram, videobewaking plus
beveiligde cabines die je helemaal kunt afsluiten. En wij een cursus
zelfverdediging.
De Napoleon Associatie heeft me gered. Zonder die historische vereniging had ik
het niet volgehouden. Ik werd er lid van in 1996, vijf jaar na de terugkeer van
de conducteur op de tram. De grofheden bereikten toen hun hoogtepunt. Men had
maling aan je gekregen, en nu moest er opeens worden betááld! Het zwartrijden
liep de spuigaten uit. Had je een steekproefcontrole, dan liep de halve tram
leeg. De eerste maanden hebben we een oogje dicht gedaan, maar daarna was het
afgelopen. Er waren passagiers die zo kwaad werden dat ze hun geld op de vloer
smeten. Of tegen het raam van mijn cabine. ...
Men luistert niet meer. Chagrijnig! Moet je eens een zwartrijder hebben die
moeilijk gaat doen. Je belt ondersteunende taken en zet de tram stil. Begint men
te schreeuwen: 'Wat kan jou het schelen? Rijden, sukkel.' Zelfs als een
passagier onwel is, gaan sommigen kankeren. Hoelang gaat dat duren? Pfff. Dat
gaat van hoog tot laag. In die zin valt niemand te stigmatiseren. Geen klasse en
geen ras. Voordat ik in '82 lijn 14 kreeg, was het stukken gemoedelijker. Soms
had je personen met gitaren in de tram, of met een accordeon. Amsterdamse
liedjes zingen. Of je kreeg fruit van de passagiers als ze van de markt kwamen.
Nee hoor, ik ben niet ouderwets of conservatief. Mijn hele leven ben ik
overtuigd communist geweest, de laatste jaren socialist. Diep van binnen geloof
ik toch in de goede wil van mensen. Als er maar orde is, en behoorlijke
omstandigheden. ...
Red.: Ter onderbouwing van de claim dat het beschreven verval van
moraal het gevolg is van de "linkse" intellectuele en media, onderstaand een
column van Volkskrant-sportverslaggever Paul Onkenhout, die bezwaar
maakt tegen de "moraalridderrij" van andere kranten die onfatsoenlijk gedrag van
(ex-)voetballers aan de kaak stellen.
Uit:
De Volkskrant, 08-04-2006, column door Paul Onkenhout
Nieuws: vloer verwoest, badkamers ook, paar man opgepakt
Vorige maand stond in het Algemeen Dagblad een berichtje over Clarence
Seedorf. Eigenaar villa klaagt Seedorf aan, stond erboven. ...
Het AD plukte het bericht uit de Gazetta dello Sport.
Seedorf is aangeklaagd door de eigenaar van een 'kapitale villa' aan het
Comomeer, waar hij vier jaar woonde met zijn gezin. Na de verhuizing eind 2005
werd de kapitale villa 'in erbarmelijke staat' achtergelaten. Vooral de keuken,
de (dure!) houten vloer en de badkamers zouden zwaar te lijden hebben gehad
onder de aanwezigheid van de Seedorfjes.
Op het ergste voorbereid valt je oog op het bedrag dat met
deze ongewone vorm van voetbalvandalisme is gemoeid. ...
Ruim 30 duizend euro.
Dat is ongeveer eenderde van het bedrag dat Seedorf bij AC
Milan krijgt betaald. Per week. ...
Het AD had hier natuurlijk liever helemaal geen
melding van willen maken, maar ja, 'Italiaanse kranten haken voortdurend in op
uitspattingen van profvoetballers', en dan kun je als Nederlandse (sport)krant
natuurlijk niet achterblijven.
De trend werd al eerder ingezet, midden jaren negentig toen
Ajax de Champions League won, maar deze week werden we plotseling wel erg
verwend met pittig nieuws over voetballers - ervan uitgaand dat het pittig
nieuws is, als een oud-trainer wordt opgepakt omdat hij zijn auto verkeerd heeft
geparkeerd of omdat een oud-voetballer wordt gearresteerd wegens een
verkeersovertreding.
Sommige kranten vinden van wel, om over allerhande websites
maar te zwijgen. Winston Bogarde was amper in de kladden gegrepen wegens fout
parkeren of de eerste foto's van het incident stonden al op geenstijl.nl, een
site die sinds kort voor een deel eigendom is van De Telegraaf .
...
Maar het wordt allemaal nog veel erger, want ook Rinus Israel,
al IJzeren Rinus toen niemand nog van Rita had gehoord, is opgepakt. Dit
gebeurde toen zijn vrouw bij een Amsterdamse bloemenstal een bloemstuk bestelde
voor een begrafenis. Het echtpaar had de auto eventjes op de stoep geparkeerd.
Het AD miste het nieuws over Bogarde, maar wist
daarentegen wel te melden dat Israel 'schlemiel' tegen een agent had geroepen.
Volgens De Telegraaf was een andere opmerking, 'jij zal het nog ver
schoppen jochie', aanleiding om IJzeren Rinus, géén neger trouwens, urenlang
vast te houden in een cel. Het AD, nét iets alerter, kon dit specificeren
tot drie uur en achterhaalde bovendien de hoogte van de boete, 200 euro.
Bovendien dook de krant in een ander zaakje, de
kwestie-Boulahrouz. Tal van nieuwe feiten werden door de krant boven water
gebracht, nadat eerder in de week al bekend was geworden dat de international in
Hamburg was betrapt op, zet u schrap, het rijden zonder rijbewijs.
Het stukje is een opsomming van delicten. Als Boulahrouz niet
te hard rijdt, in zijn Bentley, scheurt hij wel door het rode licht of
telefoneert hij in de auto zonder de handsfree-set te gebruiken. ...
Het kan mij allemaal niet gek genoeg zijn. Ik wil er alles
van weten, van boze huiseigenaren, vernielde parketvloeren, oud-trainers die een
bloemstuk kopen, ex-voetballers die door de politie worden gestalkt en van
internationals die in een vette Bentley door Hamburg scheuren, terwijl ze
intussen een telefoongesprek voeren.
Maar ik ben blij dat ik daar geen letter over hoef te tikken,
van mijn baas. En ik ben ook blij dat ik geen voetballer, ex-voetballer, trainer
of ex-trainer ben. Lekker rustig.
Red.: Het ouderwetse linkse alles-moet-toch-kunnen ideaal. De
aloude permissiviteit van alfa-intellectueel links voor alles dat de benepen
burgerlijke moraal doorbreekt: vernieling, uitschelden van agenten, rijden
zonder rijbewijs ... het moet allemaal kunnen. "Zo'n jongen
als Patrick Kluivert, die door de stad racet in zijn bolide en daarbij iemand
doodrijdt, dat is toch allemaal heel begrijpelijk: had dat burgermannetje maar wat meer
moeten opschieten."
De normen-en-waarden-rot heeft inmiddels ook de wortels van
de samenleving bereikt:
Uit: De Volkskrant, 09-10-2008, door Harm Beertema, leraar in het mbo
Aan de politie heb je maar weinig
De politie verwaarloost haar belangrijkste taken: de wet handhaven en veiligheid
bieden. Zij is het vertrouwen van de burger kwijtgeraakt.
Tussentitels: Advies van de politie: wacht ze een keer op met je eigen
vrienden
Politie was niet in staat slopende en rellende jongeren op te pakken
Korpschef Stikvoort van Hollands Midden heeft de Tweede Kamer gediskwalificeerd
met zijn uitspraak dat hij ‘verbijsterd’ was over de manier waarop die een
incident met Marokkaanse jongeren opklopte (Voorpagina, 3 oktober).
Een dag later sloot de Amsterdamse burgemeester Cohen zich
aan bij Stikvoort en wat later deden de ministers Hirsch Ballin van Justitie en
Ter Horst van Binnenlandse Zaken hetzelfde.
Verrassend is dit niet. Al heel lang vult de politie haar
maatschappelijke missie op geheel eigen wijze in. Zelfs haar formeel
leidinggevende, de overheid, is niet bij machte de cultuur bij het
politieapparaat om te buigen. De belastingbetaler, in wiens dienst de politie
dienstbaarheid en waakzaamheid behoort te leveren, kan dat natuurlijk al
helemaal niet.
De politie gaat haar eigen gang onder aanvoering van een
generatie korpschefs die doorkneed is in een cultuur van bruggen bouwen naar de
wereld van criminaliteit en onderklasse en begrip voor overlastgevers en
veelplegers. Niet handhaven is het parool, maar het beheersen van de
criminaliteit en het laten samenleven van bevolkingsgroepen zonder al te veel
incidenten.
In Nova verwoordde Stikvoort die missie zo: de politie
doet haar uiterste best en geniet veel vertrouwen van de Marokkaanse bevolking
van Gouda. Ze pakt de overlastgevers keihard aan, de dader is inmiddels
gesignaleerd, maar nog steeds niet opgepakt, nee, dat nog niet, maar dat gaat
binnenkort gebeuren. Bovendien stelt het hele incident eigenlijk niets voor.
Ik ben een 56-jarige leraar. Acht keer heb ik te maken gehad
met de politie, als privépersoon en als onderwijsgevende. Slechts één keer werd
adequaat gehandeld door enkele zeer betrokken rechercheurs van de Rotterdamse
jeugd- en zedenpolitie. Alle andere keren liet de politie het afweten.
Op 28-jarige leeftijd werd ik, in Gouda, in elkaar
geslagen door zes Marokkaanse jongemannen nadat ik het had opgenomen voor een
meisje dat door hen werd beledigd en bedreigd. Ze werd bespuugd, aan haar haar
getrokken en er werd een glas bier over haar hoofd uitgegoten, omdat ze zich
voordeed als Portugese, maar waarschijnlijk herkend was als ondergedoken
Marokkaanse uit een andere stad.
... Toen ik aangifte wilde doen, werd mij dat uit het hoofd gepraat, hoewel ik de
verdachten moeiteloos had herkend in een fotoboek. Het advies van de
dienstdoende rechercheur zal ik nooit vergeten: wacht ze gewoon een keer op met
je eigen vrienden, dat zal ze meer leren dan als wij ze na een verhoor weer op
straat moeten zetten.
Eén keer werd in het woonhuis van mijn moeder ingebroken (op
klaarlichte dag werd met de koevoet de voordeur eruit gelicht) en één keer bij
mij. Keurig aangifte gedaan, nooit meer iets vernomen. ...
Ik was inmiddels naar een dorp verhuisd. Daar maakte ik mee
dat jongeren een huis naast het plaatselijk café zodanig belaagden dat het gezin
verhuisde en de woning onverkoopbaar bleek. Speed en xtc in combinatie met heel
veel alcohol leidde tot heel veel overlast en geweld. Ook hier was de politie
niet in staat tot haar basale werk: het handhaven van eenvoudige regels en het
oppakken van slopende en rellende jongeren.
Wel werd een veiligheidscommissie ingesteld met aan het hoofd
de buurvrouw die het belangrijkste slachtoffer was. Zij had iedere twee weken
een gesprek met de buurtregisseur die op die manier ‘voeling’ hield. Hij hield
de commissie wel steeds voor dat we de gebeurtenissen niet groter moesten maken
dan ze waren; we moesten eens weten hoe erg het was in Rotterdam!
Mijn buren en vrienden, collega’s en familieleden hebben
allen soortgelijke ervaringen en delen dezelfde mening over de kwaliteit van de
politie: als het erop aankomt, sta je alleen. Aangifte doen kost heel veel
moeite en leidt nauwelijks tot resultaat. De politie verwaarloost haar kerntaken
van handhaven en veiligheid bieden.
In oktober 2008 ... legt een korpschef uit dat de politie vooral maatschappelijk werkzaam
wil zijn en er trots op is het vertrouwen van de Marokkaanse gemeenschap te
genieten. Vervelend als een burger slachtoffer wordt van een incident, maar
‘landelijk gezien is het niets bijzonders’.
De politie zal zelf niet tot concluderen dat ze haar focus
moet verleggen van de daders naar de goedwillende burgers. Naar die burgers moet
een brug gebouwd worden, hun vertrouwen moet gewonnen worden, zij mogen niet
langer in de kou staan. De politiek moet de politie weer in het gareel krijgen.
Red.: Die laatste opmerking is natuurluk een ernstige vorm van
wensdeken - de poltyiek heeft de politie zodanig gekneed met haar permissiviteit
en multiculturalisme vertroetelen van de allochtone straatterroristen. De rtest
is wel raak:
Uit: De Volkskrant, 18-10-2008, van verslaggever John Wanders
Intimidatie nog altijd een grote hindernis bij het aanpakken straatterreur in de
achterstandswijken
‘Eén opmerking en ik lag op de grond’
Buurtbewoners moeten elkaar aanspreken op hun gedrag, vindt ook minister
Vogelaar. Dat is gemakkelijk gezegd.
Ze verafschuwt de opgewonden toon van het integratiedebat en haar relaas mag dan
ook onder geen beding worden gelezen als een aanklacht tegen ‘de buitenlanders’,
beklemtoont ze. ‘Want onze medelanders maken dat mijn stad kleurrijk is, en dat
geeft Rotterdam charme.’
Maud de Rooij (46), eigenaar van een
evenementenorganisatiebureau, woonde jarenlang in Ethiopië, Spanje en Tanzania.
‘Ik heb mij altijd prettig gevoeld onder Afrikanen en Spanjaarden.’ Maar sinds
kort aanschouwt ze de groepjes mannen van niet-Nederlandse origine die avond na
avond in haar buurtje in Rotterdam-Zuid rondhangen met wantrouwen. Ze merkt nu
dat ze bang is op straat.
In lijn met het frequent gehouden betoog van premier
Balkenende, minister Vogelaar (Wonen, Wijken, Integratie) en haar burgemeester
Opstelten dat ‘mensen de stad maken’ en dat burgerschap inhoudt ‘dat
buurtbewoners elkaar aanspreken op hun gedrag’ had ze zich een opmerking
gepermitteerd tegenover een Oost-Europeaan van een jaar of 25. De man stond
tegen de muur van een basisschool te urineren en de passerende De Rooij vroeg
hem waarmee hij bezig was.
‘Nou, toen kwam die kerel toch schreeuwend op mij af’,
vertelt ze. ‘Jij kankerhoer, met je kankerhond! Met zijn gezicht een millimeter
voor het mijne. Ik probeerde hem van mij af te duwen, maar hij was nogal groot
en voordat ik het wist lag ik op de grond en had ik spuug en bier over mij
heen.’ ...
‘Het was een heel vervelend incident voor deze mevrouw’,
bevestigt wijkagent Erwin de Vries. Hij kent haar belagers en zegt dat het niet
direct een groep is waar burgers bang voor hoeven te zijn. Dat ze blowen,
drinken en overlast veroorzaken, is helder. ‘Daarom gaan we per 1 november een
blowverbod handhaven in het gebied en zijn we met de deelgemeente in gesprek
over een alcoholverbod.’
Of haar onveiligheidsgevoelens nu wel of niet ‘subjectief’
zijn – zoals De Vries beweert – dat een groep van negen zich zo shockerend kan
gedragen tegenover een vrouw alleen, knaagt aan De Rooijs ideaalbeeld van een
multiculturele stad. ...
De buurtoverlast van rondhangende jongeren die frequent
stoned zijn en zich vanaf half drie ’s middags volgieten met alcohol, neemt
volgens haar vooral de laatste anderhalve jaar toe. Het blowverbod dat de
deelgemeente Feijenoord deze week aankondigde voor het gebied (minderjarigen
betalen straks 30 euro boete per geconstateerde overtreding, meerderjarigen 60
euro), zal niets uitrichten, voorspelt ze. ‘Als je een politieauto ziet
aankomen, gooi je je jointje toch gewoon even op de grond. Niemand die kan
bewijzen dat het jouw jointje is.’
De Rooij heeft geprobeerd haar buurt in beweging te krijgen
tegen de overlast, maar ze vond niemand die wilde meedoen. ‘Ze zeiden allemaal:
nee hoor, ik onderteken niks, want die jongens weten precies waar ik woon.’
Van de stadstoezichthouders, die volgens haar met een boogje
om de grootste problemen in de wijk heenlopen, valt ook geen steun te
verwachten, zegt ze. ‘Die delen liever in groepjes van tien bonnen uit aan
foutparkeerders en aan mensen die hun hond onaangelijnd laten rondlopen.’ De
politie daarentegen is van goede wil en doet echt wat ze kan, onderstreept ze.
‘Maar de politie zegt ook: we hebben jullie hulp nodig, want alleen kunnen we de
problemen in de stad niet oplossen.’
Red.: Natuurlijk zou de politie de problemen wel kunnen
oplossen. Maar die moeten inderdaad ook wel meer middelen krijgen, van de
politiek. Zoals de mogelijkheid om die groepen op verdenking op te pakken, en te
transporteren naar buiten het gebied, en na drie keer zo'n actie, ze uit hun
huizen te laten zetten richting containerwoning in de Flevopolder.
Maar toch lijkt ook iets bij de politie zelf iets mis te zijn
Uit: Politie en wetenschap, door N.Kop (Politieacademie) en M.C. Euwema
(Universiteit Utrecht). Politiewetenschap 40 (Den Haag, Elsevier
Overheid/Apeldoorn, Politie en Wetenschap) 2007
'Conflict of straat: Strijden of mijden?' Marokkaanse en
Antilliaanse jongeren in interactie met de politie.
Abstract
Groepen hangjongeren die het leefklimaat in buurten en wijken verpesten bezorgen
politie en bestuur al jaren hoofdbrekens. Hardnekkige problemen in onder meer
Amsterdam-West en Utrecht-Kanaaneiland vormen daarvan een illustratie. Uit
eerder onderzoek is gebleken dat de politie niet zo goed raad weet met groepen
jongeren van met name Antilliaanse en Marokkaanse afkomst.
De vraag die in dit onderzoek centraal staat is tweeledig.
Hoe te verklaren waarom met name net de interactie met deze probleemjongeren de
politie zoveel problemen bezorgt en, mede in samenhang daarmee, wat voor
handvatten biedt dat de politie voor een mogelijk effectievere handelwijzen?
De focus van het onderzoek gold primair het observeren van
zoveel mogelijk, in potentie problematische, interacties. Daartoe heeft een team
van getrainde observatoren in totaal 50 politiediensten meegedraaid in vier
gemeenten: Amsterdam, Culemborg, Groningen en Leeuwarden. Daarnaast zijn ook tal
van gesprekken gevoerd met zowel de betrokken politiemensen als de jongeren uit
de doelgroep om hun zienswijzen en ervaringen op te tekenen.
Opmerkelijk genoeg bleek dat zich in al die diensten - die op
voorhand geselecteerd waren op hun grote trefkans - nauwelijks
observatiewaardige contacten tussen doelgroep en politie voordeden. En voor
zover al sprake was van interactie, verliep die bovendien in het algemeen
relatief probleemloos, mede door deëscalerend optreden van agenten.
Dat de beide (strijdende) partijen elkaar in de praktijk
zoveel mogelijk ontlopen, is een opmerkelijke uitkomst, ook omdat hij haaks
staat op het verwachtingspatroon en de beleving bij zowel korpsen als jongeren.
Uit de gevoerde gesprekken blijkt dat zowel politie als probleemjongeren veel
‘last’ van elkaar - zeggen te - ondervinden in de dagelijkse omgang. ...
Red.: Grappig: politiemensen die zeggen, parafraserend, "last
te hebben van over lastgevers" - het aanpakken van overlastgevers lijkt toch de
primaire taak van de politie te zijn. Tel daar bij op dat 'de politie niet zo
goed raad weet met groepen jongeren van met name Antilliaanse en Marokkaanse
afkomst', dat bij contact die in het algemeen relatief probleemloos [verloopt],
mede door deëscalerend optreden van agenten', en dat 'beide (strijdende)
partijen elkaar in de praktijk zoveel mogelijk ontlopen'. Dan komen de
woorden van Harm Beertema ineens in een helderder licht: zijn ervaringen lijken
niet incidenteel, maar passen volkomen bijna de bevindingen van de
wetenschappers, en lijken dus structureel. Nog een voorbeeldje:
De Volkskrant, 18-10-2008, ingezonden brief van Ans Kramer (Briele)
De politie is bang
Op woensdag stond er in de Volkskrant een verhaal over jongens die een
Joodse man in elkaar sloegen. Het slachtoffer kon geen aangifte doen vanwege
drukte. Dit soort dingen gebeuren voortdurend. Wij hebben meegemaakt dat onze
buurjongen na mishandeling gedwongen was zijn girorekening leeg te halen. Hij
kon na twee weken aangifte doen. Geweld en mishandeling is geen aanleiding voor
de politie om in actie te komen. Volgens mij zijn ze bang. Het incident waarbij
de politie in Pernis voor de deur stond te wachten op versterking terwijl het
slachtoffer doodgemarteld werd, brandt in mijn herinnering. Als gewone burger
worden we bekeurd voor de meest onbenullige dingen. Mijn vader van 88 werd in
ons dorp bij een winkel bekeurd omdat zijn invalidenpas niet op de juiste plaats
lag: 130 euro.
Red.: Ook de redactie heeft een dergelijke ervaring.
Samen met een buurvrouw die last had van jongeren, meeste van Marokkaanse
afkomst, werd te verstaan gegeven dat het waarschijnlijk het effectiefst was
om ze op te wachten samen met een sterke buurman. Inbreng van de politie kon
hoogstens minimaal zijn.
Deze verderfelijke moraal is niet zomaar ontstaan, maar het
gevolg van het intellectuele en maatschappelijk klimaat - meer daarover hier
.
Naar Moraal, lijst
,
Rijnlands beleid
, Rijnlands beleid,
overzicht , of site home
.
|