Bronnen bij Het innovatieplatform

 
De start van het innovatieplatform was al nauwelijks veelbelovend:


Uit: De Volkskrant, 11-10-2003, door Ferry Haan

Innovatie is vijftig jaar aanmodderen

Nederland doet niet mee als het om technologische vernieuwing gaat, decennia van beleid ten spijt. Nieuwste poging: een 'innovatieplatform'.

Tussentitel: 'Tien belemmeringen weg zou mooi zijn.'

Foto's van klapschaatsen, ijsbanen en schaatspakken illustreren de laatste innovatiebrief van het ministerie van Economische Zaken. De klapschaats als hoogst haalbare top van technologische ontwikkeling, zo lijkt de boodschap. Je zou bijna denken dat het gonst van de economische activiteit in Heerenveen en dat de overdekte ijsbaan Thialf aldaar niet zo goed als failliet is.
    Voor Nederland en het ministerie van Economische Zaken blijft het worstelen met de gebrekkige technologische vooruitgang. Al meer dan vijftig jaar lang. De eerste waarschuwing dat het in Nederland slecht gaat met de R&D-uitgaven (Research en Development, onderzoek en ontwikkeling dus) en dat deze bovendien vooral worden gedaan door enkele grote bedrijven als Philips, Akzo Nobel, DSM, Shell en Unilever, dateert uit 1950, zo blijkt uit recent onderzoek door een student op het ministerie.
    Een vliegtuig van Fokker, de inmiddels failliete vliegtuigbouwer, siert de kaft van de eerste innovatienota van het kabinet uit 1979. De minister voor Wetenschapsbeleid Van Trier constateerde destijds opnieuw dat de R&D-uitgaven omhoog moeten. De boodschap van het huidige kabinet met de genoemde innovatiebrief vol schaatsers is precies dezelfde als die van vijftig jaar geleden: Nederland investeert te weinig in R& D. Bijna vijfentwintig jaar innovatiebeleid heeft Nederland kortom niet vooruit geholpen.
    Het innovatieplatform gaat dat nu veranderen. Premier Balkenende is er zo zeker van, dat hij zich laat afrekenen op de resultaten van deze nieuwste poging om Nederland op te stuwen in de vaart der technovolkeren. 'Het platform is de ijsbreker voor de kenniseconomie. De verwachtingen zijn hoog', zei de premier een maand geleden. Onder zijn leiding zal een veelkleurige groep technologie-experts vijf keer per jaar vergaderen over de innovatiepositie van Nederland.    ...
    Het innovatieplatform moet slagen waar Paars I heeft gefaald. Minister Wijers van Economische Zaken presenteerde in 1995 de innovatienota 'Kennis in beweging'. Hij kreeg honderden miljoenen guldens voor R&D. ...
  ... Finland is nu hét groeimodel voor een Westers land. Daar hebben ze Nokia en praten wetenschappers, bedrijfsleven en overheid wél met elkaar.
    Dat willen we in Nederland ook en dus is er nu het innovatieplatform. Gaat dit platform het verschil maken? De twijfel is groot. Deze week kwam innoverend Nederland bijeen bij het jubileum van het computerblad Computable. Onder leiding van Paul Witteman discussieerden mensen als Nina Brink (voorheen World Online, nu Ladot), de Nederlandse vertegenwoordigers van Microsoft, IBM en HP met politici en topambtenaren. Nederland moet een 'kenniseconomie' worden, daar is iedereen het over eens. Maar bij de vraag naar het hoe wordt het stil.
    Frans Nauta, secretaris van het nieuwe innovatieplatform, uit zich heel bescheiden, in tegenstelling tot premier Balkenende. 'Verwacht geen wonderen van een clubje dat vijf keer per jaar vergadert. Als we tien belemmerende regeltjes kunnen opheffen, dan ben ik al tevreden', zegt hij, het ambitieniveau van het kabinet drukkend.
    Zelfs die tien regeltjes zouden nog wel eens teveel gevraagd kunnen zijn. ...
    Door innovatie-apostelen is Nederland vaker onder vuur genomen. 'Weg met het poldermodel', adviseerde de Amerikaanse econoom Michael Porter Nederland twee jaar geleden. Het poldermodel is te traag voor een snelle kenniseconomie.
    Het innovatieplatform is echter weer precies zo'n polderoplossing. Sylvia Roelofs, directeur van ICT-Nederland, de lobbyclub voor innoverend Nederland, verwacht er daarom niet veel van. 'Het innovatieplatform dreigt zich vooral met de randvoorwaarden voor bedrijven bezig te houden. Dat doen we al vijftig jaar. Het moet veel concreter', aldus Roelofs. ...


Red.:   Een eerste product:
 

Uit: De Volkskrant, 17-11-2004

Wijffels wil nationaal kennisplan

Na het Sociaal Akkoord heeft Nederland nog een nationaal akkoord nodig: een Innovatieakkoord. Deze oproep doet voorzitter Herman Wijffels van het Innovatieplatform. Het Innovatieakkoord moet Nederland doen opstomen in de vaart der volkeren door vooral de investeringen in kennis te vergroten.

Tussentitel: `Excellentie moet weer lonen'

Het akkoord zou volgend jaar moeten worden gesloten door overheid, bedrijfsleven, universiteiten en andere betrokken partijen.
    De oproep deed Wijffels bij de presentatie van het rapport Vitalisering van de kenniseconomie. Hierin staan adviezen aan het kabinet om de innovatie in Nederland te bevorderen..   ...
    Volgens Wijffels kan Nederland de ambities op kennisgebied niet waarmaken als er niet rigoureus wordt ingegrepen in de kennisstructuur. Het Europese doel om in 2010 het meest concurrerende en innovatieve continent ter wereld te zijn, zoals in de Lissabon-doelstellingen is vastgelegd, is niet haalbaar.
    Nederland investeert te weinig in kennis en doet dat ook nog eens te ongericht, is de overtuiging van de SER-voorzitter. Om dit te verbeteren komt het Innovatieplatform met een aantal voorstellen. De overheid moet meer fiscaal voordeel geven aan kennisinvesteringen door bedrijven. Ook moet worden gestimuleerd dat er meer particulier kapitaal richting de wetenschap gaat. Verder zou de bureaucratie in onderzoek met minstens een kwart moeten afnemen, vergelijkbaar met de doelstelling van dit kabinet om álle administratieve lasten met een kwart te verminderen. Bovendien moet de sociale zekerheid veranderen.   ...
    Wijffels beaamt dat niemand het eigenlijk oneens is met de agenda van het platform, of met de oproep tot een innovatieakkoord. Er valt niet veel te onderhandelen, zoals bij het Sociaal Akkoord het geval was. Volgens de SER-voorzitter is het wel van belang dat het egaliserende denken in het onderwijs wordt losgelaten. `Excellentie moet weer lonen', aldus Wijffels. Vooral de prestatiebeloning voor universiteiten zal op weerstand stuiten. Nu krijgen universiteiten geld volgens een historisch bepaalde verdeelsleutel. Het kabinet wil met de introductie van `smart mix' al 200 miljoen euro op basis van prestaties verdelen.


Red.:   Het probleem is dat het normale idee van 'prestaties' binnen ambtelijke kringen tot resultaat heeft dat onderzoekers steeds meer de neiging krijgen gemakkelijk scorend, risicoloos onderzoek te doen, vaak onderzoek volgens de modes, en dat wetenschappelijke topprestaties en innovaties heel vaak juist buiten deze patronen vallen uitleg of detail . Bovendien is er al zoveel op "prestatie" gerichte toekenning van gelden


Uit: De Volkskrant, 27-05-2006, door Michael Persson

Geef onderzoekers rust, rust alsjeblieft

Tussentitel: Werken met een tijdelijke aanstelling aan een kort project: ‘niet de situatie waarin creativiteit het best gedijt’

Wie excellent werkt, oog heeft voor de buitenwacht en modes aanvoelt, krijgt geld van NWO. Dat staat wetenschappers steeds meer tegen.

...    NWO heeft om geld gevraagd, veel geld, 433 miljoen euro bovenop het huidige jaarlijkse budget van 423 miljoen. En wetenschapsminister Maria van der Hoeven heeft aangegeven dat het vreemd zou zijn – een ‘trendbreuk in het kabinetsbeleid’ zelfs – wanneer ze niet aan dat verzoek tegemoet zou komen.
    Goed nieuws dus voor de Nederlandse universiteiten: via NWO komt dat geld voor een flink deel bij hun vakgroepen en onderzoekers terecht.
    Maar Van der Hoeven heeft, met een opgeheven vinger, ook gezegd dat de universiteiten zélf van haar geen cent extra zullen krijgen. ...
    NWO heeft wél een duidelijk bestemmingsplan voor het onderzoeksgeld. Volgens de nieuwe strategie voor de periode 2007-2010 zijn de miljoenen bedoeld voor individuele, excellente wetenschappers, voor bundeling en samenwerking, voor nieuwe infrastructuur, en voor dertien nieuwe onderzoeksthema’s die zijn voortgekomen uit een gevoelde maatschappelijke behoefte. NWO heeft voor het opstellen van haar strategienota niet alleen het oor te luisteren gelegd bij wetenschappers, maar ook bij bedrijfsleven en overheid. ‘We hebben van buiten naar binnen gekeken’, zegt NWO-voorzitter Peter Nijkamp.
   Het geld wordt in competitie verdeeld: elke onderzoeker kan aanvragen indienen, voorstellen schrijven, een gooi doen. De besten krijgen het geld.
    Die twee eigenschappen van de NWO-subsidies (de tweede geldstroom) passen mooi in het wetenschapsbeleid van het kabinet. De aandacht voor excellentie en aandacht voor de wensen van de buitenwacht is een neerslag van Haagse begrippen als ‘kennisvalorisatie’, ‘kennisparadox’ en ‘dynamisering’ (kennisvalorisatie: de vertaling van wetenschappelijke resultaten in klinkende munt. Kennisparadox: de constatering dat er in Nederland veel kennis is, maar weinig valorisatie. Dynamisering: een vorm van prestatiebeloning om de kennisparadox op te lossen). Vandaar het enthousiasme van de minister, die overigens pas in augustus officieel zal reageren.
    Maar de nadruk op competitie en maatschappelijke behoeften begint steeds meer wetenschappers tegen te staan, zo blijkt maandag in de Grote Kerk in Den Haag. Voor steeds meer euro’s moeten onderzoekers aanvragen indienen, zich verantwoorden, zich tussentijds evalueren, met resultaten komen. Zelfs Fokkema, als rector van een technische universiteit wel genegen tot toegepaste wetenschap, merkt dat het sommigen te veel wordt. ‘Er komen steeds vaker collega’s naar me toe die zich beklagen. Ze zeggen Jacob, geef me rust, rust, rust, alsjeblieft. Die onrust is niet goed.’
    Frits van Oostrom, president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen KNAW, sprak tijdens zijn jaarrede twee weken geleden over een ‘vrij hijgerig klimaat’ dat is ontstaan door de groei van de tweede en derde (door het bedrijfsleven betaalde) geldstroom. Hij hekelde de grote hoeveelheid potjes waaruit wetenschappers kunnen putten. ‘Het voortdurende hollen naar fondsen heeft van het wetenschapsbedrijf – in de ogen van de buitenwereld zo’n vredige oase, op het saaie af – een hyperdynamische flipperkast gemaakt, waarin met veel gerinkel en luminescentie de teller alsmaar hogerop moet lopen. En voor hij het goed en wel in de gaten heeft, staat de onderzoeksleider bij die flipperkast niet eens meer aan de knoppen maar is hij zelf het balletje.’
    Want de subsidies uit tweede en derde geldstroom, hoe hoog ook, zijn flexibel en altijd tijdelijk. Steeds meer onderzoekers werken met voorlopige aanstellingen aan een project dat maximaal een jaar of drie, vier duurt. ‘Dat is niet de situatie waarin creativiteit het best gedijt’, zegt Van Oostrom. ‘Ik had net wel op het podium willen springen om dat tegen Balkenende te zeggen. Die somt dat lijstje op van die dertien thema’s, maar dat is niet de enige wetenschap die ertoe doet. Over vier jaar somt hij weer een ander lijstje op – maar als je dan iets in handen wilt hebben, moet je die andere gebieden nu niet gaan verwaarlozen.’     ...


Red.:   Dit is al zoveel druk en prestatiedrang, dat het zonneklaar is dat nog meer hiervan alleen maar contraproductief kan werken
    Twee jaar later:
 

Uit: De Volkskrant, 07-06-2006, van verslaggever Douwe Douwes

Wijffels levert lange, dure verlanglijst in

Na eindeloze pleidooien voor toponderzoek vraagt het Innovatieplatform nu aandacht voor het lager en middelbaar onderwijs. ‘Het is de basis voor de beroepsbevolking.’


3 Miljard euro voor het basis- en middelbaar onderwijs. 600 Miljoen euro voor het hoger onderwijs. 1,2 Miljard euro voor de wetenschap. 500 Miljoen om het mogelijk te maken dat Nederlanders ook na hun dertigste nog doorleren. 700 Miljoen euro om ondernemerschap te stimuleren.
    Het verlanglijstje dat het Innovatieplatform dinsdag in de vorm van de Kennisinvesterings-agenda bij de politiek indiende is lang en duur, maar volgens platform-lid Herman Wijffels ‘absolute topprioriteit’ voor de komende twee kabinetten. Wil de Nederlandse economie zich in de toekomst met de top van de wereld kunnen meten, dan moet er structureel geld bij, is de boodschap.   ...
    Ging de discussie rond het platform in eerste instantie vooral over onderzoek op ‘topinstituten’, in het rapport dat gisteren werd gepubliceerd, ligt de nadruk op het basis- en middelbaar onderwijs. Alle kinderen die veel kans hebben op een leerachterstand krijgen voorschoolse educatie, de eisen aan pabo-studenten worden zwaarder en meer gepromoveerden gaan voor de klas staan, om een paar actiepunten te noemen. ‘In het lager onderwijs is aanzienlijke ruimte voor verbetering’, zegt Wijffels. ‘Het is de basis voor de beroepsbevolking en met het oog op de vergrijzing is het nodig dat iedereen op zijn volle capaciteit kan werken.’
    Dat is volgens van Wijffels alleen mogelijk als de Nederlandse onderwijs- en kennisinfrastructuur wordt gedenivelleerd. De beste onderwijzers moeten meer salaris krijgen, de beste onderzoekers meer budget en de beste student hoeft minder collegegeld te betalen. De term ‘differentiatie’ ligt op de lippen van Wijffels en de zijnen bestorven.
    Het platform wil dan ook af van het gelijkheidsbeginsel in het onderwijs. ‘Emancipatie heeft in het onderwijs altijd de vorm aangenomen van het wegwerken van verschillen’, zegt platformlid Alexander Rinnooy Kan.
    ‘Die ambitie is doorgeschoten. We moeten een draai maken. Verschillen in talenten identificeren en dat zien als een kans. Het gaat niet om de gelijkheid van de uitkomst, maar om de gelijkheid van kansen om je te ontwikkelen.’   ...


Red.:   Merk als eerste op dat je voor deze conclusie niet drie jaar overleg hoeft te plegen of te studeren - simpel gezond verstand is genoeg: wil je meer topsporters, moet je de basis verbreden. Merk als tweede op dat hier ook een ander beleidsvoorstel van de redactie wordt overgenomen: de verandering van gelijkmakend onderwijs naar gelijke-ontwikkelingskansen onderwijs, waarin ook de topleerlingen mogelijkheden krijgen hun capaciteiten te ontwikkelen .


Naar Innovatie , Innovatie lijst , Wetenschap lijst , Wetenschap overzicht , of site home .