Bronnen bij Speciale onderwijs: problemen mengen
|
7 dec.2008 |
De beweging voor het mengen van probleemkinderen in het gewone onderwijs is
sterk, omdat er zowel binnen rechtse als linkse kringen sterke motivatie voor
is: de rechtse is die van geld("Onderwijs kost mij belastingencenten") en de
linkse is die van ideaal ("Iedereen is gelijk")
. Hier een voorbeeld vanuit de
ideologische "mengen is goed"-hoek, dat onbedoeld de problemen ervan laat zien
Uit: De Volkskrant, 06-12-2008, van onze verslaggever Robin Gerrits
Alle niveaus in één klas: moeilijk, maar 'zo kun je van elkaar
leren'
Schoolkeuze uitstellen - in de Bijlmer gebeurt het al. 'Je vraagt een vmbo'er
wat hij ziet, en een vwo'er wat hij denkt.'
Goed idee, vinden de tweedeklassers Scott en Anthony, om leerlingen van alle
niveaus wat langer bij elkaar te houden en pas later definitief te kiezen voor
het schooltype waarin examen wordt gedaan. 'Zo kun je van elkaar leren', zegt
Anthony.
En hij kan het weten. Hij ging van de basisschool met een
vrnbot/havo-advies, maar zit op de Open Schoolgemeenschap Bijlmer(OSB) in
dezelfde klas als Scott, die met vmbo-basisberoeps binnenkwam.
Scott en Anthony zitten samen in de klas met latere havisten
en vwo'ers. De OSB verenigt in de eerste twee jaar alle schooltypen. ... Voor
zover directeur Saskia Grotenhuis weet, is de OSB de enige school in het land
die dit doet. ...
Natuurkundedocent Joost Lengkeek doet proefjes over het
verhitten van metaal. Alle 24 leerlingen beantwoorden enthousiast zijn vragen,
maar er zijn verschillen. 'Meester, hoe heette dat metaal ook weer', vraagt
David, die net als de drie jongens aan zijn tafel enthousiast zit te' schrijven.
Uit die hoek kwamen eerder al de slimste antwoorden. 'Constantaan', zegt
Lengkeek, 'met een c.'
Het kost veel voorbereidingstijd, lesgeven aan zo'n
gedifferentieerde klas, zegt Lengkeek. Je moet van iedereen het niveau goed in
de smiezen hebben en bijhouden. 'Bij een proef vraag je de vmbo'ers vooral wat
ze zien gebeuren, en de vwo'ers waarom ze denken dat dat gebeurt' Er is veel
extra overleg nodig tussen docenten. 'Maar hoe dan ook geeft het een
realistischer beeld van de samenleving waarin ze straks allemaal werken.'
De OSB ging in 1971 als experimentele school open in de
ultramoderne Bijlmermeer, volgens de idealen van toen. 'Maar de middenschool
(het mislukte experiment met één onderwijstype voor alle kinderen tussen 12 en
15 jaar, red.) ging te veel uit van gelijkheidsdenken', zegt
vmbo-deelschoolleider Loes van der Zanden. 'Je moet niet uitgaan van gelijkheid,
maar juist van de bestaande verschillen in de klas, én iedereen op zijn niveau
uitdagen.'
En zo gebeurt het geregeld dat leerlingen met een vmbo-advies
binnenkomen en in vwo eindexamen doen. 'Andersom komt ook voor', geeft
Grotenhuis toe. De crux is dat je hen sociaal samenbrengt, maar op kennis
differentieert, zegt Grotenhuis. 'Knettermoeilijk, want voor alle niveaus moet
je stof en toetsen bieden.' De vrees van ouders dat gymnasiasten en
zorgleerlingen tekortkomen, is geen onzin, zegt Grotenhuis, 'tenzij je
investeert in kleine klassen, leraren en orthopedagogen.
De minister is al uitgenodigd. Want, zegt Grotenhuis,
'eigenlijk zouden alle scholen dit moeten invoeren'.
Red.: Wat is de winst: leerlingen leren van elkaar, leren met
elkaar omgaan, en overstappen is makkelijker. Wat zijn de genoemde nadelen: het
vergt kleine klassen, meer begeleiding, en het is 'knettermoeilijk' voor de
leraren. Kleine klassen en meer begeleiding is prachtig, maar stuit op een
onoverkomelijk probleem (in de huidige maatschappij): het kost heel veel geld, en tot
nu toe dus te veel geld. Daar komt nog bij dat de lerarenuitval ook stukken
groter wordt, wat iets wat moeilijker is, kan door minder mensen gedaan worden.
En ook hier komt geld om de hoek kijken.
Daarmee zou de zaak afgedaan kunnen worden: eerst het geld,
en dan gaan we praten over deze aanpak. En zo veel geld komt er nooit.
Voor de volledigheid toch nog de andere argumenten. Het van
elkaar leren door leerlingen zal alleen werken binnen goed georganiseerde
klassen van voornamelijk goedwillende leerlingen - beide zijn idealen die heel
vaak niet vervuld zijn - en ook zware wissels trekken op de capaciteiten van de
leraar. Is dat er allemaal niet, dan verkeert dit niveauverschil razendsnel in
een sterk nadeel, door jaloezie en soortgelijke menselijke eigenschappen.
Hetzelfde geldt voor "met elkaar omgaan".
Wat overblijft is de extra mogelijkheid tot overstappen.
Daarvoor is bij niveausegregatie inderdaad extra aandacht nodig. Maar het
voorkomen ervan weegt niet op tegen de nadelen, indien deze gaan optreden - want
komen die nadelen er, gaat iedereen er op achteruit.
Jaren later is er eindelijk wat onderzoek gedaan hiernaar:
Uit: De Volkskrant, 03-05-2010, van onze verslaggeefster Ianthe Sahadat
Klasgenoten lijden onder 'kinderen met label'
In sommige klassen zitten zoveel leerlingen met een leerprobleem of
gedragsstoornis, dat klasgenoten daar onder lijden.
Dat zegt de helft van de leraren in een enquête van het tv-programma Rondom
Tien en vakbond CNV Onderwijs onder 2300 werknemers in het basisonderwijs.
Vier op de vijf leraren vindt dat deze kinderen tot extra
werkdruk leiden. De helft van de respondenten heeft minder tijd om ‘gewone’
leerlingen te begeleiden. Ook kan onrustig gedrag van ‘labelkinderen’ overslaan
naar de rest van de klas. Bijna de helft van de leerkrachten vindt bovendien dat
hun opleiding hen onvoldoende heeft voorbereid op deze kinderen.
Desalniettemin vinden de meeste leraren het een goede
ontwikkeling dat leerlingen met gedragsstoornissen als ADHD of autisme een
etiket krijgen. De onderwijzers zijn het erover eens dat dit pas gebeurt, na een
uitgebreide en serieuze diagnose. ...
Red.: Overigens is er nog een goede kans dat het overgrote
deel van de eenvijfde van de onderwijzers die geen bezwaren zien, dit gentwoord
hebben uit mededogen en/of politieke correctheid. Eigen ervaring van de redactie
zegt dat op een normale klassegrootte van rond de 25 leerlingen, de aanwezigheid
van rond de vier probleemgevallen de sfeer in de klas al doen omslaan van
hanteerbaar tot moeilijk.
En hier een bericht uit het veld. Weblogger Burro Holanda is
een schoolhoofd (met Marianneke Dijkstra wordt toenmalig staatssecretaris van
Onderwijs Sharon Dijksma bedoeld):
Volkskrant weblog, 04-07-2007, door
Burro Holand
Ik wil geen Mongool in de klas!!
“Ik wil geen Mongool in mijn klas!” Deze uitspraak “knalde” met veel emoties in
mijn richting. Tegenover mij stond een hevig snuivende collega. Ik had zojuist
in de teamvergadering verteld van een ouderpaar, dat aan mij gevraagd had of er
op mijn school plek was voor hun zoontje.
Hun zoontje heeft het Syndroom van Down. Hij schijnt een van de zwaardere
“gevallen” te zijn. Niet zindelijk, moeilijk aan te sturen en vaak onverwacht
heftig reagerend, zowel in verbale als in fysieke zin. Ik persoonlijk heb weinig
verstand van kinderen met het Syndroom van Down, maar de ouders verzekerden mij
, dat het best wel mee zou vallen en bovendien kreeg hij een ‘rugzakje ‘ mee. Ik
merkte op, dat het einde van het ‘rugzakje’ in zicht was, en dat ik bovendien
niet zoveel had aan een ambulant begeleider, die twee uurtjes in de week
goedbedoelde adviezen aan de leerkracht zou komen geven. Ik zou iemand nodig
hebben, die hem een paar keer per dag kon verschonen. Het team reageerde zeer
verdeeld en ik besloot een overdenkingweek af te spreken. Na de vergadering
sprak de ‘snuivende’ collega mij aan. “Als ik les had willen geven aan kinderen
met een geestelijke of andere tekortkoming, dan had ik wel gekozen voor een baan
in het s.b.o. of het s.o. Ik heb bewust gekozen voor de gewone basisschool!”, zo
argumenteerde zij.
Ik kon er eigenlijk niets tegenin brengen. Volgens mij heeft zij gelijk. Haar
motivatie geldt ook voor mijzelf. Ik vraag me ook af welke idioot maar
voortdurend zit te bedenken, dat we alle kinderen moeten kunnen opvangen binnen
het reguliere (basis)onderwijs. Ik ben het geheel eens met de uitspraak van
Marianneke Dijkstra, dat we passend onderwijs moeten bieden aan onze kinderen.
Maatwerk, zoals zij dat noemt. Maar de zorgplicht van de besturen vanaf 2011
gaat mij twee straatlengtes te ver. Opnieuw legt de overheid de
verantwoordelijkheid van gewichtige zaken op het bordje van de schoolbesturen.
En rekening houden met authentieke keuzes van de individuele leerkracht is iets,
dat al helemaal niet in het woordenboek van de overheid voorkomt.
Ik probeerde de briesende collega te sussen met de opmerking, dat we volgende
week eens rustig verder zouden spreken en dat er nog niets was besloten.
Intussen bedacht ik of dit nu ook een reden voor ontslag was. Viel dit onder
werk weigeren? Geef eens antwoord Marianneke Dijkstra!
Red.: Nog meer berichten uit het veld:
Uit: De Volkskrant, 27-12-2010, ingezonden brief van Mathieu Kersten,
schoolmeester in Nijmegen
Pappen en nathouden op school
...
Ik ben nu 60 jaar en al heel lang met veel plezier schoolmeester. Eertijds was
dat nog een heel eerzaam beroep voor een slimme boerenzoon. Nu manage ik een
soort gemengd bedrijf.
We kregen onlangs een brief van ons bestuur met de mededeling dat er grote
bezuinigingen aankomen. Die zijn door Den Haag niet als zodanig aangekondigd.
Maar allerlei slinkse maatregelen van het vorige kabinet en deze nieuwe regering
hebben wel dat gevolg. Ontslagen, grotere groepen, minder ambulante tijden.
Hoezo bezuinigingen? Het onderwijs zou toch gespaard blijven? We willen toch een
kenniseconomie? We willen toch stijgen op die ranglijst van Pisa?
Binnenkort wordt de wet Passend Onderwijs van kracht. De gewone basisschool
wordt geacht kinderen met alle mogelijke handicaps passend onderwijs te geven.
Een lovenswaardig streven, dat zeker. Ik kan me voorstellen dat mijn collega in
de onderbouw graag een kind zonder armpjes leert knippen. Maar dat lukt niet als
er nog dertig andere kinderen moeten leren knippen. Het budget om het in te
voeren, ongeveer 4 miljoen, is er niet meer. Wegbezuinigd. ...
Naar Rijnlands onderwijsbeleid
, Rijnlandmodel, lijst
, Rijnlandmodel, overzicht
, of site home
.
|