Onderwijsbeleid: vorm en inhoud
Een groot deel van de problemen in het onderwijs en de strijd erover zijn terug
te voeren naar de begrippen vorm en inhoud, en de strijd daartussen. Natuurlijk
hoeft er geen strijd te zijn tussen vorm en inhoud, en in de techniek is het een
gulden regel dat als de vorm goed zit, het met de inhoud ook meestal wel
redelijk oké is. Maar in de maatschappelijke context is die strijd er wel
degelijk, en is dit een aspect van de strijd tussen twee levenshoudingen: de
alfa en de bèta
. De alfa, de kunstzinnige, literaire enzovoort, is van nature voor de vorm
. De bèta, de technicus, de wetenschapper, is van nature voor de inhoud.
Het onderwijs zoals in de eerste decennia na de oorlog gegroeid is, was een
bèta-vorm van onderwijs: het ging erom de leerlingen wat te leren. Hoe dat ging
was minder belangrijk. De onderwijsvernieuwingen vanaf de jaren zeventig waren
in groeiende mate gericht op het aanleren van vorm, met als hoogtepunt
studiehuis-achtige leervormen waarin de leerlingen met een opdrachtje worden
losgelaten en het daarna zelf mochten uitzoeken. Dit onder het motto: later
moeten ze ook zelfstandig werken, dus het is goed ze dat nu te meteen als aan te
leren.
Dat laatste was natuurlijk een drogreden van het zuiverste water, van de soort:
gooi je peuter maar in het diepe, wat later moet hij/zij toch zelfstandig kunnen
zwemmen. Dat modern neurologisch onderzoek laat zien dat de hersens van pubers
nog dusdanig onvolgroeid zijn dat dit soort zelfstandigheid er nog even niet
inzit, was voor mensen met enig gezond verstand natuurlijk mosterd na de
maaltijd
.
De valse argumenten waren natuurlijk slechts een rookgordijn voor iets anders.
dat "wat anders" was de ideologie die als groep in de alfa's ingebakken zit: de
sterke voorkeur voor de vorm boven de inhoud. De inhoud is bedreigend, omdat ze
objectief is. En de inhoud is bedreigend, omdat bèta's er vaak beter is zijn.
Want steeds meer inhoud heeft een wetenschappelijke vorm, en de
wetenschappelijke vorm is steeds meer een bèta-vorm, en bèta's zijn nu eenmaal
beter in de bèta-vorm.
De inhoud is rekenen en aanverwante. De vorm is het verhaaltje. De capaciteiten
tot rekenen en dergelijke kan je redelijk goed uitdrukken in Cito-toetsen en IQ.
De capaciteiten tot het vertellen vaneen verhaaltje aalleen in waardering van
mensen. En heeft hoeft hier geen betoog hoeveel hekel alfa's hebben aan
Cito-toetsen
en IQ
.
In de loop van de laatste decennia hebben de alfa's, en daarmee bedoelen
we hier altijd de groep van alfa's en gamma's tezamen, een steeds invloedrijke
en uiteindelijk dominante rol gekregen in aansturing en beleid van het
onderwijs. Vaak waren het ook nog vrouwen, die met hun sterkere taalvaardigheden
nog meer een vormgericht neiging hebben. Het resultaat is bekend: het
competentiegericht onderwijs (De Volkskrant, 09-03-2010, van een
verslaggever):
Dit competentiegerichte onderwijs, oftewel vormonderwijs, heeft het hele
onderwijsbouwwerk heeft ondermijnd. Hieronder wat voorbeelden van deze stand van
zeken, beginnende met het mbo (uit de Volkskrant, 09-03-2010, van
verslaggever Robin Gerrits):
Maar het geldt overal - om te beginnen bij degenen die het
uiteindelijk moeten doen (uit
De Volkskrant, 04-05-2010, column door Aleid Truijens):
De strijd tegen het vorm-onderwijs zal hard zijn en nog lang duren, aangezien ze
staat midden in de strijd tussen alfa's en bèta's
.
En de alfa's zullen niet zonder slag of stoot hun bestaande positie van
overmacht
opgeven.
Ferry Haan was jarenlang
economie-journalist bij de Volkskrant geweest, toen hij zij-instroomde
richting het onderwijs, als economieleraar. Hij schrijft regelmatig over zijn
ervaringen in column-vorm (op de Volkskrant-website), en af en toe in wat
grotere vorm, als onder (uit de Volkskrant, 12-06-2010, door Ferry Haan,
leraar economie):
Waarna Haan verder gaat over de eisen te stellen aan de docent. Hij ziet
echter een belangrijk ding over het hoofd: de organisatie. De boeiende leraar is
een enthousiaste leraar. En de commando-structuur van de moderne
onderwijsmanager
is de vijand van enthousiasme. Dus de vijand van de boeiende leraar. Dus de
vijand van onderwijs.
Maar nu even over dat "boeien" zelf. De allereerste en
allerbelangrijkste zaak dienaangaande is een vervelende maar keiharde waarheid:
(veruit) de meeste mensen weten zichzelf nog niet eens te boeien. Laat staan
een ander!
Het verst dat de meeste mensen komen is oppervlakkige
zelfbevrediging, en nog veel frequenter is allerlei misbruik van eten en
genotsmiddelen, tot diverse vormen van verslaving als roken, te veel drinken,
koopverslaving en erger aan toe. En er is geen enkele reden om aan te nemen dat
onderwijsgevenden in dit geheel een dusdanig grote uitzondering vormen dat je
daar wel van kan stellen dat het voor het merendeel boeiende mensen zijn - of
met meer dan een zekere minderheid.
De eis stellen dat een leraar moet boeien, is de eis stellen
dat in iedere leraar een goede acteur schuilt. Het is onmogelijk en onzin.
De gemiddeldeleraar is iemand die een aantal aspecten van zijn vak goed
beheerst, de meest redelijk, en een paar minder of niet. Acteur-zijn en
boeiend-zijn zitten eerder in de laatste dan de eerste groep.
Te stellen dat een leraar boeiend moet zijn, is een
uitingsvorm van het dwaze idee dat ede gemiddelde leerling vrijwillig naar
school moet kunnen gaan. Op gelijke voet met de eis dat werk vrijwillig moet
zijn - iets dat je doet als je zin hebt naast de ruime uitkering die je sowieso
al geniet. Het zou het beste van twee werelden zijn, maar geen van deze werelden
bestaat.
Wat niet wegneemt dat een boeiende leraar een enorme pre is. Maar
is absurd je systeem op deze persoon in te richten. Je systeem moet erop
ingericht zijn dat de gemiddelde leraar niet boeiend is, en de leerlingen toch
gedwongen zijn om op te komen dagen. Boeiende wiskunderegels - boeiende
grammatica - boeiende schwere Wörter - het is allemaal onzin.
Haan's waanzin is een speciaal geval, of een gevolg
van, een algemeen maatschappelijke waanzin. Hieronder een archetypisch voorbeeld
van die algemeen maatschappelijke waanzin (de Volkskrant, 03-06-2010,
door Yvonne Zonderop):
Een typisch geval van "aan het einde van de regenboog ...". De auteurs hadden
die mening ongetwijfeld al, en zijn er vervolgens de jeugd naar gaan vragen - de
aloude "enquête"-valkuil
. Ook een enquête, maar dan eentje zonder de valkuil, namelijk door over
anderen te vragen, leerde al snel de waarheid: ruim 80 procent van de ouders
vindt de kinderen van anderen matig tot slecht opgevoed
- met als hoofditem discipline. Sociale discipline, natuurlijk. Oh ja, bij de
eigen kinderen viel het natuurlijk allemaal reuze mee. Net zoals het slim en
sociaal zijn van de huidige pubers natuurlijk reuze "meevalt" ...
Maar het idee van de zelfstandige jeugd is nog steeds reuze
populair in links-ideologische kringen, dus reden genoeg om mevrouw Groen haar
expert opinion over het onderwijs te vragen:
In welke richting dat gaat, blijkt al snel:
Je gelooft je ogen niet. Kinderen van 10 over "respect" ... Ze weten
ongetwijfeld niet eens wat het woord precies inhoudt, want het is een redelijk
abstracte term - iets waarover je zou kunnen leren op de middelbare school - en
dat dan nog alleen de vwo's. Die kinderen van 10 gebruiken wel het woord
"respect", maar bedoelen ongetwijfeld iets dat niet overeenkomt met het
volwassen "respect". Wat ze bedoelen is: "Mijn zin krijgen".
Met deze vertaling is het voorgaande meteen volkomen
begrijpelijk: kinderen willen hun zin krijgen. En dat "de leraar ze geen respect
geeft" moet je vertalen als: "de leraar geeft me mijn zin niet". Althans,
niet zo veel als mijn ouders. Wat naadloos past in het genoemde onderzoek over
de houding van andermans kinderen: die zijn slecht opgevoed omdat ze te veel
hun zin krijgen.
Maar naast dit essentiële punt staan er in deze passage nog
andere zeer opmerkelijke zaken. Ten eerste: het heeft iets met geslacht te maken
want het gaat vooral over jongetjes. Ten tweede: er wordt hier meteen ook over
geslacht gelogen, want van de onderwijsgevende wordt het verkeerde geslacht
vermeldt: de 'leraar' van het jongetje van 10 is in overgrote meerderheid een
"lerares". En dan is er nog een leugen, want de 'leraar' is geen "leraar" maar
"onderwijzer", tezamen met de andere correctie dus "onderwijzeres" - of "juf" -
zie ook boven.
Met al een stuk ideologie en een aantal leugens achter de
rug, is het gerechtvaardigd om bijzonder achterdochtig te worden aangaande alle
uitspraken en motieven van deze mevrouw. Laten we nog eens terugkomen op dat
respect en het feit dat het jongetjes betreft. Er is in deze tijd wel een
natuurlijke bron van het gebruik van de term "respect" te vinden: de allochtone
cultuur: vooral bij Marokkanen, Antillianen en dergelijke ligt het woord vooraan
hun mond bestorven. Niet meteen bij jongetjes van 9 of 10, maar wel bij
jongetjes van 15, 16 en ouder
. En met wie gaan de jongetjes van 9 en 10 om? Juist: hun broertjes van 15, 16
en ouder.
We hebben hier dus al meerdere zaken uit de
links-ideologische beerput te pakken: gelijkheidsideologie, gezagsfrustraties,
een vermoeden van man-vrouwfrustraties, en een vermoeden van multiculturele
frustraties.
We lezen verder - het volgende is allemaal zin voor zin:
Precies. Waarover ze aangaande andere ouders sterk negatief zijn.
Wat modern neurologisch onderzoek (zie verderop) heeft laten zien als iets
waar pubers nog moeite mee hebben en moeten leren. Bij en 9 tot 10 jarige kan
dat hoogstens rudimentair zijn.
Een herhaling van de waanzin: kinderen van 9, 10 zijn niet
gelijkwaardig - dat worden ze door goede opvoeding, ergens als ze een jaar
of 20 zijn.
En je eigen ikje ontdek je het beste door regelmatig gecorrigeerd te worden -
kinderen die zo maar hun gang kunnen gaan, worden monstertjes
- en het laatste dat monstertjes worden, is gelukkig. Zelfs volwassen die niet
genoeg gecorrigeerd worden, worden monsters - dit heet "de valkuil van de
bewondering"
.
En hier is dit stuk analyse rond: dit is precies zoals we het al beschreven
hadden: hun "geen respect van de leraar" is "niet mijn zin krijgen van de
leraar".
Het is om misselijk van te worden. Dit soort lieden staat tot
aan de neus in de drek, en terwijl ze de drek proeven, herkennen ze niet dat het
drek is:
Nee, natuurlijk. Lesgeven is ingewikkeld geworden vanwege de ideologie van
deze strontscheppers, die in het onderwijsbeleid de baas zijn.
En het houdt maar niet op:
Wat een volstrekte waanzin: daar sta je met je klas van dertig leerlingen, en
moet aan Marietje gaan vragen hoe haar weekend was. En daarna ook nog Jantien,
Klaas, enzovoort. Voor je je ronde hebt gedaan gaat de bel voor de volgende
aflevering van Goede Tijden, Slechte Tijden ...
En dit is dus ook het punt waar we de koppeling kunnen maken
met het verhaal van Ferry Haan. Want lees voor 'leuker' ook 'boeiender'.
Twee zinnen later ook nog een gotspe:.
Hoezo denigrerend? Het is de glaszuivere waarheid als je het Groen-recept
volgt. Dit is wat de Amerikanen een pre-emptive strike noemen: je voelt
dat je op dit punt kwetsbaar bent, en je doet alvast een tegenaanval. Deze
mevrouw Groen is een levensgevaarlijk manipulator.
Kortom: je stelt onmogelijke eisen aan de leraar uit grond van jouw eigen
ideologie, en als de leraar daar niet aan kan voldoen, en de meeste zullen dat
niet kunnen, is het je eigen schuld. Deze mevrouw Groen is ook een regelrecht
takkenwijf.
Kijk hoe ze liegt en bedriegt bij een confronterende vraag:
Je moet maar jet loef hebben om jezelf zo tegen te spreken. Om maar te hoeven
zeggen dat je ongelijk hebt.
Ja, op het vwo is er een groepje. Maar elders nauwelijks tot niet.
Ja, precies, vanwege die wiskunde. Deze menvrouw slaat werkelijk alles
aangaande inconsistentie.
Vertaald: mijn gelijkheidsideologie stelt dat er geen schil in
structuurbehoefte is tussen de diverse niveaus.
En als de werkelijkheid zegt dat dat niet zo is ...
... dan ontken je dat gewoon keihard: jeugd is jeugd, en er kan geen verschil
zijn.
Of je zet de piramide op zijn kop, en zegt dat het een
normale piramide is:
Een andere omschrijving van "een leiding- en structuurgevende rol" is
"erboven staan".
Waar de scheidslijn tussen waanzin en de nog gezonde mensen
ligt, blijkt ook nog even:
Die applaudiserenden waren de mensen die les wilden geven, en het onmogelijk
wordt gemaakt door de mevrouwen Groen en de directies die naar hen luisteren. En
die dan verbaasd zijn als de "les willen geven"-den boos op hen worden:
Ja, het is om uit je vel te springen: goed les geven is vrijwel volstrekt
incompatibel met gelijkwaardige behandeling. "De leerlingen zijn mijn vrienden
niet", zei de onderdirectrice in het gehoor van de redacteur. Pas een haljaar of
wat later begreep hij die uitspraak. Toen er inmiddels leerlingen waren blijven
zitten mede door lage cijfers behaald bij zijn vak - zoiets doe je je vrienden
niet aan.
En tot slot nog een teken van de ideologische achtergrond:
Alsof
regels iets te maken hebben met het negatieve van de wereld. Losbandigheid, dat
heeft te maken met het negatieve van de wereld. En gebrek aan discipline, en al
dat soort zaken. Mevrouw is meer dan lichtelijk ideologisch gestoord.
En dat wordt dan gehoord over de inrichting van het
onderwijs... terwijl het nu volop bekend is dat het onderwijs gedurende de
laatste decennia ernstig ontspoord is, en het, buiten de groep zelf, aan
iedereen duidelijk is dat dit komt door dit soort mensen. Voor het type, zie bij
het artikel geplaatste foto hiernaast. Een in het onderwijs werkende vriendin,
die dit soort mensen met grote regelmaat langs ziet komen, die de foto zonder
een woord omtrent de achtergrond werd voorgelegd met de vraag: "Wat is dit voor
een type?" gaf zonder aarzelen de kwalificatie "Onderwijs...", met op het
stippellijntje een lichte krachtterm. Hetzelfde gevoel als van die
onderwijsgevenden die als reactie op haar praatjes de zaal verlaten.
Voor een uitgebreid verhaal vol met weerleggingen van deze
waanzin door één van de boze "les willen geven"-den, zie hier
.
Nog een onderwijsvorm die door het nieuwe leren bijna
te gronde is gericht (de Volkskrant, 26-11-2010, door Arnold Heertje en Jasper van Dijk):
Red.:
Bij een groot artikel van de Volkskrant over de InHolland-affaire stond
een foto van de bestuurders ervan. Hiernaast daaruit Joke Snippe - dit in
verband met de gelijkenis met Inez Groen, hierboven.
Intussen is een rechts kabinet aangetreden, en zijn ook weer meer
uitwassen van de onderwijsvernieuwingen (de spellingchecker blijft
voortdurend "onderwijsvernielingen invullen ...) naar buiten gekomen. De
mensen van de inhoud krijgen meer gehoor. Hetgeen het veld van
onderwijsdeskundigen niet helemaal over zich heen kan laten gaan
(de Volkskrant, 18-06-2011, van verslaggever Robin Gerrits):
Liefdevoller onderwijs: beginnen met de
halve ochtend kringgesprek, daarna een uurtje rekenen, en als troost de hele
middag naar het museum.
'De huidige nadruk' zijnde een klein herstel van dertig jaar afbraak.
De retorische truc van "Ja, maar ...": "Ik ben voor schaatsen, maar dat die
kou en het ijs erbij moeten ze afschaffen" => . Gevolgd door de truc van het
zwart-wit denken: het grijs van "meer ijnhoud en presteren" wordt overgslagen en
meteen verklaard tot "alleen inhoud en presteren". Dit natuurlijk om te pleiten
voor alleen gezelleigheid en feest.
Een aperte leugen: scholen probeerden op een zo makkelijk mogelijke manier
ouders en leerlingen tevreden te stellen, en een maximaal aantal leerlingen
binnen te halen door de normen te verlagen en veel feestjes te organiseren.
Aperte leugen. tegen de hetze die gevoerd werd tegen de mensen van de inhoud
is in de Volkskrant een opstand van leraren gekomen, en die door
schoolmanagers en onderwijsdeskundigen heftig bestreden mensen hebben toen Beter
Onderwijs Nederland opgericht.
Aperte leugen. De karikaturen kwamen van de schoolmanagers en
onderwijsdeskundigen die voortdurende bleven hameren op "We kunnen niet terug
naar de ouderwetse leraar voor de klas".
En "ontwikkelen" geschiedt door uitdagingen. dus door prestaties verricht als
antwoord op die uitdagingen.
Weer zwart-wit. Het hele onderwijs heeft zich tot voor kort alleen maar op de
feestjes gericht. Zoals deze:
In de praktijk: kringgesprekken en feestjes, dus.
Mede door de wanstaltige prietpraat van onderwijsdeskundigen, zoals dit:
Waanzin. dat is in een enkel zinnetje uitgelegd: school is oefening voor
later kunnen functioneren in de maatschappij. En in de maatschappij functioneer
je het beste als je af en toe wat presteert.
Een ander aspect van de invloed van de alfa- en gamma onderwijsdeskundigen:
de waanzinnige overwaardering van intellectueel werk ten opzichte van handwerk.
Krokodillentranen. Ze zijn zelf één van de drijvende krachten achter de
afschaffing van het inhoudelijke vakonderwijs, ambachtschool en dergelijke,
geweest.
Voor deze laatste en de andere genoemde misdaden zou de hele
beroepszaak van de onderwijsdeskundigheid onmiddellijk ontslagen moeten worden,
en processen gestart tegen de ergste figuren, zoals deze professor, wegens het
massale en collectieve leed de leerlingen aangedaan. Chinese straffen zouden de
norm moeten zijn.
Overigens heeft deze ideologie ook op psychologische terrein
gevolgen. Want ze past volledig het in het patroon dat kinderen opvoedt tot
egocentrische, narcistische en weinig gecontroleerde persoonlijkheden, zie hier
.
Een aantal dagen later komt er een reactie die de redactie de
moeite van het bovenstaande bespaard zou hebben
(de Volkskrant, 22-06-2011, ingezonden brief van Jaap de Jonge (Amsterdam):
Met ook bijna dezelfde conclusie: ontslaan die
hele handel.
Naar Rijnlands beleid
, of site home
.
|