De houding van de top V: netwerken, een case study
|
30 jun.2005 |
Eerst een stukje geschiedenis, lopende over enkele jaren.
Niet lang voordat de openbare verhoren in het kader van de Parlementaire Enquête Bouwfraude
begonnen, werd in september 2002 bekend dat de voorzitter van de Nederlandse
Mededingingsautoriteit (NMa), AW Kist, zou aftreden, om voorzitter van het
College van Bestuur van de Universiteit Leiden te worden. Binnen Leidse kringen
werd daar met grote verbazing over gesproken, omdat hij op geen enkele short of
long list voorkwam, en ook geen aanwijsbare affiniteit met de
universiteit had.
Tijdens de openbare verhoren van bouwfraude enquête werd door meerdere
getuigen verklaard dat ze de onderlinge afspraken gemaakt door bouwbedrijven hebben gemeld
aan de instantie die dit soort kartelvorming moet bestrijden: de NMa. De samenvattingen in de media van de eerste week verhoren
kwamen tot de conclusie dat de NMa een van de instanties was die gefaald had.
Een paar jaar later, begin juni 2005, kwam het verassende nieuws dat AW Kist
al weer aftrad als collegevoorzitter van de Leidse
universiteit, om bestuurder bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) te
worden. Geïnterviewd hierover zei hij: 'Maar mijn hart blijkt toch íets meer bij
het concrete werk van toezichthouder te liggen.'
Dit snelle vertrek is natuurlijk geen aanbeveling voor de voorgaande
selectieprocedure. In het Leidse universiteitsblad Mare stond de volgende
analyse
:
'Belangrijkste verantwoordelijke voor dit debacle is de raad van toezicht van de
universiteit. Na een zeer schimmige sollicitatieprocedure - waren er eigenlijk
andere kandidaten? - kwam opeens de naam van Kist uit de hoge hoed. Waarom juist
hij zo geschikt werd geacht, werd nooit goed duidelijk gemaakt. Iedereen die
suggereerde dat hier het Leidse old boys' network aan de gang was geweest
(Kist en raadslid De Wijkerslooth kennen elkaar al sinds hun studietijd), kon
rekenen op de gramschap van de nieuwe voorzitter.' Uit een ander bericht in hetzelfde blad:
'Namens de
Raad van Toezicht liet voorzitter Morris Tabaksblat weten het vertrek van Kist
te betreuren.'
Dit voor zover de geschiedenis. Natuurlijk is van de hierop volgende reconstructie weinig te bewijzen, maar
hier volgen we weer het adagium van Goethe, dat je niet in China geweest hoeft
te zijn om te weten dat de lucht daar ook blauw is.
Voor het stadium van openbare verhoren, doet een Parlementaire Enquête
uitgebreid onderzoek in stilte; de openbare verhoren worden toegesneden op de
uitkomsten van dit onderzoek. We mogen dus aannemen dat het falen van de NMa
bekend was ruim voordat AW Kist aftrad als voorzitter
. We mogen dus ook aannemen
dat dat ontslag uit een functie "waarin zijn hart lag" naar een functie waarin
zijn hart niet lag niet vrijwillig is geweest.
Deze lijn volgende, constateren we dat Kist in een positie verkeerde waarin
hij zeer dringend verlegen zat om een baantje, omdat hij natuurlijk oneindig
veel liever naar een andere baan vertrekt, dan gewoon ontslag moeten nemen.
Vanuit die positie werd hij college-voorzitter van de Leidse Universiteit. De
kans dat de Leidse Universiteit even verlegen zat om AW Kist als AW Kist om de
Leidse Universiteit is miniem. Zelfs de kans dat die verlegenheid ook maar in de
buurt komt van de verlegenheid van Kist is ook miniem.
Het waarschijnlijke scenario is het volgende: Kist zat dringend verlegen om
een baan, en heeft zijn netwerk ingeschakeld om openstaande vacatures te vinden.
Dat netwerk bevat procureur-generaal Joan de Wijkerslooth, lid van de Raad van
Toezicht van de Leidse Universiteit, en mogelijkerwijs ook de voorzitter ervan:
Morris Tabaksblat (ex-bestuurvoorzitter van Unilever). Deze contacten hebben hem
de baan van college-voorzitter bezorgd, vandaar dat die benoeming tegen alle verwachtingen van
waarnemers inging.
Zoals gezegd, van dit alles valt weinig te bewijzen, men kan alleen
wijzen op de logica ervan. En het vervolg bevestigd de logische lijn: Kist is
gedurende de minimaal daarvoor staande tijd in zijn Leidse baan gebleven (de
regel is: in je nieuwe baan blijf je minimaal circa twee jaar, anders krijg je
vragen daarover bij je volgende sollicitatie), en gaat nu terug naar zijn
natuurlijke terrein. We zullen er hier dus maar doodgewoon vanuit gaan dat dit
een duidelijk voorbeeld is van de werking van het old boys' network,
ontkenningen daarvan door de betrokkenen zijn natuurlijk minder waard dan niets.
Het onderwerp hier is dit old boys network.
De Mare van 18 september 2002 die de benoeming van Kist meldde, bevatte
ook informatie over de carrière van Kist. Via een studie rechten en
het lidmaatschap van het Leidse Studentencorps, begon hij als wetenschappelijk medewerker,
stapte over naar de advocatuur met als specialisatie bedrijfsrecht, werd partner van het
prestigieuze advocatenkantoor Pels, Rijcken & Droogleever Fortuijn, en trad op
als
landsadvocaat. In 1997 werd hij gevraagd de Nederlandse kartelpolitie, de NMa, te gaan
leiden.
De redactie kan daar nog wat aantoevoegen. AW Kist is namelijk een zoon van Anne
Willem Kist, die ook al studeerde in Leiden, en in zijn necrologie beschreven
wordt als stammende uit een Haags geslacht van magistraten en juristen
.
Kist jr. komt dus uit een nest dat zeer veel contacten heeft in de wereld van de
magistratuur via zijn vader, en maakt van geboorte dus al deel uit van een
old boys network.
Als jongeman is hij gaan studeren in Leiden en lid geworden van het studentencorps, waarvan iedereen weet dat de hoofdfunctie is het kweken van een
sociaal netwerk, en wel een netwerk in de betere kringen. Ook dat valt volkomen
binnen de omschrijvingen van old boys network.
Zijn werkzame carrière kan hier bij gebrek aan informatie niet verder
geëvalueerd worden, tot het moment dat hij als voorzitter van de NMa aftrad, of
zoals we hier hebben gezien: hoogstwaarschijnlijk moest aftreden. Vast staat in
ieder geval dat hij als voorzitter van de NMa verantwoordelijk was voor haar
falen in de bouwfraude kwestie.
In zijn daaropvolgende baan, als college-voorzitter van de Universiteit
Leiden, was Kist eigenlijk ook geen groot succes, zoals de nabesprekingen in de
Mare toonden.
Dit alles was dus geen belemmering voor Kist om in aanmerking te komen voor
een baan die in het verlengde lag van de baan waarin hij gefaald had. Het lijkt
uiterst onwaarschijnlijk dat er absoluut geen mensen waren die inhoudelijk
dezelfde kwaliteiten hadden als Kist, en niet gefaald hadden in hun vorige baan.
Het IRP kan niet anders dan tot de conclusie komen dan dat het uiterst
waarschijnlijk is dat Kist op zijn minst twee maal in zijn carrière geholpen is
aan banen waar hij objectief niet voor in aanmerking zou komen. Tezamen met de
aangetoonde contacten die hij had, is het ook uiterst onwaarschijnlijk dat hij
die banen niet heeft gekregen dankzij zijn contacten, het old boys network.
Bovendien blijkt dus het falen in zijn eerste toezichthoudende baan geen bezwaar
voor ten eerst een andere toezichthoudende baan, en later een prestigieuze
bijbaan als voorzitter van een ministeriële adviescommissie
.
In welke nieuw baan hij trouwens natuurlijk net zo slecht functioneert
.
Deze carrière is redelijk representatief voor topmensen in bestuur en bedrijfsleven: een
rechtenstudie en het studentencorps zijn veelvoorkomende ingrediënten. Deze eerste stappen
zijn een voorwaarde voor banen bij instellingen als prestigieuze
advocatenkantoren of consultency bedrijven. Bij goed functioneren volgen de hogere aanstellingen dan bijna als vanzelf.
Dat deze vorm van carrière maken old boys network, of jobs for the boys,
heet is te danken aan het feit dat deze manier in Engeland decennialang
sinds mensenheugenis de enige manier was om aan een topbaan te komen. In
Nederland is het proces minder allesdoordringend, maar waarschijnlijk wel nog
steeds de meest voorkomende manier om een toppositie te bereiken, en in ieder
geval de snelste (het feit dat dit nog nooit deugdelijk onderzocht is, is een
van de falens van de sociologie als vak).
Wat het belangrijkste aan deze gang van zaken is, is dat het betekent dat het
niet de beste mensen zijn die de topbanen bezetten.
Voor bijvoorbeeld een functie als hoofd van de NMa zijn een aantal kwaliteiten belangrijk, zoals kennis
van het recht en het bedrijfsrecht in het bijzonder, en van de manier waarop het bedrijfsleven
werkt. Maar daar waar de NMa een controlerende functie heeft, lijkt het hebben van een
onafhankelijke blik ook belangrijk, zo niet het belangrijkst; want wat heeft allerlei technische
kennis voor zin als de betreffende persoon of instelling niet de geneigdheid heeft om een
onafhankelijk oordeel te vellen. En dat nu wordt door het deel uitmaken van een
old boys
network ernstig bemoeilijkt; meer over dit aspect elders
.
Maar in zijn tweede en derde benoeming is ook sprake van inhoudelijke
ongeschiktheid. Bij de Leidse Universiteit ging hij naar een baan waar zijn hart
niet in lag. En bij de AFM gaat hij naar een functie op het terrein waarin hij
eerder al gefaald heeft.
Een ander voorbeeld dat meteen voor de hand ligt is dat van Johan de
Wijkerslooth. ook voor hem geldt dat de redactie niet op de hoogte is van zijn
eerdere carrière, maar wat wel bekend is duidt in dezelfde richting. Als
super-procureur-generaal is hij de hoogste man van het Openbaar Ministerie (OM). Deze
organisatie is een van de openlijk slecht functionerende instellingen binnen de
Nederlandse samenleving. Daarvan kunnen vele voorbeelden worden aangehaald, maar
voldoende is dat een enkel persoon met een team van een half dozijn mensen
spectaculair beter werk levert dan het hele OM. Die man is journalist Peter R.
de Vries, en dat team is zijn redactie. Die neen professionele rechercheurs of
iets dergelijke zijn, en geen toegang tot forensische instituten of dergelijke
hebben - gewoon nieuwsgierige mensen die doorvragen. Het grote verschil
met de mensen van het OM, van politie tot Procureur-generaal, is een gedegen
inzet, en een kritische en zelfkritische houding. Hierbij gaat het vooral om het
laatste. Na de onterechte veroordeling in de Schiedamse moordzaak verklaarde de persofficier van justitie zonder blikken of blozen dat er
door het OM geen enkele fout was gemaakt. Later kwam naar buiten waarom het OM
zonder een fout te maken toch langdurige achter de foute man had aangejaagd,
terwijl er sterke aanwijzingen waren dat de dader een ander was: de eerste
verdachte was al eerder verdacht geweest in een zedenmisdrijf, en wel een
zedenmisdrijf jegens de zoon van een politieagent.
De manier waarop deze en andere zaken is gaan is van belang omdat ze directe
betrokkenheid van De Wijkerslooth aantonen. Ook bij de eerdere en even beruchte
Puttense moordzaak, en nog vele andere, zijn er grote fouten gemaakt door het
OM. Bij ieder van die fouten was er een man in de de beste gelegenheid om hier
iets aan te doen: de baas van het OM, procureur-generaal Joan de Wijkerslooth.
Wat hij dan moeten doen is een openbare oekaze doen uitgaan, dat gemaakte fouten
erkend moesten worden in het openbaar, en bij herhaling dat de betrokkenen dat
in hun carrière zouden merken. Dat De Wijkerslooth dit niet gedaan heeft, noch
zichtbaar andere maatregelen genomen die leerling hebben getrokken uit de
eerdere fouten, toont dat De Wijkerslooth ongeschikt is voor zijn functie.
Het slecht functioneren van het OM heeft waarschijnlijk ook iets te maken met
old boys networks. Andere affaires met mensen uit het netwerk rond De
Wijckerslooth zijn die rond procureur-generaal Dato Steenhuis (een zaak van
belangenverstrengeling, en een zaak van bescherming van vrienden rond de affaire
Lancee
), en al
googlende voor de laatste naam komt nog een voorbeeld naar voren:
hoofdadvocaat-generaal Van Capelle, zie hier
.
Een ander naam die wegens disfunctioneren (de IRT-affaire) in het nieuws kwam is
die van procureur-generaal R.J.C. Graaf van Randwijck
. Het aantal en de aard van de affaires maakt het vrij zeker dat het slecht
functioneren van het OM voor een belangrijk deel te wijten is aan benoemingen
via het old boys network - dat slechte functioneren is uitgewerkt hier
.
Ook binnen het bedrijfsleven vinden een groot
aantal van dit soort benoemingen plaats, informatie van de redactie wijst op in
ieder geval in de tientallen procenten. Ook hier kan men verwachten dat dit
leidt tot slecht functioneren. Het is daarom van het grootst mogelijke belang
dat deze zaak zo snel mogelijk wordt uitgezocht, en niet, gezien zijn boven
beschreven rol, niet door de man die heel vaak dit soort baantjes krijgt, via
zijn netwerk, Morris Tabaksblat.
Addendum oktober 2005:
Een vollediger analyse van het disfunctioneren van het OM staat hier
, en van het netwerkproces
erachter
hier
.
Addendum oktober 2005:
De lijst van semi-corrupte zaken rond Steenhuis blijkt nog meer gevallen te
kennen
.
Addendum december 2005:
De zaken van De Wijkerslooth en Tabaksblat komen weer een keer tezamen, zie hier
.
Addendum 24 mei 2006:
Er kunnen twee namen aan het old boys network van
Kist worden toegevoegd: Ivo Opstelten, burgemeester van Rotterdam, en Herman
Tjeenk Willink, vice-voorzitter van de Raad van State (populaire naam voor deze
functie: de onderkoning), zie hier
.
Addendum aug. 2007:
Aan de nieuwe financiële carrière van AW Kist is ook weer een spectaculair einde
gekomen:
Uit:
De Volkskrant, 07-08-2007, van een verslaggever
Kist per direct weg bij AFM
Kist weg na twijfels over het beheer van zijn eigen effectenportefeuille | AFM
‘betreurt’ vertrek.
Anne Willem Kist, bestuurslid van de Autoriteit Financiële Markten (AFM), de
toezichthouder op onder meer de beurs, legt per direct zijn functie neer. Dat
heeft hij maandag bekendgemaakt.
Kist meent dat hij zijn functie als toezichthouder niet meer
kan uitoefenen omdat er twijfels zijn gerezen over het beheer van zijn eigen
effectenportefeuille. De AFM onderschrijft de keuze van Kist (‘de koninklijke
weg’, stelt de organisatie in een verklaring), al zegt de AFM het vertrek van
‘een voortreffelijke en kameraadschappelijke collega’ te betreuren. ...
Kist contracteerde eerder dit jaar een vermogensbeheerder
voor zijn privévermogen. Conform de interne AFM-regels had deze de vrije hand,
zodat Kist geen invloed kon uitoefenen op beleggingsbeslissingen. De
vermogensbeheerder sloeg meteen drastisch aan het kopen en verkopen. Omdat niet
onomstotelijk kan worden aangetoond dat deze drastische ‘verbouwing’ van de
portefeuille niet de wens van Kist was geweest, valt niet uit te sluiten dat
Kist heeft laten handelen in specifieke aandelen. Dat is AFM-medewerkers
verboden vanwege mogelijke handel met voorkennis. ...
Red.: Uit de welvermelde feiten vallen een aantal
niet-vermelde feiten af te leiden. Ten eerste: uit het feit dat er sprake is van
ontslag volgt dat de overtreding ernstig was, en de bewijzen zeer concreet. Uit
het feit dat het ontslag tezamen komt met de kennismaking, en niet zoals in de
NMa zaak, apart van elkaar, volgt dat de kwestie dreigde in de openbaarheid te
komen. En uit het feit dat er geen opvolger klaar staat, dat het allemaal op
korte termijn speelt.
Vervolgens: Uit het feit dat dit allemaal logische
conclusies betreft, volgt dat vrijwel alle andere mededelingen in dit bericht
('betreuren', 'koninklijke weg' en dergelijke) leugens zijn, bedoeld om de ernst
van de zaak te verhullen.
We zijn benieuwd naar de volgende topbaan van Kist.
Naar Houding top V
, Sociologie lijst
,
Sociologie overzicht
, of site
home
.
|