De diensteneconomie
| 3 dec.2005 |
Gedurende enkele decennia was het adagium in het land der economen en politici
dat de toekomst van Nederland in de dienstensector lag. Onder wat voorbeelden
uit de nadagen van deze droom. Merk op dat ook in deze bronnen geconstateerd
wordt dat de diensteneconomie een witte-boorden-economie is: onder diensten
verstaat men voornamelijk zaken van de soort handel, financiën enzovoort - wat
ook samengevat wordt als "hypotheken-verkopen":
Uit: De Volkskrant, 27-08-2003, van verslaggeefster Sheila Sitalsing
Na wegvallen industrie rest hondenbaan
... Nederland deïndustrialiseert, heet het. Een proces dat
in de jaren zeventig begon, toen Nederland grootscheeps aardgas ging exporteren.
Door de resulterende waardestijging van de gulden, werd de export van
industrie-spullen weggedrukt.
'Och', relativeert Hans Schenk, expert industriebeleid en
hoofd van het binnenkort te openen economische instituut van de Universiteit van
Utrecht. 'Met die deïndustrialisering valt het reuze mee.' Samen met collega
Jules Theeuwes onderzocht Schenk de maakindustrie nauwkeurig. Conclusie:
gecorrigeerd voor statistische vertekening, is er amper deïndustrialisatie. Ja,
de werkgelegenheid zakt in. 'Maar de productiviteit blijft op peil.'
Wél zorgelijk, zegt Schenk, is dat onderzoek, ontwikkeling en
innovatie vooral gebeuren in de maakindustrie. En die ontwikkeling stagneert
wél. Schenk: 'Daardoor stokt de groei van de toegevoegde waarde in de
industrie.'
Of dat 'erg' is voor de totale welvaart, durft Schenk niet te
zeggen. ...
Red.: Prominente economen Hans Schenk en Jules
Theeuwes zien geen enkel probleem in deïndustrialisatie. De diensteneconomie
heeft tenslotte de toekomst ...
Middels weer wat jaartjes later:
Uit: de Volkskrant, 16-02-2005.
Welvaart groeit door dozen schuiven
Het verhaal van de hernieuwde, bescheiden bloei van de Nederlandse economie is
het verhaal van China, de Rotterdamse haven en heel veel containers die in hoog
tempo worden doorgeschoven, het wijde Europa in. ...
Made in Holland zijn de spullen uit Rotterdam steeds minder
vaak. ... niet eerder was het gat tussen de groei van de wederuitvoer (17,5
procent groei in 2004) en de export van Hollandse waar (4.1 procent groei) zo
groot ...
Wederuitvoer levert minder op: tien eurocent per iedere euro
export, rekende het Centraal Planbureau enige tijd geleden uit. Aan export van
made in Holland-waar wordt in Nederland zestig eurocent per uitgevoerde euro
verdiend, vooral doordat binnenlandse productie meer werkgelegenheid oplevert.
...
Red.: Het CPB ziet ook dat de groei van de welvaart schuilt
in de diensteneconomie.
Uit: De Volkskrant, 16-11-2005, van verslaggever
Ferry Haan
Nederland heeft oude industrie niet echt nodig
Nederland kan zonder de rokende schoorstenen van de oude industrie. De
dienstensector kan zich richten op de im- en export. Maar waar moeten de
laaggeschoolden dan werken?
De Nederlandse economie trekt aan, maar de industrie blijft achter, zo meldt het
Centraal Bureau voor de Statistiek. Deze situatie doet zich al decennialang
voor. Voor de Nederlandse economie maakt de teloorgang van de 'maak'-industrie
kennelijk niet uit. 'Nederland kan zonder industrie', beaamt de Utrechtse
hoogleraar en industrieexpert Hans Schenk.
Schenk wijst naar een prima functionerend land als
Zwitserland. 'Dat land heeft een grotere dienstensector dan Nederland. Dat geeft
economisch geen problemen', zegt hij. Net als in Zwitserland drijft de
Nederlandse economie inmiddels voor een groot deel op het bank- en
verzekeringswezen. De onlangs bekend geworden miljardenwinsten van ABN Amro en
ING tonen aan dat deze instellingen geen last hebben van de industriële malaise.
...
Bovendien ziet het Centraal Planbureau (CPB) de industrie in
de toekomst nog verder afnemen. In elk van de vier scenario's die het CPB vorig
jaar heeft gepresenteerd voor de Nederlandse economie, neemt het belang van de
industrie af. De komende vijftien jaar voorspelt het CPB dat tussen de 150
duizend en 250 duizend banen verloren zullen gaan. De concurrentie uit
lagelonenlanden als China en India is hiervoor een belangrijke reden.
De keerzijde van het vertrek van de industrie is de groei van
de dienstensector. In alle CPB-scenario's neemt de werkgelegenheid in de
dienstverlening toe. In het gunstigste groeiscenario stijgt de werkgelegenheid
zelfs met meer dan 700 duizend banen alleen al in de commerciële
dienstverlening. Het toenemende werk in de zorgsector (in hetzelfde scenario nog
eens 300 duizend banen) is hierbij nog niet meegeteld.
Het toekomstbeeld van een economie zonder rokende
schoorstenen doemt op. Alle producten in de winkels komen simpelweg uit het
buitenland. Voor het (Nederlandse) milieu is deze ontwikkeling goed nieuws.
...
Hij pleit er daarom voor toch vooral zo veel mogelijk
industrie te behouden voor Nederland. Hij schreef drie jaar geleden in opdracht
van de werkgeversorganisatie VNO/NCW een rapport waaruit moest blijken dat veel
werkgelegenheid in de dienstverlening is gekoppeld aan de maakindustrie. Valt de
een weg, dan volgt de ander, was de stelling.
Nu is Schenk minder overtuigd. Het ontbreekt de econoom
vooral aan onderzoeks-gegevens. 'Wanneer de dienstverlening zich kan richten op
producten die uit het buitenland komen, dan is er niet veel aan de hand. De
grote vraag is of dit gaat lukken', stelt Schenk. ...
Red.: Onderzoeker-econoom Schenk en journalist-econoom
Haan zijn er nog niet uit: kunnen we nou wel of niet leven van de
dienstensector? Maar voorlopig gaan ze er wel vanuit. Gesteund door op dit
moment de meest prominente Nederlander die verstand heeft van economie:
Uit: De Volkskrant, 12-01-2005, door Alexander Rinnooy Kan, lid van het
Innovatie-platform, lid van de Raad van Bestuur ING Groep.
Dienstverlening heeft de toekomst
Omdat de concurrentie van buiten Europa toeneemt zal de EU zich meer moeten
toeleggen op versterking van de dienstensector, meent Alexander Rinnooy Kan.
Innovatie, onze nieuwe nationale en Europese prioriteit, wordt nog steeds te
gemakkelijk geassocieerd met industrie en techniek, met veiligheidshelmen en
reageerbuisjes, met listige koffiezetters en supersterke wondervezels Al die
associaties zijn terecht, maar vormen slechts een deel van het verhaal - en voor
Nederland een steeds kleiner deel. De economische toekomst van Nederland wordt
in toenemende mate bepaald door onze prestaties als dienstverlener. ...
Red.: Tegen die tijd waren er al wat tegengeluiden te
horen geweest, die uitstekende argumenten hadden - uit hetzelfde artikel als
boven la geciteerd:
Uit:
De Volkskrant, 27-08-2003, van verslaggeefster Sheila Sitalsing
Na wegvallen industrie rest hondenbaan
Het einde van een scheepswerf lokt een klaagzang uit over verdwijnende
industrie. De expert: 'Waar maken we ons druk om?' De contra-expert: 'We kunnen
toch niet allemaal hypotheken verkopen?'
Op de hei bij Bussum ontmoette Alfred Kleinknecht onlangs een professionele
hondenuitlater. 'Dat is een báán!', zegt hij ontsteld. 'Moet een rijk land zijn
geld verdienen met het uitlaten van andermans honden?' Kleinknecht, aan de TU
Delft hoogleraar Economie en Innovatie: 'Zo blijf je niet rijk.'
Nu scheepswerf Van der Giessen-de Noord moet sluiten, voegt
Kleinknecht zich bij de bezorgden, die zeggen dat de maakindustrie wegkwijnt.
Nog even, en we doen in dit land niets anders dan elkaars haren knippen.
De bijdrage aan het nationaal inkomen van fabrieken waar iets
gemaakt wordt, daalt gestaag, zegt het CBS. In 1995 was dit aandeel 16,7
procent; in 2001 was het 13,4 procent. Het aandeel van de zakelijke en
financiële dienstverlening – accountants en reclamebureaus – steeg navenant.
...
'Och', relativeert Hans Schenk, expert industriebeleid en hoofd van
het binnenkort te openen economische instituut van de Universiteit van Utrecht.
'Met die deïndustrialisering valt het reuze mee.'
Wél zorgelijk, zegt Schenk, is dat onderzoek, ontwikkeling en
innovatie vooral gebeuren in de maakindustrie. En die ontwikkeling stagneert
wél. Schenk: 'Daardoor stokt de groei van de toegevoegde waarde in de
industrie.'
Of dat 'erg' is voor de totale welvaart, durft Schenk niet te
zeggen. Kleinknecht denkt van wel: 'We kunnen toch niet allemaal hypotheken
verkopen?' ...
Red.: Waarom niet, hè? Als we in de Gouden Eeuw elkaar
tulpenbollen konden verkopen, kunnen we elkaar nu toch wel hypotheken verkopen?
Helaas is het zo dat door het gaan tulpenverkopen in de Gouden Eeuw, die Gouden
eeuw snel voorij was, en we kwamen in wat heet de Pruikentijd - de rijke
Nederlanders belegden hun geld liever in het buitenland dan in eigen land. En,
toevallig `hè, die trend zie je nu ook ...
Het nieuwe aan de ontwikkelingen van de laatste jaren is dat
mensen uit die werkelijke wereld van de kongsi van economen en
economie-publicisten en -journalisten weer een stem(of stemmetje) hebben
gekregen:
Uit:
De Volkskrant, 29-11-2005, door Henk van der Kolk, voorzitter van FNV
Bondgenoten.
Maakindustrie heeft toekomst
Ferry Haan betoogt (Economie, 16 november) dat de Nederlandse economie best
zonder 'rokende schoorstenen van de oude industrie' kan. De dienstensector zou
genoeg kunnen binnenhalen. Ik zie dat anders. Industrie en diensten zijn juist
één geheel.
De concurrentiepositie is goed dankzij een sterke industrie.
Het is waar dat het relatieve aandeel van de industrie in de totale economie
afneemt als het gaat om werkgelegenheid en toegevoegde waarde. De belangrijkste
reden hiervoor is de sterke productiviteitsgroei in de maakindustrie. Maar in
output gemeten blijft het belang van de industrie gelijk.
Ook het uitbesteden van activiteiten naar dienstensectoren
vertekent het beeld. Rond 10 procent van de productie van diensten wordt direct
gebruikt door de industrie. Bovendien wordt 12 procent van de omzet van de
industrie gebruikt voor de inkoop van diensten. Dit betekent dat iedere baan in
de industrie tenminste één baan in dienstverlenende sectoren creëert. Een goede
prestatie van de industrie is dus goed voor de dienstensector en omgekeerd. Dát
de industrie en de dienstensector elkaar ondersteunen, blijkt onder meer uit de
aanzienlijke verbetering van onze concurrentiepositie sinds de jaren tachtig,
gemeten aan de loonkosten per eenheid product. ...
Kijken we naar de betalingsbalans, dan ontstaat evenmin de
indruk dat de economie een structureel probleem heeft met de
concurrentiepositie. We verkopen al jaren meer aan het buitenland. Dit komt
vooral voor rekening van de industrie. ... Om de concurrentiepositie op een hoog
niveau te houden, is innovatie nodig. Technologische vernieuwing gaat daarbij
hand in hand met sociale vernieuwing. Alleen met nieuwe manieren van
arbeidsorganisatie is succesvolle omzetting mogelijk van technologische
vernieuwing naar nieuwe producten en diensten. Zij houden Nederland
aantrekkelijk om in te investeren en in te werken. Slimmer werken noemen ze de
belangrijkste reden om de productie hier te houden.
Een andere voorbeeld is Tejin Twaron. Akzo Nobel heeft de
vezel Twaron ooit verkocht aan een investeringsmaatschappij. Na doorverkoop is
het in handen gekomen van de Japanse onderneming Tejin. In plaats van een vlucht
naar lage lonen landen heeft Tejin in Nederland geïnvesteerd om te profiteren
van de gunstige condities. Nu zijn de winstgevendheid en de marktpositie van de
Twaron vezel indrukwekkend. Er is wel degelijk toekomst voor de industrie.
Red.: Het is opvallend dat de verstandige opmerkingen
over economie niet komen van hen die voor "economie" geleerd hebben, maar van
hen die erin werken. Een goed argument om eens flink te saneren onder hen die
aan "economie" doen. Een goede graadmeter daarbij lijkt de impopulariteit van
economen onder economen - degen die "rare" dingen zeggen lijken het meestal
beter te zien dan de meute - zoals de al genoemde Kleinknecht,die wel meer
ideeën had, die ingingen tegen de wijsheden van de gewone economen, als altijd
aangevoerd door de reactionairen van het CPB:
Uit:
De Volkskrant, 02-04-2004, van verslaggever Thomas Olivier
Kleinknecht en de bierkaai van het CPB
Stop de loonmatiging, het banenscheppende wonder uit de polder is achterhaald!
Al tien jaar lang ageert Alfred Kleinknecht, hoogleraar innovatieve economie aan
de TU Delft, tegen het krampachtig beperken van loonstijgingen. ...
Belangrijkste punt in de discussie over loonmatiging is het
effect ervan op de arbeidsproductiviteit, ofwel de toegevoegde waarde per
werknemer per uur. Volgens het Centraal Planbureau (CPB) heeft loonmatiging geen
nadelige effecten voor de arbeidsproductiviteit. Onzin, zegt Kleinknecht. Laat
de lonen maar stijgen, dat komt de productiviteit alleen maar ten goede.
Deze week kwam het CPB met een nieuw onderzoek waarin die
noodkreet van Kleinknecht nog eens wordt verworpen. Volgens het CPB 'meent een
aantal economen dat loonmatiging ook een structurele vertraging van de
arbeidsproductiviteitveroorzaakt...'. Onterecht, vinden de rekenmeesters van het
kabinet.
De naam Kleinknecht valt twee keer op de introductiepagina
van de studie. De professor voelt zich gevleid dat het CPB onderzoek heeft
gedaan vanwege zijn standpunt. Maar volgens hem is er iets fundamenteels mis met
het model dat het Planbureau gebruikt. 'De uitkomsten zijn zo realistisch als
het model dat erachter zit.' En met die realiteit valt het volgens Kleinknecht
vies tegen. 'We weten gewoon meer. Het model laat belangrijke elementen weg,
zoals de landen om ons heen. Als het model van het CPB klopt, zouden landen
zonder loonmatiging het veel slechter gedaan hebben, maar ik constateer het
tegendeel.'
Volgens Kleinkecht is de arbeidproductiviteit in landen als
Frankrijk en Duitsland namelijk meer toegenomen, terwijl werknemers daar ieder
moment staken omdat hun vakbonden forse loonstijgingen eisen. Niks loonmatiging
dus. 'Nederland heeft de liefste en braafste vakbeweging van Europa', zegt de
innovatiehoogleraar. 'In andere landen zijn de vakbonden veel harder, toch doen
ze het beter dan Nederland wat betreft de groei van de arbeidsproductiviteit.'
Dat komt volgens Kleinknecht doordat producenten wachten met
arbeidsbesparende innovaties als de lonen kunstmatig laag gehouden worden. Pas
als de lonen stijgen, investeren bedrijven in nieuwe technieken en neemt de
arbeidsproductiviteit toe. ...
Red.: In Zwitserland, zijn de lonen sinds de tweede
wereldoorlog altijd circa twee keer zo hoog geweest als Nederland. Dat heeft
Zwitserland een sterke economie bezorgd. Terwijl die van Nederland duidelijk
minder is:
Uit:
De Volkskrant, 16-11-2005, van verslaggever Nico Goebert
Nederlandse economie herstelt 'bescheiden' en veel trager dan elders in
omringende landen
Nederland zwakke broertje van Europa
Nederland blijft het economisch zwakke broertje van Europa. De Europese economie
als geheel is in het derde kwartaal harder gegroeid en ook in buurland Duitsland
was het herstel krachtiger dan in Nederland. 'Het economisch herstel is er wel,
maar blijft bescheiden', zegt Michiel Vergeer, econoom bij het Centraal Bureau
voor de Statistiek (CBS).
Het CBS becijferde de economische groei in Nederland in het derde kwartaal
dinsdag op 0,9 procent. Het Europese groei cijfer was in dezelfde periode met
ruim .1,5 procent bijna dubbel zo hoog en ook de Duitse economie groeit met 1,3
procent aanmerkelijk harder.
'De groei is laag vergeleken met andere perioden van
economisch herstel', stelt Vergeer vast. Na de diepe recessie aan het begin van
de jaren tachtig groeide de economie in de jaren van herstel gemiddeld 2 procent
en na de inzinking van 1993 zelfs met bijna 3 procent. Het Centraal Planbureau
voorspelt dat de groei pas volgend jaar versnelt tot minstens 2 procent.
De grote tegenvaller voor Nederland is de export. De uitvoer
steeg weliswaar met 4,7 procent, maar dat is vrijwel geheel te danken aan de
wederuitvoer: goederen uit China, de VS en Taiwan die vià Nederland naar andere
Europese landen worden getransporteerd.
'Nederland draagt weinig bij aan de toegevoegde waarde van
die goederen', zegt Vergeer. De uitvoer van goederen van Nederlands fabrikaat
nam in het derde kwartaal slechts in zeer bescheiden mate toe. De exportgroei
van 'eigen' producten bedroeg slechts 1 procent tegen 3 of 4 procent in de
voorgaande twee kwartalen.
Dat heeft rechtstreeks gevolgen voor de industrie. Alleen in
de chemie is sprake van herstel, maar de productie in de elektrotechnische
industrie (chips, computers, lampen) en de auto-industrie kromp in het derde
kwartaal. De geringe exportgroei leidt tot stagnatie in de industrie. 'Het is
niet in elkaar gestort, maar er zit ook geen vooruitgang in', zegt Vergeer.
...
Red.: Naast de wereld van economen bestaat er ook een
werkelijke wereld, waar mensen minder last hebben van allerlei als gospel
beschouwde theorieën over diensteneconomieën, marktwerking en privatisering.
Red.: Maar naast dat direct economische belang, is er
een nog veel groter maatschappelijk belang verbonden aan de maakindustrie:
Uit:
De Volkskrant, 14-11-2005, column door Arie Elshout
Een gevaarlijke vorm van hovaardij
... De Franse opstand doet beseffen hoe cruciaal het
vermogen is van de EU om werk te scheppen. Als er binnen haar grenzen een te
grote welvaartskloof bestaat, leidt dat tot strijd in de straten. Daarom moet ze
meer welvaart genereren voor de miljoenen armen in de achterstandswijken van
haar steden, voor de miljoenen armen in de steeds groter worden de groep nieuwe
lidstaten en straks mogelijk voor de miljoenen armen in Turkije.
Als ze daarin faalt (de statistieken zijn ontmoedigend en de
leiders ruzieën over het meest gewenste 'model'), dan tast dat een van
hoofdredenen van haar bestaan (voorspoed als voorwaarde voor vrede) aan. Veel
van de winst van de laatste decennia, zou dan kunnen worden verspeeld.
De Volkskrant, 18-11-2005, ingezonden brief van Chris de Gier (Halle)
Hovaardij
Arie Elshout (Forum, 14 november) heeft gelijk. In ons denken is een gevaarlijke
vorm van hovaardij geslopen. De factor arbeid in het economisch verkeer wordt
dagelijks verder uitgehold. Maar massa-ontslagen en 'globalisering' - die
moderne vorm van koloniale slavernij - brengen bijna niemand in beroering.
Wat nu gebeurt in Frankrijk en dan nog op kleine schaal, had
ik al jaren eerder verwacht en ook veel feller en uitgebreider. Intussen gaat de
uitholling van de factor arbeid, die toevallig zo is gegroeid omdat er altijd
veel arbeid nodig was, door.
Wordt het niet tijd voor een grote herbezinning op de
economische factor arbeid? Daar zouden normen-en-waarden-debatten over moeten
gaan. Dat zou getuigen van échte visie. Ook van de EU.
Red.: De omvang van dit maatschappelijk belang wordt
met de verdergaande voortgang van de techniek niet kleiner maar groter, zoals de
literaire vorm van deze discussie al lang geleden heeft laten zien
.
De Volkskrant, 04-01-2006, ingezonden brief van A. Straathof
(Purmerend)
Gas
De situatie in de Oekraïne is een voorbeeld van wat er kan gebeuren als een
conflict ontstaat met de leverancier van goederen (Voorpagina, 3 januari).
Als wij de suikerfabrieken gaan sluiten, gebeurt dat bij ons
ook. We worden te afhankelijk, er ontstaat een conflict en dan kan men zo de
leverantie stop zetten.
Dus laten wij zelf ook nog wat produceren.
Red.: Hoogleraar economie Schenk, zie boven, stelt voor om
Rusland als betaling voor het gas maar hypotheken te leveren.
Het is nu 2011, en er is een
financiële en economische crisis verstreken respectievelijk aan de gang. Dat
legt ook het structurele probleem bloot:
Uit:
De Volkskrant, 31-01-2011, door Peter de Waard
Amerika's nieuwe industrialisatie
Amerika kan niet zonder industrie en export, heeft het ervaren.
Tussentitel: VS kunnen hun megaschuld alleen terugdringen met handel en
export
In Batesville in de Amerikaanse staat Mississippi ligt een bouwplaats van
vijf voetbalvelden groot. Kranen en bulldozers zijn elke dag in de weer om hier
een groot nieuw industrieel complex te realiseren voor General Electric (GE), na
vliegtuigfabrikant Boeing het succesvolste exportbedrijf in de VS. ...
Initiatiefnemer is Jeffrey R. Immelt, de topman van het
grootste conglomeraat in de wereld. De CEO van GE is een speciale adviseur van
president Obama, die deze week met zijn Spoetnik-moment kwam. In december
kondigde Immelt al de nieuwe industrialisatie van de VS aan. ...
'We hebben jarenlang gedacht dat de VS zouden kunnen
veranderen van een technologische exportgrootmacht naar een diensteneconomie die
zou zijn gebaseerd op consumptie. En dat we daarbij ook nog onze welvaart zouden
kunnen laten toenemen. Dat was fout. ...
Red.: Waarmee alle economische orakels en
orakelende economen verder het zwijgen kunnen toedoen respectievelijk hun
ontslag kunnen indienen.
En deze wat minder zichtbare structurele denkfout leidde
automatisch tot de meer opvallende andere:
Aan te vullen met:
En tenslotte:
Dat laatste is op dit moment, na de ondergang van de "diensteneconomie", de
liturgie in de kerk der economen: "Zolang we de research doen, zal alles goed
gaan". Ook die mantra is volstrekt illusoir en onjuist.
Hoogst opvallend: de volgende dag komt de onthulling
van de ware verklaring van de Nederlandse focus op de diensteneconomie:
Uit:
De Volkskrant, 08-02-2011, door Peter de Waard
Nederland, handelsland dat nooit een industrieland wilde
zijn
Tussentitel: Nederlanders zijn een alfa- en gammavolk | Koos Andriessen,
Oud-minister van Economische Zaken
Industriebeleid wordt in Nederland als toverrecept voor elke crisis
aangedragen. Maar zo gauw het weer iets beter gaat, wordt er nooit meer wat van
gehoord.
'In Nederland heerst de sfeer van anti-industrialisatie', zei
Joop den Uyl in 1979. In Duitsland is een echte baan een baan in de industrie.
In Nederland niet.
Nederland is nooit een industrieland geweest en
industriebeleid is daarom per definitie ad hoc. Als handelsnatie met een open
economie schuwen Nederlanders het stimuleren of afschermen van de industrie,
zoals de Fransen of de Japanners dat wel doen. Daarnaast zijn Nederlanders in de
woorden van Koos Andriessen - na de oorlog twee keer minister van Economische
Zaken - vooral een 'alfa- en gammavolk', geen industrieland. ...
Red.: Oorzaak van de dienstendominantie: in Nederland
zijn de alfa's en gamma's de baas
. Conclusie: om Nederland economisch vooruit te helpen, moet eerst de dominantie
van de alfa's en gamma's verdwijnen.
Nog een bekeerling:
Uit:
De Volkskrant, 18-02-2011, door Tjerk Gualthérie van Weezel
Interview | Hans Wijers, bestuursvoorzitter AkzoNobel
'Bezuinigen op onderwijs is onbegrijpelijk'
Als AkzoNobel hier geen goede werknemers meer kan krijgen, zoekt het zijn
heil elders.
Oud-minister van D66 Hans Wijers (60) is voorzichtig gezegd 'niet
enthousiast' over de beslissingen die er op zijn vorige werkplek worden genomen.
...
En dat is slecht voor de Nederlandse economie.
'Ja. Tot voor kort heerste het geloof dat je een land ook wel met financiële
dienstverlening aan de gang kunt houden. Maar daar komt iedereen sinds de crisis
van terug. Echte groei van een economie moet toch uit de industrie komen. Kijk
naar Duitsland.'
Red.: Er is maar één enkele conclusie mogelijk: al
degenen die dit soort dingen gezegd hebben, moeten onmiddellijk ontslagen
worden. En zolang dat niet gebeurt, blijven ze het soort beslissingen nemen waar
Wijers, zelf eigenlijk ook lid van deze club, over klaagt:
Vroeger hield hij er totaal andere ideeën op na.
Je zou dus denken dat het onmogelijk,was, maar het gebeurde
toch: een nieuw pleidooi voor de p;latte aarde. De gelovige is Peter de Waard,
economie-journalist van de Volkskrant, en vermoedelijk voor het leven
verpest door de vorige economie-chef van de krant: Frank Kalshoven
:
Uit:
De Volkskrant, 13-01-2012, rubriek De Kwestie, door Peter de Waard
Moet het Westen gaan herindustrialiseren?
Schoorstenen moeten roken en arbeiders zweten. Het Westen lijkt gegrepen
door industriefetisjisme
Red.: Je zou het bijna niet geloven. Gaat deze
economie-"deskundige" beweren dat dingen-maken passé is? Gaat hij de lofzang
zingen op de diensteneconomie? Terwijl we midden in een Europese economische
crisis zitten die voornamelijk waart in de landen met de diensteneconomie? En
waarin het sterkste land, Duitsland, het meest een productie en het minste een
diensteneconomie is ...? Gaat economie-journalist Peter de Waard dat echte
allemaal doen? Ja, dat gaat Peter de Waard doen:
O ja, Peter had ook argumenten:
Natuurlijk ... de opkomst van China is te danken aan hun specialisatie in de
diensteneconomie. Net als daarvoor Japan, en vervolgens Korea, enzovoort.
Allemaal te danken aan de diensteneconomie. Volgens Peter de Waard. Die
duidelijk ernstig behoefte heeft aan psychologische hulp. Want ideologie is een
verwoestende ziekte. Ook een economische ideologie.
Eind 2012 is er volop sprake van een economsiche
crisis. Wat dat is, is heel simpel: een groei van 2 proecent is (tijdelijk)
vernagen door een krimp van 2 procent. Marginaal, zou je zeggen, en nauwleijsk
reden voor de term "crisis". Dat de werkelijkheid anders is, betekent dus dat er
iets niet klopt met de werkleijkheid. Wat er niet klopt is boven al beschreven:
in de economische werkelijkheid zit een grote hoeveelheid, lucht - bluf.
"Diensten". En dat stort in, net als ieder ander op bluf gebaseerd
piramidesysteem, zodra de groei eruit is:
Uit:
De Volkskrant, 15-12-2012, van verslaggever Wilco Dekker
Crisis treft dienstverleners
Het aantal bedrijven dat failliet gaat, is in 2012 sterk gegroeid. Kinderopvang,
transport en de detailhandel hebben het het zwaarst, blijkt uit onderzoek van de
Volkskrant.
De crisis heeft, gemeten naar de groei van het aantal faillissementen, de
afgelopen vijf jaar het hardst toegeslagen in de maatschappelijke
dienstverlening. Vergeleken met 2007 gaan er in deze sector bijna 2,5 keer zo
veel bedrijven over de kop, vooral bij de kinderopvang. Ook het transport, de
grafische sector en de detailhandel zijn zwaar geraakt.
Dat blijkt uit onderzoek van de Volkskrant naar alle
40.291 faillissementen van 2007 tot nu. Nederland heeft momenteel te maken met
een faillissementsgolf. Tot en met vorige week gingen dit jaar al 7.688
bedrijven over de kop, meldt de Kamer van Koophandel (KvK). Dat zijn er 21
procent meer dan in het ook al niet florissante 2011, waardoor dit jaar een
nieuw faillissementsrecord op gaat leveren. De faillissementen kostten dit jaar
53.167 mensen hun baan, ruim een kwart meer dan een jaar eerder.
De verschillen daarbij zijn groot, zowel per bedrijfstak als
per gemeente en regio. Naast de al genoemde sectoren gaan ook in de financiële
dienstverlening veel zaken over de kop, vergeleken met de situatie voor de
crisis die in 2008 uitbrak en nog steeds voortduurt. De aanpalende juridisch
adviseurs, fiscalisten en accountants lijden mee. ...
Volgens analist Ivo de Jong van de Kamer van Koophandel
blijven zzp'ers en de grote bedrijven goeddeels buiten schot en wordt vooral het
midden- en kleinbedrijf getroffen, de bedrijven met 5 tot 250 werknemers die de
ruggengraat van de economie vormen. Die ontwikkeling noemt hij zorgelijk, te
meer omdat vier op de vijf werknemers die bij een faillissement op straat komen
te staan, doorgaat als zzp'er in de dienstverlening.
De Jong: 'Er moeten wel bedrijven zijn om al die diensten af
te nemen. Er komt niets bij in het MKB, en er groeit niets door. Het is jammer
dat er zo veel maakwerk naar het buitenland is verdwenen. Daar krijgen we nu
last van.'
Red.: Opmerkelijk, een dienstverlener die roept
dat er meer maakwerk moet worden gedaan. Terwijl de vmbo's en mbo's vrijwel
uitsluitend dienstverleners opleiden. Kantoorbanen. Nette handenbanen. Zo veel
chiquer dan werkbanen ...
Gevolgen - aan de ene
negatieve kant:
Uit:
De Volkskrant, 22-02-2103, van verslaggeefster Nanda Troost
Werkloosheid loopt op tot 7,5 procent
Naast een snel oplopende werkloosheid maakte het CBS donderdag ook somber
stemmende cijfers bekend over het consumentenvertrouwen en de huizenprijzen.
Tussentitel: De crisis raakt de arbeidsmarkt in volle kracht
De Nederlandse economie raakt steeds verder in het slop. Het aantal werklozen is
vorige maand opgelopen tot 592 duizend, 21 duizend meer dan in december. De
prijzen van koopwoningen daalden in januari met 9,6 procent ten opzichte van een
jaar eerder. En het consumentenvertrouwen heeft een historisch dieptepunt
bereikt.
Dat heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
donderdag bekendgemaakt. De stijging van de werkloosheid versnelt, zegt Peter
Hein van Mulligen, hoofdeconoom van het CBS. 'De crisis raakt de arbeidsmarkt in
volle kracht. Vorig jaar ging een recordaantal bedrijven failliet, maar de
werkloosheid loopt ook op doordat steeds meer bedrijven reorganiseren.'
De gemiddelde werkloosheid ligt nu op 7,5 procent tegen 7,2
procent eind vorig jaar. De jeugdwerkloosheid is opgelopen tot 15 procent. ...
Red.: En aan de andere negatieve kant:
Uit:
De Volkskrant, 22-02-2103, van verslaggever Bart Dirks
Banen zat, als je techneut bent
Terwijl de werkloosheid oploopt, schreeuwen technische bedrijven om personeel.
'Te veel jongeren worden opgeleid voor de verkeerde beroepen.'
IHC Merwede in Krimpen aan den IJssel bouwt het gereedschap voor de loodgieters
van de zeebodem. In een duizelingwekkende loods waar tegelijk kan worden gewerkt
aan drie schepen tot 240 meter, wordt een pijplegschip geassembleerd. ...
Zo'n schip kost de opdrachtgever al snel 150 miljoen euro en
biedt tweeënhalf jaar werk aan honderden lassers, ijzerwerkers, bankwerkers,
elektrotechnische installateurs en schilders. ...
Veel mensen denken dat de scheepsbouw in Nederland een
uitstervend beroep is', zegt Timo Bindels, hoofd P&O van de scheepswerf in
Krimpen aan den IJssel. 'Integendeel: het sterft pas uit als we geen goede
techneuten meer kunnen vinden.'
Ofschoon de werkloosheid in rap tempo oploopt, blijft het
voor technische ondernemingen lastig om vakkrachten te vinden. IHC Merwede heeft
in de negen Nederlandse locaties 66 moeilijk vervulbare vacatures. ...
Die verzuchting klinkt bij meer hoogtechnologische bedrijven
in en om de Rotterdamse haven, net als elders in het land. 'Het tekort aan
technici loopt verder op, tot 155 duizend in 2016', zegt Ineke Dezentjé,
voorzitter van FME, de ondernemersorganisatie voor de technologische industrie.
'Dat geldt voor alle niveaus, van mbo tot technische universiteit.'
...
Tussenstuk:
Tekort: 155.000 man
Zesduizend Rotterdamse basisschoolleerlingen krijgen vanaf 2015 op de haven
gerichte lessen en excursies. Doel is ze op jonge leeftijd te interesseren voor
het werk in de haven. De eerste duizend kinderen gaan dit jaar al op bezoek.
Landelijk wordt in 2016 een tekort van 155 duizend technici
verwacht, van vmbo- tot academisch niveau. Dat becijfert de
ondernemersorganisatie FME. Jaarlijks komen er 80 duizend technische studenten
bij op de arbeidsmarkt. Dat zijn er zevenduizend te weinig. Er zouden
vijfduizend hbo'ers en tweeduizend academici meer moeten afstuderen.
Om voldoende technici te krijgen, moeten niet twee op de tien
studenten kiezen voor een bèta- of technologieopleiding, maar vier op de tien.
Anders zijn er volgens FME-voorzitter Ineke Dezentjé twee alternatieven:
bedrijven halen nog meer personeel uit het buitenland, of ze verhuizen zelf naar
het buitenland. 'Dat is een regelrechte bedreiging voor onze welvaart.'
Red.: Als die propagandeerders van de diensteneconomie
waren en zijn een regelrechte bedreiging voor onze welvaart.
Hier heb je zo'n bedreiger voor en vernietiger van onze
welvaart:
Uit:De Volkskrant, 23-10-2013, van verslaggever Sander van Walsum
Reportage | Nieuwe maakindustrie
Bij RDM komen jonge mensen weer in contact met maken
Nederland heeft zijn kaarten gezet op de dienstensector. ...
Red.: Dank zij mede de gore propaganda van de lieden van
de media. Die dat onder andere zou hebben gedaan:
Dus door andere economische activiteiten, zoals die van de financiële markten,
ook te bestempelen als sectoren die iets "maakten". Terwijl ze in werkelijkheid
allen maar "opmaken". Waardoor dus (uit de kop):
... het echte "maken" uit die positie werd verdreven, mede door de minachtende
houding in de berichtgeving over het echte "maken". Dat gingen "we" laten doen
door de Chinezen. Waardoor:
... dit soort banen verdwenen en dit soort mensen naar slechtere banen moesten
uitzien of werkloos werden.
De economisch crisis heeft een paar economen het lef
verschaft om eens te te vloeken in de kerk:
Uit:
De Volkskrant, 29-10-2013, door Roel Beetsma, hoogleraar macro-economie
aan de UvA, en Jan Bouwens, hoogleraar accounting aan Harvard University en de
Universiteit van Tilburg.
Geen welvaart zonder industrie
Terwijl de discussies in Den Haag zich richten op de verdeling van de huidige
welvaart, zouden we ons beter kunnen richten op wat onze welvaart stuwt.
Internationale ontwikkelingen maken het allerminst vanzelfsprekend dat Nederland
zijn economische positie zal weten te behouden. Sedert het RSV-debacle is het
woord industriebeleid uit ons woordenboek verbannen en richten we ons in de
politiek voor-al op handhaving van koopkracht zonder na te denken over, laat
staan te investeren in, wat onze welvaart daadwerkelijk drijft: arbeid,
financiering en vestigingsklimaat.
We laten op vele fronten kansen liggen. Zo leiden we al jaren
grote aantallen studenten op voor softe en administratieve functies die er
morgen en zelfs vandaag al niet meer zijn. Op alle niveaus bestaat echter een
onvervulde vraag naar technici. Ondanks de actie 'Kies exact' is er een zodanig
tekort aan technici op hoog niveau dat men zich in Eindhoven verkneukelt over de
teloorgang van Blackberry. Dat betekent immers dat er honderden technici op de
markt verschijnen. Jarenlange relatief lage beloning, slechte beeldvorming en
gebrek aan stimulans hebben hun kwalijke uitwerking niet gemist.
Nu de belangstelling voor technische studies toeneemt, moet
de TU Delft een numerus fixus instellen voor de richting Werktuigbouw omdat de
toestroom te groot is. Zolang het aanbod de vraag naar technisch/exact personeel
niet aankan, verliest Nederland business aan andere landen. In plaats van vol in
te zetten op het opleiden van veel meer technisch personeel, bijvoorbeeld door
docenten in deze hoek aanzienlijk meer te betalen (goed voor positieve
beeldvorming), betalen we liever mensen om thuis te zitten en handhaven we de
hypotheekrenteaftrek. ...
We zouden in Nederland serieus moeten nadenken over hoe onze
maak- en dienstenindustrie er straks gaat uitzien. Dat dat geen academische
exercitie is, laat een recent rapport van McKinsey zien. Hun Global Institute
identificeert de twaalf kansrijkste sectoren voor de komende jaren. Daaronder
bevinden zich 3D-printing, energie, gentechnologie en cloudtechnologie. Van de
technologische ontwikkeling die zich in deze sectoren voltrekt, zal voor een
groot aantal bestaande bedrijven een ontwrichtende werking uitgaan, aldus het
rapport.
Red.: McKinsey voorspelt dat morgen ze zon opgaat.
Knap ...
Meer voorbeelden hier
.
Naar Economische sectoren
,
Economie lijst
,
Economie overzicht
, of site
home
.
|