Bronnen bij Cultuurdiscussie: ondermijning
Eerst een archetypisch voorbeeld van het soort schrijven dat staat voor de
ondermijning van onze culturele waarden:
Uit: De Volkskrant, 30-12-2004, column van
Marcel van Dam
Te grote woorden
Het is een tijd van grote woorden. De Verlichting snelt door alle
krantenkolommen, de Democratie wordt tot in het hart bedreigd, net als de
Vrijheid van meningsuiting, de Islam wil onze cultuur vernietigen, het
Terrorisme onze veiligheid, et cetera. In het gewone leven van alledag is er
nauwelijks iets veranderd maar in de media des te meer. En dat geeft heel veel
mensen het idee dat alles van waarde wordt bedreigd. Het lijkt wel of de maten
veel kleiner worden waardoor de gebeurtenissen steeds groter lijken. Althans die gebeurtenissen die zijn te plaatsen in de context van de
grote woorden die worden gebruikt.
Neem de betekenis van de moord op Theo van Gogh. Ik heb nog
niemand die moord zien of horen afdoen als zomaar een moord in een lange reeks
van andere moorden. ...
Tot dusver lijkt de moord op Van Gogh gepleegd door iemand
die hem haatte vanwege zijn negatieve uitingen over de islam. Volgens Paul
Cliteur (Zie NRC Handelsblad 24 december) zeg je dan dat het Van Goghs
eigen en schuld was dat hij werd vermoord. Maar dat vind ik niet. Niets
rechtvaardigt een moord dus kan het nooit de schuld van het slachtoffer zijn.
Dat neemt niet weg dat het moeilijk voorstelbaar is dat Van
Gogh zou zijn vermoord en dat Hirsi Ali en Geert Wilders zouden zijn bedreigd
als zij zich nooit negatief hadden uitgelaten over de islam. Die drie namen zijn
echt niet willekeurig uit het telefoonboek geprikt. ...
... Als mijn veronderstelling juist is, moet naast het
opsporen van daders en potentiële daders de bestrijding vooral gericht zijn op
het wegnemen van de oorzaken van de frustraties die tot radicalisering leiden.
Niet in het buitenland, maar bij ons.
En dan moeten we natuurlijk ook willen praten of het minder
provoceren en kwetsen van moslims daaraan een bijdrage kan leveren.
Red.: De moorden zijn het ook niet het gevolg van
opmerkingen van een paar, of zelfs een aantal, intellectuele autochtonen, in de
krant of op de televisie, want dat ziet of hoort het overgrote deel der
allochtonen toch nooit. Het is het gevolg van een groeiende wrok ten gevolge van
een onterecht gevoel van achtergesteld zijn.
Volgens marcel van dam zit dat gevoel van achtergesteld zijn
in de provocatie van de moslims. En Marcel van Dam stelt verder dat dat gebeurt
door het te veel gebruiken van groet woorden als verlichting, enzovoort.
Oftewel: dat we te veel onze culturele waarden hebben,.
Jammer dat Marcel van Dam deze rednatie beperkt tot de
autochtone cultuur. Het uitdragen van de culturele waarden van de allochtonen
cultuur, middels hoofddoeken, djellaba's moskeen, gebedsruimtes, klachten over
blote schilderijen en korte broeken
, dat allemaal ziet Marcel van Dam op geen enkele manier als een provocatie van
de andere partij.
Het is de grote hoeveelheid van dit soort schrijverij dat heeft geleid tot de
"ondermijning van de Nederlandse cultuur/identiteit" - ook en misschien zelfs
vooral onder historici is deze houding populair:
Uit:
De Volkskrant, 06-05-2005, door Arnold Koper
Op zoek naar de Nederlandse identiteit
Dat de huidige belangstelling voor de vaderlandse geschiedenis veel van doen
heeft met de crisis die zich de laatste jaren in de Nederlandse samenleving
manifesteerde, mag langzamerhand bekend worden verondersteld. De immigratie van
grote groepen mensen uit andere, niet-westerse culturen, de globalisering van de
economie, de europeanisering en
de intensivering van de internationale communicatie roepen vragen op over het
wezen van de Nederlandse identiteit. ...
De kunst is volgens Van der Horst nu juist die nieuwe
diversiteit te organiseren, niet door ons 'achter de dijken te verschuilen',
maar door er met een open oog voor de wereld 'bovenop te gaan staan'.
Het werkelijke gevaar voor de samenhang in de samenleving
schuilt volgens hem ook niet in de voortschrijdende internationalisering -
hoeveel problemen die ook met zich meebrengt - maar in een onverschillige
levenshouding en -filosofie die vanaf de jaren zestig terrein won in de westerse
wereld. Die houding karakteriseert Van der Horst met een verwijzing naar het
leven en werk van Markies de Sade (1740-1814) als 'sadistisch', omdat de eigen
verlangens en drijfveren worden nagestreefd zonder rekening te houden met de
belangen van anderen en die van de gemeenschap....
Han van der Horst: Het beste land van de wereld - Waar komen onze normen en
waarden vandaan?
Bert Bakker 143 pagina's € 12,95 ISBN 90 3512783 8
Uit: De Volkskrant, 08-01-2005, ingezonden
brief van Moor de Leeuw (Amsterdam)
Loftrompet op verleden klinkt algauw superieur
Als beginnende geschiedenisleraar doet het deugd als belangrijke politici zich
in het openbaar hard maken voor het geschiedenisonderwijs. In een interview (30
december) hield VVD-fractievoorzitter Van Aartsen een pleidooi om via
aangescherpt geschiedenisonderwijs onze opgroeiende jeugd 'de grondtoon van de
natie' bij te brengen.
De achterliggende gedachte is hier à la Paul Scheffer dat een
herwaardering van de vaderlandse geschiedenis onze nationale identiteit zal
opvijzelen waardoor minderheden sneller integreren in de Nederlandse
samenleving. Zo stelt Van Aartsen: 'Vrijheid en tolerantie moeten aan bod komen,
maar ook de Deltawerken, Cruijf en Van Basten.'
Meer geschiedenis in het onderwijs klinkt mij natuurlijk als
muziek in de oren, maar toch is het zeer de vraag of het zal helpen om ons allen
meer Nederlander te laten voelen. Tenslotte komt het er dan op aan of de
Marokkaanse schooljeugd werkelijk door emoties vervuld raakt van lesjes over de
Deltawerken en Van Basten.
Dit lijkt mij zeer twijfelachtig. De neerlandocentrische
'blanke' mythologie zoals die wordt voorgesteld zal de vervreemding van grote
groepen allochtoons Nederlandse jeugd eerder vergroten dan verkleinen. Als de
afgelopen eeuw ons iets heeft geleerd dan is het wel dat een nationalistische
loftrompet op het verleden een voedingsbodem creëert voor misplaatste
superioriteitsgevoelens. ...
IRP: De ingezonden brief van De Leeuw is sterk representatief
voor de houding van de Nederlandse culturele elite: het is niet goed de Nederlandse cultuur uit de dragen want die
spreekt niet aan bij de allochtonen, en als ze wel aanspreekt bij de allochtonen
krijgen ze er een minderwaardigheidsgevoel van.
De specifieke argumenten die De Leeuw aandraagt zijn
illustratief. Marokkaanse schooljeugd wordt niet van emoties vervuld van Van
Basten en de Deltawerken, door Van Aartsen genoemd als voorbeelden van kleine
geschiedenis. Maar wat dan: kleine geschiedenis op onze scholen in termen van El
Khatabbi de aardbeving in Agadir? Zou dat de autochtone van emoties vervullen?
En wat wil De Leeuw vervangen van de door van Aartsen genoemde grote
geschiedenis: Vrijheid en tolerantie: de koran en de sharia? De argumenten van
De Leeuw zijn dus onzin.
Ook in wat algemenere zin maakt De Leeuw een
veelgemaakte denkfout: waarom veronderstelt De Leeuw dat allochtonen een
minderwaardigheidsgevoel krijgen van het kennis krijgen van de Nederlandse
cultuur, als hij ervan uitgaat dat die cultuur evenwaardig is aan de allochtone.
Dat hij dat veronderstelt betekent dat hij er vanuit gaat dat die Nederlandse,
westerse, cultuur wèl superieur is. Mensen
als De Leeuw spreken zichzelf dus tegen. En als er iets onderwezen moet worden,
is het natuurlijk het betere, en niet het slechtere.
Wat De Leeuw illustreert is dat de
aanwezigheid van de allochtonen is de aanleiding geweest voor een verwaarlozing
en zelfs onderdrukking van de Nederlandse culturele waarden, die heeft geleid
tot een aanzienlijke verzwakking van onze samenleving. Natuurlijk denken ze
allemaal stiekem dat onze westerse en Nederlandse cultuur superieur is aan de allochtone. De houding van cultuurrelativisme is voor een belangrijk deel
veroorzaakt door de angst de allochtonen voor het hoofd te stoten. Daar waar het
juist de belangrijkste rol is van de intellectuele elite om de cultuur van de
samenleving waarin zij leven en waarvan zij leven te verrijken en door te geven,
is de cultuurrelativistische houding een ernstige vorm van plichtverzaking.
Hetgeen het veld voor het andere geluid lange tijd
beperkt hield tot de conservatieven:
Uit:
De Volkskrant, 09-03-2005, door Bart Jan Spruyt, directeur van de Edmund
Burke Stichting
De politiek gemeenschap is in gevaar
Tussentitel: Cultuurrelativisme leidde tot oeverloze tolerantie
...
De bedreiging van binnenuit is het grootst en maakt de tweede
mogelijk Dat wil zeggen het gevaar dat ons van binnenuit bedreigt, maakt ons zo
kwetsbaar dat we geen antwoord hebben op het gevaar dat ons van buitenaf
bedreigt. Dat gevaar van binnenuit is in een woord te typeren als nihilisme.
tiet houdt in dat we de afgelopen decennia ontzettend nonchalant zijn geworden
ten opzichte van onze eigen constitutionele erfenis. We wisten nog wel van
rechten en vrijheden, maar niet van de andere kant van de medaille: dat goed
burgerschap vereist is om op de juiste wijze van die rechten en vrijheden
gebruik te maken.
De opsomming van rechten en vrijheden in onze Grondwet
veronderstelt een reeks van ongeschreven wetten die hun gebruik inkaderen. Dat
betekent dat we de vrijheid van meningsuiting niet misbruiken om te beledigen,
de vrijheid van godsdienst niet misbruiken om op te roepen tot haat en geweld,
en ook niet om dat wat een geloof 'zonde' noemt te criminaliseren.
Bovendien zijn we onze democratische rechtsstaat gaan zien
als een historische toevalligheid, waarvan we niet wilden zeggen dat die
superieur was aan andere staatsvormen. Dit culturele relativisme leidde tot
oeverloze tolerantie. ' ...
Naar Cultuurdiscussie
, Politiek lijst
,
Politiek & Media overzicht
, of site
home
.
|