Bronnen bij Cultuur, multiculturalisme, identiteit: ontkenning
Nederlandse
| 9 nov.2008 |
De komst van immigranten uit diverse niet-westerse culturen heeft
intellectueel Nederland geconfronteerd met iets dat tegen één van hun
ideologische uitgangspunten ingaat: de gelijkheid der culturen. Van de
strategieën om deze werkelijkheid het hoofd te bieden, behandelen we hier
dat van de ontkenning. En wel die variant die ontkent dat er een Nederlandse
cultuur bestaat - meestal geformuleerd in de vorm van ontkenning van een
Nederlandse identiteit. Die laatste twee zijn natuurlijk volkomen synoniem:
zonder eigen cultuur geen eigen identiteit, en met een eigen cultuur ook een
eigen identiteit.De ontkenning van de Nederlandse cultuur en identiteit
is iets dat deel uitmaakt van de Nederlandse cultuur en identiteit. Waar de
meeste andere landen en culturen er een diverse mate van enthousiasme en
felheid omtrent hun eigen cultuur op na houden, is er in voornamelijk
Nederland een houding van klachten en zeuren merkvar, in het verlengde van
een algemeen Nederlandse houding in die richting. Zodra dus de discussie
rond integratie en immigratie oplaaide, met de komst van Fortuyn, en de
sociale achterstand van de immigranten onontkenbaar was, startte het proces
om de schuld daarvan te schuiven op Nederland, want aan aan de immigranten
kom het niet liggen, want die die culturen waren tenslotte gelijkwaardig
aan de Nederlandse. Eén van de de punten van de aanval was die op de
Nederlandse identiteit, of het begrip culturele identiteit in het algemeen.
Die aanval, vanaf 2002, was al een aantal jaren aan de gang en culmineerde
in 2007 toen de te hulp geroepen Wetenschappelijke Raad voor het
Regeringsbeleid een rapport hierover publiceerde. Die WRR had voor dit
rapport een groep strak multiculturalistische wetenschappers en bestuurders
samengesteld, met het doel de Nederlandse identiteit iets als een doodsteek
te geven. En om het aan iedereen te laten doordringen, was het hoogste
bestuursorgaan, het Koninklijk Huis, gevraagd, de boodschap uit te dragen.
Bij monde van HKH Prinses Maxima, verklaarde men: "Dé Nederlandse identiteit
bestaat niet".
Kennelijk had men wel door dat dit vooreen deel van Nederland een moeilijke
boodschap was, want men had twee pogingen gedaan om zich zich in te dekken: ten
eerste door het gebruik van "dé", met nadruk, in plaats van gewoon "de
Nederlandse identiteit", als om te zeggen dat er dus wel meerdere Nederlandse
identiteiten waren. En ten tweede, door eraan toe te laten voegen door Maxima;
"... maar dé Argentijnse identiteit bestaat ook niet".
Futiele pogingen, natuurlijk. Al was het maar omdat de tweede de eerste
weerspreekt: zelfs als je aanneemt dat er meerdere Nederlandse en dús meerdere
Argentijnse identiteiten zijn, weet toch iedereen wat je bedoelt als je het hebt
over het verschil tussen Nederland en Argentinië. Om het huwelijk tussen Maxima
en Willem-Alexander te omlijsten, werd er geen klompendans uitgevoerd op
de accordeon, maar een tango op de bandoneon. Dat verschil in identiteit had men
haarscherp in de gaten. Natuurlijk was het oproer onmiddellijk, want het is
één ding om een beetje diffuus te mopperen op de land en cultuur, en een
ander ding om die cultuur met een pennestreek wegstreept te zien door een
stelletje arrogante wetenschappers en bestuurders, die er een ultieme agenda
op na hielden. In het kader hiervan verscheen een schier oneindige
hoeveelheid artikelen en een behoorlijk aantal boeken. Hier hebben we een
enkele representant gekozen van de ontkenners, de in links-intellectuele
kringen hoogst gerespecteerde Jan Blokker die samen met zijn zoons een boek
schreef met een titel die al alles zegt over hun bedoelingen:
Nederland in twaalf moorden - niets zo veranderlijk als onze identiteit
(uit: De Volkskrant, 26-09-2008, boekrecensie door Piet de Rooij):
|
Nederlandse stropop feestelijk gevloerd
Met smaak dienen Jan Blokker en zoons Jan en Bas twaalf moorden uit de
zeer oude en nabije geschiedenis op. Compleet met bloederige
bijzonderheden. Maar wat zegt dat over de Nederlandse identiteit?
.... Maar de gedachte dat zoiets als een nationale
identiteit slechts een illusie is, is ook te gemakkelijk. Een dergelijke
opvatting immers miskent het belang van de geschiedenis, de wijze waarop
het heden afhankelijk is van het verleden. Elke zinvolle opvatting over
identiteit zal dus rekening moeten houden met het 'eender en anders', de
verandering én de continuïteit. Vervolgens zal dan, min of meer los van
de inhoud, vooral aandacht geschonken moeten worden aan de functie van
het praten over identiteit.
De godsdienstsocioloog L. Laeyendecker heeft er in 1974 al
eens op gewezen dat het praten over identiteit in een organisatie of
cultuur sterk toeneemt als iets in verandering is, maar men
tegelijkertijd toch zichzelf wil blijven. Eigenlijk gaat het gesprek dus
vooral over de vraag wat er wel en wat er niet mag veranderen. ...
Juist vanwege deze functie van het identiteitsdebat brengen
de critici naar voren dat identiteit niet bestaat en dat het vooral gaat
om een onaangenaam machtsvertoon, bedoeld om onderscheid te maken tussen
binnen- en buitenstaanders. Daarmee lijken ze echter op mensen die het
betreuren dat de mens het vermogen heeft verworven om te spreken, op
grond van het feit dat de mens daardoor ook in staat is gesteld om te
vloeken of te liegen ...
Die bewegingen zijn om te beginnen nogal gecamoufleerd, om in
de militaire beeldspraak te blijven. In de inleiding wordt eerst een
soort nationaal zelfbeeld ontworpen, waarin het wordt voorgesteld alsof
'wij' vinden dat 'Nederlanders' altijd 'nuchtere, open en tolerante'
mensen zijn geweest. Nadat deze stropop is opgericht, wordt hij
feestelijk omver gehaald. Veiligheidshalve wordt daar echter aan
toegevoegd dat de auteurs niet het omgekeerde vinden, 'alsof we onszelf
voortaan zouden moeten zien als een volk van louter intolerante, heibel
zoekende, dweepzieke enkelingen.' De moraal van het verhaal is niet meer
en niet minder dan dat we in de loop der geschiedenis 'vaak' hebben
gezondigd tegen het ideaalbeeld: om de lezer daarvan te overtuigen
worden vervolgens de twaalf moorden als evenzovele bewijsstukken op het
toneel gebracht. De twaalf bewijzen van ons zondigen worden om te
beginnen in volstrekt willekeurige volgorde opgevoerd: eerst Van Gogh,
daarna het meisje van Yde. Het afwijzen van de chronologische volgorde
is pleit-technisch wel interessant, omdat zo elke moord geheel op
zichzelf al voldoende is om te laten zien dat Nederlanders niet 'altijd'
nuchter, tolerant en open voor het vreemde en de vreemdeling zijn
geweest. Maar de keerzijde van deze methode is dat op deze manier wordt
gesuggereerd dat het zondigen van alle tijden is, relatief los staat van
specifieke historische omstandigheden en eigenlijk diep verankerd is in
'onze' samenleving. En dat vanaf de allervroegste tijden.
...
Betekent dit dat de Blokkers toch een beeld presenteren van
'de' Nederlander, van iets kenmerkends dat dwars door alle tijden heen
gelijk is gebleven? Met andere woorden: gaat het niet over het begaan
van twaalf zonden maar over twee millennia zondigheid? In de inleiding
was het ontkend, maar te vrezen valt dat dit toch de boodschap is. Bij
het stuk over Bonifatius wordt al breed uitgehaald: 'Zijn ernst,
humorloosheid en verwaten, bekrompenheid lopen als een rode draad door
de Nederlandse geschiedenis. Ze verbindt een reeks van' oer-Hollandse
mannen die in dit boek voorkomen, van Jan Pieterszoon Coen via Cornelis
de Witt tot aan Hendrik Colijn en eigenlijk moet je premier Balkenende
er ook nog bij rekenen.'
En wie denkt dat het oordeel beperkt blijft tot gereformeerde
ambtsdragers vergist zich. Want in een stuk dat moet gaan over het
doodslaan van Willem II in 1256 wordt, om vast in de stemming te komen,
ons in het allereerste begin voorgehouden vooral goed naar tv-series te
kijken als De Rijdende Rechter: 'Daarin vertonen doorsneeburgers
staaltjes van de volksaard: hebzuchtig, zelfgenoegzaam, verongelijkt,
onverzoenlijk.' We waren er al bang voor, zo blijkt er ineens toch een
volksaard te zijn. ... |
Je zet ...
|
'...niets zo veranderlijk als onze identiteit' |
...in de titel van je boek, en ergens in de inhoud schrijf je ...
|
Daarin vertonen doorsneeburgers staaltjes van de volksaard:
hebzuchtig, zelfgenoegzaam, verongelijkt, onverzoenlijk. |
... teneinde je stelling over de niet bestaande volksaard, wat natuurlijk
hetzelfde is als identiteit, te onderbouwen. Oftewel: je spreekt jezelf keihard
tegen.
Om zoiets te kunnen, moet je wel bezeten van een of andere hersenkronkel, en
het laat zich niet moeilijk raden dat dit de kronkel der ideologie is. En even
weinig moeilijk te raden is de inhoud van die ideologie, aangezien het boek
verschenen is midden in de integratiediscussie, en de heren zich ook in deze zin
hebben uitgelaten: dit soort schrijverij wordt ondernomen ter ondersteuning van
de positie van allochtone immigranten. Allochtone immigranten die hierheen zijn
gehaald om de positie van de arbeidersklasse te ondermijnen en waarvan de heren
Blokker profiteren, is het minste toch wel dat dit een typisch staaltje is van
een houding te omschrijven als 'hebzuchtig, zelfgenoegzaam, verongelijkt,
onverzoenlijk'. De houding van Marie Antoinette.
Een paar dagen later, in een interview met Jan Blokker in de Volkskrant,
bevestigt hij zelf bovenstaande analyse van zijn boek (de Volkskrant,
26-09-2008, door Jan Tromp):
|
Groot talent voor verdringen
... Jan Blokker en zijn zonen Jan en Bas hebben ... een nieuw boek
toegevoegd aan hun opmerkelijke samenwerking .... Van Nederland in
twaalf moorden is tegelijk een documentaireserie gemaakt. Drie
afleveringen worden nu vertoond in het Nederlands Film Festival in
Utrecht.
Was het ergernis over de affaire rondom Máxima die jullie aan het schrijven
zette?
'Het speelde absoluut een rol. Het brave mens zegt: luister, dé
Nederlander, dé Argentijn?, ik zou het niet weten. En vervolgens krijg
je die geweldige boosheid van alle kanten, van Wilders en van Rita
Verdonk, maar ook van Paul Scheffer en van andere, als progressief
bekend staande publicisten. Allemaal gingen ze als gekken aan de slag
dat begrip Nederlandse identiteit enorm op te kloppen. De boodschap die
eronder lag, kon je ervanaf scheppen: die Nederlandse identiteit, die is
altijd zo geweest. En die zal altijd zo blijven. En daarom moeten er
geen moslims bij, want die gaan ons zelfbeeld misschien wel verpesten.' |
Oftewel: na decennialange strijd tegen de obscurantistische krachten van
godsdienst en sektarisme, waar Blokker zelf aan heeft meegedaan met zijn
scheldpartijen op "christenhonden", moeten we nu de moslims steunen, en het
obscurantisme en sektarisme weer binnenhalen in onze maatschappij.
Een opvallend verschijnsel was dat Nederlands
leidinggevende sociologische instituut, het Sociaal- en Cultureel Planbureau
(SCP), zich ruim een jaar lang buiten de discussie hield. Maar toen kwam het
oordeel (de Volkskrant, 08-10-2008, van verslaggever John Wanders):
|
Nederlander bestaat toch niet
Directeur Paul Schnabel van het Sociaal en Cultureel Planbureau geeft
Máxima alsnog gelijk, en niet zo’n beetje ook.
Prinses Máxima had gelijk toen ze zei dat ‘de Nederlander’ niet bestaat.
Het concept ‘Nederlandse identiteit’ rust primair op emotionele beleving
en mythologisering van het verleden, verkondigde directeur Paul Schnabel
van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) gisteren tijdens een
lezing in Rotterdam.
‘Onze gemeenschappelijke geschiedenis stelt in werkelijkheid minder
voor dan wij denken. Je hoort vaak dat we vroeger zo’n eensgezind volkje
waren. In werkelijkheid hadden katholieken en protestanten in Nederland
volledig gescheiden werelden gecreëerd.’ ...
Nederland is geforceerd tot eenheidsstaat en het is louter
aan een historische toevalligheid te danken dat Venlo niet aan de Duitse
maar aan de Nederlandse kant van de grens belandde, aldus Schnabel. ‘En
daarom maakt Geert Wilders nu deel uit van de Nederlandse identiteit.’
Maar je kon in de jaren vijftig tenminste nog gewoon je
keukendeur open laten, citeerde hij oudere Nederlanders. ‘Ja, moeder was
toen nog hele dagen thuis. Bovendien viel er in die tijd niks te halen.’
De calvinistische volksaard wordt al evenzeer opgeklopt,
vindt de SCP-directeur en deeltijd-hoogleraar in Utrecht. ‘De
calvinisten vormden in Nederland een minderheid – al was het een
dominante.’
Onze visie op de Gouden Eeuw is volgens hem ook vertekend
door emotie. ‘We zeggen in het buitenland graag dat Nederlanders goede
schilders zijn. Nou, niet iedereen is dat, hoor.’
Op basis van recent opinieonderzoek concludeerde Schnabel dat
Nederlanders één ding gemeen hebben: ‘Alle Nederlanders vinden dat de
andere Nederlanders te egocentrisch zijn.’
Samenvattend: ‘Máxima had gelijk, maar kreeg het niet. En dat
is dan ook wel weer heel erg Nederlands.’ |
Paul Schnabel constateert dat er diverse groepen Nederlanders zijn, en dus is er
niet dé Nederlandse identiteit - het bekende onbenul van mensen die niets van
van het begrip "groep" (van mensen) begrijpen
-
dus niets van sociologie, want sociologie gaat eigenlijk alleen maar over
groepen. Deze Paul Schnabel die het bestaan van het begrip "sociologische groep"
ontkent, is socioloog, deeltijdhoogleraar, en directeur van de Sociaal en
Cultureel Planbureau. Je verstand staat er bij stil ...
Bovenstaande versies van de identititeitsontkenning hadden door de min of
meer academische formulering voor de oppervlakkige lezer nog een schijn van
waarde. Het volgende stuk, van weer een jaar later, is uitgekozen omdat het,
door de jeugdige overmoed van de auteur, in wat helderder taalgebruik stelt
wat in het rapport van de WRR grotendeels verborgen bleef vanwege de
formelere taal (Volkskrant.nl, Opinie, 01-05-2009, rubriek Science
Palooza, door Fedde Groot):
|
Identiteit bestaat niet ‘Identiteit’
is een uitermate rekbaar en onbruikbaar begrip. Dé Nederlandse
identiteit bestaat niet. ... |
De stelling van Maxima.
|
En dat geldt niet alleen in culturele zin. Aan de hand van twee
voorbeelden uit de biologie zal ik illustreren dat ‘identiteit’
veranderlijk en vloeibaar is, .. |
De auteur is van opleiding bioloog, en put uit zijn achtergrond:
|
Neem ‘Abby en Britty’ , een Amerikaanse Siamese tweeling met één
lichaam en twee hoofden. Ieder meisje heeft controle over de ‘eigen’
helft van het lichaam. Abby bestuurt de linker ledematen, Britty de
rechter. Door samen te werken kunnen ze autorijden, fietsen en sporten.
Verder kibbelen ze heel wat af, en dus zou je zeggen: het zijn twee
personen met ieder een eigen identiteit. |
Pak twee willekeurige kinderen van straat, en zoek een geval waarin de een
het lichaam van de andere bestuurt. Ze zijn er niet. Alleen in het ziekenhuis,
en dan moet je ook nog over de hele wereld zoeken.
|
De tweeling functioneert overigens gewoon prima zonder in een
identiteitscrisis te raken. Het is eerder de rest van de maatschappij
die moeilijk doet. |
Kennelijk moeten we hier wat uit leren. Wát precies is wel redelijk
duidelijk, maar toch nog maar een voorbeeld gegeven:
|
Een ander voorbeeld van ‘overlappende’ identiteiten is
interseksualiteit. De meeste mensen met zowel mannelijke als vrouwelijke
geslachtskenmerken kiezen ervoor zich te identificeren als man óf als
vrouw, maar niet als allebei.
Echter, veel interseksuelen willen en kunnen helemaal niet kiezen,
maar worden daartoe (onbewust?) gedwongen door de rest van ons. Als je
een paspoort aanvraagt zijn er slechts twee aanvink-hokjes: M of V
(‘kruis één aan’). Maar waarom zou je iemand vragen om een keuze te
maken? Voelen we ons bedreigd in ons eigen man/vrouw-zijn als we
tussenvormen toestaan? |
Dit komt al iets meer voor ... interseksualiteit. Misschien, als je het ruim
neemt, wel een procentje. Maar in ieder geval lang niet genoeg om een apart
hokje in het paspoort te rechtvaardigen.
En nu maar meteen naar de les:
|
Hoewel het begrip identiteit dus vrij vloeibaar is in biologische
zin, verwachten we in politiek opzicht dat er geen mengvormen bestaan.
Neem het gekissebis over de dubbele nationaliteit. Duidelijkheid moet er
zijn! Ben je Nederlander of Marokkaan? |
Dus omdat er over de hele wereld één enkel geval bestaat van gedeelde geest
en lichaam, en een procentje aan gevallen van gemengde seksualiteit, is het zo
dat lichaam en geest van iedereen kunnen mengen, en dat er geen vaststelbare
seksuele identiteit bestaat.
Want zonder de laatste veralgemeniseringen kunnen deze
voorbeelden niet dienen voor de stelling dat er geen verschil bestaat tussen de
Marokkaanse en de Nederlandse identiteit. Waar Maxima het natuurlijk ook over
had. Want dat rapport van de WRR ging niet over integratieproblemen van
Argentijnen, maar van (voornamelijk) Turken en Marokkanen.
Er bestaat dus geen aparte Nederlandse en Marokkaanse identiteit. Maar waarom
denken mensen dat eigenlijk:
|
Het is aannemelijk dat de basis voor dit groepsdenken evolutionair
gelegd is toen het zin had om bang te zijn voor vreemdelingen. Ze kunnen
je immers vermoorden en nemen soms nieuwe ziektes mee. |
En natuurlijk is dat groepsdenken, net als het ontstaan van ledematen, een
brein enzovoort, een vergissing van de natuur die door de mens rechtgezet moet
worden
:
|
Die identiteiten veranderen ook nog eens continu onder invloed van
woonplaats, vrienden en werk. ... Als we die fixatie los kunnen laten,
dan hoeven een islamitische en een Nederlandse identiteit elkaar ook
niet meer uit te sluiten. |
Oftewel: familie-
en clandenken
, inteelt, eerwraak, cultureel nationalisme, religieuze veroordeling,
wij-zijdenken
, en dergelijke, zijn verenigbaar met de open samenleving. Oftewel: er is geen
verschil tussen Saoedi-Arabië, Iran en Jemen, en Nederland, Duitsland en
Finland.
Hoe simpel de misverstanden zijn die aan het verhaal ten grondslag liggen,
blijkt uit een reactie onder het stuk:
|
GVerhoef schreef op 01-05-2009 16:38
Wat een onzinnig stukje. Het feit dat iets niet in beton gegoten of met
hogere wiskunde exact gedefinierd is, betekent niet dat het niet bestaat
en dat het niet handig kan zijn die begrippen toch te hanteren.
Laten we nu eens toegeven dat de meeste mensen het nodig hebben om
in een omgeving te leven met min of meer gelijkgestemden. Er zijn weinig
professoren die gezellig een paar weken op de camping gaan staan met de
loodgieter (en andersom). Dat maakt de ene niet beter minder dan de
ander, maar men verschilt, heeft andere humor, een andere geschiedenis,
andere referenties, houdt van andere muziek.
Waarom mag ik wel zeggen dat (bv) Marokkanen een schaamtecultuur
hebben terwijl we in het westen een meer individuele cultuur hebben,
maar mag ik het begrip identiteit daarbij niet gebruiken?
Er bestaat geen wiskundig juiste maat voor de culturele afstand
tussen mensen, maar dat de culturele afstanden tussen mensen verschillen
is evident. Ook duidelijk is dat die verschillen niet alleen op
persoonlijk niveau spelen, maar ook op het niveau van groepen. De
afstand tussen Fransen en Italianen (als groep) is geringer dan de
afstand tussen Nederlanders en Koreanen.
Een pleidooi om dat allemaal als "vloeibaar" en relatief te zien
doet volslagen onrecht aan de gevoelens van mensen en aan de
werkelijkeid. Ik geloof er zelfs helemaal niets van dat de auteur dat
onderscheid zelf ook niet ziet en voelt. Hij doet alleen een poging om
tto een zogenaamd intellectueel standpunt te komen, door te shoppen in
willekeurige voorbeelden en daar conclusies aan te verbinden. Als je de
verkeerde abstracties maakt, abstracties die voorbijgaan aan de essentie
van de problemen, dan zul je nooit tot een oplossing komen.
Natuurlijk zijn de groepen gelijkgestemden aan veranderingen
onderhevig, maar als je er mayonaise van wilt maken, dan zul je de olie
toch heel langzaam moeten laten binnendruppelen en onderwijl goed
blijven roeren. Nog het langzame tempo, noch het roeren is de laatste 30
jaar goed gegaan. Wat je dan krijgt heet "geschift". |
Precies hetzelfde slaat natuurlijk op de opmerkingen van professor Paul
Schnabel, hoogleraar in de sociologie en directeur van het Sociaal Cultureel
Planbureau. Voor een paar volkomen heldere illustraties van het bestaan van een
Nederlandse identiteit, zie hier
. Voor het bestaan van en het verschil met andere identiteiten, zie talloze
reisverhalen in boeken, de reiskaterns in kranten, de columns van
buitenlandse correspondenten, er dergelijke, tezamen een schier onuitputtelijke
bron voor het bewijs voor het bestaan van een culturele identiteit.
De beroepscynicus Blokker even vergetende, zien we hier dus twee gevallen van
wetenschappers die in staat blijken om volkomen absurde zaken op te schrijven.
Het is niet moeilijk radennaar de oorzaak: ideologie. In dit geval de
multiculturele ideologie, hoogstwaarschijnlijk verbonden met de ideologie van de
gelijkheid der culturen. Waarbij multiculturalisme een interne contradictie
bergt, en gelijkheid er culturen een contradictie met de werkelijkheid.
Er is hoogstvermoedelijk ook een direct psychologisch en misschien
neurologisch verband met het onderhouden van deze contradicties, en de
absurdistische argumenten die ze tot gevolg hebben.
In dit verband is het mogelijk om de bovenstaand geëtaleerde houdingen als
min of meer "gestoord" te kenmerken.
In multiculturalistische politieke kringen zijn deze geluiden natuurlijk al
langer te horen (uit de Volkskrant, 11-12-2008, door Yvonne Doorduyn):
|
De kuil van Wilders
Hij wil geen ‘roepende langs de zijlijn’ zijn, maar roept nu toch maar
even wel. En hard. Volgens Jacques Wallage, burgemeester van Groningen
en voormalig Kamerlid, heeft de PvdA-top met de integratienota een grens
overschreden. ‘De scheidslijn met extreem-rechts vervaagt.’
...
U stoort zich aan termen als ‘ons Nederland’. Is ‘ons’ niet juist bedoeld als
wij met z’n allen, wit en zwart?
‘Ongetwijfeld. Maar daar zit een denkfout in. Het miskent dat de
guerrilla van Wilders veel migranten angstig heeft gemaakt. Het heeft ze
meer buitenlander gemaakt dan ze waren. En ze kijken naar de PvdA in de
hoop een signaal van solidariteit te ontvangen. Als wij dan beginnen
over ‘ons Nederland’, dan leest dat als een wij-zij-verhaal.’ ... |
Maar dit is slechts een gematigde versie van wat Jacques Wallage echt vindt
(uit:
NRC Handelsblad, 10/19-01-2004, door Paul Scheffer, De fictie van
grenzeloze solidariteit):
|
... De sociaal-democratische burgemeester Jacques Wallage zegt:
maar wie zijn wij om een`eerstgeboorterecht' uit te oefenen, hoezo is
Nederland van zijn inwoners? Iedereen heeft recht op dit stukje aarde,
waarom zouden zijn toevallige inwoners daar enig bijzonder recht op
kunnen doen gelden? Deze erfenis van vier eeuwen staat ter beschikking
van iedereen. ... |
Zo, Nederlanders hebben geen identiteit nodig. Want als je al geen recht
het op je eigen landje, wat heb je dan nog recht op een eigen
identiteit? Zeker als je eigen helemaal geen eigen cultuur hebt (Over
identiteit, zelfrespect en integratie, zesde DEND-lezing, door J.
Wallage, burgemeester van Groningen, 31-10-2002, in Tilburg):
|
Het bizarre is dat Nederland als het om verbindende culturele
noties gaat een schamel gezamenlijk bezit heeft. |
En waarvoor heb je een eigen landje nodig, als je al helemaal geen eigen
cultuur hebt.
Naar Cultuur, integratie, afkeer
,
Allochtonen overzicht
, Sociologie lijst
, Sociologie overzicht
, of site home
.
|