Het hoger beroepsonderwijs

15 sep.2006; 21 nov.2010

Het hoger beroepsonderwijs, het hbo, is de hoogste specifieke beroepsopleiding, liggende tussen het middelbaar beroepsonderwijs, het mbo, het eindpunt van een groot deel van de leerlingenbevolking, en het universitaire of wetenschappelijke onderwijs, het wo. Op het ogenblik worden er diverse pogingen ondernomen om tot een betere samenwerking tot komen tussen hbo en wo, om uiteenlopende redenen, zoals het verbeteren van de doorstroming, waarbij vooral politici wijzen op de allochtonen in  het hbo. Het heeft zelfs geleid tot oproepen tot een vorm van samensmelting van hbo en wo, en het toekennen van academische privileges aan het hbo. Een ander argument is dat het wo te theoretische is, en meer praktisch zou moeten worden. En dit alles ter verbetering van het directe nut van onderwijs voor de economie, het bedrijfsleven.

In realiteit is dit natuurlijk een vorm van denivellering, mogelijkerwijs de reden dat het ook vanuit linkse politieke hoek nogal wat steun ondervindt uitleg of detail . Onder een paar artikelen over de realiteit, waaruit blijkt dat het hbo zelf niet zo praktisch gericht is als ze zegt, en dat het haar vooral over prestige gaat.


Uit: De Volkskrant, 06-09-2006, van verslaggever Frank van Alphen

Achtergrond | MKB-Nederland en VNO-NCW vinden dat hoger beroepsonderwijs te traag reageert op praktijk van alledag

‘HBO staat onvoldoende open voor bedrijfsleven’

Ondanks mooie convenanten en fraaie intenties verloopt de samenwerking tussen het bedrijfsleven en het hoger beroepsonderwijs stroef.


Het hoger beroepsonderwijs werkt slechts mondjesmaat samen met het MKB en staat nog te weinig open voor de wensen van het bedrijfsleven. Dit is de kern van de kritiek op de hogescholen die de voorzitters van de werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland dinsdag lieten horen bij de presentatie van de nota Hogescholen en branches, partners in professie.
    ‘We horen regelmatig uit bijvoorbeeld de bouw of de installatiebranche dat hogescholen verzoeken om toegepast onderzoek niet kunnen honoreren’, zegt Loek Hermans, voorzitter van MKB-Nederland. ‘Ze hebben hun onderwijsprogramma’s al klaar en willen die niet meer wijzigen. Minder onderzoek betekent dat bedrijven bijvoorbeeld minder nieuwe producten kunnen introduceren.’ ...


Uit: De Volkskrant, 06-09-2006, van verslaggever Gerard Reijn

Ook het hbo zoekt prestige

De internationaal gerichte ‘university colleges’ van de universiteiten krijgen een tegenhanger op hbo-niveau. Het eerste ‘hogeschool college’ komt in Zwolle.


Zwolle krijgt als eerste een hogeschool college: een ambitieuze hbo-opleiding naar het model van de university colleges. Met alle daarbij behorende kenmerken: internationaal karakter, gericht op ondernemen, Engels als voertaal, selectie aan de poort, kleinschaligheid, hoger collegegeld en studenten die op een campus wonen. Precies zoals de university colleges in Maastricht, Utrecht en Middelburg. ...
    Windesheim is trots op zijn Honours College, maar eigenlijk is het tweede keuze. De samenwerking met de VU was bedoeld voor iets anders. Voor 2010 wilde VU-Windesheim zes wetenschappelijke bacheloropleidingen in Zwolle hebben. Maar de combinatie komt voorlopig niet verder dan één: bedrijfswetenschappen. Toen vorig jaar geprobeerd werd een opleiding gezondheid en leven op te zetten, stuitte dat op verzet van andere universiteiten en kreeg VU-Windesheim geen toestemming. ‘De regels zijn nu nog te ingewikkeld’, zegt de woordvoerder. ‘Maar op deze manier brengen we toch beter onderwijs naar Zwolle.’


Red.:   De werkelijkheid van de verdeling van talenten maakt dat er meer theoretische en meer praktische georiënteerde mensen zijn, in diverse maten. Om de (sterk) theoretisch georiënteerde een passende opleiding te bieden, is er het wetenschappelijk onderwijs. Het natuurwetenschappelijk deel daarvan heeft zijn nut allang afdoend bewezen. Het menswetenschappelijke deel ervan zou daartoe gestimuleerd moeten worden,. En de rest maakt eigenlijk deel uit van onze cultuur, en niet van wetenschap, maar kan daaraan zijn warde ontlenen.
    Daartegenover staat het hbo, de meer praktische opleiding op het hoogste niveau. Waar er sprake is van een gevoel van niveauverschil tussen deze twee richtingen, is dat deels ten onrechte, en veroorzaakt door onze aanzienlijke overwaardering van intellectuele capaciteiten. Deels is het wel terecht, gezien de bijdragen van de wetenschap aan de voortgang van onze cultuur en maatschappij. En dat is de reden voor de huidige strevingen van het hbo. En dit psychologische proces wordt weer veroorzaakt door een sociologisch: het ontstaan van een topmanagersklasse binnen het hbo, door de schaalvergroting van de hbo-scholen - het is het gevolg van machtswellust door de instroom van verkeerde mensen in de top, een instroom waarin vakmensen vervangen worden door beroepsbestuurders.
    Waar dit laatste in 2007, tijdens het schrijven van het eerste deel van dit artikel, min of meer een voorspellend karakter had, is dit een paar jaar later keihard uitgekomen:


Uit: De Volkskrant, 20-11-2010, door Merijn Rengers en Ianthe Sahadat

Onderwijs als bijproduct

Hoe groter Hogeschool InHolland werd, hoe meer enkele bestuurders last kregen van grootheidswaan. Puinruimer Geert Dales kon die cultuur niet veranderen.

Tussentitel: De lijst met incidenten is lang: falend toezicht, gesjoemel met diploma's, opmerkelijke declaraties

Geert Dales had er zin in, toen hij op een broeierige en bewolkte maandagochtend in juli 2007 het hoofdgebouw van Hogeschool InHolland in Den Haag binnenstapte.   ...
    InHolland zat in de zomer van 2007 in grote problemen. Dales voorganger, Jos Elbers, had de school veranderd in een van de grootste hbo-instellingen van Nederland en ver daarbuiten – met vestigingen op negen locaties in de randstad en in Suriname, met bijna 40 duizend studenten en zo’n 3.000 medewerkers.
    Elbers – huidig voorzitter van D66 Rotterdam – had de school als een bedrijf gerund, met overnames, gelikte folders, grote feesten en bonussen. Daarbij was hij de docenten en studenten vergeten. Onder zijn leiding was het aantal lesuren sterk afgenomen en hadden tientallen docenten uit protest de school verlaten. Voor zichzelf had Elbers wel goed gezorgd. Hij domineerde de lijstjes van grootverdieners in de onderwijssector.


Red.:    Het eerste stel verbindingen: grootschaligheid leidt tot grootschaligheid van bestuur. Grootschaligheid van bestuur leidt tot grootschalig graaien. De gang naar grooschaligheid komt samen met het aanhangen van kosmopolitisme - D66 is de partij van het kosmopolitisme.
 

  Dales wist bij zijn aantreden niet beter of Elbers was aan de kant gezet door de raad van toezicht van InHolland. ...
    Diezelfde week in juli was ook Jos Elbers op het InHolland-kantoor in Den Haag aanwezig, maar om heel andere redenen. Elbers kwam zijn handtekening zetten onder een contract voor de nieuwe lease-auto die hij had uitgezocht – een Citroën C6, met een cataloguswaarde van zo’n 70 duizend euro.
    De wagen was onderdeel van de nieuwe arbeidsvoorwaarden die Elbers had uitonderhandeld met Haddo Meijer, voormalig bestuursvoorzitter van rederij Nedlloyd en de toenmalige voorzitter van de raad van toezicht van InHolland. Elbers was helemaal niet ontslagen, zoals de buitenwacht dacht. Integendeel. Hij was weliswaar afgetreden als voorzitter, maar had in plaats daarvan een nieuw vierjarig contract met InHolland gesloten.   ...
    Weg met die man, dacht Dales. Maar dat kon niet. Elbers had contracten getekend met de raad van toezicht – inmiddels voorgezeten door Karel Noordzij, ex-bestuursvoorzitter van pensioenfonds PGGM – en daar had Dales niets over te zeggen. De raad van toezicht meende bovendien dat Elbers zichzelf zou terugverdienen door elders adviezen te geven.

Weer wat erbindingen: bestuurders uit de topklassen dekken de graaiende topbestuurder van de grootschalige onderwijsonderneming, ongetwijfeld omdat ze zelf ook grootschalige graaiers zijn. Tezamen één grote stinkende bestuurderkliek vormende:
 

  Dit moest wel oorlog worden, besefte Dales. Er was jarenlang op te grote voet geleefd. Iedereen had het zien gebeuren, had het goedgekeurd of zelf meegedaan. Maar waar moest hij beginnen? Bij de raad van toezicht, die het bestuur niet in toom had gehouden? Bij zijn collega-bestuurders?   ..
    Uit interne documenten en uit gesprekken met talrijke betrokkenen is een goed beeld te destilleren van de strijd die Geert Dales de afgelopen jaren heeft gevoerd met de bestuurders en toezichthouders bij InHolland. Hij verloor de strijd uiteindelijk.

Maar hoe zit het nu met het onderwijs zelf?:
 

  Joke Snippe uit Drenthe, een gepromoveerd onderwijskundige ...
    Snippe was verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs bij InHolland. Van haar was bekend dat zij vond dat studenten niet per se veel les zouden moeten krijgen. Dat zou de motivatie voor zelfstudie verminderen, zo liet zij weten aan collega’s die klaagden over het onderwijs bij InHolland.
    Het onderwijsconcept dat Snippe voor ogen stond – met de inzet van computers, zelflerende studenten en projectmatig onderwijs – was vanaf haar aantreden in 2002 door de toenmalige top van InHolland en door de raad van toezicht omarmd. Het was modern en sloot aan bij de ideeën over het studiehuis in het middelbaar onderwijs.

Volkomen voorspelvaar: hetzelfde soort meuk. Dit is het soort onderwijs dat tot een gierende achteruitgang heeft geleid, en uiteindelijk een parlementaire enquête. Maar daar hadden ze niet op hoeven te wachten,want op weg daarheen was al een groot aantal rode seinen gepasseerd:
 

  Studenten waren minder enthousiast. De hogeschool kwam herhaaldelijk in het nieuws met klachten van studenten over een steeds verder teruglopend aantal contacturen en summiere begeleiding. ...
   Een van de maar liefst 48 actiepunten die Dales lanceerde, was het opstellen van een onderwijsconvenant. Dat gebeurde tijdens een grote show, in september 2009, waar Dales samen met de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb een paar duizend Rotterdamse InHolland-studenten uitnodigde in voetbalstadion de Kuip. ... De school beloofde in het convenant goed onderwijs te geven en committeerde zich aan een aantal vast omschreven wekelijkse contacturen, beginnend met 20 in het eerste studiejaar. Studenten, op hun beurt, tekenden voor inzet en studietoewijding.
    Vlak na de ondertekening van het convenant druppelden bij Dales de eerste signalen binnen dat InHolland haar beloften aan studenten niet waar kon maken. Hij kreeg mail waarin studenten lieten weten dat zij het gevoel hadden dat zij een thuiscursus volgden, dat de opleidingen niet motiverend waren en dat er veel te weinig begeleiding was. Uit roosteroverzichten bleek bovendien dat er vaak maar enkele uren per week les werd gegeven.
     Dales ging verhaal halen bij Joke Snippe, die eerder had laten weten dat InHolland klaar was om de convenanten te ondertekenen. Dat bleek niet het geval te zijn. Uit een telling van een extern bureau, begin 2010, kwam naar voren dat de urennorm niet werd gehaald.
    Snippe moest iets doen, vond Dales. Maar er veranderde niets.

Nee, natuurlijk. Want  zo zit dat met ideologen. Als de werkelijkheid niet klopt met hun ideeën, is het de werkelijkheid die zich moet aanpassen.

Maar in één opzicht vond men wel een aanpassing nodig. Want de financiering is niet afhankelijk van de kwaliteit van het onderwijs, maar wel  van het aantal diploma's. En als rottig onderwijs tot minder diploma's leidt, zorg je daar gewoon op een andere manier voor:
 

  Net zoals er niets veranderde toen de eerste berichten van een alternatief afstudeertraject voor langstudeerders bij de Haarlemse opleiding Media & Entertainment Management (MEM) Snippe bereikten. Zij werd door een lid van de medezeggenschapsraad geïnformeerd over het bestaan van een ‘rendementscoach’ met de naam Theo die ‘de kansloze gevalletjes’ uit het stuwmeer van ouderejaars studenten gemakkelijk aan een diploma zou helpen. Snippe benadrukte dat kwaliteit het uitgangspunt diende te zijn, en wenste de boodschapper veel succes met de kwestie.
    Haar medebestuurders Dales en Labruyère zou zij tijdens een rondvraag van de kwestie op de hoogte hebben gesteld. In de notulen is haar opmerking echter niet opgenomen.
    Half juli barstte de bom. Een publicatie in de Volkskrant in het weekend van de WK-finale over de ‘Theo-route’ leidde tot de aanstelling van een onderzoekscommissie. Er bleek gesjoemeld, op grote schaal, met cijferbriefjes, vervangende opdrachten en eerder afgekeurde scripties. Studenten die de opleiding de rug hadden toegekeerd, waren gebeld door de rendementscoach, anderen hoorden via via van de gemakkelijke afstudeerroute. Allemaal in opdracht van de schooldirectie.

Kortom: het is grote stinkende bende, waar slechts één enkele groep in staat is iets aan te doen: de onderwijsgevenden. Die moeten maar leiding gaan geven aan het geheel. Dat wil zeggen: het opsplitsen van het monster in behapbare en menselijke eenheden, en onderwijsgevenden die goede nieuwe bestuurders uitzoeken, eventueel met externe hulp. En dus helemaal opnieuw beginnen, zonder een enkele van de oude bestuurders.
   Hier een bericht uit het veld:


De Volkskrant, 22-11-2010, ingebonden brief van Saskia Fonds (inmiddels werkzaam als advocaat), Amsterdam.

Slinks

Ik volg al enige tijd met belangstelling de toestanden rondom Hogeschool Inholland (Ten Eerste, 18 november). In een uitzending van EenVandaag van 10 november werd gezegd dat er een angstcultuur onder de docenten heerst. Niemand durfde in beeld te komen en te reageren, bang voor ontslag.
    Ik heb een kleine tien jaar lesgegeven aan deze Hogeschool (docent recht).Toen rond de millenniumwisseling het competentiegerichte onderwijs werd ingevoerd, heb ik me kritisch uitgelaten, onder andere over het feit dat kennisoverdracht als lesmethode verdween.
    Dat werd mij niet in dank afgenomen en ik werd op slinkse wijze ontslagen. Het was in die periode overigens ook al zo dat het management er bij de docenten op aandrong om studenten die erg lang over hun studie deden te laten slagen. Die studenten kostten veel te veel geld. En naar ik nu begrijp had het bestuur dat geld hard nodig.
    Nee, niet voor het onderwijs, maar voor zichzelf.
    Men declareerde er ongegeneerd op los blijkt uit het artikel. Wordt het niet eens tijd dat de revolutie uitbreekt? Docenten: klap uit de school.


Red.:   Hier de laatste uitzending van EenVandaag over dit onderwerp, op 18-11-2010 uitleg of detail . Op de genoemde datum van 10-11-2010 is er geen reportage over dit onderwerp, maar het volgende artikel geeft een een bewijs uit andere bron:
 

Uit: Volkskrant.nl, 05-10-2010, Novum

Leraar bij conflict vaak geïntimideerd door bestuur

Schoolbesturen schakelen regelmatig over op intimidatie als leraren het niet met het beleid van de school eens zijn. Dat blijkt uit een onderzoek van bureau Actis dat eind deze week openbaar wordt, schrijft Trouw.
    Actis onderzocht twintig conflicten die zijn voorgelegd aan de landelijke geschillencommissie op het gebied van medezeggenschap. Daarvoor sprak het bureau met alle partijen.
    In negen van de twintig onderzochte conflicten probeerde het schoolbestuur of de directeur de medezeggenschapsraad te intimideren. Een directeur laat bijvoorbeeld aan een leraar doorschemeren dat hij wordt overgeplaatst als hij zijn kritiek niet inslikt. Ook wordt gedreigd taken af te nemen als een leraar niet uit de medezeggenschapsraad stapt.
    De onderzoekers ...vrezen dat het slechts om het topje van de ijsberg gaat, omdat lang niet alle conflicten voor de landelijke geschillencommissie komen. Tegen de tijd dat een conflict bij die commissie belandt, is het vaak al geëscaleerd tot een heuse ruzie. Bijna altijd zou de geschillencommissie er niet meer in slagen die ruzie op te lossen.


Red.:   Met sancties als ontslag tot gevolg.
    Dit is natuurlijk de oplossing:


Uit: De Volkskrant, 19-11-2010, hoofdredactioneel commentaar

Kleiner is beter

Opsplitsing van zwaar beschadigd InHolland zou beste oplossing zijn

De Hogeschool InHolland sukkelt van schandaal naar schandaal. ...
   Nu wordt de hogeschooltop verdacht van excessief declareren. ... past de affaire in een patroon: een hogeschool die mikt op schaalvergroting en bedrijfsmatig opereren. Het gevolg: de top profiteert ervan, de basis wordt verwaarloosd.
    Het is een beweging die meer voorkomt in het hoger onderwijs, maar ook in het middelbaar beroepsonderwijs en andere takken van de publieke sector, zoals woningbouwverenigingen. De grote politieke partijen hebben deze situatie uit de hand laten lopen. De PvdA geloofde in onderwijskundige schaalvergroting, de VVD in een bedrijfsmatig model voor de publieke sector, het CDA in zelfstandigheid voor het maatschappelijk middenveld. Hierdoor zijn op tal van terreinen molochen ontstaan, waar de positie van het management is versterkt en het personeel vervreemd is van de instelling.
    ... De beste optie is het opheffen van de hogeschool en het verzelfstandigen van de afzonderlijke onderdelen. Zoals InHolland ooit experimenteerde met schaalvergroting, zo zou het nu kunnen experimenteren met schaalverkleining en het terugvinden van de menselijke maat. In dat geval zou InHolland het onderwijs alsnog een grote dienst bewijzen.


Red.:    Reacties uit het veld:


Uit: De Volkskrant, 27-11-2010, ingezonden brief van H. Vaessen, voorzitter college van bestuur Hogeschool Haarlem (1989-2001) , Haarlem

Menselijke maat

Met toenemende verbazing heb ik de berichtgeving gevolgd over wat er in de Hogeschool InHolland aan de hand is, met als apotheose de vervanging van het totale college van bestuur afgelopen maandag (Ten Eerste, 22 november).
    Als een van de grondleggers van die Hogeschool heb ik nooit een navranter voorbeeld gezien van de tegenstelling tussen de destijds geformuleerde doelen en wat daar in de praktijk van terecht is gekomen.
    Wij, de Hogeschool Alkmaar, de Hogeschool Holland in Diemen, de Ichtus Hogeschool in Rotterdam en de Hogeschool Haarlem wilden samen een Hogeschool in de Randstad tot stand brengen, die groot genoeg was om met de giganten in de grote steden te kunnen concurreren. Tegelijkertijd moest die Hogeschool op verschillende locaties een sfeer creëren die de nadelen van die te grote units in die grote steden kon voorkomen. Een instelling waarin de kwaliteit van het onderwijs centraal kwam te staan en die opereerde op de schaal van de menselijke maat.  ...

Red.:   Dat was hogelijk naïef, ook toen al - al dit soort niet-natuurlijke reorganisaties naar grootschaligheid zijn uitgelopen op ellende.
 

  Zeker, een fusie van deze omvang vraagt veel van het college van bestuur en de implementatie ervan roept altijd weerstand op.

"Weerstand" zijnde de vertaling van de waarschuwingen van lesgevenden die minder naïef waren.
 

  Ook vraag ik me af hoe de bestuurscultuur in InHolland met zo veel instanties als de raad van toezicht, de medezeggenschapsraad en het managementteam, die elkaar toch in evenwicht moeten houden, zo heeft kunnen verworden.

Omdat hoe hoger de bestuurslagen, hoe dictatorialer het soort mensen en hoe meer ze hun zin kunnen doordrijven. Op manieren die eigenlijk neerkomen op terreur.


De Volkskrant, 27-11-2010, ingezonden brief van W. Smeets, docent voortgezet onderwijs en voorzitter medezeggenschapsraad, Horn

Imagoschade

Met afgrijzen las ik het artikel over de bestuurscrisis van de Hogeschool InHolland. Indien de (ex-) bestuursleden zich aan malversaties hebben schuldig gemaakt, dienen zij onverwijld strafrechtelijk te worden vervolgd. Wanneer bovenstaande niet bewezen kan worden, mogen zij mijns inziens in de toekomst geen (relevante) maatschappelijke functie meer uitoefenen, aangezien zij het imago van het onderwijs schade hebben berokkend.
    Moge de minister van Onderwijs mede hieruit de conclusie trekken de besturen in het primaire, secundaire en tertiaire onderwijs de financiële almacht te ontnemen (de bron van veel ellende in ons huidige onderwijsbestel ) en het beheer van de gelden weer toe te kennen aan zijn of haar ministerie.


Red.:   Wat er natuurlijk niet van gaat komen. Nuttige idioot Doekle Terpstra gaat de grootschaligheid met de dictatoriale topmanagers opnieuw proberen.


De Volkskrant
, 27-11-2010, ingezonden brief van Helene Viveen, leerkracht voortgezet onderwijs, Schoorl

Corruptie

Met een duidelijk gevoel van opluchting las ik afgelopen zaterdag uw artikel over Hogeschool InHolland. Eindelijk dringt het gegeven van de graaicultuur in het Nederlandse onderwijs tot het publiek door.
    Hogeschool InHolland is een voorbeeld van wat de afgelopen jaren veelvuldig is gebeurd: ten eerste zijn door het vrijgeven van de verdeling van de gelden (lumpsum) uiteraard veel leidinggevenden zichzelf meer gaan uitbetalen, waarvan Jos Elbers en Lein Labruyère slechts voorbeelden zijn.
    Daarnaast kregen, door het veelvuldig fuseren, leidinggevenden de kans en het recht hun eigen inkomen te vergroten. Ook kon door de omvang van deze instellingen allerlei corruptie in de anonimiteit verdwijnen. Niemand had nog het overzicht of de greep op het geheel.
    En denk aan het verhaal over de student, die heel zelfstandig is en geen behoefte meer heeft aan docenten, door Jos Elbers ooit letterlijk aangeprezen op een onderwijscongres.
    Ik geloof niet dat deze onderwijspraktijken door ingrijpen van Doekle Terpstra kunnen worden gered. Er zal veel meer moeten gebeuren: de financiën voor het onderwijs in heel Nederland zullen moeten worden aangelijnd en per functie vastgesteld. Er zal voortdurend controle nodig zijn. Daarnaast zal het zonder meer helpen als we de onderwijsinstellingen verkleinen, zodat het overzicht wordt vergroot.
    Maar buiten dit alles, wat zou het fijn zijn als leerlingen en studenten genoeg goed en degelijk onderwijs krijgen, waarbij vorm de tweede plaats mag innemen en inhoud op de eerste plaats komt. Het geld en de mogelijkheden zijn er, maar eerst moeten we bevrijd worden van onnodige bestuurders, die maar willekeurig kunnen graaien en elkaar voortdurend dekken.


Red.:    Amen.
    Inholland sjoemelt, en trekt daardoor de beerput open:


Uit: De Volkskrant, 28-04-2011, van verslaggeefster Maartje Bakker

Rapport: kwart diploma's ten onrechte; ook andere hogescholen genoemd

Gesjoemel Inholland groter

Het gesjoemel met diploma's bij hogeschool Inholland is wijder verbreid dan gedacht. Uit een steekproef bij vier opleidingen blijkt dat 20 tot 25 procent van de studenten ten onrechte een diploma kreeg. Studenten die slaagden via een verkort afstudeertraject hadden in 50 tot 100 procent van de gevallen geen recht op een diploma.
    Dat blijkt uit een rapport dat de Nederlandse Vereniging voor Accreditatie Onderzoek (NVAO) maakte in opdracht van de Onderwijsinspectie. Een commissie van vakexperts bekeek de eindwerkstukken van de opleidingen Media en Entertainment Management, Commerciële Economie, Vrijetijdsmanagement en Bedrijfseconomie. Ze oordeelde dat een groot deel van de scripties niet met een voldoende had mogen worden beoordeeld.
    Het rapport wordt binnenkort openbaar. Er staat in dat ook op andere hogescholen het afstuderen niet volgens de regels verloopt. Naar verluidt gaat het om hogeschool Windesheim in Zwolle, de Hanzehogeschool in Groningen en de Hogeschool Arnhem-Nijmegen.    ...
    Bij Commerciële Economie in Diemen zijn de onderzoeksuitkomsten het schokkendst: 16 van de 16 onderzochte scripties van deze groep studenten krijgen achteraf een onvoldoende. Groepen van twee tot vijf studenten mochten een marketingplan schrijven, in plaats van vakken te volgen die ze moesten inhalen. Hoewel deze vervangende opdracht niet was bedoeld als afstudeerwerk, 'kreeg ze geleidelijk aan die status'.
    Bij Media en Entertainment Management in Haarlem was het eindwerk van 32 van de 71 studenten die afstudeerden via een alternatief traject onvoldoende; nog eens 7 werkstukken waren onvindbaar.   ...
 

Red.:   Met dit eerste bericht lijkt de beer nu definitief los. Grote stukken op de voorpagina van de Volkskrant en uitgebreide analyse erachter:


Uit: De Volkskrant, 29-04-2011, van verslaggeefsters Maartje Bakker en Ianthe Sahadat

Waarde hbo-diploma ter discussie

Wat begon met gesjoemel met diploma’s bij Inholland, heeft geleid tot een crisis in het hele hbo. Ook opleidingen in Groningen, Arnhem, Zwolle en Leiden liggen onder vuur.

Het toezicht op het hoger onderwijs wordt verscherpt. De Onderwijsinspectie controleert voortaan ook de hogescholen en universiteiten. Dat kondigde staatssecretaris Halbe Zijlstra (Hoger Onderwijs) donderdag aan, nadat bleek dat studenten bij acht opleidingen aan vijf hogescholen onterecht een diploma hebben gekregen.
    Donderdag werd bekend dat niet alleen studenten bij Inholland te gemakkelijk aan een diploma konden komen, maar ook bij de Christelijk Hogeschool Windesheim (Zwolle), de Hogeschool Arnhem-Nijmegen (HAN), de Hanzehogeschool (Groningen) en de Hogeschool Leiden.
    'Het lijkt alsof iedereen over zijn of haar hobby een eindwerk mag maken', oordeelde de inspectie over de opleiding Media & Entertainment Management bij Inholland Haarlem. Bij Werktuigbouwkunde aan de HAN was sprake van 'aanzienlijke gebreken' bij de toetsing, 'groepswerk' en van een gebrek aan 'goede richtlijnen om studenten te beoordelen'.
    De inspectie deed het afgelopen half jaar onderzoek bij vijftien bacheloropleidingen van tien hogescholen. Ze keek naar alternatieve afstudeertrajecten en naar de bewaking van het eindniveau. Naast vier 'zeer zwakke' studierichtingen van Inholland bleek ook het niveau van hbo-opleidingen elders 'zorgelijk'. Bij drie samenwerkende communicatieopleidingen bij de Hanzehogeschool was sprake van een alternatief afstudeertraject met 'aanzienlijke tekortkomingen'.   ...


Red.:   De analyse van Volkskrant-journalist Martin Sommer, die met een reeks columns over de klachten van docenten een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de discussie:


Uit: De Volkskrant, 29-04-2011, door Martin Sommer

Analyse | Schrijnende conclusies over hbo

Geen idee van goed onderwijs, wel haast

Studenten van Inholland weten niet wat kwaliteit is, en, nog erger, de staf ook niet, betoogt Martin Sommer

Een klein jaar geleden stond in deze krant het eerste stuk over de zogeheten 'Theo-route'. Langstudeerders aan de Hogeschool Inholland werden met een handigheidje aan hun hbo-diploma geholpen door een docent die Theo heette. ... Nu liggen er twee rapporten, van de inspectie en van de accreditatie-instelling NVAO, die de bevindingen tot nu toe bevestigen. ...
    Ook bij vier andere hogescholen werd studenten hun diploma min of meer onder tafel toegestopt. Het beeld is niet fraai, en past in een gang van zaken waarin hbo-instellingen worden beloond op grond van hun rendement. De motivatie om sloffende studenten alsnog aan een diploma te helpen, was immers de premie voor afgestudeerden. Maar de bevindingen van het NVAO-rapport over Inholland gaan verder.
    ... De commissie vergeleek de kwaliteit van de eindscripties van de Theo-route met de werkstukken als afsluiting van enkele reguliere opleidingen. Eigenlijk is de conclusie daar veel schrijnender. 'Over de hele linie voldoet de aangetroffen kwaliteit niet.' ...
    Wat zegt dit over de toestand in het hbo? Er zijn 1.200 opleidingen, dus generalisatie is uit den boze, waarschuwt de inspectie. Dat klopt. Tegelijkertijd is dat getal van 1.200 opleidingen ook een symptoom van wat er mis is, namelijk de zucht tegemoet te komen aan welke modieuze studentenbehoefte dan ook. Zo is een van de negatief beoordeelde opleidingen, commerciële economie in Diemen, 'gericht op multiculturaliteit, kunst, cultuur en media in de mainport Amsterdam'.
    De achtergrond daarvan is de behoefte aan groei. Het afgelopen decennium trok de overheid zich terug uit het onderwijs na een periode van overmatig centralisme. De scholen kregen 'lumpsum' bekostiging en mochten het zelf uitzoeken. De schoolleiding werd college van bestuur, kocht auto's met chauffeur, investeerde soms meer in gebouwen en in buitenlandse avonturen dan in onderwijs. En de school moest groeien, want het staatsgeld kwam uit de groei. 'Leuke' opleidingen, met veel zelf te maken werkstukken en soms een verhouding van 34 studenten op één docent. Lekker goedkoop.
    Uit het NVAO-rapport stijgt op dat de studenten van de betrokken Inholland-opleidingen geen idee hebben wat kwaliteit is. En erger, dat de staf dat ook niet meer weet. Docenten en management definiëren kwaliteit als het doorlopen van de procedures. Als alle onderdelen maar gedaan zijn, betekent dat. Geen idee van goed onderwijs, wel haast om de studenten snel door de opleiding heen te loodsen. Verbazend is het allemaal niet. Het eerste zeer kritische inspectie-rapport over Inholland dateert van zes jaar geleden. Wat verbaast, is dat het zo lang heeft geduurd voordat er echt is ingegrepen.


Red.:   Dat laatste is weer niet verbazingwekkend als je kijkt waar het geheel uit voortvloeit. dat is namelijk het marktdenken. En het marktdenken is, zoals iedereen weet, geen praktische manier om de zaken aan te pakken, maar een ideologie. Of alternatief: de pragmatische invulling van de visie van de top om zo veel mogelijke te kunnen graaien. Neoliberalisme, roofkapitalisme, of zoiets. Waarmee de strapatsen van de bestuurders die dit allemaal geleid hebben ook meteen volkomen verklaard zijn: het is gewoon graaiend tuig.
    Plus natuurlijk meteen het nodige commentaar:


Uit: De Volkskrant, 29-04-2011, door Maartje Bakker

Interview | Jesse Klaver, Tweede Kamerlid GroenLinks

'Einde aan marktdenken nodig'

Hogescholen moeten niet langer als bedrijven bestuurd worden. De politiek dient het heft in handen te nemen.

Het rapport van de Onderwijsinspectie over het gesjoemel met diploma's bij Inholland was nog niet uit, of Jesse Klaver, Tweede Kamerlid van GroenLinks, vroeg een spoeddebat aan. Om te voorkomen dat de politiek alleen naar Inholland wijst, zegt hij. 'We moeten niet afrekenen met Inholland en klaar. Het is nodig een bredere discussie te voeren over de kwaliteit van het hbo. De problemen bestaan niet alleen bij Inholland, niet alleen in verkorte afstudeertrajecten, maar op veel meer plaatsen.'

Ontluisterend, genadeloos, schokkend. Zomaar wat kreten waarmee Tweede Kamerleden de uitkomsten van het onderzoek van de Onderwijsinspectie typeerden. Na die emotie komt de vraag: wat nu?
'Ik denk dat er een omslag moet komen in het denken van bestuurders in het hoger onderwijs. Nu worden hogescholen bestuurd als bedrijven. Instellingen moeten groeien, een hoog rendement hebben, concurreren. Tegen zo min mogelijk kosten moeten er zo veel mogelijk producten worden afgeleverd: de studenten. Die bureaucratische, bedrijfsmatige logica wreekt zich nu.
...
Hoe wel?
'De politiek moet het heft in handen nemen. De tussenlaag die de HBO-raad vormt tussen het ministerie en de hogescholen, moet verdwijnen. Er moeten meer taken worden ondergebracht op het ministerie.' ...


Red.:   Twee fouten: de politiek heeft destijds, vele jaren terug, vrijwel zonder morren alle stappen op weg naar dit dramatische resultaat laten passeren. Omdat het overgrote deel het eigenlijk el eens was met het idee van de concurrentie en het marktdenken. Met ook de steun van GroenLinks. Want de overheid deed toch alles fout, was de algemene ideologische houding. Met als enige morrende partij de SP. Maar ja, dat zijn socialisten, hè, dus daar hoef je niet naar te luisteren.
    Tweede fout: het ministerie was één van de aanjagers van het proces. want dat zat en zit vol met deels dezelfde soort mensen, en voor een andere deel gelovigen in het niet-kennis-gerichte maar competentie-gerichte onderwijs - zie het commentaar van Harm Beertema verderop.

  Ik vind dat we nu moeten luisteren naar wat de studenten zelf willen.'

Nou, dus niet. Of in beperkte mate, want de student is mens, en de mens is gesteld op zijn gemak. En zijn diploma, waarvan iedere student denkt dat hij er recht op heeft. Of dit nu objectief het geval is, of niet.

  Die studenten lijken zich drukker te maken om hun portemonnee dan om de onderwijskwaliteit. Ze protesteren tegen de langstudeerboete en het sociaal leenstelsel, maar je hoort ze minder over de kwaliteit van het onderwijs.
'Als je ze vraagt hoe het onderwijs beter kan worden, dan hoor ik ze altijd over de onderwijsintensiteit. Het sleutelwoord is volgens mij nabijheid. De afstand tussen student en docent, en tussen docent en management, moet kleiner worden. Studenten en docenten moeten intensief contact hebben tijdens colleges. Daar staat tegenover dat het werk van studenten met distantie moet worden beoordeeld. Geen genade-zesjes meer. Voor de relatie tussen docenten en bestuurders geldt hetzelfde. Docenten moeten betrokken worden bij hoe het onderwijs wordt vormgegeven. Tegelijkertijd moet het bestuur controleren of die docenten hun werk goed doen.'

Zoiets dus wel.

  Dat klinkt nogal abstract. Guusje ter Horst, voorzitter van de HBO-raad, heeft heel duidelijke doelen voor ogen om de kwaliteit van het hbo op te schroeven. Ze wil dat 70 procent van de studenten na vijf jaar een diploma haalt, de studenttevredenheid moet omhoog.
'Dat is volgens mij niet de goede weg. Zij gaat verder in het rendementsdenken. Studenten moeten snel door hun opleiding worden gejast, ze moeten snel afstuderen. Zo'n langstudeermaatregel, daar ben ik tegen. Die is er alleen maar op gericht om het rendement te verhogen. Het bewijst dat de HBO-raad de problemen niet op eigen houtje moet gaan oplossen. Ik weet al hoe het dan zou gaan: er rollen een paar koppen, er verandert op papier van alles, maar het fundamentele probleem wordt niet aangepakt.'

En dat inderdaad weer niet. Dit soort mensen blijken er tot nu toe alleen maar voor zichzelf te zitten. En dat rendements-plan is dus al weer helemaal fout.

  Doekle Terpstra, die nu orde op zaken stelt bij Inholland, zegt precies hetzelfde als u over hoe de kwaliteit van het onderwijs kan worden verbeterd. Hij wil dat het onderwijs terug gaat naar de student, de docent, de locatie, de regio. Hij is voormalig voorzitter van de HBO-raad.
'Toch is er een fundamentelere discussie nodig, die de HBO-raad niet kan voeren. De politiek moet maken dat hogescholen weer echt maatschappelijk verantwoord gaan ondernemen. Dat gaat niet over de koffiebekertjes in de kantine, maar over de maatschappelijke rol van een hogeschool. Er moet een diep besef komen van de nutsfunctie die die scholen hebben. En een einde aan het marktdenken.'

Bingo. Maar gaat dat die markt-ideologen van de oligarchie maar wijsmaken ...
    Volgende commentator:


Uit: De Volkskrant, 29-04-2011, door Anthony van der Wulp

Inholland toont failliet van brede hogeschool

Anthony van der Wulp | De auteur is student bestuurskunde aan hogeschool Inholland Rotterdam en vice-voorzitter van de Vereniging Medezeggenschapsraden Hogescholen. Volgens hem moet het hbo meer gaan specialiseren.

Tussentitel: Hogeschool is er niet voor masters of rare 'associate degrees'

De studenten en docenten van hogeschool Inholland zien nog geen licht aan het einde van de tunnel. Woensdagavond lekte het vernietigend rapport uit van de Onderwijsinspectie. De boodschap: vier van de vijf onderzochte opleidingen zijn 'zeer zwak'.
    Als voormalig lid van de centrale medezeggenschapsraad van Inholland heb ik alle consternatie van nabij mogen meemaken. Waar is het mis gegaan? Naast diverse systeemproblemen zoals de megalomane bestuurscultuur, sturen op studentaantallen (financiële prikkel), het ontbreken van goed intern toezicht en kwaliteitsbewaking is er volgens mij nog één andere oorzaak: het enorme aanbod van opleidingen. Inholland is té divers.
     Op dit moment biedt Inholland op negen locaties in de Randstad ongeveer negentig bacheloropleidingen aan. Daarnaast heeft de hogeschool ook zes 'associate-degrees' en zeven masteropleidingen in huis. Alle bacheloropleidingen zijn ingericht volgens het 'major-minor' model. Eerst twee meer algemene jaren in de 'major' met aanverwante opleidingen, dan verdieping in de 'minor' op het eigen vakgebied. Op deze manier is de hogeschool in staat om de enorme vracht opleidingen aan te bieden.
    Ook het doorgeslagen 'competentiegericht leren' draagt bij aan de veralgemenisering van het onderwijs. Is dit echt wat bedrijfsleven en samenleving van zojuist afgestudeerden vragen?
    Volgens mij hebben bedrijven behoefte aan praktische hbo-studenten die niet alleen iets kúnnen maar ook iets wéten. Vakkennis is een belangrijke vereiste. Daarom moeten we ons de vraag stellen of algemene 'major-minor' opleidingen wel bijdragen aan deze vraag.
    ...  Daarom moet er in de curricula van de opleidingen meer ruimte komen voor specialistische vakkennis. Vakdocenten zijn dragers van deze kennis en geven hun ervaring met liefde door aan hun studenten.
    Ten tweede moeten hbo-instellingen gewoon doen waarin ze goed zijn: het aanbieden van bachelor-opleidingen. Geen masters of rare associate-degreetrajecten. ...
    In het verlengde hiervan pleit ik voor specialisatie: hogescholen moeten alleen opleidingen aanbieden waar ze goed in zijn. ...


Red.:   En een van de strijders van het allereerste uur (een bijdrage aan deze site van zijn hand uit 2005 staat hier uitleg of detail ):


Uit: De Volkskrant, 29-04-2011, door Harm Beertema

Google-onderwijs compleet mislukt

Jarenlang wilde niemand erkennen dat het competentiegericht onderwijs bezig was te falen.

Harm Beertema is woordvoerder onderwijs van de PVV-Tweede Kamerfractie. Dit is een bewerking van zijn bijdrage aan het Kamerdebat over de invoering van het competentiegericht onderwijs in het mbo.

Tussentitel: Leraar die stiekem klassikaal les gaf, kreeg uitbrander
                  Weg met de leraar met een verhaal, luidde het motto

De voormalige voorzitter van de HBO-raad, die tegenwoordig zijn politiek activisme als bestrijder van de PVV afwisselt met het voorzitterschap van hogeschool InHolland, heeft een inzicht gehad. ...
    Wat is er gebeurd? In de NRC van 20 april zegt Doekle Terpstra over het competentiegerichte onderwijs (cgo): 'Inholland neemt ook de manier van lesgeven op de schop, omdat de kwaliteit van het onderwijs omhoog moet. Met die kwaliteit is het bij een aantal opleidingen slecht gesteld. Inholland werkt nu via de methode van het competentiegericht leren, waarbij studenten veel vrijheid krijgen opdrachten naar eigen inzicht uit te voeren. We stoppen met ons huidige onderwijsconcept. Inholland gaat studenten in de toekomst meer structuur en houvast bieden.'
    Toen Terpstra nog voorzitter van de HBO-raad was, had hij een diametraal tegengestelde mening: 'De school bestaat niet meer. De school heeft plaatsgemaakt voor een kennisinstelling.' En: 'Een docent met een krijtje in zijn hand is niet meer de werkelijkheid. Het is de werkelijkheid van de vorige eeuw.' En: 'We moeten af van eerstegraads leraren die over vakkennis beschikken en op basis daarvan les geven.'    ...
    Het hoger onderwijs is het mbo voorgegaan op de weg naar verzelfstandiging. De overheid trok zich terug en het veld werd zelf verantwoordelijk. Want de professional weet het het beste en laat die maar beslissen wat er moet gebeuren.
    Maar de professional werd opzijgezet door een kongsi van onderwijskundigen, kennisinstituten en een enkele hoogleraar, die verklaarde dat de leraar zoals we die al 2000 jaar kenden z'n beste tijd had gehad. Want er was een nieuwe mens geboren. De Einsteingeneratie had haar intrede gedaan: multitaskende kinderen die op basis van hun eigen ervaringen hun eigen werkelijkheid construeerden, waarbij het doorgeven van kennis er niet meer toe deed. Kennis verouderde namelijk razendsnel en was al achterhaald op het moment dat de woorden over de lippen van de docent kwamen. Dus weg met de leraar met een verhaal!
    Nog altijd ben ik verbijsterd over de dynamiek die deze onzin kreeg. Het cgo werd uitgerold over het hbo en toen over het mbo. De schade die het heeft aangericht, zou nog eens goed onderzocht moeten worden. De schade aan de beroepseer van leraren, van wie velen het onderwijs hebben verlaten. Waren ze ooit beroepsbeoefenaren die naar eigen inzicht vorm gaven aan het onderwijsleerproces, nu waren ze instructeur geworden; iemand die slechts een schema uitvoert en zich voordurend moet verantwoorden via afvinklijstjes. Lesgeven was uit den boze.
    Het allerergste was dat dit cgo warm werd onthaald door de managerskaste die was ontstaan in de fusierace. Roc's tot 25.000 leerlingen werden het ideaal. Die losgeslagen managerskaste gebruikte het cgo op zijn eigen manier: efficiency kreeg het primaat boven de interactie tussen leraar en leerling. En het was lekker goedkoop: 60 leerlingen in een computerzaal met een instructeur in schaal 7 of 8 en een leraar op loopafstand in een kantoortje.
    Mijn eerste optreden in de Tweede Kamer was als bestuurslid van Beter Onderwijs Nederland (BON). Op uitnodiging van de Kamercommissie OCW kon ik verhalen van mijn collega boekhouden die wanhopig was, omdat hij niet meer klassikaal mocht lesgeven. Maar zijn leerlingen kregen maar geen vat op de boekhoudregels die hij al 15 jaar met uitstekend resultaat meegaf aan hele generaties boekhouders in Rotterdam Zuid. Hij besloot om zijn groep stiekem in een klas te zetten om het eens goed uit te leggen. Even klassikaal. Even frontaal. Zijn leerlingen vonden het heerlijk. Middenin zijn verhaal vloog de deur open. Hij werd op heterdaad betrapt door zijn teamleider. Onmiddellijk werd de les beëindigd en hij kreeg een forse uitbrander. Hoe denkt u dat het staat met zijn beroepseer?
    Als ware verzetsstrijders gaven we informatie aan Martin Sommer van de Volkskrant die toen zijn columns schreef die later zijn gebundeld in het prachtboekje Onder Onderwijzers. Maar alles anoniem, want de vijand luisterde mee.
    Er was nauwelijks tegenspraak. Dat kwam door de intimidatie waarmee de managers het cgo oplegden aan het onwillige veld. Alleen de cgo-gelovigen kwamen in aanmerking voor promotie, onwillige leraren en beleidsmakers werden op non-actief gezet, weggepest. Ze kregen spreekverboden en kantonrechterformules aan de broek. Leraren werd het leven vergald, carrières werden gebroken. Zo krijg je een gezeglijk lerarenkorps. Zo sloop je ieder kritisch vermogen uit een organisatie. En zo ga je met je ogen dicht richting de afgrond, zonder dat iemand protesteert.
    Die ene organisatie die tegengas gaf, doorliep alle stadia die dergelijke grass roots-organisaties altijd doorlopen. Eerst worden ze genegeerd. Als dat niet meer kan, worden ze belachelijk gemaakt, daarna worden ze verketterd. Als ze tenslotte gelijk krijgen, omdat ze te evident het gelijk aan hun zijde hebben, wordt de ongemakkelijke waarheid overgenomen en gepresenteerd als eigen voortschrijdend inzicht. Daar zijn we nu aangeland. Waar die ene lerarenvereniging BON begonnen is met het articuleren van het tegengeluid, hebben SP en PVV de problemen herkend, ere wie ere toekomt.
    Het cgo in het hoger onderwijs heeft z'n langste tijd gehad. Maar ook het mbo moet voor eens en altijd gevrijwaard worden van deze idiote didactiek waarin leerlingen het allemaal zelf maar moeten uitzoeken, met google-onderwijs waarin iedereen een diplomaatje haalt, verdiend of niet.
    Want het competentiegerichte onderwijs is een complete mislukking. Volgens talloos veel leraren in het beroepsonderwijs, volgens hoogleraren onderwijskunde, volgens een belangrijk deel van het bedrijfsleven, volgens ziekenhuizen die hun stagiaires niet meer vertrouwen omdat ze geen vakkennis meer hebben, en niet in de laatste plaats volgens Doekle Terpstra, de voorzitter van hogeschool InHolland.
 

Red.:    Een nog niet genoemd maar basaal probleem van dit soort onderwijs:


Uit: De Volkskrant, 30-04-2011, van verslaggeefster Ianthe Sahadat

Letselschadeadvocaat adviseert studenten bewijslast te verzamelen

Oud-studenten van Inholland beraden zich over schadeclaim

Tussentitel: Je verwacht niet dat je papiertje hbo-onwaardig is | Guy Hendricks - Voorzitter ISO

...    Het ISO is al langer met hogeschool Inholland in gesprek over een compensatie voor gedupeerden. ...
    Maar studenten vragen zich af of dat wel voldoende is. Adriana (23) studeerde in 2009 af aan de opleiding MEM in Haarlem. Na een jaar vergeefs solliciteren, is zij recent haar eigen evenementenbureau begonnen. ...
    Voor Adriana is het eenvoudig: 'Ik heb betaald voor een hbo-opleiding, nu blijkt dat mijn diploma niet hbo-waardig is.... Zelf vond ze de studie nooit van het allerbeste niveau - 'studenten konden altijd 'meeliften' omdat alles in groepjes werd gedaan waarvoor ook een groepscijfer werd gegeven' - maar ze volgde tenslotte een hbo-opleiding, 'dus het zal wel goed zijn'.   ...


Red.:   De meelifters, die op zijn minst de inspanning niet hebben gedaan, en vermoedelijk voor een flink deel het diploma niet waardig zijn.
    Een andere langdurige strijder lucht het hart:


Uit: De Volkskrant, 04-05-2011, column door Aleid Truijens

Ook Doekle beleeft zijn leermomentje

Tussentitel: Met scherper toezicht alleen redt verloederd hbo het niet

Doekle. ... over de waardeloze hbo-diploma's die aan 39 procent van de studenten van de onderzochte opleidingen van Inholland zijn uitgedeeld. 'Volkomen onnodige onrust', bromde hij, de voorzitter van het college van bestuur van de hbo-moloch. Twee maanden geleden deed hij de geruchten over gul uitgereikte diploma's nog af als 'hetze'. Nu blijken bij de opleiding commerciële economie in Diemen 16 van de 16 onderzochte scripties waarmee studenten slaagden onvoldoende.
    Eerste wet van damage control: meteen nederig je fout toegeven. Zo niet voor Doekle. Die riep haastig zijn studenten bijeen om ze te verzekeren dat hij hun school al heel erg aan het verbeteren was. ...


Red.:   Die wet is eigenlijk een regele, en die regel is geldig voor vrijwel alle gevallen dat er nog een positie is om op terug te vallen. Die is er in dit geval niet. Het hele beleid waar Terpstra voor staat en hoe het is uitgevoerd deugt niet. Er is werkelijk niets goeds aan te ontdekken. E

  Je vraagt je af wanneer een schoolbaas - zelf noemt Doekle Terpstra zich het liefst ceo - wél onrustig wordt. Hij runt een bedrijf waar ongelooflijk veel geld in omgaat, zonder dat degene die het geld fourneert ook maar iets over de besteding ervan te zeggen had. Een bedrijf waarin alles draaide om rendement, het opkopen van opleidingen en vastgoed, en niet om kwaliteit of tevredenheid van de afnemers. Maar nu is de firma Inholland eindelijk, na jaren van gesjoemel met diploma's en de val van een reeks megalomane, zichzelf dik betalende bestuurders, op zijn plaats gezet. ...
    Er is geen enkele reden om aan te nemen dat de kwaliteit op de nog niet onderzochte hbo-opleiding hoger is dan op de 15 die de Inspectie bekeek. Op bijna alle hbo's is het competentiegerichte leren ingesteld. Er zijn uiterst vage examennormen, kennis wordt niet getoetst, de student dient zijn eigen 'leervragen' te bedenken en wordt afgerekend op boterzachte 'competenties'. Geen wonder dat de afstudeerprojecten gaan over 'hobby's' en dat ze niet worden beoordeeld maar afgevinkt. Waar kennis geen criterium meer is, bestaat ook geen gewenst eindniveau.

Een van de redenen dat er niets deugt aan het voorgaande beleid - vanuit deze grondstelling kan nooit iets nuttigs voor het onderwijs komen.

  In zijn vorige baan, als voorzitter van de hbo-raad, beweerde Terpstra nog dat het hbo uitstekend presteerde. Waar hij kwam, zong hij de lof van het competentiegerichte onderwijs. Dat het niet langer ging om kennis maar 'om je houding in het leven, om reflectie op je handelen' vond hij 'prachtig'. Van duffe kennisleveranciers, de eerstegraads leraren, 'moeten we af', decreteerde hij, en ook van 'het onderscheid tussen docenten en ondersteunend personeel', - ook ict'ers en onderwijsassistenten kunnen heel goed studenten begeleiden. Sterker: 'Studenten zijn niet zelden de docent vooruit.' De digitale genieën zouden 'een lerende houding afdwingen' bij docenten. 

En dit soort vormen van waanzin zijn het natuurlijke en automatische gevolg van de eerdere stelling over kennis.

  Maar wat las ik vorige week in NRC Handelsblad: Doekle wil het competentiegerichte leren afschaffen! 'We stoppen met ons huidige onderwijsconcept. Inholland gaat studenten in de toekomst meer structuur en houvast bieden.' Ik geloofde mijn ogen niet, maar het staat er. Want: 'De kwaliteit moet omhoog.'
    Een gotspe. In één bedremmeld alineaatje geeft Terpstra toe dat al die critici die hij jarenlang wegzette als verzuurde klagers, aartsconservatieven, dwarsliggers en klokkenluiders waarmee moest worden afgerekend, gelijk hebben. Met christen-democratische sluwheid schaart hij zich nu haastig aan de kant die goed ligt in de media en bij de politiek. Het zou hilarisch zijn als het niet zo verdrietig was voor al die lichtingen studenten die beroerd onderwijs hebben gekregen, en de docenten op de te sluiten opleidingen die hun baan verliezen. 

Hieraan is geen woord overdreven. Misschien zou je er nog wat aan kunnen toevoegen: een proces wegens "deriliction of duty", ernstige plichtsverzaking, zou op zijn plaats zijn.

  Hopelijk is Terpstra's potsierlijke vertoning, in zijn huidige en vorige baan, een leermomentje voor de minister. Schaf die schimmige machtige 'raden' af, stel de exameneisen vast en neem zelf de aanstelling en betaling van bevoegde, hoogopgeleide docenten weer ter hand. Schop die ceo's met hun gigantische salarissen, hun hofhouding en hun auto met chauffeur eruit en stel weer directeuren aan die verantwoording afleggen aan overheid en belastingbetaler. Scherper toezicht alleen redt het verloederde hbo niet. Dan kun je wel aan de gang blijven.

Maar het zou de redactie verbazen als er daadwerkelijk zo ver zou worden ingegrepen. De ideeën van mensen als Terpstra passen volkomen bij de neoliberale ideologie van de huidige rechtse regeringspartijen. En kennis en kwaliteit kosten per definitie meer geld dan humbug en rotzooi.
    Een bevestiging uit het veld:


Uit: De Volkskrant, 06-05-2011, ingezonden brief van L.M.C. van de Weygaert (Doornenburg)

Truijens versus Doekle

Mijn vrouw werkt op een kleine basisschool met combinatieklassen. In de loop der tijd is ze steeds minder gaan werken. Niet uit luxe, maar uit noodzaak. De verhouding betaalde uren en gewerkte uren is een op twee.
    Nu, op 61-jarige leeftijd, staat ze twee dagen voor de klas, maar werkt ze feitelijk vier dagen. In de loop der jaren heeft ze dus ontzettend veel salaris moeten inleveren om het te kunnen bolwerken. En haar pensioen, eerder stoppen is er niet bij, zal straks uiteraard ook veel kleiner zijn.
    Bij Doekle Terpstra heeft zich een tegengestelde ontwikkeling voorgedaan. Naarmate hij meer ging verdienen, kreeg hij steeds meer vrije tijd. In de periode dat hij voorzitter was van de HBO-raad, 120.000 euro per jaar incasseerde en daarnaast ook nog vier dikke commissariaten had, zag ik hem zo vaak op het scherm met zijn politieke stokpaardjes dat ik me afvroeg: 'Doekle, zegt jouw baas nooit: Wanneer zie ik je weer eens een keer op het werk?'
    Maar leden van de krijtstreepbrigade, waarvan Doekle deel uitmaakt, hebben natuurlijk geen baas. Zonder enig persoonlijk risico spelen ze al surfend op de golven van de waan van de dag ondernemertje met duur gemeenschapsgeld. Al het vrijblijvend, maar kostbaar geëxperimenteer in het onderwijs heeft ertoe geleid dat mijn vrouw al jaren stagiaires krijgt met niet zelden een zeer slechte algemene ontwikkeling.
    Diverse malen hebben zij en haar collega's de directie van de Pedagogische Academie van de Hogeschool Arnhem-Nijmegen op het matje moeten roepen omdat stagiaires moeite hadden met taal en rekenen, laat staan dat ze het konden onderwijzen. Dit probleem beperkt zich niet tot stagiaires.
    Op menige school moeten bepaalde leerkrachten per se de bovenbouw doen omdat andere collega's dat niet kunnen. Sommige leerkrachten laten zelfs de slimste leerlingen van de klas de rekenopgaven uitwerken die ze zelf te moeilijk vinden. Niet zelden moeten goed gekwalificeerde leerkrachten ervaren dat management en directie zonder enige gêne brieven vol taalfouten naar de ouders sturen.
    Gelet op het voorgaande is het niet verwonderlijk dat er steeds meer ingezonden brieven in deze krant verschijnen waarin leerkrachten aangeven er de brui aan te willen geven.
    Ik hoop dat de column van Aleid Truijens van 4 mei, waarin ze die windbuil van een Doekle genadeloos en meesterlijk doorprikt, deze mensen moed geeft en dat ze toch doorzetten.
    Want als zij vertrekken en alleen lieden met competenties zoals die van Doekle het voor het zeggen houden, kunt u beter emigreren als u nog goed onderwijs voor uw kinderen wilt.


Red.:    Maar er zijn tot nu toe geen tekenen dat het gaat helpen.
    Weer een andere factor:


Uit: De Volkskrant, 07-05-2011, ingezonden brief van T. Stroobach, Lelystad, bevoegd docent Engels, geschiedenis en maatschappijwetenschappen

Bevoegde docent bestaat ook

Met regelmaat duiken er in uw krant artikelen op van onbevoegde docenten die zichzelf zeer bekwaam achten om les te geven. Zo ook het artikel van Anneke op den Buijs (O&D, 30 april).   ...


Red.:   De Volkskrant heeft zich impliciet ook duidelijk achter geschaard een hunner, economieverslaggever Ferry Haan, is zelfs als zij-instromer in het onderwijs is gegaan. Allemaal stiekem uitgaande van het idee dat lesgeven geen bijzonder moeilijke zaak is, die in feite iedereen kan aanleren. Die lastige vakkracht vraagt veel te veel geld, en dat gaat allemaal ("ons") belastinggeld kosten. Toenmalig chef-economieredactie Frank Kalshoven was ook sterk op dit gebied.
    Terug naar de briefschrijver, die het op aardige manier weerlegt:
 

  Vaak verwijzen deze 'bekwame' docenten naar een handjevol prutsers die kennelijk wel bevoegd maar niet bekwaam zijn. Die zullen er vast zijn, zoals elke beroepsgroep nu eenmaal zijn normale verdeling of gaussverdeling kent en een aantal minder getalenteerde beoefenaren moet dulden.
    De argumentatie wordt vaak ook nog kracht bijgezet door te verwijzen naar de inefficiënte vergadercultuur en naar zichzelf in stand houdende managementlagen die er alleen zitten ter meerdere eer en glorie van zichzelf en niet voor het onderliggende belang van de leraren en leerlingen. Dit moge zo zijn, maar je hoort je eigen straatje niet schoon te vegen door te wijzen naar de vervuilde straat van de buren.
    Anneke op den Buijs heeft maar liefst acht jaar onbevoegd lesgegeven. Me dunkt lang genoeg om in die tijd als zij-instromer een bevoegdheid te halen. En waarom wordt in het onderwijs altijd zo laatdunkend gesproken over de bevoegdheid? Ik zou het kunnen billijken op het moment dat de ballonvaarder de piloot kan zijn van een verkeersvliegtuig en Anneke op den Buijs zich wegens chirurgen-tekort laat opereren door een buitengewoon getalenteerd visfileerder die handig kan omspringen met een paar scherpe messen. Tot die tijd hoop ik dat u, gezien het belang van goed opgeleide docenten in het onderwijs, geen ruimte meer maakt voor dit soort artikelen.

    De volgende reacties uit het veld beschrijven de rol van de managers. Eerst een korte algemene versie:


Uit: De Volkskrant, 12-05-2011, ingezonden brief van Aly van der Mark, Hurdegaryp

Beste leraren,

Zeg eindelijk nee tegen de omhooggevallen, overbetaalde managers die jullie nu al decennia het leven zuur maken.
    Weiger nog langer voor een appel en een ei de belachelijke zaken uit te voeren die ze steeds weer bedenken om kosten te besparen. Zeg nee tegen Raden van Bestuur, die alleen goed voor zichzelf zorgen en hun personeel in de kou laten staan.
    Mijn man en ik komen beiden uit het onderwijs, maar we hebben onze kinderen al 15 jaar geleden ten stelligste ontraden dit vak te kiezen, omdat we zagen aankomen, dat het mis zou gaan.
    Onderwijzen doe je niet door kinderen alles zelf te laten googelen. Onderwijs is overdracht van kennis. Ja, daar hoort klassikaal onderwijs bij; bijna een vloek in de moderne schoolfabrieken.
    Trouwens waar zijn de bonden in dit hele verhaal, waar waren jullie de laatste 15 jaar?


Red.:   En in meer detail:


Uit: De Volkskrant, 14-05-2011, door Arie Kuijvenhoven

Opnieuw beginnen op puinhopen Inholland

Wanpresterende hogeschool zou ontbonden moeten worden.

Arie Kuijvenhoven | De auteur is onder andere oud-docent van de voormalige Ichthus Hogeschool te Rotterdam. In zijn tijd tekenden zich al de tekortkomingen af die de hogeschool Inholland nu fataal zijn geworden.
 
Alweer tien jaar geleden werd ik, als zij-instromer, docent aan de Ichthus Hogeschool, een van de directe voorgangers van het wankelende Inholland. Ik begon in het oude gebouw aan het Rotterdamse Vasteland en verhuisde mee naar de 'glazen golf'op Zuid. Die bleek voornamelijk te bestaan uit een ruime hal waarin studenten via internet contact konden zoeken met hun begeleider. Dat de meeste docenten toen nog geen computer hadden, was geen bezwaar.
    Dat de docenten bij elkaar waren gepropt in een ruimte waar de zon vrijelijk naar binnen kon schijnen, was ook geen bezwaar. Net zo min als het ontbreken van een vertrek waar je met iemand onder vier ogen kon spreken. Alles moest transparant, heette het. Toen ik een keer op de bestuursetage mocht zijn, keek ik mijn ogen uit. Wat een rust, wat een ruimte, wat een glanzend meubilair, wat een behaaglijke temperatuur. Wat een prettige werkomgeving voor het overigens opvallend afwezige management.
    Binnen korte tijd gaf ik les aan dag- en avondstudenten van diverse studiejaren. Naast statistiek gaf ik les in sociaalpsychologie, beleids- en organisatiesociologie en begeleidde ik vier groepen eerstejaars bij het opstellen van hun 'poppetje', hun persoonlijk ontwikkelingsplan.
    Het bleek aan het Ichthus - dat toen nog een goede naam had - gebruikelijk om tentamens voor te bespreken met de studenten. Bij een groep avondstudenten deed ik dat ook, want ik had de stellige indruk dat de stof te hoog gegrepen was. Desondanks haalde slechts een van de ruim twintig studenten een voldoende. De rest was laaiend omdat ze geen voldoende had. Hoe mijn supervisor dat probleem heeft opgelost, weet ik niet, want ik werkte op urenbasis en een 'herretje' was niet inbegrepen. Overigens was een herretje uitgegroeid tot een geheel eigen fenomeen. Er waren zelfs studenten die geen tentamen deden, maar uitsluitend herretjes. Dat had te maken met punten of zoiets. Nadat ik had meegedeeld dat een herretje volgens mij alleen mogelijk was als je eerst tentamen had gedaan, heb ik verschillende studenten niet weer gezien.
    Het maken van goede tentamenvragen is niet altijd makkelijk. Om het kennisniveau te testen, liet ik een groep derdejaars een stukje uit de Volkskrant lezen. Enkelen bleken meer dan tien minuten nodig te hebben voor een stukje van twintig regeltjes. Een van hen kwam uit Oost-Europa en sprak geen enkele mij bekende taal. Bij navraag begreep ik dat buitenlandse studenten zeer welkom waren omdat ze extra geld binnenbrachten.
    Op een goede dag was het gehele docentenkorps uitgenodigd voor een bijeenkomst met de directeur, sorry, de voorzitter van de raad van bestuur. Hij zou een ingrijpende reorganisatie persoonlijk toelichten. Op het moment suprême bleek hij echter verhinderd. Voor zijn vervangster was dat geen probleem. Zij presenteerde de beleidsplannen en andere vergezichten in zulke bloemrijke managementspeak dat mijn klompen braken. Ik had het allemaal al eens eerder gehoord, en dat was me niet bevallen.   ...


Red.:   De auteur is een zij-instromer, en we mogen er vanuit gaan dat waar hij dit eerder gehoord had het bedrijfsleven is. Waar men ook de wereld verpest met dit soort gedoe.
 

  Enige tijd later deden over de voorzitter van het nog jonge Inholland rare verhalen de ronde. De Onderwijsinspectie stelde zelfs een onderzoek in. Ik heb die instelling mijn ervaringen meegedeeld. Tot mijn verbazing kreeg ik antwoord: de inspecteur vond mijn opmerkingen zo cynisch dat zij daar niets mee kon. Achteraf was ik echter nog niet cynisch genoeg geweest.

De kanker zat en zit heel diep: het hele ministerie en kennelijk dus ook de inspectie was ermee besmet.
 

  De moraal van mijn verhaal: de problemen van Inholland zitten veel dieper dan men denkt. Het rottingsproces duurt al minstens tien jaar. Om dat tot staan te brengen, is meer nodig dan een waslijst aan verbeterpunten. Zelfs excuses voor het beroerde onderwijsniveau schieten te kort. Want wat hebben de huidige studenten daar aan?
    Men kan stellen dat het hele hbo op de schop moet, maar dat levert wel heel erg veel problemen tegelijkertijd op. Beter is het om 'klein' te beginnen. En dan ligt het in de rede Inholland failliet te verklaren. Het onderwijs kan dan worden herverdeeld over studierichtingen die voldoen aan gestelde eisen. Alle studenten kunnen zich inschrijven bij andere hogescholen, waar hun kennisniveau wordt getoetst. Studenten aan het eind van hun studie moeten die kunnen afronden onder onafhankelijk toezicht. Alle docenten worden ontslagen, waarna zij elders kunnen solliciteren. Voor een bekwame docent is er genoeg werk. En wat te doen met het management en zijn ondersteuning? Niets, want die hebben de afgelopen jaren alle tijd gehad om zich op hun toekomst te bezinnen.   ...

Verdere onderzoeken zijn eigenlijk overbodig, en al deze aanbevelingen kunnen zonder aanpassing worden overgenomen.
    En ook de studenten krijgen ook nog een goede raad:

 

  En was ik alumnus van Inholland dan zou ik aangifte van valsheid in geschrift ernstig overwegen. Er staan immers handtekeningen onder die 'waardeloze' diploma's.

Een voorspelling: men gaat natuurlijk wel eindeloos onderzoeken, komt met enige lapmiddelen, en alles blijft grotendeels zoals het was.
   Harm Beertema heeft nog wat goed advies:


Uit: De Volkskrant, 17-05-2011, door Harm Beertema

Disciplineer het hbo met objectief landelijk examen

Door in het hbo een landelijk examen in te voeren, zal men selectiever worden aan de poort en afscheid nemen van competentiegericht onderwijs en CEO's.

Harm Beertema | Harm Beertema was leraar Nederlands in het mbo en is woordvoerder onderwijs van de PVV-Tweede Kamerfractie. Niet de schaal van de instelling, maar de kwaliteit moet weer het meest onderscheidend worden.

Tussentitel: Ondernemen in een quasimarkt leidt altijd tot ongelukken

Een terminale patiënt is het slechtst af met een kwakzalver die de ziekte ontkent. Vanuit dat perspectief zijn er weer kansen voor het beroepsonderwijs: iedereen erkent dat de patiënt zwaar ziek is. Jarenlang was het alleen Beter Onderwijs Nederland, de vereniging van verontruste leraren, die probeerde de kwaliteitsramp in het hoger beroepsonderwijs (hbo) onder de aandacht te brengen.
    Nu gaat er geen dag voorbij of de kranten staan vol met teleurgestelde studenten en een driftig communicerende Doekle Terpstra die nog altijd niet goed lijkt te begrijpen welke impact het falen van de hbo-instelling heeft op de levens van studenten.
    Zijn rol als redder van de hogeschool Inholland lijkt de mismatch van de eeuw. Als voorzitter van de HBO-raad heeft hij juichend aan de wieg gestaan van vernieuwingen die nu hun tol eisen. Van een systeemfout is volgens hem geen sprake. Nog altijd denkt hij het falen van het hbo weg te organiseren en weg te communiceren. Zelfs een excuus aan de studenten vindt hij niet nodig.
    De politieke partijen zijn het er nog altijd niet over eens dat het hbo alleen gered kan worden als de systeemfout die in het onderwijsgebouw is ingebakken, rigoureus wordt aangepakt.
    De PVV meent dat de schaal van de instellingen kwalitatief goed onderwijs in de weg staat, want die brengt onvermijdelijk een bedrijfseconomische focus met zich mee die op een onderwijsinstelling niet thuishoort; het zal gaan om de marktpositie en om studenten zo snel en goedkoop mogelijk door een traject te loodsen. Als dat alleen maar lukt door het eindniveau te verlagen, dan moet dat maar.   ...
    Maar het belangrijkste is dat we tucht terugbrengen in het onderwijsstelsel. In een echte marktorganisatie heerst de tucht van de markt. Bestuurders leggen verantwoording af aan de aandeelhouders en de markt is allesbepalend. Er is vraag en aanbod, er is een consument en er is concurrentie. Ziedaar de ingrediënten van het strijdperk waarin bedrijven bloeien of ondergaan.
    Hoewel het onderwijs hetzelfde bestuursmodel heeft gekozen als het bedrijfsleven, werkt het daar heel anders. Hier geen tucht, er is nauwelijks sprake van een markt of van concurrentie. Dat de overheid dit heeft toegestaan, is fataal geweest.
    In het beroepsonderwijs bestaat zelfs de tucht niet van een landelijke norm waaraan een student moet voldoen om te slagen voor een diploma. Heb je moeite met het niveau van het hoger onderwijs? Geeft niks, er zijn toch geen objectieve normen. En de overheid stond erbij en keek ernaar.   ...
    Diezelfde politiek moet nu ingrijpen, daar waar dat het meest effectief is: aan het einde van de opleidingstrajecten, bij de examens. Kijk eens naar het voortgezet onderwijs. Ook daar valt het nodige te verbeteren, maar één ding staat daar garant voor een consistente kwaliteit: het landelijk examen. Een havo-diploma gehaald in Harlingen of Heerlen, het heeft dezelfde waarde.
    Bestuurders van scholen in het voortgezet onderwijs hebben geen invloed op het eindniveau van hun opleidingen, want dat wordt bepaald door het CITO. Dat instituut, met een deskundigheid waar veel landen met afgunst naar kijken, is uitstekend in staat om ook landelijk objectieve examens te leveren voor de kernvakken van hbo-opleidingen. Daarmee maak je een einde aan veel 'perverse prikkels' waar hbo-bestuurders zo gek op zijn.
    Je zult als bestuurder voorzichtiger zijn aan de poort van je opleiding, want is deze potentiële student wel in staat om dat onafhankelijke eindniveau te halen in de studietijd die er voor staat? Bij twijfel niet aannemen dus. Bij het werven van docenten wordt de pedagogische kwaliteit weer van levensbelang.
    Je zult ook onmiddellijk afscheid nemen van competentiegericht leren, omdat dat niet opleidt en onderwijst, maar de student slechts bezighoudt. Intensief onderwijs met een echte docent zal weer de norm worden. En tenslotte: niet de schaal van de instelling, maar de kwaliteit wordt weer het meest onderscheidend. Dat zal onderwijsmanagers aantrekken in plaats van ceo's. En wie weet, nemen die ook weer genoegen met een mooi cao-salaris in plaats van een 'marktconform' salaris.
    Want als we iets geleerd hebben van het hbo-drama, is het dat ondernemen in een quasimarkt, want dat is de publieke sector nu eenmaal, altijd leidt tot ongelukken.


Red.:   Nog meer goed advies:


Uit: De Volkskrant, 24-05-2011, door Fenna Vergeer-Mudde

Negen lessen voor een beter hbo

De affaire bij hogeschool Inholland is allesbehalve een incident, stelt de vereniging Beter Onderwijs Nederland. Het is de hoogste tijd om lessen te trekken.

Fenna Vergeer-Mudde | De auteur is bestuurslid van Beter Onderwijs Nederland en was Tweede Kamerlid en woordvoerder onderwijs voor de SP van 2002-2007.

Eind jaren negentig besluit Jos Elbers, bestuursvoorzitter van hogeschool Inholland, van zijn school de grootste van Nederland te maken; vijf hogescholen uit tien steden maakte hij tot een school met zo'n 40 duizend studenten. Iedereen kon zien dat een dergelijk plan niet kon slagen. Van begin af aan ging het mis. Toen al klaagden docenten en studenten over de ontstane mega-instelling, met tientallen opleidingen die alle dezelfde didactiek hanteerden: het competentiegericht onderwijs.
    Nu lijkt deze school een incident te zijn, maar Beter Onderwijs Nederland (BON) ontving de laatste vijf jaar talloze signalen waaruit blijkt dat Inholland geen incident is, maar exemplarisch voor gelukkig niet alle, maar wel een groot deel van de hbo-opleidingen. Het is buitengewoon jammer dat het lijkt of er alleen met Inholland van alles mis is.
    Staatssecretaris Zijlstra van OCW kondigde afgelopen vrijdag maatregelen aan die er niet om liegen; adviezen die rechtstreeks uit het Deltaplan Onderwijs van de BON lijken te komen. Er komen landelijke examens, er worden eisen gesteld aan de docenten en de rol van de Inspectie van het Onderwijs wordt verzwaard. Dat is een enorme stap in de goede richting, want tot voor kort waren noch de hogescholen noch de bestuursraden noch de politiek vatbaar voor kritiek en verbetervoorstellen die al in de tijd dat Mark Rutte staatssecretaris van Onderwijs was door mij zijn geopperd. Voor verdere kwaliteitsverbetering van het hbo zijn negen lessen te trekken.

Vijf lessen voor de hogescholen

1. Geef weer les
Laat de studenten niet met zelfwerkuren aan hun lot over. Zorg voor voldoende lesuren met instructie en begeleiding. ...
    Inholland bezuinigt vooral op docenten door invoering van het zogenoemde competentiegericht onderwijs, waarbij studenten een groot deel van de week thuis zitten. Ook bij andere hogescholen blijkt dit te spelen.

2. Stel eerst de lestaken veilig
Uit de begroting 2003-2004 van Inholland - die vreemd genoeg voor de Tweede Kamer geheim is, maar mij destijds door verontruste leden van de medezeggenschapsraad werd toegespeeld - blijkt desinteresse voor de kwaliteit van het onderwijs. De overhead en de huisvestingskosten van de hogeschool nemen toe, terwijl gelijktijdig wordt bezuinigd op docenten.

3. Stel hoogopgeleide docenten aan
Zo'n 15 jaar geleden bestond het docentenkorps van een hbo voor het merendeel uit academici en hooggeschoolden met substantiële arbeidservaring. Anno nu uit de accreditatieorganisatie NVAO haar zorgen over het niveau van de hbo-docent: grofweg de helft is niet opgeleid op masterniveau. ...

4. Lever topsalarissen in
In schril contrast met de bezuinigingen op de docent staan de exorbitante salarissen van de besturen. Bijna de helft van de hogeschoolbestuurders krijgt meer dan de balkenendenorm.
    In zes jaar tijd is de gemiddelde vergoeding aan de hogeschooltop met minstens 30 procent gestegen. ... Breng dus de bestuurders onder in de cao.

5. Halveer het aantal opleidingen en verhoog het examenniveau
Een wildgroei aan studierichtingen is ontstaan om maar zo veel mogelijk studenten weg te houden bij de concurrent. Door bundelen valt veel te winnen. ...


Vier lessen voor de Tweede Kamer

1. Oormerk de financiering van leraren
Het geld dat bestemd is voor de lestaken moet geoormerkt worden, met als grondslag een werkbare docent-studentratio en voldoende contacturen. ...

2. Geef de leraar zijn vak terug
Na alle opgelegde onderwijshervormingen wordt het de hoogste tijd om de leraar de zeggenschap over de didactiek terug te geven. De wet op de medezeggenschap biedt daarvoor onvoldoende handvatten. De politiek kan bij wet de leraar zijn vak teruggeven. Een leger ondersteunende en adviserende organisaties is ontstaan. In 2010 gaf OCW een kleine miljard uit aan deze doorgaans niet zelf lesgevende 'onderwijsdeskundigen'.

3. Schaf de HBO-raad af
De HBO-raad, heeft geëxcelleerd in het rechtpraten wat telkens weer krom blijkt te zijn. Wanneer de overheid de regie weer in handen neemt, heeft de HBO-raad geen functie meer. Scholen betalen miljoenen aan contributie aan deze raad en de overheid bekostigt ook nog eens deze instelling. Dit geld kan naar de docent en de klas.

4. Schrap de diplomabonus
Het wordt tijd om de waarde van hbo-diploma's weer op peil te brengen. Schaf de diplomabonus af. Een groot deel van de rijksbijdrage wordt gerelateerd aan getuigschriften en aantallen studenten waardoor een groot financieel belang ontstaat om studenten te laten afstuderen, ook als er onvoldoende kwaliteit is geleverd. ...


Red.:   En nog eentje:


Uit: De Volkskrant, 25-05-2011, column door Aleid Truijens

Autonomie heeft hbo de das omgedaan  

Tussentitel: Dat er in het hbo veel mis was, kon iedere krantenlezer al jarenlang weten

Als een café, versierd met dorre dennentakjes, afbrandt en er doden vallen, blijkt pas dat de veiligheidsinspectie had zitten suffen. Als er een kleuter op de bodem van een zwembad wordt aangetroffen, wordt een extra badmeester neergezet. ...
    Dat er in het hbo veel mis was, kon iedere krantenlezer al jarenlang weten. De afgelopen twintig jaar kwam het hbo in het nieuws door fraude met studentenaantallen, gesjoemel met diploma's en falende bestuurders. Terwijl scholen fuseerden tot mammoetinstellingen van meer dan 30 duizend studenten - met één didactische smaak: het competentiegerichte leren - steeg het salaris van de bestuurders, die zich CEO gingen noemen en zich omringden met een haag van secretaresses, voorlichters en marketeers.
    Terwijl de brochures glanzender werden en het aantal fopstudies met 'entertainment', 'media' en 'games' in de naam groeide, daalde het opleidingsniveau van de docenten. ...
    Het leek vrijwel niemand te deren. Iedereen was blij met het vederlichte hbo: studenten haalden fluitend hun diploma en met een fijn horecabaantje ernaast. Ambitieuze ouders hadden een 'studerend' kind. ...
    Goed, studenten met spandoeken eisten luidkeels meer en betere lessen, en een enkele door zijn management weggepeste docent zocht de media, maar megalomane bestuurders werden door niemand gecorrigeerd. Pas nu de consument in zijn broodwinning wordt bedreigd - met een waardeloos diploma vind je geen baan - slaat de publieke opinie om en komt de overheid in actie.
    Halbe Zijlstra belooft ferme maatregelen. Kernvakken in het hbo worden voortaan landelijk getoetst. Visitatiecommissies worden strenger en de Onderwijsinspectie gaat zich ermee bemoeien. ...
    Zou het helpen, Halbes ingrijpen? Een beetje wel denk ik. Vooral die landelijke examens en beter geschoolde docenten. Maar wat zijn 'kernvakken'? Met landelijke invoering van de reken- en taaltoetsen die nu het erbarmelijke niveau van veel pabo-studenten onthullen ben je er niet.
    Op beroepsopleidingen gaat het juist om specifieke vakkennis. Voor toetsing daarvan heb je deskundigen uit de beroepsgroep nodig. Zo zouden ziekenhuizen, nu ongevraagd opgezadeld met hbo-verpleegkundigen die zijn afgestudeerd in competenties als 'samenwerken' en 'initiatief nemen' en medische kennis per ziektegeval googelen, weer geëxamineerd moeten worden door artsen. De organisatie daarvan kost veel geld en inspanning.
    Zijlstra's maatregelen zijn vooral symptoombestrijding. De rot zit in het fundament, dat van de autonome school. Onderwijs kun je niet vermarkten. Wie zegt: hier is een zak met geld, zie maar, en vervolgens wegkijkt, moet niet verbaasd zijn als er steeds minder naar de studenten gaat en het niveau daalt. De overheid moet zelf weer de verantwoordelijkheid nemen: mammoetscholen opsplitsen in kleine instellingen, geleid door gedreven vakdocenten, die verantwoording afleggen aan het ministerie, een cao-salaris ontvangen en bij bestuurlijk falen of tegenvallende leerprestaties ontslagen worden.
    De autonome school is een historische fout, die kan worden rechtgezet. Plasterk durfde het niet, Zijlstra en Van Bijsterveldt willen het niet. Maar ooit dwingt de verloedering van het hbo deze omslag af.
 

Red.:   Zijlstra en Van Bijsterveldt willen het niet, want de markt maakt deel uit van hun rechtse  ideologie. Net als het competentie gericht leren deel uitmaakt van de linksige ideologie.
   Nog een poging:


Uit: De Volkskrant, 01-07-2011, van verslaggever Robin Gerrits

Na de bezuinigingen op de kunsten, en alle ophef daarover, neemt Halbe Zijlstra vandaag een volgende horde in zijn loopbaan als staatssecretaris: hij komt met plannen die het hoger onderwijs moeten veranderen

Werkgevers slaan alarm over hbo

De 'totaal doorgeslagen' schaalvergroting in het hoger beroepsonderwijs moet worden beëindigd. De overheid moet weer eindverantwoordelijk worden voor de kwaliteit van de lerarenopleidingen in plaats van de scholen. En beroepsopleidingen die leerlingen nauwelijks toekomstperspectief bieden, moeten ophouden te bestaan.
    Dit zijn de belangrijkste punten uit het zogenoemde onderwijsmanifest dat de werkgeversverenigingen VNO-NCW en MKB Nederland vandaag uitbrengen samen met vereniging Beter Onderwijs Nederland (BON).
    De aanleiding is een gedeelde grote verontrusting over de toekomst van het Nederlandse onderwijs. 'We zijn het heus niet op alle punten met de vereniging Beter Onderwijs Nederland eens', zegt Gertrud Visser, secretaris onderwijs van werkgeversorganisatie VNO-NCW, 'maar op genoeg punten wel voor deze gelegenheidscoalitie.'   ...
    Volgens het manifest is er de laatste decennia een gevaarlijke onderwijscultuur ontstaan, met te weinig kwaliteitsbewaking door de overheid en bekostigingsmodellen met perverse financiële prikkels voor de scholen. Gevolg is leerlingen met te weinig kennis en kunde, veel uitval, en onderbenutting van talent.   ...


Red.:   Even nog een berichtje over de niveaudaling op het HBO over een periode die meer tijd bestrijkt dan de uitwassen van de laatste jaren:
 

Uit: De Volkskrant, 04-07-2011, door Martin Slagter

De ellende van het hbo begint al bij het mbo

Martin Slagter is docent Nederlands, journalistiek en filosofie aan zowel het mbo als hbo. Volgens hem beheerst de huidige hbo'er het Nederlands slechter dan de vroegere mbo'er.

Tussentitel: Wie onleesbare tekst schrijft, kan met 9,5 slagen voor schrijfexamen

...    Steeds meer mbo-leerlingen stromen door naar het hbo. Dit is de 'beroepskolom'. In 2010 had maar liefst 35 procent van de eerstejaars hbo-studenten een mbo-achtergrond. De beroepskolom biedt vmbo-leerlingen een kans door te stromen naar het hoger onderwijs, maar in de praktijk leidt deze doorstroming ertoe dat het niveau van het hbo steeds meer afglijdt richting mbo.
    Ik werk zo'n dertig jaar als docent Nederlands in het mbo. Het vroegere meao-examen Nederlands kende een centraal schriftelijk examen dat onder meer uit een briefopdracht bestond. De normering schreef voor dat een brief maximaal vijf foutieve werkwoordsvormen of tien andere spel- en stijlfouten mocht bevatten. Werden deze aantallen overschreden, dan was de brief onvoldoende. Een heldere en alleszins redelijke normering.
    Ik werk ook in het hbo. Soms laat ik eerstejaars studenten van de opleiding hbo Recht in Utrecht een schrijfopdracht van dat vroegere meao-examen maken. Als ik dan bovenstaande normering toepas, haalt letterlijk niemand een voldoende. Conclusie: qua schriftelijke taalbeheersing is het niveau van het huidige hbo lager dan dat van het mbo van zo'n twintig jaar geleden. ...


Red.:   Zolang de zaken niet concreet blijven, belijden de hbo-bestuurders dat ze begrip hebben voor de kritiek. maar bij de eerste fase waarin het wat concreter wordt, steekt het verzet meteen zijn kop op:


Uit: De Volkskrant, 06-07-2011, door Harm Beertema

Benoem kernvakken en toets die landelijk

Het hbo moet landelijk toetsen, bestuurders normaal belonen en stoppen met het competentie-onderwijs.

Harm Beertema | Harm Beertema was leraar Nederlands in het mbo en is woordvoerder onderwijs van de PVV-Tweede Kamerfractie. Studenten hebben recht op structuur, goede colleges en landelijke examens voor de kernvakken.

Het hbo verkeert in de grootste crisis ooit. Diplomafraude, bestuurders die zich vooral bezig hielden met fusies, megalomane nieuwbouwprojecten en buitenlandse vestigingen en opleidingen waar niemand in Nederland wat aan heeft, buitensporige salarissen, bonussen en extra pensioenstortingen.
    Vorige week kwam staatssecretaris Halbe Zijlstra met zijn strategische agenda voor het hoger onderwijs. Hierin heeft de regering haar visie verwoord die het hbo moet gaan redden. En die visie is uitstekend. ...
    Vanaf 2012 is het doorgeschoten gelijkheidsdenken voorbij. Er komt weer selectie aan de poort, studies waarmee je nauwelijks aan het werk komt, zullen verdwijnen. Er komt ruimte voor ambitie, de student krijgt bij de inschrijving een studiekeuzegesprek, er komt een aanwezigheidsplicht bij colleges en er komen meer lesuren.
    Door tegenstanders wordt smalend gesproken over de verschoolsing van het hoger onderwijs ...
    De reactie van de HBO-Raad is echter teleurstellend. Deze koepelorganisatie van de hogescholen, voorgezeten door Guusje ter Horst, onderschrijft nogal plichtmatig de grote lijn en noemt die een uitdaging.
    Maar over de belangrijkste ingreep vanuit dit kabinet, de landelijke toetsing van kernvakken die naar het inzicht van de PVV de diploma-fraude onmogelijk moet gaan maken, zegt zij dit: 'De voorgestelde landelijke toetsing van kernvakken kan echter uitmonden in een kostbaar, bewerkelijk en star instrument dat zijn doel voorbij schiet. De hogescholen zullen onafhankelijke deskundigen vragen hierover te adviseren.'
    Met andere woorden: kabinet, bekijk het maar met je plan. Er zijn deskundigen die landelijke examens toejuichen en er zijn er die examens achterhaald en ouderwets vinden en alles 'modern' willen toetsen in 'assesments', waar meer gekeken wordt naar vage vaardigheden dan naar degelijke kennis. Maar dat laat natuurlijk alle ruimte voor sjoemelen. Door vooral die laatste categorie onderwijsvernieuwers zal de HBO-Raad zich laten 'adviseren'.
    Het gaat de PVV er om dat er per opleiding kernvakken worden benoemd die volgens een landelijke norm worden geëxamineerd. 'Kostbaar, bewerkelijk en star'? Welnee. In het voortgezet onderwijs maakt het CITO al sinds jaar en dag landelijke examens voor nog veel meer vakken. Tot ieders tevredenheid, want juist die landelijke examens hebben het voortgezet onderwijs behoed voor de ramp van de verkruimelende kwaliteit die we hebben gezien in het mbo en het hbo. Onafhankelijke, landelijke toetsen, die willen we terugzien in het beroepsonderwijs, of de MBO- en de HBO-Raad dat nou leuk vinden of niet.   ...


Red.:   Tja, sjoemelen is een kernactiviteit van bestuurders en managers in het algemeen, dus ook van die in het onderwijs. Hetgeen ze dan natuurlijk ook uitbreiden naar examens.
    Nog eens, misschien ten overvloede, een bevestiging van het feit dat het geval Inholland geen uitzondering is maar de regel, en van de meeste aspecten die daarin een rol spelen:


Uit: De Volkskrant, 16-07-2011, van verslaggeefster Maartje Bakker

Docenten en studenten Van Hall Larenstein in actie voor ontslagen opleidingsdirecteur

Leiding hbo botst met personeel

...    Veel problemen die het hoger onderwijs teisteren komen samen in Hogeschool Van Hall Larenstein, met vestigingen in Wageningen, Leeuwarden en Velp. Het management watertandt bij het trekken van meer studenten en het centraliseren van de instelling ...


Red.:   Nummer één: de grootschaligheid. Waarachter niets anders zit dan de behoefte zich belangrijk te voelen, en een hoger inkomen. Want hoe groter de instelling, hoe meer het management verdient.
 

  Daarom leven de medezeggenschapsraad (MR) en de directeur van Hogeschool Van Hall Larenstein al een half jaar op gespannen voet met elkaar, zegt Peter Aerts, MR-secretaris bij de Larensteinvestiging in Velp. 'Begin dit jaar zegden we het vertrouwen op in de algemeen directeur, Ellen Marks.

Kenmerk nummer één: strijd met de professionals. Want die professionals zien ook dat de stelling dat schaalvergroting tot kostenbesparing leidt, zoals ook elders al ruimschoots, bewezen, een leugen is:
 

  Het beleid van Marks druist tegen de ideeën van de docenten in. Aerts: 'Ze vindt bijvoorbeeld dat allerlei ondersteunende diensten van Velp naar Wageningen moeten worden verplaatst. Maar dat valt duurder uit, dat hebben we al gezien toen de ict centraal werd geregeld ...

Nummer twee: de organisatie wordt duurder.
    Nummer drie:
 

  Ook wil Marks een extra managementlaag aanbrengen

Meer managers in plaats van docenten: de organisatie wordt nog duurder.
 

  Ook wil Marks ... opleidingen te verenigen in schools, die voor een deel bredere opleidingen bieden .... Aerts: '... het oprichten van zulke schools betekent dat de docenten minder te zeggen krijgen ten gunste van de managers.

Nummer vier: het kweken van tekentafel- en fantasie-opleidingen, die minder aansluiten op de praktijk. Nummer vijf: de managers die weinig of niets van onderwijs weten, worden de baas over de professionals.
 

  Het laatste, 'stompzinnige' besluit van algemeen directeur Marks is het ontslag van de opleidingsdirecteur Bos- en Natuurbeheer, Hans van Rooijen, vervolgt Aerts. 'Die opleiding drijft op hem', zegt hij. 'Het is een succesvolle opleiding, met een hoog rendement en met afgestudeerden die geliefd zijn in het beroepsveld.' Van Rooijen keerde zich volgens Aerts tegen de 'groentesoep' van opleidingen die zou ontstaan als er schools zouden worden opgericht.

Nummer zes: het wegwerken van tegenspraak. Dictatoriale neigingen. Kenmerkend voor de moderne manager die geen verstand heeft van datgene waar hij leiding aan geeft: bij gebrek aan gezag, een inhoudelijke zaak, moet hij zich dus werken met macht: "Het moet omdat ik het zeg":
 

  Daarom leven de medezeggenschapsraad (MR) en de directeur van Hogeschool Van Hall Larenstein al een half jaar op gespannen voet met elkaar, zegt Peter Aerts, MR-secretaris bij de Larensteinvestiging in Velp. 'Begin dit jaar zegden we het vertrouwen op in de algemeen directeur, Ellen Marks. Ze luistert niet naar onze bezwaren, heeft zelf geen inhoud en is dus niet in staat ons te leiden.'

Met, essentieel in het geheel, op de achtergrond het toezicht stammende uit een nog hogere en dus nog foutere maatschappelijke laag: die van de echt grote graaiers:
 

  Inmiddels nemen verontwaardigde docenten en studenten het op voor hun ontslagen opleidingsdirecteur. Ze hebben de voorzitter van het college van bestuur van Van Hall Larenstein, Aalt Dijkhuizen, bijna vierhonderd handtekeningen aangeboden. Ook hingen ze de school vol met posters waarop 'Hans moet blijven' staat.
    Het haalde tot nu toe niets uit. Dijkhuizen op het intranet van de hogeschool: 'Wij kunnen en willen jullie niet dwingen te werken voor een organisatie waarin je je niet thuis voelt. Kies je wel voor Van Hall Larenstein, dan kies je ook helemaal en verwachten we dat je je conformeert aan de keuzes die zijn gemaakt en de lijn die is ingezet.'

Oftewel: kies voor onze dictatuur van de graaiers of rot op.
    En zo is het onderwijs (mede) in de vernieling gegaan: door de intocht van de managers. Naast de ideologie van de gelijkheid.
    Een eerste teken van daadwerkelijk herstel:


Uit: De Volkskrant, 24-09-2011, door Merijn Rengers

'Ik trof een verweesde school aan'

Doekle Terpstra maakt schoon schip bij Hogeschool Inholland, die in opspraak kwam door financieel wanbeheer en ten onrechte toegekende diploma's. 'Het onderwijs was naar de achtergrond verdwenen, het management kwam vaak op de eerste plaats. Dat gaan we veranderen.'

...    We hebben het afgelopen jaar aan alles meegewerkt. We hadden ons kunnen verzetten tegen al die onderzoeken en keiharde conclusies, maar we hebben ervoor gekozen om deemoedig te luisteren en fouten te erkennen. Ik heb maar één keer nee gezegd. Dat was toen de Kamer excuses wilde, net zoals ze die van bankiers wilden. Dat heb ik geweigerd.
    We gebruiken onze energie liever voor iets anders. Er moet gesaneerd worden - we hebben dit jaar dertig procent minder eerstejaars - maar ook de focus moet veranderen. In mijn analyse is bij Inholland het management te vaak op de eerste plaats gekomen. Iets minder dan de helft van het personeel werkt in de staf of als manager. Terwijl we gewoon een school zijn, waar het om de studenten en docenten draait. Niets ten nadele van hen, maar de staf was te veel uitgedijd. Die gaan we reorganiseren en inkrimpen.


Red.:   Punt 1 van de bekende oorzaken: te veel managertypes.
 

  Het is veelzeggend dat er in de oude Raad van Toezicht niemand zat met verstand van onderwijs. Het ging over financiën, gebouwen, internationalisering. Grote thema's, maar het onderwijs was naar de achtergrond verdwenen.

Punt 2: verkeerd soort bestuurders. Dat wil zeggen: uit het bedrijfsleven of soortgelijke types.
 

  Ik had niet verwacht dat ik dit ooit zou zeggen, maar ik vind dat Beter Onderwijs Nederland (BON, de club die pleit voor het terugdraaien van allerlei onderwijsvernieuwingen, red.) meer gelijk heeft dan ik aanvankelijk dacht.
    De pendule is doorgeslagen naar het nieuwe leren, naar competenties en vaardigheden ...

Punt 3: de linksige ideologie.
 

  De pendule is doorgeslagen ..., en naar schaalvergroting.

Punt 4: schaalvergroting.
    En Terpstra lijkt er wat aan te willen doen:
 

  Tussenstuk:
Puinruimen
... Terpstra schrapt 470 banen bij Inholland, waar zich 30 procent minder studenten aanmeldden. De banen sneuvelen vooral bij de staf en het management.

Maar dit geldt nog niet bij voorbaat voor de rest van de sector:


Uit: De Volkskrant, 24-09-2011, door Jan Willem Bruins, voorzitter van de Vereniging Medezeggenschapsraden Hogescholen.

Nu laat Inholland zien hoe het moet

Tegenstanders van het ongekend harde ingrijpen van staatssecretaris Halbe Zijlstra in het hoger beroepsonderwijs beroepen zich er graag op dat het beruchte inspectierapport van vlak voor de zomer vooral Inholland betrof. Met de andere hogescholen zou op een enkel dubieus afstudeertraject na weinig aan de hand zijn. Dat verklaart misschien ook de lauwe reactie van de hbo-raad op de kwaliteitsproblematiek bij hogescholen.
    De bestuurders lieten tot nu toe weinig van zich horen terwijl voor het herstel van vertrouwen in de onderwijskwaliteit juist een daadkrachtige bestuurlijke reactie nodig is. ...
    De noodzakelijke maatregelen om de onderwijskwaliteit in het hbo te verbeteren kwamen tot nu toe dan ook niet van de bestuurders maar van Halbe Zijlstra, die voor zijn plannen al brede steun kreeg in de Tweede Kamer. Intensievere studieprogramma's met meer contacttijd, landelijke toetsing van kernvakken, beter opgeleide docenten en een bonus voor hogescholen die zich kwalitatief durven te onderscheiden.
    Inmiddels is duidelijk dat Inholland zeer grote schade lijdt als gevolg van de geconstateerde problemen en de publiciteit daarover. ...
    Dat Inholland als enige hogeschool zo wordt getroffen, is extra wrang omdat de meeste problemen van Inholland in meerdere of mindere mate ook op de andere hogescholen voorkomen.
    Maar een crisis kan louterend werken, en dat effect lijkt zich momenteel te af te tekenen bij Inholland. Door de ingrijpende reorganisatie zal grotendeels het niet-onderwijzend personeel afvloeien. Van de 2.300 arbeidsplaatsen is de helft niet-onderwijzend personeel.... Daarom sneuvelen er vooral arbeidsplaatsen bij de centrale staven.
    De Vereniging Medezeggenschap Hogescholen(VMH) - waarbij alle grote hogescholen zijn aangesloten - deed onlangs onderzoek naar het aantal docenten op een hogeschool als percentage van het totale personeelsbestand. Daaruit bleek dat het personeelsprobleem van Inholland op vrijwel alle grote hogescholen speelt: gemiddeld hadden de onderzochte hogescholen 52 procent docenten in dienst.
    Hoewel de VMH heeft besloten de namen van de hogescholen niet in de publiciteit te brengen, mag hier wel worden gezegd dat de score van Inholland geen afwijking vertoont van het gemiddelde. Deze schokkende cijfers leidden op geen enkele hogeschool tot een adequate bestuurlijke reactie. Daarop vormt Inholland nu de positieve uitzondering.
    Het werkelijke probleem is echter nog groter. Want van die 52 procent docenten staat lang niet iedereen voor de klas. De laatste jaren heeft onder andere de VMH op meerdere hogescholen uitgerekend hoeveel procent van het budget daadwerkelijk naar de directe onderwijsuitvoering gaat. Dat blijkt steeds slechts zo'n 25 procent van het hogeschoolbudget te zijn. Deze berekeningen, die werden bevestigd door een hoogleraar accountancy van de universiteit van Tilburg, zijn door de HBO-raad en de bestuurders stelselmatig genegeerd of ontkend.
    Gelukkig hebben de Tweede Kamer en de staatssecretaris deze problematiek wel erkend en is opdracht gegeven aan de Onderwijsinspectie om hogescholen voortaan openbaar te laten maken welk deel van hun budget ze aan het onderwijs besteden. ...
    Ook hier lijkt Terpstra de eerste bestuurder die hardop durft te zeggen wat er moet gebeuren: 'We gaan weg van de façade. De baten van de hogeschool die naar de taken van docenten en de onderwijsuitvoering gaan, moeten omhoog. We verschuiven daarom van indirecte naar meer directe uitgaven voor de onderwijsprocessen.'
    Als de andere hogescholen deze problematiek blijven ontkennen, zal Inholland straks het lichtend voorbeeld voor de anderen zijn.


Red.:    En ja hoor, daar is een andere moloch:


Uit: De Volkskrant, 20-12-2011, van verslaggeefsters Maartje Bakker en Irene de Pous

'Tjongejonge, is dit hbo-niveau?'

Eén op de drie docenten aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA) klaagt over een te laag niveau van de opleidingen. Datzelfde vinden ze van de afstudeerscripties van hun studenten. Bij de afdeling economie en management (15 duizend studenten) is de onvrede het grootst.
    De groeiende ontevredenheid blijkt uit een intern onderzoek onder docenten en andere medewerkers, dat in bezit is van de Volkskrant. Twee jaar eerder was één op de vier docenten ontevreden over het opleidingsniveau.
    Docenten klagen ook over het management, dat niet op de hoogte zou zijn van wat er zoal speelt op de werkvloer.
    Han Boels, voorzitter van de medezeggenschapsraad die docenten en studenten van de economie- en managementopleidingen vertegenwoordigt, zegt: 'Ik kom studenten tegen van wie ik denk: tjongejonge, is dat hbo-niveau? Maar ja, we hebben nu veel meer studenten en een hele andere instroom. Veel meer mbo'ers en havisten komen de hogeschool binnen, vaak ook met een multiculturele achtergrond. Het zijn niet meer mensen die bij voorbaat geequipeerd zijn.'    ...


Red.:   De eerste die dit openlijk durft te zeggen.
    Met natuurlijk ook het bekende bijpassende type management:

  'De studentenaantallen groeien ons boven het hoofd,' beaamt Peter Fonkert, ook lid van de medezeggenschapsraad en docent aan de International Business School. ...
    De onrust op de werkvloer is volgens Fonkert groot. Veel docenten durven volgens hem geen kritiek te geven omdat ze bang zijn voor hun baan. Onlangs stuurden 53 docenten van de International Bussiness School een brandbrief over de organisatiecultuur, na een ontslag van een opleidingsmanager. 'Geen van hen durfde de brief met naam en toenaam te ondertekenen.'

Dictatoriaal en ongetwijfeld dom. 
    Nu er extra onderzoek is gekomen, vallen ze bij bosjes:


Uit: De Volkskrant, 22-12-2011, van verslaggeefster Maartje Bakker

Examens 200 afgestudeerden opleiding journalistiek worden opnieuw nagekeken

Windesheim gaf onterecht diploma's

Studenten journalistiek in Zwolle zijn afgestudeerd op een niveau dat niet hbo-waardig is. Dat blijkt uit een steekproef uit de afstudeerverslagen van 23 studenten. Daarvan blijken er 11 achteraf geen voldoende waard te zijn.
    De steekproef, die werd genomen in opdracht van accreditatieorganisatie NVAO, is voor hogeschool Windesheim aanleiding om alle diploma's door te lichten van de ruim tweehonderd studenten die de afgelopen twee jaar afzwaaiden. Als hun werkstukken niet op niveau zijn, mogen ze een bijspijkercursus volgen.
    De diagnose van de verslagen die niet deugen luidt grofweg 'onvoldoende diepgang'. 'De studenten stellen geen goede onderzoeksvragen of maken niet de goede gevolgtrekkingen uit gegevens die ze hebben verzameld', zegt Albert Cornelissen, collegevoorzitter van Windesheim. Een ander mankement is volgens Cornelissen dat niet meer is na te gaan hoe docenten tot hun oordeel kwamen.
    Het zijn vaak feitelijke richtlijnen waaraan studenten niet voldoen, vult Johran Willegers, student journalistiek en voorzitter van de opleidingscommissie, aan. 'Het vereiste aantal woorden is niet gehaald of er staan spelfouten in.'    ...
    Zijn medestudenten zijn erg geschrokken van het nieuws, zegt Willegers. ...
    Al geven sommige studenten op Twitter een sterk staaltje cynisme ten beste. 'Een diploma van de School of Media wordt wel een Journalistrik-diploma genoemd', twittert journalistiekstudent Arjan te Bogt. Stefan Popa, die in 2009 afstudeerde en toen al het gevoel had dat hij zijn diploma in de schoot kreeg geworpen: 'Het is trouwens een hoop onsin. Je leerdt best veel in de joernaliestiek oplijding van de windesheim.'


Red.:   Maar naar dit soort signalen werd door de leiding, meervoud, nooit geluisterd.
   De volgende. Dit is een mbo-hbo-combinatie, maar dat maakt voor de verschijnslen antuurlijk geen draad uit. De ciatane hebben een wat andere volgorde:


Uit: De Volkskrant, 08-02-2012, van verslaggeefster Irene de Pous

Scholen Amarantis zitten op rand van faillissement

....   Amarantis ontstond in 2007 uit een fusie tussen de mbo-tak roc ASA en de middelbare scholengroep ISA. Amarantis heeft scholen in de provincies Noord-Holland, Flevoland en Utrecht. ...


Red.:   Stap één: de grootschaligheid.

  De kleine reserves weerhielden Amarantis er niet van flink te investeren in nieuwbouw. Zo werd in 2009 bijna 7,5 miljoen euro gestoken in de Fit-academie Bokkenduinen in Amersfoort, een modern fitnesscentrum. Hier kunnen leerlingen in een commerciële omgeving het vak leren.

Stap twee: de "ambities":

  Ook zal het hoofdkantoor van de Zuidas ...

Stap drie: de megalomanie -in dit geval: een hoofdkantoor op de duurste locatie. Zo ver mogelijk wegv van de werkvloer

 

  Amarantis kampt al langer met negatieve berichten over diplomafraude, hoge schooluitval en beroerd onderwijs. Afgelopen zomer trad bestuursvoorzitter Bert Molenkamp gedwongen af. Ook het andere collegelid is vertrokken waardoor 's Jacob op dit moment de enig overgebleven bestuurder is.

Stap vier: verlies van professionaliteit en moraliteit.
 

  Na jaren van groei liep deze zomer het leerlingenaantal terug,

Stap vijf: de clientèle loopt weg.
 

  De onderwijsinstelling Amarantis bevindt zich op de rand van faillissement. Zonder extra geld kan de instelling binnenkort de rekeningen niet meer betalen. Er is voor de komende drie jaar 40 miljoen euro nodig.

Stap zes: de financiële ondergang.
 

  De onderwijsgroep, met in totaal 30 duizend leerlingen in het mbo en voortgezet onderwijs, hoopt dat het ministerie van Onderwijs en de gemeente Amsterdam haar uit de brand helpen.

Stap zeven: het beroep op de overheid.


Naar Onderwijsbeleid , Rijnlands beleid , Rijnlands beleid, overzicht  , of site home .