Onderwijsdiscussie 2005
Hoewel al lang onder de oppervlakte branden als een veenvuurtje in
onderwijskringen als lerarenkamers, kwam de onderwijsdiscussie pas in
volle hevigheid in de openbaarheid toen Volkskrant-journalist Martin
Sommer een reeks columns over het onderwijs schreef, naar aanleiding van
correspondentie die hij vanuit het onderwijsveld had gekregen. Een hoogtepunt
uit die discussie staat beschreven in onderstaande artikel, waarin ook het
hoofdpunt uitgebreid aan de orde komt: het debat over vorm versus inhoud:
Uit: HP/De Tijd, 25-11-2005 (nr. 47), door Astrid Theunissen
'Het studiehuis was bij voorbaat ten dode opgeschreven'
Tussentitels: 'Je zit leerlingen vijf jaar te vervelen met Grieks en Latijn,
en in het
examenjaar kunnen ze nog geen bladzijde lezen.'
'Zet je probleemkinderen in een fabriek waar ze als een rat door een
labyrint worden gejast door mensen die ze niet kennen, dan creëer je
buskruit.'
Het studiehuis functioneert niet, verklaarde minister Van der Hoeven vorige
week. De classica Marijke Verbrugge verliet al jaren geleden het onderwijs
vanwege de alles-moet-leukterreur. 'We creëren een agressieve MTV-generatie.'
Didactici en pedagogen triomferen. Docenten zijn monddood gemaakt. De jeugd
lijdt geestelijke honger. En de moord in het Haagse Terra College is niet zomaar
een incident, potverdorie. Marijke Verbrugge (39) windt zich op, ze windt zich
enorm op. De jarenlang opgepotte verontwaardiging stroomt de Leidse voorkamer
in. Vijf jaar geleden verliet de docente Grieks en Latijn het onderwijs vanwege
het studiehuis, dat haar dwong 'het vak te vernachelen', en al die jaren kwam de
kritiek slechts haar man, de filosoof Ad Verbrugge, ter ore. Tot een maand
geleden, toen een vernietigend evaluatierapport de discussie over het in 1998
ingevoerde studiehuis deed oplaaien. Toen liet ze voor het eerst publiekelijk
van zich horen in het televisieprogamma Buitenhof.
En hoe. Haar tafelgenoten, CNV-onderwijsbond-voorzitter
Marleen Barth en Tweede-Kamerlid Mariëtte Hamer, werden verbaal door haar
geslacht. Niets konden de twee PvdA-vrouwen inbrengen vóór het studiehuis of het
werd terstond door Verbrugge onderuitgehaald. De classica is nog steeds
ontsteld. "Hoe kunnen die dames rustig slapen? Hoe durf je ingrijpende
beslissingen te nemen als je zo slecht geïnformeerd bent!" ...
Red.: Hier is niets overdreven. De redactie heeft deze
uitzending live mogen meemaken, en het was een bloedbad. Met inderdaad
als eerste cruciale punt dat de (mede-) vormgevers van het nieuwe
onderwijsbeleid totaal niets van de praktijk bleken te weten.
|
Het studiehuis zou het paradepaardje worden van het 'nieuwe leren'.
Ervaringsonderwijs was plots het credo in de bovenbouw van havo en vwo.
Vakkennis moest plaatsmaken voor vaardigheden en zelfstandig leren, dus
minder klassikaal rijtjes stampen en meer werkstukken maken. Zo zouden
de scholieren de universiteit en het hbo niet langer als een jungle
ervaren en daar beter aansluiting vinden.
Maar daarvan kwam niets terecht, was de conclusie van het
evaluatierapport, die strookt met klachten van universiteiten en hogescholen. De
eerste lichting studenten-nieuwe-stijl scoorde slecht op taalvaardigheid,
rekenvaardigheid en analytisch vermogen. In Buitenhof probeerde Kamerlid
Hamer die achteruitgang aldus te vergoelijken: "Het probleem met vernieuwingen
is dat ze zelden de kans krijgen om echt door te werken." Verbrugge toen:
"Het studiehuis was bij voorbaat ten dode opgeschreven." ...
'Ik werkte aan een scholengemeenschap in Dordrecht waar in
1997, een jaar eerder dan landelijk, het studiehuis werd ingevoerd. Ik
was daar mordicus tegen, want dat het niveau door deze
onderwijsvernieuwing achteruit zou hollen was zo duidelijk als wat. Mijn
vak werd opgesplitst in een taal- en een cultuurgedeelte, én ik moest
zowat de helft van mijn lesuren in de bovenbouw inleveren. Die tijd
kregen leerlingen om zelfstandig opdrachten uit te voeren en werkstukjes
te maken, werkvormen die vakinhoudelijk weinig opleveren. Toen ik dat
inbracht op vergaderingen voor de introductie van het studiehuis werd ik
letterlijk naar de borreltafel verwezen. De vakinhoud.... dat was zo
onbelangrijk." |
Day waren welewuste opvattingen, voortvloeiende uit ideologie -
gelijkheidsideologie, anti-eta ideologie, en dat soort zaken. En dat het
ideologie was, lijkt ook uit de manier waarop het is ingevoerd:
|
Minzaam: "Niet de leerling, maar het systeem staat centraal. Het
studiehuis was een speeltje van bestuurders, onderwijskundigen en directies. De
overheid heeft het erdoorheen gedrukt door schoolbesturen en docenten te
paaien."
Het ministerie van Onderwijs, stelt Verbrugge, heeft bewust
een wig gedreven tussen schoolleiding en docenten, en tussen docenten
onderling. "Directies die inhaakten, mochten meedenken over de
vormgeving en kregen geld. Leraren die in hun pas liepen, konden
managementtaakjes krijgen en de bijbehorende salarisverhoging. Dus
mensen met ambitie werden jaknikkers. ...
"Leraren met kritiek kregen een folder onder hun neus: wie
tegen het studiehuis is, is lui. Wij werden afgeschilderd als
conservatievelingen met weerzin tegen het nieuwe leren. Ik ben niet tegen
ervaringsonderwijs. Ik ben tegen eenzijdigheid. Voordien kregen leerlingen ook
opdrachten, nu holden ze van beleving naar emotie. Leuk misschien, al die
ervaringen, maar je hebt er niets aan als je niet over relevante kennis beschikt
om ze te kunnen plaatsen. Bij geschiedenis behandel je ook niet eerst de Tweede
Wereldoorlog en daarna Napoleon." |
Op de werkvloer zelf liep en loppt een andere groep verraders:
|
De praktijk bevestigde haar vrees; haar leerlingen kwamen aan het
eind van de rit kennis te kort. ...
De onzekerheid sloeg toe. Ze had vier jaar leservaring, en
niet eerder had ze reden gehad om aan haar functioneren te twijfelen, maar nu
vroeg Verbrugge zich af of ze wel efficiënt genoeg werkte. Collega's hoorde ze
namelijk niet over hun urentekort. Uit angst om incapabel over te komen,
begreep ze later. Tijdens een studiemiddag bleken ook collega's Latijn
en Grieks met tijdgebrek te kampen, maar de aanwezige vakdidactica hield
vol dat er niets mis was met het systeem.
"Er was iets mis met óns, zei ze, maar ze had een simpele
oplossing. In plaats van Cicero met zijn lange zinnen moesten we onze leerlingen
de dichtregels van Catullus laten lezen. Zo zou het aantal door het ministerie
voorgeschreven pagina's makkelijker gehaald worden. Ha! Alsof het alleen om
letters lezen gaat. Een gedicht is zeker zo bewerkelijk in de uitleg als een
prozatekst."
De vakdidactici hadden de tijd van hun leven. "Zij mochten de
leergangen ontwerpen, terwijl zij niet voor de klas staan en veel minder voeling
hebben met de praktijk dan ze denken." Dat gold ook voor haar directeur.
"Vroeger was een schoolhoofd vaak een lesgevende classicus, omdat dat een mooi
uithangbord voor de school is. Mijn baas was een prima man, maar van een
ablativus absolutus had hij nog nooit gehoord. Ik kon dus niet even in tien
minuten uitleggen wat de angel van mijn probleem was." |
Met natuurlijk de bijkomende "poltieke" processen:
|
Na de onzekerheid kwam de frustratie, en ook die kon ze bij
collega's niet kwijt. "Ze deelden mijn bezwaren vaak wel, maar hadden
bijvoorbeeld een hogere hypotheeklast. En wie zich neerlegt bij een
situatie wil niet steeds over problemen horen. Ze zeiden steeds:
'Marijke heeft altijd van die goed gefundeerde bezwaren, ha, ha, ha.'
Het enige wat restte, was lobbyen om een extra uurtje, en het was de
kunst om het net iets gelikter te brengen dan de
leraar natuurkunde. Want die kwam óók uren te kort." Ze veert voorover. "Zo
smerig. Je maakt een didactisch systeem en als er iets niet klopt, is het de
schuld van de docenten en moeten zij het probleem maar oplossen."
Woedend vertrok Verbrugge twee jaar na de invoering van het
studiehuis uit het onderwijs. "Je zit leerlingen vijf jaar te vervelen met
Grieks en Latijn, en in het examenjaar kunnen ze nog geen bladzijde lezen. Dat
is hetzelfde als iemand een auto verkopen die om de hoek door zijn wielen zakt." |
Verbrugge doet in 2005 nog een waarneming:
|
Het studiehuis is de zoveelste onderwijs-vernieuwing waar kinderen het
slachtoffer van zijn geworden. Wat zeg je tegen hen?" Met diepe stem: "Sorry
jongens, we hebben het de afgelopen acht jaar niet goed gedaan? Die kinderen
kunnen die acht jaar niet overdoen." Veel slimme jongens heeft ze zien afhaken
door het ervaringsonderwijs. Jongens, weet ze, laten meestal liever zien dat ze
weten hoe iets zit dan dat ze een zelfreflecterend werkstukje maken waarvoor ze
geen cijfer krijgen. Die werkvorm past beter bij de meer gedisciplineerde
meisjes. "Met als gevolg," zegt Verbrugge, en zo noteert ook het
evaluatierapport, "dat veel meer meisjes dan jongens naar het hoger onderwijs
gaan. Jongens vallen buiten de boot omdat braaf werkstukjes maken het
selectiecriterium voor het hoger onderwijs is geworden." |
Pure sociologische logica. Pas in 2010, als de logica werkelijkheid is geworden,
dringt het tot de rest van de
goegemeente door
.
Nog meer observaties:
|
Het is een omgekeerde wereld, constateert ze hoofdschuddend.
"Terwijl vijftienjarigen in het voortgezet onderwijs worden losgelaten
omdat ze zelf-stan-dig moeten zijn, worden achttien jarigen steeds
intensiever begeleid door universiteiten omdat die anders hun rendement
niet op peil houden. Absurd." |
De universiteiten doen het laatste omdat het vanuit praktijkervaringen
noodzakelijk is gebleken - op scholen gebeurt het eerste, omdat de
onderwijskundige ideologen er de baas zijn.
Hoe het wel moet:
|
"Om de aansluiting van vwo'ers met het hoger onderwijs te
verbeteren, had je het hbo centraal moeten stellen en de universiteit
klein moeten houden. Het aantal wetenschappelijk geïnteresseerden is
namelijk gering. Maar nee. De universiteiten zijn enorm uitgedijd door
al die vwo'ers die daarheen zijn gemept. Het gros wil gewoon een beroep
leren en vindt de universiteit veel te wetenschappelijk, en de getalenteerden zitten zich stierlijk te vervelen."
|
En de oorzaak van dit alles is voor iedereen die zo ver is gekomen,ook snel aan
te wijzen:
|
PvdA-politiek, vindt Verbrugge. Elke arbeider een
universitair diploma. "Ik ben niet tegen het streven naar een algemeen hoger
niveau, maar als je elke burger behalve een auto een bul wilt geven, heeft dat
gevolgen voor de kwaliteit van dat universitaire diploma." |
In één enkele term: de gelijkheidsideologie.
En dan is het ook niet moeilijk om in te zien dat het
sterk contraproductief werkt:
|
Dertig jaar gelijke-kansen-onderwijs heeft, o ironie, de
zogenoemde minstbedeelden nog het meest gedupeerd, stelt Verbrugge. Op de oude
ambachtsschool kwamen de praktisch intelligenten tot hun recht. Maar op een vak
leren werd neergekeken, dus werd begin jaren negentig de basisvorming ingevoerd,
waarbij de vmbo'er voortaan dezelfde stof moest doorwerken als de leerling in de
onderbouw van havo en vwo. Terwijl vmbo'ers behoefte hebben aan praktische
vaardigheden, krijgen ze een theoretisch programma voorgeschoteld en
worden ze aangesproken op wat ze niet kunnen. Is het gek dat ze massaal
afhaken? |
Vervolgens passeren nog wat aspecten de revue:
|
Verbrugge wijst ook op de trend van schaalvergroting en het centraal
stellen van het management, waardoor 'de werkvloer' alle zeggenschap is ontnomen
en pedagogische nieuwlichters de grootste mond hebben. Alsof dat het
slechtbetaalde leraarschap aantrekkelijker maakt, hoont ze, en het tekort
kleiner. "Twee van mijn oud-collega's werken aan een vmbo in een team van tien
leraren. Daarvan zijn er nog maar vier gekwalificeerd, de rest is in opleiding
of ergens anders vandaan getrokken. Met twee man moeten ze zestig kinderen in
een lokaal bezig houden. Dan klaag je ook nog over schooluitval? Schofterig. Je
organiséért het gewoon." |
Vervolgens gaan we naadloos over op de maatschappelijke gevolgen - Verbrugge
heeft het allemaal op een rijtje:
|
Het onderwijs werkt de maatschappelijke onrust in de hand, zegt ze.
"Kinderen zitten minstens twaalf jaar op school. Wie twaalf jaar lang
een groot deel van hun dag in beslag neemt, moet zorgen dat ze iets op
zak hebben als ze de poort uit lopen. Dat garandeert dit onderwijs niet.
Er zijn gediplomeerde hbo'ers die geen fatsoenlijk Nederlands spreken.
Een schandaal. Werkgevers voelen zich bekocht, de ontslagen of werkloze
hbo'ers nog veel meer." De doodgeschoten docent van het Haagse Terra
College is ook niet zomaar een incident. "Uiteraard hebben we te maken
met een individuele gek, maar de schaalvergroting heeft bij die moord
een rol gespeeld," zegt Verbrugge, die vier
jaar op een school heeft gewerkt die later in dat college is opgegaan. "Op mijn
school zag je een toename van leerlingen met een instabiele achtergrond,
'allochtonenproblematiek', agressie en onaangepastheid. Die kinderen kun je
alleen fatsoenlijk opleiden in een rustige omgeving. Zet je leerlingen die zich
maatschappelijk buitengesloten voelen en thuis problemen hebben, in een fabriek
waar ze als een rat door een labyrint worden gejast door mensen die ze amper
kennen, dan creëer je buskruit." |
Dit wat betreft de zwakkeren in de maatschappij. Of misschien is "zwakkeren"
hier niet de juiste term. Het betreft iets van meer dan de helft tot tweederde
ervan - want het aantal vmbo'ers ligt al boven de helft.
Nog algemener:
|
Het huidige onderwijs genereert een instabiele, agressieve MTV-generatie, vindt
Verbrugge, waarin leerlingen niet weerbaar worden gemaakt tegen de
consumptiemaatschappij. "Kinderen worden bestookt met rotzooi van televisie en
internet. Er wordt op hun portemonnee geaasd, ingespeeld op hun seksuele lusten,
hun vraatzucht. Die stortvloed aan impulsen en gewenning aan 'patsboem'-behoeftebevrediging
ondermijnt het vermogen tot langdurige concentratie en zelfbeheersing, dat nodig
is om de kennis te laten inzinken. Omdat kinderen niet meer lang op een stoel
kunnen zitten, is het onderwijs ook maar sneller en leuker gemaakt. In rijen van
twee naar het bord kijken, is niet gezellig, dus wordt op de basisschool
standaard in groepjes gewerkt."
Wil kennis beklijven, dan zullen kinderen toch rijtjes moeten
stampen en breuken maken. "Maak je het onderwijs net zo leuk als de
televisie, dan wordt de jeugd een zwalkende massa die zich voortdurend
door primaire prikkels laat leiden. Ik voorzie dat onze jeugd in de
toekomst de samenleving niet meer kan dragen." |
Nu de uitleidende fase. Als eerste, als goede leraar, nog even een herhaling van
hoe het allemaal zo ver heeft kunnen komen:
|
Keer op keer zijn verkeerde beslissingen genomen,
concludeert Verbrugge. De middenschool met zijn uitstel van differentiatie van
het onderwijsniveau (een experiment van de toenmalige Onderwijsminister Van
Kemenade uit de jaren zeventig) is mislukt. Twintig jaar later volgde de
basisvorming, die uitging van dezelfde gedachte en dus ook mislukte. Vervolgens
werd het studiehuis uitgeknobbeld, dat nu eveneens failliet is verklaard. Welke
consequenties zijn daaruit getrokken? Waar zijn de mensen die dit hebben
bedacht? Verbrugges vragen zijn retorisch. "Die hebben weer een ander baantje
toegespeeld gekregen. Er is een kongsi tussen onderwijsdeskundigen, bestuurders
en overheid, en door dat bolwerk kom je niet heen. Willen we het tij ten goede
keren, zal dat van onderaf moeten gebeuren." |
En dan als goede didacticus, wat richtlijnen voor hoe het beter kan:
|
Haar optreden in Buitenhof leidde tot talloze reacties. Het
rapport over het studiehuis sprak boekdelen. De noodklok over het hbo werd
geluid door Annemarie Oudemans. Met - onder anderen - deze docente Nederlands,
hoogleraar Arnold Heertje, hoogleraar Onderwijskunde Greetje van der Werf
(beiden lid van de stichting 'Vrienden van het Gymnasium' en auteurs van de
recente essaybundel Steeds minder leren) en haar echtgenoot, die college
geeft aan de Amsterdamse VU, werkt Verbrugge aan een onderwijsplan.
"We streven naar een balans tussen leraar, leerling en de
vakinhoud. Daaraan wordt het schoolbestuur ondergeschikt, en de directeur moet
om voeling te houden met docenten en leerlingen zélf lesgeven. En verder willen
we een ouderbeleid gaan voeren, want ook ouders zijn verantwoordelijk voor goed
onderwijs. Er zijn nog steeds ouders die zeggen: als mijn kind het maar leuk
heeft op school. Fijn voor jou, maar is dat wat je kind nodig heeft?
Ouders moeten de school ondersteunen, en aanspreekbaar zijn op het gedrag van
hun kinderen. Het is niet alleen een recht om een goede opleiding te krijgen,
het is ook een gunst."
In januari presenteert de groep rondom de Verbrugges een
manifest. Onderwijl wordt gezocht naar kleine scholen, een vmbo, een lyceum en
gymnasium, die hun onderwijsplan willen uitvoeren. Daaruit moet blijken of 'hun'
leerlingen het gemiddelde niveau overstijgen. "Er is een lange weg te gaan,"
beseft Verbrugge, "maar we hebben geen haast. Al is er alle reden voor paniek,
paniek is een slechte raadgever. Kijk naar Marleen Barth en minister Van der
Hoeven. Die slaan nu door naar de andere kant, roepen: alle macht aan de
leraren! Creëer eerst eens rust en overzicht. Raadpleeg eerst mensen die
verstand van zaken hebben voordat je opnieuw schade aanricht. Want wat behelst
die kreet - alle macht aan de leraren?" Door eerdere vernieuwingen is de
traditie uit het leraarschap gehaald, waardoor dertig jaar ervaring aan de kant
is gezet en het wiel opnieuw moest worden uitgevonden, zegt Verbrugge. "Wij
zoeken de dialoog tussen leraren die lesgeven volgens de nieuwe en de oude
werkvormen. Met die gezamenlijke ervaringen proberen we de beste draai te geven
aan de huidige situatie. Niemand heeft vooralsnog de wijsheid in pacht over de
te varen koers, en niemand is gebaat bij verdere polarisatie. Het is zaak om, op
z'n EO's gezegd, nader tot elkaar te komen. Er zitten al te veel gefrustreerde
docenten, zogenaamd lastige studenten en door fusies fijngemalen schoolleiders
thuis hun wonden te likken." |
Dat initiatief is ondertussen uitgemond in de vereniging Beter Onderwijs
Nederland
, die dit werk voortzet.
Dat deze bijdrage van mevrouw Verbrugge nog lang niet voldoende
geholpen heeft, blijkt uit een herhaling van de alhier beschreven waanzin in
2010 alhier
.
Naar Rijnlands onderwijsbeleid, maatschappijvisie
, Studiehuis, val
, Rijnlands beleid
, Rijnlandmodel,
overzicht
, of site home
.
|