De Volkskrant, 08-12-2004, column van
Anet Bleich
Vóór of tegen Ayaan?
Ik zou graag willen weten wie de eerste is geweest die de uitspraak: 'wie niet
voor ons is, is tegen ons' in omloop heeft gebracht. Het zou heel goed een van
de vroege pausen geweest kunnen zijn; in elk geval handelden zij overeenkomstig
deze wijsheid door ketters en afvalligen te vervolgen en op de brandstapel te
brengen. Wat ik zeker weet is dat dit zinnetje, dat de bokken zo effectief van
de schapen scheidt, tot de standaardwaarheden van osef Stalin behoorde.
Onmiddellijk na 11 september zei ook de jonge George Bush
het, 'wie niet voor ons is is tegen ons'. De oorlog in Irak, zelfs die in
Afghanistan, lag toen nog in de schoot der toekomst verborgen. Maar meteen toen
ik het hoorde dacht ik: 'oh my God'. Want dit korte, op het eerste gehoor weinig
spectaculaire zinnetje is het waarmerk, de fier wapperende vlag van het
totalitaire of op z'n minst het fundamentalistische denken. 'Wie niet voor ons
is, is tegen ons.' Punt uit. Simpel als wat. Je kunt kiezen: stel je voor
honderd procent achter een Zaak en zijn vertegenwoordigers. Doe je dat niet of
maar voor 90 procent, dan ben je ontmaskerd als iemand die 'tegen ons' is. Om de
een of andere reden moet ik hier steeds aan denken bij de discussies rond de
moord op Van Gogh, Mohammed B., en de bedreigde Ayaan Hirsi Ali.
Ayaan is heel duidelijk een slachtoffer van deze
fundamentalistische wijze van denken. Geboren als kind van moslimouders en
grootgebracht met de islam is zij zelf tot de conclusie gekomen dat ze geen
enkel heil ziet in het geloof in Allah en zijn profeet. Daarmee is ze in de ogen
van fundamentalistische moslims 'tegen ons', een afvallige, en dus iemand
tegenover wie alle middelen, inclusief geweld, geoorloofd zijn. Voor dit denken
in absolute termen van goed of kwaad, waarbij de afvallige het kwaad
vertegenwoordigt en dus vogelvrij is, hoort in een moderne, democratische,
pluriforme samenleving geen plaats te zijn. Maar hoe overwin je het?
Hoe leer je relativeren? Mohammed B. krijgt vermoedelijk
jaren de tijd om in alle rust over deze vraag na te denken. Helaas is hij niet
de enige die Ayaan dood wenst. Ik leef met haar mee. Het moet verschrikkelijk
zijn om te leven in het besef dat je letterlijk doodsvijanden hebt. Dat er een
zwaard van Damocles boven e hoofd zweeft. Onverdragelijk. Onaanvaardbaar. Ik sta
achter haar. Achter haar recht op bescherming en veiligheid. Achter haar recht
om een vervolg op Submission te maken. Achter haar recht om de profeet
Mohammed voor ik weet niet wat uit te maken en om te betogen dat er maar één
islam is en dat die levensgevaarlijk is. Vanzelfsprekend heeft ze het recht
daartoe, we kennen hier vrijheid van meningsuiting. Als mensen zich daardoor in
hun religieuze gevoelens gekwetst voelen, kunnen ze naar de rechter gaan.
Dat gebeurt nu dan ook in een poging om Submission
Part II tegen te houden. Prima! Al ben ik er vrij zeker van dat die poging
geen schijn een schijn van kans maakt. En terecht. Maar ook de gang naar de
rechter hoort tot onze rechten en vrijheden.
Ik ben dus vóór Ayaan, althans tegen haar vijanden. Ik
vind dat ze in volle vrijheid, zonder censuur of zelfcensuur moet kunnen zeggen
wat ze vindt in de tweede kamer, in interviews, boeken en films. Maar ik ben het
niet met haar eens. Totaal niet. Ik vind het grof om de profeet voor pedofiel
uit te maken. De stelling dat er één islam bestaat, die levensgevaarlijk is,
lijkt me onzinnig, bewijsbaar onjuist.
Kijk om je heen en je ziet moslimmeisjes met en zonder
hoofddoek, imams die vrouwen wel of niet een hand geven ook dat laatste is
trouwens echt nog niet levensgevaarlijk). Er zijn helaas radicale moslims, die
niet voor geweld terugschrikken; schrikken niet zo veel maar nog altijd te veel.
Er zijn traditionele moslims, die de voorschriften uit de koran zo strikt
mogelijk willen toepassen. Vijf keer bidden op een dag, geen alcohol en eens in
het leven naar Mekka. Dat mag toch? Er zijn moslims die een beetje schipperen
met het geloof, wel vasten met ramadan maar niet elke vrijdag naar de moskee. En
er zijn vooruitstrevende moslims die hun geloof een eigen plaats willen geven in
de moderne samenleving. Die zouden best een steuntje in de rug kunnen gebruiken,
bijvoorbeeld in de vorm van een universitaire imam-opleiding.
Om al die verschillende vormen van islambeleving op één
hoop te gooien en daar het label 'gevaarlijk' op te plakken, dat getuigt volgens
mij van een verbijsterend simplisme. Dan vat je de teksten uit de koran even
letterlijk op als moslimfundamentalisten. Alleen met een omgekeerd voorteken.
'Wie in de zuivere islam gelooft en de jihad voert tegen de vijanden ervan komt
in het paradijs.' 'Wie in de koran gelooft, besnijdt meisjes, slaat vrouwen en
doodt ongelovigen.' Ik zie niet veel verschil. Het zijn allebei
fundamentalistische credo's. Ben je vóór Allah of tegen Allah? Ach jee, daar
gaat het toch niet om. Leven en laten leven, dat lijkt me een beter idee.
Terug naar Fout in de krant
,
PC Bleich
, Media home
, of naar site home
.
|