De diensteneconomie

 3 dec.2005

Gedurende enkele decennia was het adagium in het land der economen en politici dat de toekomst van Nederland in de dienstensector lag. Onder wat voorbeelden uit de nadagen van deze droom. Merk op dat ook in deze bronnen geconstateerd wordt dat de diensteneconomie een witte-boorden-economie is: onder diensten verstaat men voornamelijk zaken van de soort handel, financiën enzovoort - wat ook samengevat wordt als "hypotheken-verkopen":


Uit: De Volkskrant, 27-08-2003, van verslaggeefster Sheila Sitalsing

Na wegvallen industrie rest hondenbaan

...    Nederland deïndustrialiseert, heet het. Een proces dat in de jaren zeventig begon, toen Nederland grootscheeps aardgas ging exporteren. Door de resulterende waardestijging van de gulden, werd de export van industrie-spullen weggedrukt.
    'Och', relativeert Hans Schenk, expert industriebeleid en hoofd van het binnenkort te openen economische instituut van de Universiteit van Utrecht. 'Met die deïndustrialisering valt het reuze mee.' Samen met collega Jules Theeuwes onderzocht Schenk de maakindustrie nauwkeurig. Conclusie: gecorrigeerd voor statistische vertekening, is er amper deïndustrialisatie. Ja, de werkgelegenheid zakt in. 'Maar de productiviteit blijft op peil.'
    Wél zorgelijk, zegt Schenk, is dat onderzoek, ontwikkeling en innovatie vooral gebeuren in de maakindustrie. En die ontwikkeling stagneert wél. Schenk: 'Daardoor stokt de groei van de toegevoegde waarde in de industrie.'
    Of dat 'erg' is voor de totale welvaart, durft Schenk niet te zeggen. ...



Red.:   Prominente economen Hans Schenk en Jules Theeuwes zien geen enkel probleem in deïndustrialisatie. De diensteneconomie heeft tenslotte de toekomst ...
Middels weer wat jaartjes later:


Uit: de Volkskrant, 16-02-2005.

Welvaart groeit door dozen schuiven

Het verhaal van de hernieuwde, bescheiden bloei van de Nederlandse economie is het verhaal van China, de Rotterdamse haven en heel veel containers die in hoog tempo worden doorgeschoven, het wijde Europa in. ...
   Made in Holland zijn de spullen uit Rotterdam steeds minder vaak. ... niet eerder was het gat tussen de groei van de wederuitvoer (17,5 procent groei in 2004) en de export van Hollandse waar (4.1 procent groei) zo groot ...
    Wederuitvoer levert minder op: tien eurocent per iedere euro export, rekende het Centraal Planbureau enige tijd geleden uit. Aan export van made in Holland-waar wordt in Nederland zestig eurocent per uitgevoerde euro verdiend, vooral doordat binnenlandse productie meer werkgelegenheid oplevert. ...



Red
.:
   Het CPB ziet ook dat de groei van de welvaart schuilt in de diensteneconomie.


Uit: De Volkskrant, 16-11-2005, van verslaggever Ferry Haan

Nederland heeft oude industrie niet echt nodig

Nederland kan zonder de rokende schoorstenen van de oude industrie. De dienstensector kan zich richten op de im- en export. Maar waar moeten de laaggeschoolden dan werken?

De Nederlandse economie trekt aan, maar de industrie blijft achter, zo meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek. Deze situatie doet zich al decennialang voor. Voor de Nederlandse economie maakt de teloorgang van de 'maak'-industrie kennelijk niet uit. 'Nederland kan zonder industrie', beaamt de Utrechtse hoogleraar en industrieexpert Hans Schenk.
    Schenk wijst naar een prima functionerend land als Zwitserland. 'Dat land heeft een grotere dienstensector dan Nederland. Dat geeft economisch geen problemen', zegt hij. Net als in Zwitserland drijft de Nederlandse economie inmiddels voor een groot deel op het bank- en verzekeringswezen. De onlangs bekend geworden miljardenwinsten van ABN Amro en ING tonen aan dat deze instellingen geen last hebben van de industriële malaise.   ...
    Bovendien ziet het Centraal Planbureau (CPB) de industrie in de toekomst nog verder afnemen. In elk van de vier scenario's die het CPB vorig jaar heeft gepresenteerd voor de Nederlandse economie, neemt het belang van de industrie af. De komende vijftien jaar voorspelt het CPB dat tussen de 150 duizend en 250 duizend banen verloren zullen gaan. De concurrentie uit lagelonenlanden als China en India is hiervoor een belangrijke reden.
    De keerzijde van het vertrek van de industrie is de groei van de dienstensector. In alle CPB-scenario's neemt de werkgelegenheid in de dienstverlening toe. In het gunstigste groeiscenario stijgt de werkgelegenheid zelfs met meer dan 700 duizend banen alleen al in de commerciële dienstverlening. Het toenemende werk in de zorgsector (in hetzelfde scenario nog eens 300 duizend banen) is hierbij nog niet meegeteld.
    Het toekomstbeeld van een economie zonder rokende schoorstenen doemt op. Alle producten in de winkels komen simpelweg uit het buitenland. Voor het (Nederlandse) milieu is deze ontwikkeling goed nieuws.   ...
    Hij pleit er daarom voor toch vooral zo veel mogelijk industrie te behouden voor Nederland. Hij schreef drie jaar geleden in opdracht van de werkgeversorganisatie VNO/NCW een rapport waaruit moest blijken dat veel werkgelegenheid in de dienstverlening is gekoppeld aan de maakindustrie. Valt de een weg, dan volgt de ander, was de stelling.
    Nu is Schenk minder overtuigd. Het ontbreekt de econoom vooral aan onderzoeks-gegevens. 'Wanneer de dienstverlening zich kan richten op producten die uit het buitenland komen, dan is er niet veel aan de hand. De grote vraag is of dit gaat lukken', stelt Schenk.  ...


Red.:   Onderzoeker-econoom Schenk en journalist-econoom Haan zijn er nog niet uit: kunnen we nou wel of niet leven van de dienstensector? Maar voorlopig gaan ze er wel vanuit. Gesteund door op dit moment de meest prominente Nederlander die verstand heeft van economie:


Uit: De Volkskrant, 12-01-2005, door Alexander Rinnooy Kan, lid van het Innovatie-platform, lid van de Raad van Bestuur ING Groep.

Dienstverlening heeft de toekomst

Omdat de concurrentie van buiten Europa toeneemt zal de EU zich meer moeten toeleggen op versterking van de dienstensector, meent Alexander Rinnooy Kan.

Innovatie, onze nieuwe nationale en Europese prioriteit, wordt nog steeds te gemakkelijk geassocieerd met industrie en techniek, met veiligheidshelmen en reageerbuisjes, met listige koffiezetters en supersterke wondervezels Al die associaties zijn terecht, maar vormen slechts een deel van het verhaal - en voor Nederland een steeds kleiner deel. De economische toekomst van Nederland wordt in toenemende mate bepaald door onze prestaties als dienstverlener. ...
 

Red.:   Tegen die tijd waren er al wat tegengeluiden te horen geweest, die uitstekende argumenten hadden - uit hetzelfde artikel als boven la geciteerd:


Uit: De Volkskrant, 27-08-2003, van verslaggeefster Sheila Sitalsing

Na wegvallen industrie rest hondenbaan

Het einde van een scheepswerf lokt een klaagzang uit over verdwijnende industrie. De expert: 'Waar maken we ons druk om?' De contra-expert: 'We kunnen toch niet allemaal hypotheken verkopen?'


Op de hei bij Bussum ontmoette Alfred Kleinknecht onlangs een professionele hondenuitlater. 'Dat is een báán!', zegt hij ontsteld. 'Moet een rijk land zijn geld verdienen met het uitlaten van andermans honden?' Kleinknecht, aan de TU Delft hoogleraar Economie en Innovatie: 'Zo blijf je niet rijk.'
    Nu scheepswerf Van der Giessen-de Noord moet sluiten, voegt Kleinknecht zich bij de bezorgden, die zeggen dat de maakindustrie wegkwijnt. Nog even, en we doen in dit land niets anders dan elkaars haren knippen.
    De bijdrage aan het nationaal inkomen van fabrieken waar iets gemaakt wordt, daalt gestaag, zegt het CBS. In 1995 was dit aandeel 16,7 procent; in 2001 was het 13,4 procent. Het aandeel van de zakelijke en financiële dienstverlening – accountants en reclamebureaus – steeg navenant.   ... 
   'Och', relativeert Hans Schenk, expert industriebeleid en hoofd van het binnenkort te openen economische instituut van de Universiteit van Utrecht. 'Met die deïndustrialisering valt het reuze mee.'
    Wél zorgelijk, zegt Schenk, is dat onderzoek, ontwikkeling en innovatie vooral gebeuren in de maakindustrie. En die ontwikkeling stagneert wél. Schenk: 'Daardoor stokt de groei van de toegevoegde waarde in de industrie.'
    Of dat 'erg' is voor de totale welvaart, durft Schenk niet te zeggen. Kleinknecht denkt van wel: 'We kunnen toch niet allemaal hypotheken verkopen?'   ...


Red.:   Waarom niet, hè? Als we in de Gouden Eeuw elkaar tulpenbollen konden verkopen, kunnen we elkaar nu toch wel hypotheken verkopen? Helaas is het zo dat door het gaan tulpenverkopen in de Gouden Eeuw, die Gouden eeuw snel voorij was, en we kwamen in wat heet de Pruikentijd - de rijke Nederlanders belegden hun geld liever in het buitenland dan in eigen land. En, toevallig `hè, die trend zie je nu ook ...
    Het nieuwe aan de ontwikkelingen van de laatste jaren is dat mensen uit die werkelijke wereld van de kongsi van economen en economie-publicisten en -journalisten weer een stem(of stemmetje) hebben gekregen:
 

Uit: De Volkskrant, 29-11-2005, door Henk van der Kolk, voorzitter van FNV Bondgenoten.

Maakindustrie heeft toekomst

Ferry Haan betoogt (Economie, 16 november) dat de Nederlandse economie best zonder 'rokende schoorstenen van de oude industrie' kan. De dienstensector zou genoeg kunnen binnenhalen. Ik zie dat anders. Industrie en diensten zijn juist één geheel.
    De concurrentiepositie is goed dankzij een sterke industrie. Het is waar dat het relatieve aandeel van de industrie in de totale economie afneemt als het gaat om werkgelegenheid en toegevoegde waarde. De belangrijkste reden hiervoor is de sterke productiviteitsgroei in de maakindustrie. Maar in output gemeten blijft het belang van de industrie gelijk.
    Ook het uitbesteden van activiteiten naar dienstensectoren vertekent het beeld. Rond 10 procent van de productie van diensten wordt direct gebruikt door de industrie. Bovendien wordt 12 procent van de omzet van de industrie gebruikt voor de inkoop van diensten. Dit betekent dat iedere baan in de industrie tenminste één baan in dienstverlenende sectoren creëert. Een goede prestatie van de industrie is dus goed voor de dienstensector en omgekeerd. Dát de industrie en de dienstensector elkaar ondersteunen, blijkt onder meer uit de aanzienlijke verbetering van onze concurrentiepositie sinds de jaren tachtig, gemeten aan de loonkosten per eenheid product.  ...
    Kijken we naar de betalingsbalans, dan ontstaat evenmin de indruk dat de economie een structureel probleem heeft met de concurrentiepositie. We verkopen al jaren meer aan het buitenland. Dit komt vooral voor rekening van de industrie. ... Om de concurrentiepositie op een hoog niveau te houden, is innovatie nodig. Technologische vernieuwing gaat daarbij hand in hand met sociale vernieuwing. Alleen met nieuwe manieren van arbeidsorganisatie is succesvolle omzetting mogelijk van technologische vernieuwing naar nieuwe producten en diensten. Zij houden Nederland aantrekkelijk om in te investeren en in te werken. Slimmer werken noemen ze de belangrijkste reden om de productie hier te houden.
    Een andere voorbeeld is Tejin Twaron. Akzo Nobel heeft de vezel Twaron ooit verkocht aan een investeringsmaatschappij. Na doorverkoop is het in handen gekomen van de Japanse onderneming Tejin. In plaats van een vlucht naar lage lonen landen heeft Tejin in Nederland geïnvesteerd om te profiteren van de gunstige condities. Nu zijn de winstgevendheid en de marktpositie van de Twaron vezel indrukwekkend. Er is wel degelijk toekomst voor de industrie.


Red.:   Het is opvallend dat de verstandige opmerkingen over economie niet komen van hen die voor "economie" geleerd hebben, maar van hen die erin werken. Een goed argument om eens flink te saneren onder hen die aan "economie" doen. Een goede graadmeter daarbij lijkt de impopulariteit van economen onder economen - degen die "rare" dingen zeggen lijken het meestal beter te zien dan de meute - zoals de al genoemde Kleinknecht,die wel meer ideeën had, die ingingen tegen de wijsheden van de gewone economen, als altijd aangevoerd door de reactionairen van het CPB:


Uit: De Volkskrant, 02-04-2004, van verslaggever Thomas Olivier

Kleinknecht en de bierkaai van het CPB

Stop de loonmatiging, het banenscheppende wonder uit de polder is achterhaald! Al tien jaar lang ageert Alfred Kleinknecht, hoogleraar innovatieve economie aan de TU Delft, tegen het krampachtig beperken van loonstijgingen. ...
    Belangrijkste punt in de discussie over loonmatiging is het effect ervan op de arbeidsproductiviteit, ofwel de toegevoegde waarde per werknemer per uur. Volgens het Centraal Planbureau (CPB) heeft loonmatiging geen nadelige effecten voor de arbeidsproductiviteit. Onzin, zegt Kleinknecht. Laat de lonen maar stijgen, dat komt de productiviteit alleen maar ten goede.
    Deze week kwam het CPB met een nieuw onderzoek waarin die noodkreet van Kleinknecht nog eens wordt verworpen. Volgens het CPB 'meent een aantal economen dat loonmatiging ook een structurele vertraging van de arbeidsproductiviteitveroorzaakt...'. Onterecht, vinden de rekenmeesters van het kabinet.
    De naam Kleinknecht valt twee keer op de introductiepagina van de studie. De professor voelt zich gevleid dat het CPB onderzoek heeft gedaan vanwege zijn standpunt. Maar volgens hem is er iets fundamenteels mis met het model dat het Planbureau gebruikt. 'De uitkomsten zijn zo realistisch als het model dat erachter zit.' En met die realiteit valt het volgens Kleinknecht vies tegen. 'We weten gewoon meer. Het model laat belangrijke elementen weg, zoals de landen om ons heen. Als het model van het CPB klopt, zouden landen zonder loonmatiging het veel slechter gedaan hebben, maar ik constateer het tegendeel.'
    Volgens Kleinkecht is de arbeidproductiviteit in landen als Frankrijk en Duitsland namelijk meer toegenomen, terwijl werknemers daar ieder moment staken omdat hun vakbonden forse loonstijgingen eisen. Niks loonmatiging dus. 'Nederland heeft de liefste en braafste vakbeweging van Europa', zegt de innovatiehoogleraar. 'In andere landen zijn de vakbonden veel harder, toch doen ze het beter dan Nederland wat betreft de groei van de arbeidsproductiviteit.'
    Dat komt volgens Kleinknecht doordat producenten wachten met arbeidsbesparende innovaties als de lonen kunstmatig laag gehouden worden. Pas als de lonen stijgen, investeren bedrijven in nieuwe technieken en neemt de arbeidsproductiviteit toe. ...


Red.:   In Zwitserland, zijn de lonen sinds de tweede wereldoorlog altijd circa twee keer zo hoog geweest als Nederland. Dat heeft Zwitserland een sterke economie bezorgd. Terwijl die van Nederland duidelijk minder is:
 

Uit: De Volkskrant, 16-11-2005, van verslaggever Nico Goebert

Nederlandse economie herstelt 'bescheiden' en veel trager dan elders in omringende landen

Nederland zwakke broertje van Europa

Nederland blijft het economisch zwakke broertje van Europa. De Europese economie als geheel is in het derde kwartaal harder gegroeid en ook in buurland Duitsland was het herstel krachtiger dan in Nederland. 'Het economisch herstel is er wel, maar blijft bescheiden', zegt Michiel Vergeer, econoom bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).


Het CBS becijferde de economische groei in Nederland in het derde kwartaal dinsdag op 0,9 procent. Het Europese groei cijfer was in dezelfde periode met ruim .1,5 procent bijna dubbel zo hoog en ook de Duitse economie groeit met 1,3 procent aanmerkelijk harder.
    'De groei is laag vergeleken met andere perioden van economisch herstel', stelt Vergeer vast. Na de diepe recessie aan het begin van de jaren tachtig groeide de economie in de jaren van herstel gemiddeld 2 procent en na de inzinking van 1993 zelfs met bijna 3 procent. Het Centraal Planbureau voorspelt dat de groei pas volgend jaar versnelt tot minstens 2 procent.
    De grote tegenvaller voor Nederland is de export. De uitvoer steeg weliswaar met 4,7 procent, maar dat is vrijwel geheel te danken aan de wederuitvoer: goederen uit China, de VS en Taiwan die vià Nederland naar andere Europese landen worden getransporteerd.
    'Nederland draagt weinig bij aan de toegevoegde waarde van die goederen', zegt Vergeer. De uitvoer van goederen van Nederlands fabrikaat nam in het derde kwartaal slechts in zeer bescheiden mate toe. De exportgroei van 'eigen' producten bedroeg slechts 1 procent tegen 3 of 4 procent in de voorgaande twee kwartalen.
    Dat heeft rechtstreeks gevolgen voor de industrie. Alleen in de chemie is sprake van herstel, maar de productie in de elektrotechnische industrie (chips, computers, lampen) en de auto-industrie kromp in het derde kwartaal. De geringe exportgroei leidt tot stagnatie in de industrie. 'Het is niet in elkaar gestort, maar er zit ook geen vooruitgang in', zegt Vergeer.   ...
 

Red.:   Naast de wereld van economen bestaat er ook een werkelijke wereld, waar mensen minder last hebben van allerlei als gospel beschouwde theorieën over diensteneconomieën, marktwerking en privatisering.


Red.:   Maar naast dat direct economische belang, is er een nog veel groter maatschappelijk belang verbonden aan de maakindustrie:
 

Uit: De Volkskrant, 14-11-2005, column door Arie Elshout

Een gevaarlijke vorm van hovaardij

...     De Franse opstand doet beseffen hoe cruciaal het vermogen is van de EU om werk te scheppen. Als er binnen haar grenzen een te grote welvaartskloof bestaat, leidt dat tot strijd in de straten. Daarom moet ze meer welvaart genereren voor de miljoenen armen in de achterstandswijken van haar steden, voor de miljoenen armen in de steeds groter worden de groep nieuwe lidstaten en straks mogelijk voor de miljoenen armen in Turkije.
    Als ze daarin faalt (de statistieken zijn ontmoedigend en de leiders ruzieën over het meest gewenste 'model'), dan tast dat een van hoofdredenen van haar bestaan (voorspoed als voorwaarde voor vrede) aan. Veel van de winst van de laatste decennia, zou dan kunnen worden verspeeld.
 

De Volkskrant, 18-11-2005, ingezonden brief van Chris de Gier (Halle)

Hovaardij

Arie Elshout (Forum, 14 november) heeft gelijk. In ons denken is een gevaarlijke vorm van hovaardij geslopen. De factor arbeid in het economisch verkeer wordt dagelijks verder uitgehold. Maar massa-ontslagen en 'globalisering' - die moderne vorm van koloniale slavernij - brengen bijna niemand in beroering.
    Wat nu gebeurt in Frankrijk en dan nog op kleine schaal, had ik al jaren eerder verwacht en ook veel feller en uitgebreider. Intussen gaat de uitholling van de factor arbeid, die toevallig zo is gegroeid omdat er altijd veel arbeid nodig was, door.
    Wordt het niet tijd voor een grote herbezinning op de economische factor arbeid? Daar zouden normen-en-waarden-debatten over moeten gaan. Dat zou getuigen van échte visie. Ook van de EU.


Red.:   De omvang van dit maatschappelijk belang wordt met de verdergaande voortgang van de techniek niet kleiner maar groter, zoals de literaire vorm van deze discussie al lang geleden heeft laten zien .

 
De Volkskrant, 04-01-2006, ingezonden brief van A. Straathof  (Purmerend)

Gas

De situatie in de Oekraïne is een voorbeeld van wat er kan gebeuren als een conflict ontstaat met de leverancier van goederen (Voorpagina, 3 januari).
    Als wij de suikerfabrieken gaan sluiten, gebeurt dat bij ons ook. We worden te afhankelijk, er ontstaat een conflict en dan kan men zo de leverantie stop zetten.
    Dus laten wij zelf ook nog wat produceren.


Red.:   Hoogleraar economie Schenk, zie boven, stelt voor om Rusland als betaling voor het gas maar hypotheken te leveren.
    Het is nu 2011, en er is een financiële en economische crisis verstreken respectievelijk aan de gang. Dat legt ook het structurele probleem bloot:


Uit: De Volkskrant, 31-01-2011, door Peter de Waard

Amerika's nieuwe industrialisatie

Amerika kan niet zonder industrie en export, heeft het ervaren.

Tussentitel: VS kunnen hun megaschuld alleen terugdringen met handel en export

In Batesville in de Amerikaanse staat Mississippi ligt een bouwplaats van vijf voetbalvelden groot. Kranen en bulldozers zijn elke dag in de weer om hier een groot nieuw industrieel complex te realiseren voor General Electric (GE), na vliegtuigfabrikant Boeing het succesvolste exportbedrijf in de VS. ...
    Initiatiefnemer is Jeffrey R. Immelt, de topman van het grootste conglomeraat in de wereld. De CEO van GE is een speciale adviseur van president Obama, die deze week met zijn Spoetnik-moment kwam. In december kondigde Immelt al de nieuwe industrialisatie van de VS aan. ...
    'We hebben jarenlang gedacht dat de VS zouden kunnen veranderen van een technologische exportgrootmacht naar een diensteneconomie die zou zijn gebaseerd op consumptie. En dat we daarbij ook nog onze welvaart zouden kunnen laten toenemen. Dat was fout.    ...


Red.:    Waarmee alle economische orakels en orakelende economen verder het zwijgen kunnen toedoen respectievelijk hun ontslag kunnen indienen.
    En deze wat minder zichtbare structurele denkfout leidde automatisch tot de meer opvallende andere:

  Onze economie sloeg op tilt door de snelle winsten van de financiële sector', aldus Immelt.

Aan te vullen met:
  Geen land kan zonder export. In de VS, die al jaren megatekorten op de handelsbalans hebben, is dit pijnlijk duidelijk geworden.

En tenslotte:
  Roy Lenders van Capgemini Consulting beaamt dat de crisis van 2007 en 2008 heeft bewezen dat een diensteneconomie alleen niet volstaat. 'Een land moet produceren en verhandelen om rijker te kunnen worden.' ...
    'Als je welvaart wilt creëren kan dat niet zonder te exporteren. En dat kan alleen met handel en industrie.' De kenniseconomie waar veel landen naar streven is zinloos als je geen industriële sector meer hebt, aldus Lenders. 'Meer dan 80 procent van alle research & development is toegepast op je eigen producten. Als je de fabricage daarvan naar het buitenland verhuist, verhuis je ook de R&D-inspanningen.'

Dat laatste is op dit moment, na de ondergang van de "diensteneconomie", de liturgie in de kerk der economen: "Zolang we de research doen, zal alles goed gaan". Ook die mantra is volstrekt illusoir en onjuist.
     Hoogst opvallend: de volgende dag komt de onthulling van de ware verklaring van de Nederlandse focus op de diensteneconomie:


Uit: De Volkskrant, 08-02-2011, door Peter de Waard

Nederland, handelsland dat nooit een industrieland wilde zijn

Tussentitel: Nederlanders zijn een alfa- en gammavolk | Koos Andriessen, Oud-minister van Economische Zaken

Industriebeleid wordt in Nederland als toverrecept voor elke crisis aangedragen. Maar zo gauw het weer iets beter gaat, wordt er nooit meer wat van gehoord.
    'In Nederland heerst de sfeer van anti-industrialisatie', zei Joop den Uyl in 1979. In Duitsland is een echte baan een baan in de industrie. In Nederland niet.
    Nederland is nooit een industrieland geweest en industriebeleid is daarom per definitie ad hoc. Als handelsnatie met een open economie schuwen Nederlanders het stimuleren of afschermen van de industrie, zoals de Fransen of de Japanners dat wel doen. Daarnaast zijn Nederlanders in de woorden van Koos Andriessen - na de oorlog twee keer minister van Economische Zaken - vooral een 'alfa- en gammavolk', geen industrieland.   ...


Red.:   Oorzaak van de dienstendominantie: in Nederland zijn de alfa's en gamma's de baas uitleg of detail . Conclusie: om Nederland economisch vooruit te helpen, moet eerst de dominantie van de alfa's en gamma's verdwijnen.
    Nog een bekeerling:


Uit: De Volkskrant, 18-02-2011, door Tjerk Gualthérie van Weezel

Interview | Hans Wijers, bestuursvoorzitter AkzoNobel

'Bezuinigen op onderwijs is onbegrijpelijk'

Als AkzoNobel hier geen goede werknemers meer kan krijgen, zoekt het zijn heil elders.

Oud-minister van D66 Hans Wijers (60) is voorzichtig gezegd 'niet enthousiast' over de beslissingen die er op zijn vorige werkplek worden genomen. ...

En dat is slecht voor de Nederlandse economie.
'Ja. Tot voor kort heerste het geloof dat je een land ook wel met financiële dienstverlening aan de gang kunt houden. Maar daar komt iedereen sinds de crisis van terug. Echte groei van een economie moet toch uit de industrie komen. Kijk naar Duitsland.'


Red.:   Er is maar één enkele conclusie mogelijk: al degenen die dit soort dingen gezegd hebben, moeten onmiddellijk ontslagen worden. En zolang dat niet gebeurt, blijven ze het soort beslissingen nemen waar Wijers, zelf eigenlijk ook lid van deze club, over klaagt:

  Op het ministerie van Economische Zaken heeft men de mond vol van kennis en innovatie, maar de daden imponeren de huidige topman van AkzoNobel niet. In tegendeel: 'Bezuinigen op onderwijs en onderzoeksinstituten is in de huidige wereldeconomie onbegrijpelijk.'   ...
    'Zodra we hier niet meer genoeg goede werknemers kunnen aantrekken, zullen we uitwijken. En de manier waarop Nederland en enkele andere Europese regeringen in onderwijs en onderzoek investeren is niet erg indrukwekkend. Dat doen ze in China en Singapore beter.'

Vroeger hield hij er totaal andere ideeën op na.
    Je zou dus denken dat het onmogelijk,was, maar het gebeurde toch: een nieuw pleidooi voor de p;latte aarde. De gelovige is Peter de Waard, economie-journalist van de Volkskrant, en vermoedelijk voor het leven verpest door de vorige economie-chef van de krant: Frank Kalshoven uitleg of detail :


Uit: De Volkskrant, 13-01-2012, rubriek De Kwestie, door Peter de Waard

Moet het Westen gaan herindustrialiseren?

Schoorstenen moeten roken en arbeiders zweten. Het Westen lijkt gegrepen door industriefetisjisme


Red.:   Je zou het bijna niet geloven. Gaat deze economie-"deskundige" beweren dat dingen-maken passé is? Gaat hij de lofzang zingen op de diensteneconomie? Terwijl we midden in een Europese economische crisis zitten die voornamelijk waart in de landen met de diensteneconomie? En waarin het sterkste land, Duitsland, het meest een productie en het minste een diensteneconomie is ...? Gaat economie-journalist Peter de Waard dat echte allemaal doen? Ja, dat gaat Peter de Waard doen:

  Iedereen moet Duitser worden. In de politiek zijn simpele oplossingen de handigste. Een van de simpele oplossingen voor de huidige crisis en onevenwichtigheden in de wereldeconomie is herindustrialisatie. De VS, Frankrijk, Groot-Brittannië en ook Nederland moeten weer leren dingen te maken zoals de Duitsers, die de wereld overspoelen met hun puike auto's en voortreffelijke machines.   ...
    De Franse president Sarkozy, die eveneens verkiezingen wachten, is begonnen met een 'Produceer in Frankrijk'-campagne. ... In Engeland riep premier David Cameron op tot een comeback van de nijverheid en werd daar zelfs in bijgevallen door de progressieve krant The Guardian, die vond dat de Britten iets zouden kunnen leren van de Duitsers. 'Wilt u niet liever een treinlocomotief maken dan Made in China-artikelen achter de kassa onder de scanner leggen?' Het industriefetisjisme is een wereldwijde trend geworden.
    De moderne diensteneconomie is ineens inferieur aan de oude geïndustrialiseerde economie. Ontwerpen, verhandelen, bedienen, transporteren, bankieren - het is allemaal bijzaak. De echte winst ligt in het maken van dingen, de rest is windhandel. Fabricage geeft mensen ook meer bevrediging en maakt ze gelukkiger, zo wordt geroepen. Wie de economie draaiende wil houden, zal daarom moeten zorgen voor tevreden zwetende arbeidersklassen, zoals die in oude Sovjetfilms te zien waren.

O ja, Peter had ook argumenten:
  De werkelijkheid is heel anders. Van de producten die in de winkel liggen of online worden verkocht, maken de productiekosten maar een heel klein deel uit. Het maken van een iPad kost Apple misschien maar 10 tot 20 dollar - nog geen 5 procent van de verkoopprijs. Het overige deel gaat naar het bedenken, ontwerpen, transporteren, verhandelen, adverteren en financieren van het product. Dat gebeurt voor het overgrote deel in de diensteneconomie. De westerse welvaart is juist gebaseerd op diensten waarbij het produceren is verplaatst naar lagelonenlanden. Dat gebeurt al vijftig jaar zeer efficiënt en sinds die tijd zijn de inkomens wereldwijd gestegen.

Natuurlijk ... de opkomst van China is te danken aan hun specialisatie in de diensteneconomie. Net als daarvoor Japan, en vervolgens Korea, enzovoort. Allemaal te danken aan de diensteneconomie. Volgens Peter de Waard. Die duidelijk ernstig behoefte heeft aan psychologische hulp. Want ideologie is een verwoestende ziekte. Ook een economische ideologie.
     Eind 2012 is er volop sprake van een economsiche crisis. Wat dat is, is heel simpel: een groei van 2 proecent is (tijdelijk) vernagen door een krimp van 2 procent. Marginaal, zou je zeggen, en nauwleijsk reden voor de term "crisis". Dat de werkelijkheid anders is, betekent dus dat er iets niet klopt met de werkleijkheid. Wat er niet klopt is boven al beschreven: in de economische werkelijkheid zit een grote hoeveelheid, lucht - bluf. "Diensten". En dat stort in, net als ieder ander op bluf gebaseerd piramidesysteem, zodra de groei eruit is:


Uit: De Volkskrant, 15-12-2012, van verslaggever Wilco Dekker

Crisis treft dienstverleners

Het aantal bedrijven dat failliet gaat, is in 2012 sterk gegroeid. Kinderopvang, transport en de detailhandel hebben het het zwaarst, blijkt uit onderzoek van de Volkskrant.


De crisis heeft, gemeten naar de groei van het aantal faillissementen, de afgelopen vijf jaar het hardst toegeslagen in de maatschappelijke dienstverlening. Vergeleken met 2007 gaan er in deze sector bijna 2,5 keer zo veel bedrijven over de kop, vooral bij de kinderopvang. Ook het transport, de grafische sector en de detailhandel zijn zwaar geraakt.
    Dat blijkt uit onderzoek van de Volkskrant naar alle 40.291 faillissementen van 2007 tot nu. Nederland heeft momenteel te maken met een faillissementsgolf. Tot en met vorige week gingen dit jaar al 7.688 bedrijven over de kop, meldt de Kamer van Koophandel (KvK). Dat zijn er 21 procent meer dan in het ook al niet florissante 2011, waardoor dit jaar een nieuw faillissementsrecord op gaat leveren. De faillissementen kostten dit jaar 53.167 mensen hun baan, ruim een kwart meer dan een jaar eerder.
    De verschillen daarbij zijn groot, zowel per bedrijfstak als per gemeente en regio. Naast de al genoemde sectoren gaan ook in de financiële dienstverlening veel zaken over de kop, vergeleken met de situatie voor de crisis die in 2008 uitbrak en nog steeds voortduurt. De aanpalende juridisch adviseurs, fiscalisten en accountants lijden mee.    ...
    Volgens analist Ivo de Jong van de Kamer van Koophandel blijven zzp'ers en de grote bedrijven goeddeels buiten schot en wordt vooral het midden- en kleinbedrijf getroffen, de bedrijven met 5 tot 250 werknemers die de ruggengraat van de economie vormen. Die ontwikkeling noemt hij zorgelijk, te meer omdat vier op de vijf werknemers die bij een faillissement op straat komen te staan, doorgaat als zzp'er in de dienstverlening.
    De Jong: 'Er moeten wel bedrijven zijn om al die diensten af te nemen. Er komt niets bij in het MKB, en er groeit niets door. Het is jammer dat er zo veel maakwerk naar het buitenland is verdwenen. Daar krijgen we nu last van.'


Red.:    Opmerkelijk, een dienstverlener die roept dat er meer maakwerk moet worden gedaan. Terwijl de vmbo's en mbo's vrijwel uitsluitend dienstverleners opleiden. Kantoorbanen. Nette handenbanen. Zo veel chiquer dan werkbanen ...
    Gevolgen - aan de ene negatieve kant:


Uit: De Volkskrant, 22-02-2103, van verslaggeefster Nanda Troost

Werkloosheid loopt op tot 7,5 procent
 
Naast een snel oplopende werkloosheid maakte het CBS donderdag ook somber stemmende cijfers bekend over het consumentenvertrouwen en de huizenprijzen.


Tussentitel: De crisis raakt de arbeidsmarkt in volle kracht

De Nederlandse economie raakt steeds verder in het slop. Het aantal werklozen is vorige maand opgelopen tot 592 duizend, 21 duizend meer dan in december. De prijzen van koopwoningen daalden in januari met 9,6 procent ten opzichte van een jaar eerder. En het consumentenvertrouwen heeft een historisch dieptepunt bereikt.
    Dat heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag bekendgemaakt. De stijging van de werkloosheid versnelt, zegt Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom van het CBS. 'De crisis raakt de arbeidsmarkt in volle kracht. Vorig jaar ging een recordaantal bedrijven failliet, maar de werkloosheid loopt ook op doordat steeds meer bedrijven reorganiseren.'
    De gemiddelde werkloosheid ligt nu op 7,5 procent tegen 7,2 procent eind vorig jaar. De jeugdwerkloosheid is opgelopen tot 15 procent. ...


Red.:   En aan de andere negatieve kant:


Uit: De Volkskrant, 22-02-2103, van verslaggever Bart Dirks

Banen zat, als je techneut bent

Terwijl de werkloosheid oploopt, schreeuwen technische bedrijven om personeel. 'Te veel jongeren worden opgeleid voor de verkeerde beroepen.'


IHC Merwede in Krimpen aan den IJssel bouwt het gereedschap voor de loodgieters van de zeebodem. In een duizelingwekkende loods waar tegelijk kan worden gewerkt aan drie schepen tot 240 meter, wordt een pijplegschip geassembleerd. ...
    Zo'n schip kost de opdrachtgever al snel 150 miljoen euro en biedt tweeënhalf jaar werk aan honderden lassers, ijzerwerkers, bankwerkers, elektrotechnische installateurs en schilders. ...
    Veel mensen denken dat de scheepsbouw in Nederland een uitstervend beroep is', zegt Timo Bindels, hoofd P&O van de scheepswerf in Krimpen aan den IJssel. 'Integendeel: het sterft pas uit als we geen goede techneuten meer kunnen vinden.'
    Ofschoon de werkloosheid in rap tempo oploopt, blijft het voor technische ondernemingen lastig om vakkrachten te vinden. IHC Merwede heeft in de negen Nederlandse locaties 66 moeilijk vervulbare vacatures. ...
    Die verzuchting klinkt bij meer hoogtechnologische bedrijven in en om de Rotterdamse haven, net als elders in het land. 'Het tekort aan technici loopt verder op, tot 155 duizend in 2016', zegt Ineke Dezentjé, voorzitter van FME, de ondernemersorganisatie voor de technologische industrie. 'Dat geldt voor alle niveaus, van mbo tot technische universiteit.'    ...


Tussenstuk:
Tekort: 155.000 man

Zesduizend Rotterdamse basisschoolleerlingen krijgen vanaf 2015 op de haven gerichte lessen en excursies. Doel is ze op jonge leeftijd te interesseren voor het werk in de haven. De eerste duizend kinderen gaan dit jaar al op bezoek.
    Landelijk wordt in 2016 een tekort van 155 duizend technici verwacht, van vmbo- tot academisch niveau. Dat becijfert de ondernemersorganisatie FME. Jaarlijks komen er 80 duizend technische studenten bij op de arbeidsmarkt. Dat zijn er zevenduizend te weinig. Er zouden vijfduizend hbo'ers en tweeduizend academici meer moeten afstuderen.
    Om voldoende technici te krijgen, moeten niet twee op de tien studenten kiezen voor een bèta- of technologieopleiding, maar vier op de tien. Anders zijn er volgens FME-voorzitter Ineke Dezentjé twee alternatieven: bedrijven halen nog meer personeel uit het buitenland, of ze verhuizen zelf naar het buitenland. 'Dat is een regelrechte bedreiging voor onze welvaart.'


Red.:   Als die propagandeerders van de diensteneconomie waren en zijn een regelrechte bedreiging voor onze welvaart.
    Hier heb je zo'n bedreiger voor en vernietiger van onze welvaart:


Uit:De Volkskrant, 23-10-2013, van verslaggever Sander van Walsum

Reportage | Nieuwe maakindustrie

Bij RDM komen jonge mensen weer in contact met maken

Nederland heeft zijn kaarten gezet op de dienstensector. ...


Red.:
   Dank zij mede de gore propaganda van de lieden van de media. Die dat onder andere zou hebben gedaan:

  Ooit werd 'maakindustrie' nog gewoon 'industrie' genoemd. ...

Dus door andere economische activiteiten, zoals die van de financiële markten, ook te bestempelen als sectoren die iets "maakten". Terwijl ze in werkelijkheid allen maar "opmaken". Waardoor dus (uit de kop):
  Maar het ooit zo belangrijke maken ...

... het echte "maken" uit die positie werd verdreven, mede door de minachtende houding in de berichtgeving over het echte "maken". Dat gingen "we" laten doen door de Chinezen. Waardoor:
  RDM - de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij ... Het gros van de werknemers woonde om de hoek, in het tuindorp Heijplaat.

... dit soort banen verdwenen en dit soort mensen naar slechtere banen moesten uitzien of werkloos werden.
    De economisch crisis heeft een paar economen het lef verschaft om eens te te vloeken in de kerk:



Uit: De Volkskrant, 29-10-2013, door Roel Beetsma, hoogleraar macro-economie aan de UvA, en Jan Bouwens, hoogleraar accounting aan Harvard University en de Universiteit van Tilburg.

Geen welvaart zonder industrie

Terwijl de discussies in Den Haag zich richten op de verdeling van de huidige welvaart, zouden we ons beter kunnen richten op wat onze welvaart stuwt. Internationale ontwikkelingen maken het allerminst vanzelfsprekend dat Nederland zijn economische positie zal weten te behouden. Sedert het RSV-debacle is het woord industriebeleid uit ons woordenboek verbannen en richten we ons in de politiek voor-al op handhaving van koopkracht zonder na te denken over, laat staan te investeren in, wat onze welvaart daadwerkelijk drijft: arbeid, financiering en vestigingsklimaat.
    We laten op vele fronten kansen liggen. Zo leiden we al jaren grote aantallen studenten op voor softe en administratieve functies die er morgen en zelfs vandaag al niet meer zijn. Op alle niveaus bestaat echter een onvervulde vraag naar technici. Ondanks de actie 'Kies exact' is er een zodanig tekort aan technici op hoog niveau dat men zich in Eindhoven verkneukelt over de teloorgang van Blackberry. Dat betekent immers dat er honderden technici op de markt verschijnen. Jarenlange relatief lage beloning, slechte beeldvorming en gebrek aan stimulans hebben hun kwalijke uitwerking niet gemist.
    Nu de belangstelling voor technische studies toeneemt, moet de TU Delft een numerus fixus instellen voor de richting Werktuigbouw omdat de toestroom te groot is. Zolang het aanbod de vraag naar technisch/exact personeel niet aankan, verliest Nederland business aan andere landen. In plaats van vol in te zetten op het opleiden van veel meer technisch personeel, bijvoorbeeld door docenten in deze hoek aanzienlijk meer te betalen (goed voor positieve beeldvorming), betalen we liever mensen om thuis te zitten en handhaven we de hypotheekrenteaftrek. ...
    We zouden in Nederland serieus moeten nadenken over hoe onze maak- en dienstenindustrie er straks gaat uitzien. Dat dat geen academische exercitie is, laat een recent rapport van McKinsey zien. Hun Global Institute identificeert de twaalf kansrijkste sectoren voor de komende jaren. Daaronder bevinden zich 3D-printing, energie, gentechnologie en cloudtechnologie. Van de technologische ontwikkeling die zich in deze sectoren voltrekt, zal voor een groot aantal bestaande bedrijven een ontwrichtende werking uitgaan, aldus het rapport.


Red.:   McKinsey voorspelt dat morgen ze zon opgaat. Knap ...


Meer voorbeelden hier uitleg of detail .


Naar Economische sectoren , Economie lijst , Economie overzicht , of site home .