Bronnen bij Europese Imperium: discussie

.2011

De zaak van de Europese Unie lijkt in hoge mate op die van het multiculturalisme: het is een ideaal waarvoor argumenten zijn aan te voeren, welke argumenten voor een groot deel door de praktijk achterhaald worden. Met als volgende overeenkomst dat in beide gevallen dat laatste niet gezegd mag worden en vooral niet over gediscussieerd, omdat de oorspronkelijke ideeën inmiddels tot ideologieën zijn geworden, waaraan niet getornd mag worden.
    Discussiëren over het Europese ideaal in de media, normaliter de plaats voor zoiets, is ook niet mogelijk, omdat de media volstrekt gedomineerd worden door zowel multiculturalisten als Eurofielen en Europa-ideologen.
    Ook de methoden van discussiëren laten grote overeenkomsten zien. In het geval van het multiculturalisme is het ultiem argument: "Weerstand tegen multiculturalisme is hetzelfde als monoculturalisme - monoculturalisme is hetzelfde als nationalisme - nationalisme leidt tot de Derde Wereldoorlog". In het geval van de euro-fundamentalisten:


Uit: De Volkskrant, 01-12-2011, door Marc Peeperkorn

'Eurocrisis kan tot oorlog leiden'

De eurocrisis heeft zich ontwikkeld tot een totale crisis die de economieën, de samenleving en de politiek in het hart raakt. De Franse minister van Buitenlandse Zaken Juppé vreest voor gewapende conflicten als de crisis niet snel wordt bezworen.  ...
    Volgens de Franse minister Juppé kan de schuldencrisis het einde van de Europese Unie inluiden en daarmee het begin van nieuwe oorlogen. 'We hebben ons de afgelopen decennia wijsgemaakt dat het gevaar van conflict op het continent is verdwenen, maar daar ben ik niet zo zeker van', aldus Juppé.


Red.:   Oftewel: "Weerstand tegen de euro is hetzelfde als weerstand tegen de EU - weerstand tegen de EU is hetzelfde als weerstand tegen de Europese solidariteit - weerstand tegen de Europese solidariteit is hetzelfde als Derde Wereldoorlog". Dus stort u maar, noordelijke landen.
    En nog zo eentje:


Uit: De Volkskrant, 02-12-2011, van correspondent Ariejan Korteweg

Sarkozy pleit voor nieuw EU-verdrag

'Europa moet vaker beslissingen kunnen nemen bij meerderheid van stemmen', vindt Nicolas Sarkozy. Nu is bij grote besluiten unanimiteit nodig. ...
    ... De president zei er geen doekjes om te willen winden. 'Europa kan worden weggevaagd door deze crisis', waarschuwde hij. ...


Red.:   Nogmaals ter herinnering: maar een deel van de EU-landen heeft ook de euro - de rest heeft vrij en blij doorgefunctioneerd.
    De aanleiding voor deze beschouwing was het door deze campagne opvallende verschijnsel van een artikel, in de Volkskrant, waarin wel een soort van discussie mogelijk lijkt te zijn. Dit artikel gebruiken we hier als middel om met de auteur, die al snel toch een eurofiel blijkt, op virtuele wijze in discussie te gaan:


Uit: De Volkskrant, 05-11-2011, door Olaf Tempelman, verslaggever van de Volkskrant

De EU lijkt meer op de USSR dan bestuurders willen

Beleidsmakers aan de top willen niets weten van de kritiek van burgers die op hen vloeken en niet willen meewerken.


Red.:   De koppen wekten het vermoeden van een echte discussie. De naam van de auteur wekte enige scepsis daarover, daar Olaf Tempelman van Joodse culturele afkomst is, met de meestal daarmee samengaande culturele voorkeuren . Daaronder horen een afkeer van de natiestaat, en een sterke voorkeur voor Europeanisering  .
    De inleiding:
  Alles draait om geld, zeggen ze. Maar iedere gevorderde relatietherapeut of scheidingsadvocaat kan vertellen dat er bij ruzies over geld meestal meer in het geding is. Zo zijn daar zaken als eigenwaarde, macht, eer, trots, rancune, wantrouwen. Geld is vaak aanleiding voor ruzie, het is niet altijd de echte of de enige oorzaak. Onder geldproblemen gaan andere schuil.
   Wie weet kunnen de landen van de Europese Unie zich nog bij een relatietherapeut melden om achter de diepere oorzaken van de eurocrisis te komen - voor het te laat is en ze de gang naar de scheidingsadvocaat kunnen maken.

Oftewel: we gaan praten over natie versus imperium. Een mooi plan.
  Wie naar financieel-economische experts luistert, kan denken dat deze crisis louter gaat over staatsschuld en begrotingstekorten. Als diepere verklaring bestaat het 'verschil in economische cultuur'. Commentatoren uit noordwest-Europa lijken die term te munten als synoniem voor het onderscheid tussen 'ons', de gedisciplineerde verantwoordelijke landen in het noorden die hun zaakjes op orde hebben, en 'hen', de luie knoflooklanden in het zuiden die onverantwoord met geld smijten.

Leugen nummer één: 'lijken'. Er is geen sprake van een "lijkend" verschil in economische cultuur, er is een door vrijwel iedereen erkend "zijnd" verschil in economische cultuur.
  Je hoeft niet aan dieptepsychologie te doen om achter de constatering van dit 'verschil' wantrouwen te ontwaren. 'Wij' vertrouwen 'hen' voor geen eurocent. Aan 'hen' willen we zo min mogelijk spenderen. 'Zij' op hun beurt koesteren wantrouwen tegen 'ons' - in ieder geval die Griekse demonstranten die in de Bondsrepubliek de reïncarnatie van het Derde Rijk ontwaren. 

Leugen twee: het verschil is geen kwestie van wantrouwen. "Wantrouwen" is het vermoeden dat een ander je gaat benadelen, zie het begrip "vertrouwen" . In dit geval is er geen sprake van vermoeden: de ander heeft ons al benadeeld.
  Wantrouwen: inwoners van natiestaten lijkt het bijna per definitie eigen. Ten opzichte van de eigen natiestaat en - soms - de omringende regio, leggen zij een loyaliteit aan de dag die geheel ontbreekt als het om andere landen gaat, vooral die verder weg. 

Leugen drie: dit wantrouwen geldt voor alle menselijke groepen - binnen de eigen groep gaat men meestal uit van vertrouwen, buiten de groep van wantrouwen. Dit zit zelfs ingebakken in onze fysiologie, in de werking van de stof oxytocine . Het specifiek associëren van dit proces met de natiestaat, met impliciete uitsluiting van groepen of culturen die niet samenvallen met een natiegrens, is een volstrekt basale fout in deze context. Het is het vooroordeel van de nomade, die tegelijkertijd de cultuur van de streken waar hij door trekt angstvalig buiten de deur houdt, en bijvoorbeeld zijn dochters verbiedt met residenten ter trouwen - zoals dat ook behoorde tot de Joodse cultuur (anders bestond ze niet meer) en deels nog steeds zo is. merk ook nog ven op dat de Hoetoes en de Toetsies elkaar naar de keel hebben gevlogen binnen elke natiestaat waar de twee groepen samen voorkomen. Als enkel voorbeeld van talloze andere gevallen.
  De natiestaat is ooit ontstaan in Europa

Een vergissing van Tempelman, deze opmerking. Want het is nog een argument tegen zijn betoog: in tegenstelling tot de natiestaat zijn wantrouwen en oorlog universeel. Wantrouwen en oorlog hebben dus niets intrinsieks met de natiestaat te maken.
  De natiestaat is ooit ontstaan in Europa en doet het er nog steeds goed, hoe graag we dat ook anders zouden willen zien.

Ongelofelijk. Een glaszuivere erkenning van vooroordeel. Het zit zo in de ziel gebakken, dat het niet eens als een volkomen ontkenning van de eigen autoriteit wordt gezien. Iemand die dit schrijft kan totaal niet zinvol over de kwestie van al dan niet Europa discussiëren. het is als het discussiëren  over het opstaan van God met een kardinaal.
  Het is een taai product. Dat lijkt te maken te hebben met een succesformule waarmee het lastig concurreren is. De natiestaat combineert iets wat evident is - er ís verschil tussen Nederland en Griekenland - met onderbuikgevoelens: wij moeten die anderen niet omdat ze er een potje van maken.

Let op wie dit zegt: als er iemand al uitvoerig blijk heeft gegeven van onderbuikgevoelen dan is het de auteur. En we komen er niet omheen: het zijn joods-culturele onderbuikgevoelens. het is de Joodse cultuur die hier strijdt tegen die van de Europese landen en naties:
  Gemeenschappen bestaan bij gratie van uitsluiting. Het beste krik je het beeld van je eigen natie op met een weinig vleiend beeld van een andere.

Het schrijven wordt gekenmerkt door een fanatisme dat we kennen van gelovigen - in dit geval een gelovigen in eigen ideologie en eigen cultuur. Die zijn eigen fanatisme projecteert op anderen.
   Saamhorigheidsgevoel bestaat bij gratie van het gemeenschappelijk afkeuren van praktijken van onbetrouwbare landen met wie we nooit in één unie hadden moeten gaan zitten, zeker geen monetaire.

Welk afkeuren emaneert vanuit het zuiden, binnen Europa. Met nog sterkere kernen van afkeer buiten dit continent. En het is de natuur van afkeer tegen-afkeer genereert. De Grieken begonnen het voorstellen van de Duitse leiders als nazi's - de Duitsers regeerden met minachtende prenten over failliete Grieken: "Verkauft ihre Insel!". Wat de Grieken zouden moet doen, is een paar rijken ophangen, en van de rest hun kapitaal in beslag nemen.
  Met de oorlog vers in het geheugen werden in de tweede helft van de 20ste eeuw op het gebied van de Europese eenwording aanzienlijke successen geboekt. De dagen van de natiestaat waren geteld, werd steeds vaker voorspeld. Maar als het erop aankomt, en dat komt het in de eurocrisis, blijkt dit product weerbarstig. Landen mogen de afgelopen decennia bevoegdheden hebben overgedragen aan Brussel, economieën zijn steeds verder met elkaar vervlochten geraakt - dat geldt niet voor de identiteitsbeleving van hun inwoners. Inwoners van de Verennigde Staten noemen zich eerst Amerikanen en dan pas inwoners van Florida of Ohio. Inwoners van Europa noemen zich meer dan een halve eeuw na het begin van de eenwording nog steeds Nederlanders, Fransen of Grieken en dan, misschien, een beetje Europeaan.

Het Amerikaanse voorbeeld: een imperium van sociaal harteloze immigranten die fanatiek geloven in het recht van de sterkste, wat bijeengehouden wordt door een nauwelijks gematigde vorm van fascisme, met veel vlagvertoon en een onstuitbare oorlogszucht uitleg of detail .   
  Inwoners van Europa noemen zich meer dan een halve eeuw na het begin van de eenwording nog steeds Nederlanders, Fransen of Grieken en dan, misschien, een beetje Europeaan. Op de grond is de natiestaat springlevend gebleven, en politici voelen dat aan hun water. Hun beleid is nog altijd gericht op het electoraat in eigen land, de collectieve Europese financiën zijn een zorg voor later.

Een leugen. Hun beleid is gericht op snelle en volledige Europese eenwording, wat ze nu niet durven uit angst om bij de komende verkiezingen verslagen te worden (Juncker).
  De beschimpte Griekse premier Papandreou deed deze week niets anders dan wat elke beetje sluwe politicus in zijn plaats ook had gedaan.

Nog een leugen. Ze waren er allemaal mordicus en hartgrondig tegen.
  Nationaal denken brak de EU in haar geschiedenis vaak voor korte of langere tijd op. 

En daar tussendoor, het overgrote deel van de tijd, was het een groot voordeel, want het zorgde voor sociale samenhang en vertrouwen => (west org.). Binnen ieder van de eigen landen.
   De eurocrisis is ernstiger: daarin kan de EU haar tanden op natiestaten kapot bijten. ...
    Heel verschillende eurofielen hebben de natiestaat onderschat. Je hebt eurofielen à la Daniel Cohn-Bendit met een marxistisch verleden die een internationalistische visie op Europa projecteren.

Volstrekt blinde ideologie.
   Een andere groep vormen de snelle, rationele, liberale denkers à la Guy Verhofstadt die een broertje dood hebben aan nostalgie en een huisje-boompje-beestje-sentiment.

De cynisch vernietigers die geloven in het recht van de sterkste en daarom tegen de sociale staat zijn.
  Zij betogen, niet onterecht, dat de natiestaat in feite een raar irrationeel ding is.

Een volstrekt stompzinnige opmerking: een imperium zonder samenhang is oneindig irrationeler dan een staat bevattende een samenhangende cultuur.
   Met harde feiten hebben de meeste natiestaten weinig van doen. 'Van mensen die beweren altijd in 'ons' land te hebben gewoond, kan vaak worden aangetoond dat ze in een niet al te ver verleden ergens anders woonden', schreef de Britse historicus Neal Ascherson.

Een keiharde leugen: het eerste dat gemigreerde moslims in Europa deden was in hun eigen winkels, cafés, en kerken kruipen.
  Een natiestaat kan zelden zonder mythevorming waarin de eigen natie mooier wordt gemaakt en de buitenwereld lelijker.

Daar is de fanaticus weer.
  De natiestaat is, leuk of niet, een ding om rekening mee te houden. Wie de natiestaat in zijn beleid wegdenkt, loopt het risico vroeg of laat op een van zijn muren stuk te lopen. De eurosceptische Duitse schrijver Hans Magnus Enzensberger zet dit overtuigend uiteen in zijn onlangs verschenen essay Het zachte monster of Europa in de klem.
    Enzensberger luisterde naar eurocoryfeeën die zich ergeren aan nationale politici en burgers die het verdommen rationeel te denken.

Zoals bijvoorbeeld dit schrijven aantoont een volstrekte omkering van de feiten: het zijn de eurofielen die volstrekt irrationeel zijn in het weigering om de praktische bezwaren onder ogen te zien.
  Maar eurocoryfeeën zijn deel van een verstrengeling die de EU in toenemende mate is gaan opbreken, en waarvan de eurocrisis in laatste instantie gewoon een volgende fase is: die van Europees eenwordingsidealisme aan de top en onveranderd nationaal denken op de grond.
    Veel waar de EU impopulair mee is geworden, vloeit voort uit deze combinatie en de compromissen die zij oplevert. Neem rare of overgecompliceerde regelgeving. ... Of neem die steeds onoverzichtelijkere en wijder vertakte Europese organisaties. .... Enzensberger kende ze ook niet voor hij zich verdiepte in uitvoerende Europese agentschappen die 'zogezegd als spruitjesplanten uit de grond schieten'. ...
    Idealisten en visionairen van alle tijden hebben gemeen dat ze ongeduldig zijn, concludeert Enzensberger. Ze moeten altijd vooruit. Maar wie in zijn voortvarendheid voorbijgaat aan tegenwerking op de grond, hoe onterecht of irrationeel ook, bouwt wankele constructies.

Weer een leugen: het probleem is niet tegenwerking, het probleem is dat het niet werkt. Omdat hoe verder bureaucraten leven van datgene dat ze besturen, hoe stompzinniger hun maarregelen worden.
  Nog geen twintig jaar geleden was het vergelijken van de Europese Unie met de Sovjet-Unie een vorm van heiligschennis. Nu gebeurt dat te pas en te onpas.

En eindelijk vlak voor het einde van het artikel, zijn we toe aan de andere kant van de mediale. Eens even kijken wat Tempelman te pas en te onpas vindt - let wel: het gaat hier doodgewoon over hoe het er aan toegaat in een land versus een imperium:
  Op veel gebieden waren deze unies elkaars tegenpolen. De Sovjet-Unie kwam tot stand met oorlog en geweld. De Europese Unie ontstond als een reactie op oorlog en geweld.

Heeft er niets mee te maken.
  De Sovjet-Unie ruïneerde de oorspronkelijke economieën van de republieken die werden ingelijfd.

Toen die republieken werden ingelijfd, waren ze arm als de ratten. In de Sovjet-Unie hadden ze gezamenlijk een succesvol ruimtevaartprogramma en andere technologe. Na het uiteenvallen veroudert hun technologie snel en worden ze weer arm als de ratten.
  Toetreding tot de Europese Unie geschiedde vrijwillig en bracht oude en nieuwe lidstaten in mum van tijd economisch voordeel.

Een leugen: de Noord-West-Europese landen geven grote hoeveelheden geld aan de rest.
  De Sovjet-Unie compliceerde het leven van haar burgers, de EU versimpelde het.

Een leugen: de voordelen als reizen zonder grenzen zijn identiek. De nadelen, als groeiende bureaucratie, idem. Kijk maar:
  De tijd dat het moeilijk was een Europese grens te overschrijden ligt nog niet zolang achter ons. 'Zonder een bureaucratische uitputtingsslag was een buitenlandse reis onmogelijk', herinnert Enzensberger, van 1929, zich nog goed.

Precies hetzelfde geldt voor de Sovjet-Unie.
  Eén overeenkomst tussen EU en USSR dringt zich helaas op. De beleidsmakers aan de top die alsmaar doorgaan en met ergernis of wegkijken reageren op een situatie op de grond waar op hen wordt gevloekt en slecht wordt meegewerkt.

Gunst, daar is het: het eerste stukje waarheid. Met als goedmakertje meteen weer een leugen: het slechte meewerken is niet iets van de burger, maar van de EU-bureaucraat.
  Een uitweg die Enzensberger suggereert - Bolkestein en andere sceptici die de Unie niet willen opdoeken gingen hem reeds voor - is die van de voorlopige taakbeperking. Het is beter op een paar vlakken goed te integreren dan op veel vlakken te zwalken van crisis naar crisis. Less is more. Dat is een breuk met een geschiedenis waarin meer ook méér was.

Het is geen breuk met de geschiedenis, het is een breuk met de ideologie. In Europa is niets meer nodig dan goede economisch samenwerking: jij levert dit, en en daar krijg je dat voor terug. Meer is voorlopig niet nodig. En de toestand in imperia als Rusland, China en Amerika laat zien dat meer ook uitermate ongewenst is. Terug naar de Europese Economisch Gemeenschap.
    Samenvattend: dit was de eerste zichtbare poging tot discussie, dialoog, vanuit de rangen van de eurofielen. De rest van wat er uit die hoek komt, is erger en gewoonlijk veel erger: het zijn vaak niets meer dan ordinaire scheldpartijen gebruikmakend van termen als populisme en xenofobie. En als het een stap verder gaat, is dat om te wijzen op de oorlog. met als rationele antwoord dat de kans op oorlog als de EU uit elkaar valt oneindig veel kleiner is dan de kans op oorlog door de aanwezigheid van moslims en andere allochtonen immigranten - kijk maar naar Frankrijk 2005 en Engeland 2011, allebei opstanden van de allochtonen. En dat laatste moeten we ons volgens dezelfden lieden maar manmoedig doorheen bijten op hoop van zegen, dus wat betreft een toekomst zonder Europese Imperium zal dat ook best lukken.
    Nog wat tegenspraak voor Tempelman:


Uit: De Volkskrant, 29-01-2013, ingezonden brief van Dr. Rochus van der Weg, Bruinisse

Integratie

De voortgaande integratie in Europa gaat meer en meer op een intellectueel experiment van politici lijken. Politici die zich niet lijken te realiseren dat een integratie van Europa te ingrijpend is om als experiment te dienen. Het besef dat groepen mensen - die een taal, een cultuur en een geschiedenis gemeenschappelijk hebben - niet tot elkaar veroordeeld willen worden door integratie lijkt volstrekt afwezig. De geschiedenis toont aan dat een dergelijke 'integratie' alleen stand houdt in een dictatuur. De voormalige USSR, het voormalige Joegoslavië en Tsjechoslowakije zijn voorbeelden van desintegratie na het vertrek van de dictator.
    De wens om samen te werken is een volstrekt andere dan de wens tot integratie. De politieke angst - zelfs van D66 - voor een referendum over de Europese Unie is uitsluitend te verklaren omdat de uitkomst bekend is.


Naar Politieke analyse  , Politiek lijst  , Politiek & Media overzicht  , of site home  .