Het Rijnlandse industriebeleid

13 nov.2008

Het Angelsaksische en neoliberale idee van een industriebeleid is totaal geen beleid. Industrie is een kwestie van private ondernemingen, en daarmee moet de staat, de gemeenschap, zich op geen enkele wijze mee bemoeien.

Om deze ideologie te ondersteunen, worden er twee argumenten aangehaald: kijk eens hoe slecht de staatsgeleide, communistische, economieën functioneren, en kijk eens wat er gebeurt als je wel probeert te steunen.

Het eerste argument hoor je niet zo vaak meer sinds de opkomst van de Chinese economie. Die gaat wel deels uit van privé-initiatieven, maar de grote economische beslissingen worden genomen door de regering. Het heeft geresulteerd in spectaculaire groei.

Maar eigenlijk had men niet tot dit voorbeeld hoeven te wachten. De westers georiënteerde Aziatische groei-economieën zoals Singapore, Korea en Japan, zijn allemaal gestart met grote staatinvloed, ter stimulering van in eerste instantie de maak-industrie.

Het eerste argument tegen staatsinvloed in zijn absolute zin is dus onzin. 

Het tweede argument, de mislukkingen, kwam recent weer eens boven water toen er naar aanleiding van de kredietcrisis van 2008 gesproken werd over steun aan en nationalisatie van banken. "Kijk maar naar RSV", werd er bijna letterlijk geroepen - scheepsbouwbedrijf RSV ging failliet na vrij langdurige staatssteun.

Maar ook hier is er een tegenvoorbeeld, in de vorm van de gang van zaken rond vliegtuigbouwer Fokker. Fokker kwam in de problemen na een periode waarin het keihard had gewerkt aan de ontwikkeling van twee nieuwe vliegtuigtypes: de Fokker-50 en de Fokker-100, en de in die tijd lauwe markt voor die middelgrote types.. Fokker heeft even wat steun gekregen, maar onder druk van de marktideologen die toen in Nederland, en de rest van de wereld, de absolute dominantie hadden, werd die steun snel gestopt. Wat er verder gebeurde staat in onderstaande bron:


Uit: De Volkskrant, 11-11-2008, van verslaggever Michiel Haighton

Klein vliegtuig voor de hele wereld

De Braziliaanse vliegtuigbouwer Embraer is met veel succes in het gat gesprongen dat Fokker achterliet.

Tussentitels: Sinds Embraer werd geprivatiseerd, ging het hard vooruit
                   KLM Cityhopper vervangt oude Fokkers door Embraers

Bij de Braziliaanse vliegtuigbouwer Embraer in de industriestad Sao José dos Campos heeft niemand ooit van Hans Wijers gehoord. Toch is het mede aan deze oud-minister van Economische Zaken (1994-1998) te danken dat Embraer tot de grootste en meest succesvolle bedrijven van Zuid-Amerika behoort. Embraer vult namelijk op een zeer verdienstelijke manier het gat dat Fokker achterliet toen Wijers in 1996 besloot deze noodlijdende vliegtuigbouwer niet langer met belastinggeld te ondersteunen, wat in maart 1996 resulteerde in tiet faillissement van Fokker.
    Embraer heeft zich sindsdien ontwikkeld tot de beste vliegtuigbouwer in het segment waarin Fokker actief was; kleinere straalvliegtuigen voor korte afstanden waarin tot circa honderd passagiers passen. De vraag naar dit soort toestellen is de laatste jaren geëxplodeerd, en dat hadden de Brazilianen voorzien. Vooral regionale luchtvaartmaatschappijen in Amerika, Azië en Europa zetten de vliegtuigen steeds vaker in op routes die te weinig passagiers opleveren om er een grote Boeing en Airbus volledig mee te kunnen vullen.
    Afgezien van het Canadese Bombardier zijn er nog geen andere concurrenten in dit deel van de markt actief.  Het legt Embraer geen windeieren: na Boeing en Airbus is Embraer tot de derde vliegtuigbouwer ter wereld uitgegroeid. Al moet dit gegeven wel in het juiste perspectief worden gezien: Boeing had in 2007 een omzet van 66,4 miljard dollar, Embraer van 5,2 miljard dollar.
    De vraag of Embraer ook zo succesvol zou zijn geweest als Fokker .nog had bestaan, beantwoordt vice-president van Embraer, Sergio Chiessi, met een wedervraag. Terwijl op de achtergrond werknemers de laatste hand leggen aan een toestel voor Virgin Nigeria zegt hij: 'Zou Brigitte Bardot nu nog net zo mooi zijn als veertig jaar geleden? Ik weet het antwoord niet.'
    Volgens Chiessi maakte Fokker destijds zeer geavanceerde vliegtuigen. 'Ze waren hun tijd ver vooruit, dat kan iedereen in de luchtvaartwereld bevestigen. In dat opzicht proberen we op Fokker te lijken. Maar dan wel met een betere afloop. ...
    Embraer geldt als het paradepaardje van de Braziliaanse economie. Het bedrijf symboliseert het groeiende zelfvertrouwen van dit enorme land dat tot voor kort vooral geld verdiende met de export van koffie en grondstoffen.
    Embraer bracht daar verandering is. De zelf ontwikkelde en gebouwde vliegtuigen vormen een steeds belangrijker exportproduct van Brazilië. Het bedrijf behoort tot de vijf grootste exporteurs van Brazilië. Ook is de vliegtuigbouwer met 24 duizend personeelsleden een van de grootste werkgevers van Zuid-Amerika.
    Embraer is de afkorting van Empressa Brasileira de Aeronáutica. Het bedrijf werd in 1969 door de Braziliaanse staat opgericht. Tot begin jaren negentig maakte het vooral toestellen voor de binnenlandse markt en kon Embraer alleen met vele miljarden dollars aan staatsteun overeind worden gehouden. Maar sinds de vliegtuigbouwer in 1996 - het jaar dat Fokker ten onder ging - werd geprivatiseerd, ging het hard vooruit met de onderneming.
    De grote internationale doorbraak beleefde Embraer in 2005 toen de Amerikaanse binnenlandse budgetmaatschappij JetBlue een mega-order van honderd toestellen voor de E-190 plaatste. Nadat dit bedrijf daar commercieel zeer goede resultaten mee boekte, volgden andere maatschappijen snel. Lufthansa, Finnair, Delta Airlines, Virgin, er is eigenlijk geen maatschappij die niet met de regionale jets van Embraer vliegt.
    Naast vliegtuigen voor de burgerluchtvaart, maakt Embraer ook militaire vliegtuigen en privéjets. Vooral in dat laatste segment groeit het bedrijf heel hard. 'Menige oliesjeik vliegt in een Embraer E-190 met slaapvertrek, vergaderzaal en badkamer', zegt vicepresident Chiessi.
    Hoewel het concern in de eerste jaren na de verzelfstandiging nog steeds kon rekenen op financiële overheidssteun, is dat volgens Chiessi nu echt voorbij. 'We krijgen geen cent meer. Maar we redden ons heel goed.'    ...
    De Embraers gaan komende jaren geleidelijk aan een gedeelte van de' verouderde Fokker-vloot van KLM Cityhopper vervangen. Piloot Weijand neemt met' gemengde gevoelens afscheid van de Fokkers. 'Hoewel de oudste toestellen steeds vaker storingen beginnen te vertonen, blijven het briljante toestellen waarin het heerlijk vliegen is. Dat vindt echt elke piloot. Persoonlijk vind ik het jammer dat Fokker niet meer bestaat. Ik denk dat het bedrijf een heel goede uitgangspositie had, om net als Embraer te profiteren van de snel groeiende markt voor regionale straalvliegtuigen.'


Red.:   Zo zit dat dus: dat besluit van de zeer hooggeachte econoom Hans Wijers was niets minder dan een rampzalige stommiteit. Gebaseerd op niets anders dan puur ideologie en vooroordeel. Want wat nu uit is gekomen, hebben diverse mensen destijds al gezegd. Er was geen enkele reden om iets als RSV te vergelijken met Fokker - het was allerwegen bekend dat RSV ouderwetse tankers maakte die in Korea goedkoper gemaakt werden,en dat Fokker hoog-kwaliteits vliegtuigen maakte, die in de toekomst een uitstekende marktvooruitzicht hadden. Nog tientallen jaren waren tweedehands Fokkers het meest geliefde product in de markt.

Hans Wijers is nu (nov. 2008) de baas van Akzo-Nobel. Onder zijn sturing heeft dat concern het strategisch besluit genomen zich te voornamelijk te gaan concentreren op de markt voor interieur-verven - helaas ... toen kwam een crisis in de Amerikaanse huizenmarkt. Dat had Hans Wijers niet voorzien uitleg of detail . Net zo min als hij had voorzien dat het met Fokker zo veel beter zou gaan. Hans Wijers kon dat misschien wel voorzien, maar hij was econoom en geïndoctrineerd met de Angelsaksische visie op de economie uitleg of detail .

Een Rijnlands industriebeleid had het volgende afgewogen: dit was een goed product. Een faillissement zou sowieso ook veel kosten met zich mee brengen, in de vorm van sociale lasten. Die kosten waren op zijn minst vergelijkbaar, en het was, gezien de belofte van het product, gerechtigd een risico te nemen. Het had de Nederlandse staat vele miljarden opgeleverd. Net als nu (nov. 2008) mogelijkerwijs de aankoop van de banken ABN-Amro en Fortis.

Maar de kern van een Rijnlands industriebeleid is dat het aansluit op maatschappelijke behoeftes, in plaats van de lust van privépersonen om winst te maken en rijk te worden.

De belangrijkste en van levensbelang zijnde toepassing daarvan is dat het laatste op geen enkele voorstelbare manier kan leiden tot de stappen die nodig zijn om te komen tot een duurzame economie. Om de komende klimaatramp te voorkomen, of waarschijnlijk beter: die te verzachten, zijn stappen nodig die alleen binnen een Rijnlands (industrie)beleid zijn te zetten. Of om heel precies te zijn: die stappen hadden al genomen moeten zijn, en dat dat niet gebeurd is, is het gevolg van de dominantie van het Angelsaksische beleid dat alleen gebaseerd is op winstverlangen.

Het Rijnlandse industriebeleid houdt dus in: het gebruik van de middelen van het Rijnlandse investeringsfonds voor het ontwikkelen van duurzame productie en een duurzame economie , te beginnen met de energieopwekking. De eerste fasen van de uitwerking bestaan uit onderzoek en ontwikkeling, en daarna proefproductie. Succesvolle projecten worden grootschalig uitgedraaid. Daarbij kan eventueel de hulp van bestaande bedrijven ingeroepen worden, maar indien nodig en wenselijk, eigen, (staats-)bedrijven worden opgezet. Die bedrijven kunnen dan gebruikt worden om ook de private-sectorbedrijven tot duurzaamheid te dwingen.
 

Addendum nov.  2009:
Uit hoofde van de voorspellende waarde van het voorgaande hier als addendum toegevoegd een bevestiging van het oordeel rond de gang van zaken rond Fokker (De Volkskrant, 19-11-2009, door Wouter Keuning):
 

  'Fokker' is sterker dan 'Stork', en komt terug

Negentig jaar na de oprichting van de ‘Nederlandsche Vliegtuigenfabriek’ door Anthony Fokker en dertien jaar na het faillissement van het vliegtuigbedrijf wordt de naam Fokker weer een beetje opgepoetst.
    Woensdag maakte Stork Aerospace bekend dat het voortaan door het leven zal gaan onder de naam Fokker Aerospace Group. ‘Internationaal merken we dat die naam nog steeds een sterk merk is’, verklaart een woordvoerder.
    De naam Fokker was al sinds het faillissement van de vliegtuigbouwer in 1996 aan Stork verbonden. De machinebouwer en industriële dienstverlener kocht destijds de levensvatbare onderdelen van Fokker. De 2.400 werknemers gingen mee.
    Binnen Stork werd de naam Fokker dus al veel gebezigd, maar de combinatie met Stork als merknaam zorgde vaak voor verwarring bij buitenstaanders.
    Daaraan moet nu dus een einde komen. Onder de Fokker Aerospace Group zullen vier divisies actief zijn. Fokker Elmo, Fokker Aerostructures, Fokker Services en Fokker Aircraftservices. Elmo maak onder meer bedrading voor de Airbus A380, de JSF en vliegtuigen van Bombardier. Services houdt zich bezig met logistieke zaken zoals levering van onderdelen en Aircraft Services onderhoudt de vloot van zevenhonderd Fokkertoestellen die wereldwijd nog rondvliegen. Veruit het grootste deel van de vliegtuigtak, waar 3.700 werknemers werken, is Aerostructures, dat onder meer romp- en staartdelen maakt.   ...

Addendum mrt. 2010:
Het wordt zelfs nog concreter (Volkskrant.nl, 06-03-2010, ANP):
 

  Nieuw vliegtuig Fokker in de maak

Investeringsmaatschappij NG Aircraft is bezig met de ontwikkeling van een nieuw Fokker-vliegtuig, de Fokker 100 NG. De voorbereidingen hiervoor zijn al achttien maanden bezig. De eerste Fokker 100 NG kan in 2015 klaar zijn.

De ontwikkeling van het nieuwe vliegtuig kan een flinke impuls krijgen van toegezegde overheidssteun. ...
     De Fokker 100 NG (Next Generation) is gebaseerd op de structuur van de Fokker 100, maar dan uitgerust met onder andere de nieuwste motoren en elektronica. Het streven is om een vliegtuig te maken dat milieuvriendelijker is dan vergelijkbare toestellen met maximaal 120 stoelen. ...
    Momenteel is NG Aircraft met 35 ingenieurs van vijf verschillende ingenieurskantoren en met het Nationaal- Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium bezig met voorbereidingen. ...
    Het initiatief tot het bouwen van een nieuwe Fokker komt volgens NG Aircraft door ‘aanhoudende vraag vanuit de markt’. Het bedrijf zegt een goede positie te kunnen innemen ten opzichte van concurrenten wegens ‘aanzienlijk lagere ontwikkelingskosten en risico's’. Verder bestaat er al een organisatie die onderhoud pleegt aan zevenhonderd Fokker-vliegtuigen die momenteel in gebruik zijn.


Ook het verleden wordt nog genoemd, in een vervolgartikel (De Volkskrant, 09-03-2010, ANP):
 
  'Fokker 100 wordt een groen toestel'
...
Tussenstuk:
Wijers wilde Fokker in 1996 niet in zijn eentje redden

Een verre voorganger van minister Van der Hoeven van Economische Zaken, Hans Wijers, weigerde in 1996 Fokker de helpende hand te bieden. Wijers, de huidige bestuursvoorzitter van AkzoNobel, wilde zoals hij zelf zei niet voor ondernemer spelen. Hij wilde alleen een krediet verstrekken als een commerciële partij bereid zou zijn de leiding te nemen.
    Fokker was op 15 maart 1996 failliet gegaan. Het Duitse moederconcern Daimler-Benz, dat de vliegtuigbouwer in 1992 had overgenomen, had even daarvoor de geldkraan dichtgedraaid. Aanvankelijk was de hoop dat Fokker na het faillissement schuldenvrij een doorstart zou kunnen maken, net als die andere industriële gigant die begin jaren negentig failliet ging: autobouwer DAF. Het plan voor een doorstart werd echter afgeschoten door bankiers van ABN Amro. Wijers besluit daarop definitief de benodigde 400 miljoen gulden (180 miljoen euro) niet ter beschikking te stellen.
    Eind jaren negentig trekt de vraag naar regionale vliegtuigen, zoals de Fokkers, flink aan, waardoor de vliegtuigbouwer volgens velen in oude glorie had kunnen herleven. Stork nam uiteindelijk nog enkele onderdelen over uit de failliete boedel. Die divisies zijn nu onder meer betrokken bij de ontwikkeling van de JSF en de A380.


Wijers is natuurlijk een leugenaar. Er was geen ondernemer, maar een investeerder nodig. Maar dat wilde Wijers niet doen, omdat hij een neoliberale anti-staat fundamentalist is. En wat de oordelen van bankiers in het algemeen en ABN Amro in het bijzonder waard zijn, weten we inmiddels sinds de kredietcrisis: zeer veel minder minder dan niets.
 

Addendum nov. 2011:
Nog meer goed nieuws van Fokker:


Uit: De Volkskrant, 07-11-2011, door Yvonne Hofs

Nog steeds een ijzersterk merk

Fokker, dat is toch vergane glorie? Ja, maar het is ook een bloeiend en innovatief toeleveringsbedrijf voor de internationale luchtvaartindustrie.

Tussentitel: ‘Het gaat goed met Fokker, maar we zijn een kleine speler en moeten
dus groeien’

In een afgesloten ruimte maakt een Fokker-medewerker zorgvuldig de gebruikte vliegtuigmallen schoon. Handschoenen en een masker beschermen hem tegen de oplosmiddelen waarmee hij de restjes composiet wegveegt. ...
    De Fokker-fabriek in Hoogeveen bevat ook ruimten zonder ramen. ...
    'Daar worden onderdelen voor de Joint Strike Fighter gemaakt', vertelt Steven Soederhuizen. Als vicepresident operations van Fokker Aerostructures ...
    Fokker Aerostructures maakt de deuren en de vleugelkleppen van de Amerikaanse straaljager. De grote titanium bevestigingsring voor de straalmotor wordt ook in Hoogeveen gemaakt. De burgerluchtvaart bestelt onder meer staartstukken, vleugelranden, landingsgestellen en rompdelen bij de Fokker-fabrieken in Hoogeveen en Papendrecht.
    Maar wacht even: Fokker? De Nederlandse vliegtuigfabrikant is toch in 1996 failliet gegaan? Inderdaad, maar vier levensvatbare onderdelen werden uit de boedel gered en ondergebracht bij Stork. Het Britse investeringsfonds Candover kocht Stork in 2007 en trok het bedrijf terug van de beurs. De luchtvaartpoot heet nu weer Fokker, in plaats van Stork Fokker. Het bekende beeldmerk met de lichtblauwe Fokker-handtekening staat prominent bij de ingang van het fabrieksterrein.
    Een logisch besluit, vindt directeur Hans Büthker van Fokker Technologies, de holding die de onderdelen Aerostructures, Elmo en Services samenbindt. 'De merknaam Fokker is zo ongelooflijk sterk dat we daar de nadruk op willen leggen. Stork en Fokker gaan nu ieder hun eigen weg.'
    De vliegtuigfabrikant Fokker mag dan een roemloos einde hebben gekend, als toeleverancier voor de luchtvaartindustrie groeit en bloeit Fokker. In 2007 maakte het Stork-onderdeel 8 miljoen euro winst. Het jaar 2010 werd afgesloten met 77 miljoen euro boven de streep.
    Fokker heeft ambitieuze groeiplannen, vertelt hij. In 2020 moet de omzet zijn gestegen naar minimaal een miljard euro per jaar. ...


Naar Rijnlands investeringsfonds Rijnlands onderwijsbeleid, inhoud Rijnlandmodel lijst , Rijnlandmodel overzicht  , of  site home .