Bronnen bij Multiculturele samenleving: inhoudsverval op school

Voorbeelden van berichten waaruit de invloed van de aanwezigheid van de grote stroom allochtonen met aanzienlijke taal- en andere achterstanden heeft op het algemene niveau van het onderwijs (de Volkskrant, 07-04-2007, van verslaggever Gerard Reijn):
  MBO | Kritiek op kwaliteit onderwijs

Nieuwe regime was kwestie van wennen

Het onderwijs op mbo-scholen ligt onder vuur. Volgens de examenkeuringsdienst is er al veel verbeterd.

...
Tussenstuk:
Voor het ‘nieuwe leren’
Max Hoefeijzers, bestuursvoorzitter van het Da Vinci College in Dordrecht, is al jaren voorvechter van vernieuwingen in het middelbaar beroepsonderwijs:
    ... ‘Als je de eindtermen weer opvoert en het lesprogramma weer voor iedereen strak hetzelfde maakt, zal er aan de onderkant een procent of 20 uitvallen die dat niet haalt, en zonder diploma van school gaat.’

Hier staat het dus, toegeven door een voorstander van "onderwijsvernieuwing": het leidt tot een niveauverlaging van tientallen procenten, want het niveau weer terugbrengen bij het oude doet minstens 20 procent afvallen (je mag rustig aannemen dat hij conservatief schat). Je mag ook rustig aannemen dat onder de "afvallers" een hoog percentage allochtonen zitten. En dat die onderwijsvernieuwingen zelfs voor een belangrijk deel zijn ingegeven door de motivatie die allochtonen "binnen het systeem te houden" (wat ook soms letterlijk wordt toegegeven; bronnen volgen).

En dat dit tevens degenen zijn die ook het onderwijsklimaat op het reguliere onderwijs verslechteren blijkt hier (de Volkskrant, 12-01-2005, column van Kees Beekmans):
  Een trap na

...  We doen allemaal ons best onze leerlingen 'erbij te houden', ervoor te zorgen dat ze niet gaan spijbelen, niet wegblijven. Het is doel nummer één. Pas daarna komt de lesinhoud. ...

Elders heeft Beekmans zich in sterkere termen uitgelaten: door alle aandacht die nodig is voor orde handhaven en andere vormen van sociale sturing, het opvoeden, is er nog maar heel weinig tijd over voor de lesinhoud.

En eindelijk de harde bewijzen van wat iedereen eigenlijk wel wist of had kunnen vermoeden (de Volkskrant, 13-02-2008, door Jaap Dronkers en Manon de Heus):
  Basisscholen zijn er wel op achteruit gegaan

Ouders zijn steeds hoger opgeleid, maar dat uit zich niet in hogere Cito-scores bij hun kinderen. Scholen gaan achteruit, stellen Jaap Dronkers en Manon de Heus.


In tegenstelling tot wat het Cito vorige week beweerde (Binnenland, 8 februari), is de kwaliteit van het basisonderwijs de afgelopen 25 jaar niet gelijk gebleven, maar gedaald. Het uitblijven van een daling van de Cito-scores in deze periode moest het gelijk van het Cito aantonen. Maar die scores hadden juist moeten stijgen, omdat het opleidingsniveau van de ouders in die periode ook is gestegen. Dat die scores 25 jaar onveranderd zijn gebleven, wijst dus op een kwaliteitsafname.
    De twee tabellen tonen dit aan.
    De bovenste tabel laat gemiddelde scores zien op taal, rekenen en lezen in 1999, 2001, 2003 en 2005. Daaruit blijkt dat de scores voor sommige milieus wel degelijk achteruitgaan. Zo daalt tussen 1999 en 2005 de score voor lezen van kinderen uit de hogere sociale milieus (van 64 naar 63 punten voor kinderen met ouders met een hboof wo-opleiding en van 55 naar 54 voor kinderen met ouders die mbo hebben gedaan). Kinderen van lager opgeleide, met name allochtone, ouders lijken sinds 1999 juist steeds betere resultaten te behalen. Met name de kinderen van Turkse of Marokkaanse ouders met een lagere beroepsopleiding (lbo, het huidige vrnbo) hebben een stijging doorgemaakt. ...
...    Maar waar Cito-scores over de jaren niet veranderden, traden er wel belangrijke verschuivingen op in de omvang van de sociale milieus. In deze zes jaar zijn er verschuivingen in het opleidingsniveau van de ouders opgetreden. De onderste tabel laat deze veranderingen zien. Het aandeel achtstegroepers met hoger opgeleide ouders is tussen 1999 en 2005 met 8 procentpunt gestegen. Een daling is waarneembaar in het aandeel kinderen dat lager opgeleide ouders heeft, met name onder autochtonen.
    Op basis van deze demografische gegevens zou men een stijging verwachten van de gemiddelde Cito-scores - zie de bovenste tabel: hoe hoger het opleidingsniveau van de ouders, des te hoger de Cito-score van hun kinderen. Met een verbeterde kwaliteit van het basisonderwijs heeft dit dus niets van doen. Sterker, de kwaliteit is niet gestegen, aldus het Cito.
    Wie wel beter scoren, toont de onderste tabel aan, zijn kinderen uit de lagere, met name allochtone, milieus. ...

De onderzoekers vermoeden dat de stijging van het allochtone niveau te maken zou kunnen hebben met werkelijk gestegen taalvaardigheid door langer verblijf. Een minstens even goede mogelijkheid is dat de extra aandacht en geld die het onderwijs aan allochtonen vergt, ten kost is gegaan van het onderwijs aan de overige kinderen.

Overigens: zelfs het niveau van de leerkrachten wordt aangetast (de Volkskrant, 11-04-2008, van verslaggever Gerard Reijn):
  Taaltoets op Rotterdamse pabo jaar later

Verwachte uitval allochtone studenten anders te hoog | HBO-raad gaat akkoord


De pabo van de Hogeschool Rotterdam zal zijn reken- en taaltoets niet afnemen aan het einde van het eerste jaar, maar aan het einde van het tweede jaar. De hogeschool zegt dat anders te veel studenten uitvallen, vooral onder allochtonen. Bij een reken- en taaltoets aan het einde van het eerste jaar zou 70 procent van de allochtone eerstejaars afvallen.
    De rekentoets bestaat nog maar twee jaar op alle pabo’s, de taaltoets één jaar. Ze werden ingevoerd, omdat te veel pabostudenten niet goed genoeg konden rekenen en schrijven.
    Van de kinderen in Rotterdam is 70 procent allochtoon. Dat betekent dat de eerstejaars die zich melden steeds vaker van allochtone afkomst zijn: op dit moment ligt hun aandeel boven de 30 procent. Maar het is volgens bestuurder Gerard van Drielen van de Hogeschool Rotterdam ook hard nodig dat er allochtone leerkrachten komen. Van Drielen ‘Dat is voor de toekomst van het onderwijs in Rotterdam van groot belang. Het college van B en W in Rotterdam staat achter ons.’
    Voor de HBO-raad was dat een reden om in te stemmen met de uitzondering. Voorzitter Doekle Terpstra erkent dat het een concessie is, maar niet aan de kwaliteit. Terpstra: ‘De studenten krijgen alleen een jaar extra tijd om dat niveau te bereiken.’ Waarom wordt het andere hogescholen dan niet toegestaan? ‘Omdat we staan voor onze afspraken. We hebben dit ook maar voor één jaar toegestaan.’
    Staatssecretaris Van Bijsterveldt laat weten dat ze het Rotterdamse verzoek heeft ingewilligd, omdat het gaat om zeer specifieke omstandigheden. Ook zij gaat uit van een uitzondering voor één jaar.
    Daar is Van Drielen van de Hogeschool Rotterdam minder stellig over. ‘We hebben de toestemming voor één jaar, maar volgend jaar is het probleem precies hetzelfde.’
    Het VVD-Kamerlid Halbe Zijlstra maakt zich boos over de uitzonderingspositie. ‘Er wordt er gemarchandeerd met de kwaliteit van het onderwijs. Deze studenten staan tijdens stages al voor de klas, terwijl zij basisvaardigheden nog niet voldoende beheersen. Dat is onacceptabel.’
    De uitval op de pabo’s lag altijd rond 25 procent, en steeg na invoering van de verplichte rekentoets naar 38 procent, voor allochtonen zelfs naar 52 procent.

Een reactie (de Volkskrant, 16-04-2008, ingezonden brief van Cor van Erp (Heesch)):
  Farce

Verontrust nam ik kennis van het bericht over de Rotterdamse Pabo die als eerste de taal toets bij toekomstige leraren pas na twee jaar gaat afnemen (Binnenland, 11 april).
    Wat een farce! In twee jaar tijd kan ik iedere aap een kunstje leren. Dat is de dood in de pot! Kwaliteit meet je bij binnenkomst. Wie niet aan de norm voldoet, kan geen leraar worden. Van de opleiding wegsturen zonder aanzien des persoon. Zo bewaak je kwaliteit. Maar investeren in onderwijs is sinds 1980 al een vies woord.
    Op deze manier moddert de Pabo van Rotterdam lekker voort. Sjoemelen en marchanderen om toch maar studenten te trekken. Laten we dan de kwaliteit in het onderwijs maar vergeten en onze toekomst in handen van 'onbekwamen' leggen. De opleidingen werken er volop aan mee.

En wat Van Erp beleefdheidshalve weglaat: deze opgave van het kwaliteitscriterium en de overgave aan onbekwamen is voor een groot deel het gevolg en ten gunste van allochtonen.
    En dit is de uitkomst (de Volkskrant, 02-12-2008, column door Aleid Truijens):
  Die meisje en een lekkere taartje

Een onderwijsdiscussie op een Haags gymnasium ging vooral over het beroepsonderwijs, daar zijn de problemen het grootst – de minister die dat weet te verbeteren, verdient zijn naam in chocoladeletters
.

...    Het leek even of Sinterklaas binnenschreed, zo stil werd het toen minister Plasterk in de aula arriveerde om het eerste exemplaar van Wij eisen les! in ontvangst te nemen. Het was een thuiswedstrijd voor een oud-gymnasiast. Ook Plasterk benadrukte dat de meeste kinderen niet het geluk hadden op een gymnasium te belanden. Zij moesten een vak leren in de praktijk. Maar hij zag ook, zei hij, dat zelfstandig leren voor veel vmbo’ers geen succes was. ‘Ze hebben meer leiding nodig.’ En zo ging een onderwijsdiscussie op een Haags gymnasium vooral over het beroepsonderwijs, over selectie, kansen en uitval.
    De kwaliteit van het beroepsonderwijs – de minister die op dit migraine-onderdeel verbetering bewerkstelligt, verdient zijn naam in chocoladeletters.
    Op vmbo’s zitten veel allochtonen. Sommigen hadden misschien naar de havo gekund, maar hun slechte beheersing van het Nederlands verhinderde dat. De achterstand die kleuters hebben als ze naar de basisschool gaan, halen ze nooit meer in. Om dergelijke taalachterstanden te voorkomen, trok het kabinet 53,5 miljoen extra uit. Een groot deel daarvan gaat naar zogenoemde ‘voorscholen’. Daar kun je de kleintjes spelenderwijs Nederlands leren, door liedjes te zingen en voor te lezen. Na twee jaar ondergedompeld te zijn in talige weelde, is de gedachte, kunnen ze zonder achterstand naar de kleuterklas.
    Een Amsterdamse stadsdeelbestuurder, Fouad Sidali, bezocht zo’n voorschool, en schrok zich rot. De groepsleidsters, veelal allochtone meisjes, spraken beroerd Nederlands: fouten met lidwoorden, slecht articuleren en Turks praten tegen kinderen. Hij schrok nog erger toen hij hoorde dat deze leidsters in hun opleiding geen Nederlands hadden gehad. Nederlands was in het competentiegerichte leren afgeschaft. Taal gebruikte je toch de hele dag?
    Als 3-jarigen dagelijks ‘die meisje’ en ‘een lekkere taartje’ te horen krijgen, als ze Floddertje krijgen voorgelezen van iemand voor wie dat taalniveau te moeilijk is, dan zijn al die miljoenen vergeefs. Wie groepsleidsters ‘competent’ verklaart zonder hen uit te rusten met hun belangrijkste instrument, de taal, minacht hen. Goed taalonderwijs werd voor hen verspilde moeite geacht op de basisschool en het vmbo, op het roc waren ze van dat rotvak verlost.
    De alarmerende feiten waren trouwens allang bekend. In 2006 waarschuwde de Inspectie het ministerie van Onderwijs: de onderdelen woordenschat, grammatica en uitspraak kwamen in het mbo nauwelijks aan bod. 80 procent van de docenten oordeelde het taalniveau onvoldoende voor de uitoefening van het toekomstige beroep. De leerlingen zelf hebben evenmin een hoge pet op van hun school. Volgens een onderzoek van de Jongerenorganisatie Beroepsonderwijs is slechts 44 procent tevreden over de opleiding. ...

Truijens werkt het niet verder uit, maat het staat er duidelijk: de groot deel van de taalachterstand in met name het beroepsonderwijs is veroorzaakt door de allochtone instroom in de onderwijsgevende vakken.
    Maar (de Volkskrant, 02-03-2009, door Paul Onkenhout):
  Juf Lieke en haar 27 kinderen in de Pijp

Fotobijschrift: Groep acht van basisschool Oscar Carré in Amsterdam Zuid-Oost



Programma?
Groep Acht, VPRO, vanavond om 20.55 uur op Nederland 2. Eerste deel van een drieluik van de documentairereeks Tegenlicht over onderwijs. Regie: Bregtje van der Haak.
Wat zien we? Groep acht van de gemengde basis school Oscar Carré in de Pijp in Amsterdam. En we zien juf Lieke aan het werk. Haar klas is vier maanden gevolgd.    ...
Leuke klas? Een echte groep acht, met stoere jongens en kibbelende meisjes. De klas is een afspiegeling van Amsterdam Oud-Zuid, een mengeling van zwart en wit. De kinderen hebben elf nationaliteiten. Ze zitten op een zogenaamde 'kunstmagneetschool'
Een kunstmagneetschool? Amerikaans concept. Om integratie te bevorderen, wordt veel aandacht geschonken aan kunst en cultuur.
Werkt het? Onmogelijk vast te stellen. Maar de beelden uit de klas zijn hoopgevend. Juf Lieke geeft hoog op van de verscheidenheid in haar klas. 'Ik heb van alles, ik heb zoveel'
En de lesstof? Het 'niveau van het onderwijs? In Groep Acht ligt de nadruk bijna volledig op het gedrag van de kinderen; op hun sociale vaardigheden en de manier waarop ze met elkaar omgaan. Op de vraag of dat ten koste kan gaan van bijvoorbeeld rekenen, zegt Juf Lieke: 'Als het nodig is, wel'
Oei. In het multiculturele Amsterdam Oud-Zuid is integratie nu eenmaal een neventaak van het onderwijs. Zoals de juf het verwoordt: 'In deze wereld, in een stad als Amsterdam, moet je leren wat er te koop is. Je moet niet blijven hangen in de beelden die je hebt, maar kijken of die beelden kloppen.'    ...

Je mag nu dus zelfs openlijk zeggen en propageren dat je onderwijs opoffert aan de opvoeding van allochtonen. "Integratie is een taak van het onderwijs, ten koste van wat de (autochtone) kinderen leren". Het staat er echt.

Het is zelfs beleid geworden (de Volkskrant, 21-04-2009, door Aleid Truijens):
  Een vak leren

Ieder kind heeft een droom. Ze willen iets worden: banketbakker, meubelmaker, kok, voetbaltrainer. Juffie, piloot, actrice of kunstschilder misschien! Dat word je niet zomaar. Je moet er een heleboel voor weten en kunnen.   ...
    Helaas gaat het in het onderwijs steeds minder om een vak of een eindproduct. ...
    In een groepsdiscussie in Vk banen (18-04-2009) ... en Thomas Jager, opleidingsmanager bij InHolland. ...
    ... Volgens lerarenopleider Jager is integratie, 'omgaan met culturele verschillen', het hoofddoel op het vmbo.    ...

En dus niet langer een vak leren, want daar is weinig of geen tijd meer voor.

Dit komt allemaal keihard naar buiten als je gaat vergelijkingen met behulp van standaard normen, reden waarom dat lang is tegengehouden (de Volkskrant, 05-10-2010, van verslaggever Robin Gerrits):
  ‘Reken- en taaltoets zal mislukken’

Tussentitel: 'De kans is reëel dat alle zwarte scholen als zwak gaan gelden'

De pogingen om de beheersing van rekenen en taal op de basisschool op te schroeven zijn gedoemd te mislukken.
    Wittere scholen zullen nauwelijks worden geprikkeld door de zogeheten referentieniveaus, omdat ze er weinig voor hoeven doen om deze standaarden te halen.
    Maar voor scholen met veel achterstandsleerlingen zullen ze in de praktijk juist onhaalbaar blijken, waardoor zulke scholen in de toekomst kunnen worden opgezadeld met het predikaat zwak of zeer zwak.
    Dit schrijven Jaap Roeleveld en Guuske Ledoux, onderzoekers bij het Amsterdamse ITS Kohnstamm Instituut, in tijdschrift Didaktief, dat maandag is verschenen. Volgens Ledoux en Roeleveld dreigt de invoering van de referentieniveaus de tweedeling tussen scholen met veel kinderen van hoger- en van juist lageropgeleide ouders te verscherpen.
   De referentieniveaus voor taal en rekenen zijn een uitvloeisel van de commissie-Meijerink, die in januari 2008 advies uitbracht hoe de beheersing van de basisvaardigheden op school kon worden verbeterd. ... Voor zowel basis-, voortgezet, als middelbaar beroepsonderwijs is gedetailleerd vastgelegd wat leerlingen tussentijds en aan het einde moeten kunnen. Invoering van de referentieniveaus moet scholen inzicht geven bij welke groepen en op welke onderdelen leerlingen achterblijven. ...
    ... ‘Als het de bedoeling is om scholen hierop te gaan beoordelen, is de kans reëel dat straks vrijwel alle ‘zwarte’ scholen tot zwakke scholen worden bestempeld’, schrijven Ledoux en Roeleveld in Didaktief. ...
    De ITS-onderzoekers hebben ìn een studie uit 2009 het niveau van verschillende soorten scholen naast de standaarden gelegd. Hieruit blijkt dat deze slechts haalbaar zijn voor scholen met veel autochtone leerlingen met middelbaar- of hogeropgeleide ouders. Van allochtone leerlingen met ouders met dit opleidingsniveau haalt slechts 64 tot 71 procent de basisstandaard voor bijvoorbeeld begrijpend lezen; van allochtone leerlingen met lageropgeleide ouders haalt slechts 48 procent.    ...

Tjonge jonge ...

Deze verzameling is niet bijgehouden, deels vanwege vanzelfsprekendheid. Maar er wordt in steeds hogere frequentie geklaagd ove het niveau van de taalbeheersing, met getallen als "een kwart functioneel analfabeet", en het spreekt volkomen voor zich dat dat voor 90 en meer procenten degenen zijn die met grote taalachterstanden op school komen: de allochtonen.
    Het spreekt even volkomen voor zich dat daarover gezwegen wordt als het graf.
    Volkomen taboe.
    Bij het lezen van onderstaande bron moest daarom eerst gezocht worden naar een passende plek, voordat deze werd gevonden (de Volkskrant, 05-02-2022, door Merel van Vroonhoven):
  De manier waarop we hier begrijpend lezen onderwijzen is een ware marteling

Merel van Vroonhoven is een zij-instromer in het onderwijs vanuit een (hoge) managementfunctie, werkende op een zwarte school, en dus zo politiek-correct als de nete.
    Die hier verzucht:
  'Nee, niet weer.' Een diepe zucht ontsnapt uit mijn longen. Zelfs bij een simpele Cito-meerkeuzevraag over een onbenullig rijmpje hebben ze het antwoord fout. Hoe komt het toch dat mijn klas begrijpend lezen zo ontzettend moeilijk vindt?    ...

Wat natuurlijk allemaal onmiddellijk weerlegd word, dat het aan de methode ligt, in dat die methode en de nog veel stijvere versies van vroeger, prima geschikt waren om blanke kinderen de taal te leren.
    En zelfs hier komt het onmiddellijk bovendrijven:
  ...    Is het de thuissituatie vol zorgen, waarin ouders überhaupt niet aan voorlezen toekomen? Of de taalachterstand waarmee kinderen aan hun schoolcarrière beginnen? Of toch hun autisme, wat het lastig maakt om de hoofdgedachte te ontwarren tussen al die ogenschijnlijk belangrijke details?

Ook zonder zorgen lezen de allochtone ouders niet voor, daardoor beginnen de allochtone kinderen met een gigantische taalachterstand aan hun schoolcarrière, en een flink deel heeft geen autisme maar ADHD wat mevrouw Van Vroonhoven vermoedelijk ook bedoeld, want autisten zijn stil en haar klassen zijn super rumoerig.
  ...    Sinds ik voor de klas sta, besef ik meer dan ooit dat een gebrek aan taalvaardigheid dé grote ongelijkmaker is....

Huh ... Trap nog een paar open deuren in ...
  .... Een waar je de rest van je leven last van ondervindt. Het lezen van een bijsluiter, een brief van de gemeente of het afsluiten van een hypotheekcontract. Onmogelijk zonder leesbegrip. Nog los van wat je mist aan troost, inspiratie en verbeeldingskracht in een boekloos leven.
    Mijn leerlingen staan op 3-0 achterstand. ...

Door de eigen cultuur.
    En dan wordt het griezelig:
  ... Dus niet zo vreemd, die belabberde citoscores. Misschien moet de lat gewoon lager. ...

Zeer griezelig.
  ... Ik voel een ijskoude rilling. Dit is wat de Amerikaanse onderwijssocioloog Bowen Paulle bedoelt met 'the prison of low expectations': je verlaagt je verwachtingen richting een kind vanwege zijn lastige omstandigheden, in plaats van uit te gaan van groeimogelijkheden en talent.    ...

Dus een uitweg gezocht:
  ...    Mijn leerlingen moeten niet anders, mijn lessen moeten anders! De manier waarop we begrijpend lezen onderwijzen als losstaand vak is een ware marteling. Het zoeken naar signaal- en verwijswoorden in plaats van het werkelijk beleven van de inhoud. Geen kennis opdoen, maar een trucje aanleren. Daarvan krijgt zelfs de grootste boekenliefhebber spontane ernstige leesallergie.

Al gezien: onzin. Het werkte bij blanken goed genoeg.
    Het probleem is: het zoeken naar signaal- en verwijswoorden is de abstracte kant van taal. Daar hebben de allochtonen gigantische moeite mee.
    Niet alleen bij taal, maar de abstracte achtergrond bij alle dingen.
    Ze zijn dus gewoon niet zo intelligent.
    Dat blijkt niet alleen hier, maar alle soortgelijke zaken in het onderwijs.
    En dit:
  ...    Ik besluit de lesmethode te laten voor wat zij is. Begrijpend lezen? We gaan gewoon maar eens doen wat het woord zegt: lezen. Heel veel lezen. 'Mag ik morgen een gedicht van Poesjkin voordragen, juf?' vraagt Sacha als ik in de klas de Poëzieweek inluid. Verbaasd kijk ik het Russische jongetje aan. 'Poesjkin? Natuurlijk! Waar gaat het gedicht over?' Hij rolt met zijn ogen. 'Weet u dat niet? Over de liefde. Alle gedichten van Poesjkin gaan over de liefde. En de dood natuurlijk.'

... is gewoon een heel andere vaardigheid.
    Dat is de vaardigheid waarme de koran is overgedragen van generatie op generatie, bij volken waar het schrijven voorbehouden was aan de meest intelligente elite.
    Over zwarten zullen we het maar niet hebben uitleg of detail .

De tijd gaat snel, want er gebeuren heel veel dingen in de wereld, en de vorige bijdrage lijkt wel van gisteren. Het geheugen zegt ook dat bij dit item, net als bij soortgelijke, gedacht werd: "En voor rekenen geldt vermoedelijk hetzelfde".
    Het is de laatste twee jaar bijna of geheel uitsluitend gegaan over de leesvaardigheid, maar hier is dan eindelijk die aanvulling (de Volkskrant, 27-02-2024, door Irene de Zwaan):
  Inspectie: rekenvaardigheden van middelbare scholieren ondermaats

Met in die kop meteen een gore leugen, want het blijkt in eerste instantie te gaan over:
  ... Veel vmbo'ers in de onderbouw blijven steken onder het niveau dat aan het einde van de basisschool wordt vereist.
    ... Aan het einde van het tweede leerjaar behaalde liefst 75 procent van de onderzochte vmbo-basis/kader-leerlingen het door de overheid wettelijk vastgestelde referentieniveau 1F niet.    ...

En in de rest van het onderwijs zit ook een groeiend aantal allochtonen, dus daar zie je dezelfde trend op een wat minder niveau:
  ...    Met de leerlingen op de havo en het vwo is het iets beter gesteld: 20 procent haalde aan het einde van het tweede leerjaar niet het wettelijk vereiste niveau 2F ...

En natuurlijk wordt ook over dit keihard gelogen:
  ...    Een focusgroep van onafhankelijke experts, die door de inspectie is benaderd om de resultaten te duiden, noemt de slechte aansluiting van het rekenonderwijs in het primair onderwijs op het voortgezet onderwijs als mogelijke oorzaak van de beroerde resultaten. ...

Iets waar ze in Bloemendaal en 't Gooi dan kennelijk geen last van hebben, want anders zouden die ouders wel aan de bel trekken.
    Maar ja, dit ligt natuurlijk nog gevoeliger dan slechte leesvaardigheden. Kan je die laatste nog afschuiven op opvoeding, bij rekenen wordt dat een stuk lastiger.
    En de combinatie van de twee wordt niet alleen uiterst vervelend, maar onoverkomelijk vervelend.
    Want die factor die leidt tot lager (of hoger) presteren over verschillende disciplines tegelijk, werd door zijn uitvinder uitleg of detail de G-factor genoemd, van "general" of algemeen, maar is later bekend geworden als IQ.
    Het voorgaande wijst er sterk op dat dat inderdaad het geval is.
    Naast de globale gegevens hierover, maar die zijn mogelijk wat minder betrouwbaar door globale meetverschillen.
    Maar hier in Nederland ... Daar helpt geen moedertjelief aan.
    Alle wijst richting rampen uitleg of detail , bij gelijkblijvende trends en beleid.


Naar Multiculturele samenleving , of site home .

23 nov.2005