Het Openbaar Ministerie Naar aanleiding van de gang van zaken rond de
Schiedammer parkmoord, waarover onder meer, is er een groot aantal kritische
opmerkingen gemaakt over de rol van het Openbaar Ministerie in deze affaire,
die, zoals zelfs door de minister van Justitie toegegeven, dusdanig was
dat de rechtsstaat ernstige schade heeft toegebracht, omdat haar gedrag er de
oorzaak van was dat een onschuldige is veroordeeld in een proces dat tot in
cassatie heeft doorgelopen. Dit stuk zal laten zien dat dit geen eenmalig gebeuren
was, maar een symptoom van een ernstig structureel falen. Van de andere zaken
die dit laten zien staan in dit stuk alleen de samenvattingen en conclusies ten einde het patroon erin duidelijk te maken;
details staan elders. Dat patroon wordt hier verder geplaatst in
de context van een aantal andere sociologische
processen die op deze site besproken worden, samen te vatten als: hoe en door
wie wordt deze maatschappij bestuurd. De selectie van de zaken is puur gebaseerd
op wat het IRP door toevalligheden bekend is geworden, en vertegenwoordigt geen
systematisch onderzoek naar dit soort gevallen.
Het eerste geval is dat van de Leidse balpenmoord. Een vrouw wordt dood
aangetroffen, met het omhulsel van een balpen in een oog. De politie neemt aan
dat hier sprake is van opzet, moord dus. De eerste verdachten worden, zoals logisch en
gebruikelijk, gezocht in de naaste kring van de vrouw. Haar man valt onder die
verdachten, en wordt gehoord door de politie. De politie voert die verhoren
echter onder het mom dat ze de man ziet als een getuige. Als de man later
aangeklaagd wordt, blijkt dat hij altijd al verdachte is geweest, en de eerdere
verklaringen dus onder valse voorwendsels zijn afgenomen. Dit is een
rechtsovertreding, de man dient een klacht is, waarin hij na lang procederen in
het gelijk wordt gesteld.
Een paar jaar later krijgt de politie een omstreden verklaring van een
psychologe omtrent een mogelijke bekentenis van de moord door een zoon van het
gezin. Hoewel deze verklaring - de balpen zou afgeschoten zijn met een
kruisboog - van begin af aan zeer ongeloofwaardig was vanwege de fysieke
onmogelijkheid om dit op die manier te doen, gaat de politie over tot
vervolging. Tijdens die vervolging worden weer aanvechtbare handelingen gepleegd
zoals het plaatsen van een provocateur in dezelfde cel als de verdachte. De zaak
wekt veel rumoer, omdat de vader, hoogleraar in Leiden, allerlei deskundigen
weet te verzamelen die de fysieke onmogelijkheid van het kruisboogschot in
combinatie met de verwondingen aantonen.
Er volgt vrijspraak.
Het opmerkelijke aan deze zaak is dat een vervolging werd doorgezet die geen
enkele kans maakte. Er zijn daarvoor twee voor de hand liggende redenen: dit was
een wraakactie voor de veroordeling van de politie en het OM verkregen door de
vader, en dit was een poging om via de zoon de vader tot een bekentenis te
dwingen. In een latere fase heeft de vader geprobeerd de processtukken in handen
te krijgen. Toen na lang procederen de rechter hem ook in deze eindelijk gelijk
gaf, bleken de processtukken te zijn vernietigd in opdracht van de officier van
jusititie in Leiden. Deze officier van justitie werd later bevorderd naar Den
Haag, al waar hij betrokken was bij de mislukte vervolging van Desi Bouterse
en de IRT affaire. Na de laatste zaak werd de officier "gedemoveerd" naar het
arrondissement in 's Hertogenbosch.
De tweede zaak is die van René Lancee. Deze was politiechef op het eiland
Schiermonnikoog,
waar hij, naar verluid, een minder goede verhouding had met zijn baas, de
burgemeester van het eiland, vanwege zijn rechtlijnigheid. Toen zijn dochter
tegen een vertrouwensleraar een suggestie maakte over misbruikt te zijn door
haar vader, een soort verklaring waarvan in psychologische kringen bekend is dat
deze vaak op zelfsuggestie en/of aandachtsbehoefte berust, werd Lancee zonder
nader onderzoek door middel van de inzet van een veelkoppig arrestatieteam en
een helikopter van het eiland gehaald. Nader onderzoek wees al snel uit dat de
dochter door de mentor was aangezet tot de beschuldiging, en de zaak dus nergens
op berustte. Deze verklaringen werden uit het dossier gehouden, en de vervolging
tegen Lancee door het OM doorgezet. Uiteindelijk werd de onschuld van Lancee vastgesteld. Deze heeft daarna langdurig gestreden voor excuses en een
schadevergoeding, en wel zodanig lang en met zoveel moeite dat in een
televisieoptreden interviewer Paul Witteman aan Lancee vraagt of het niet beter
was de zaak gewoon op te geven. Lancee heeft uiteindelijk een schadevergoeding
van meer dan een miljoen gulden gekregen. De wetsovertredingen van de betrokken
officieren en procureurs van het OM zijn nooit vervolgd. Ook hier gaat het om de vraag waarom het OM een zaak heeft doorgezet die bij
voorbaat kansloos was. Hier is de voor de hand liggende verklaring dat hier
sprake was van het netwerk van de in onmin met Lancee levende
burgemeester/korpsleider en het OM.
De derde, wat kleinere zaak, is die van officier van jusitie Tonino
. Deze
begaat de stommiteit om zijn oude computer bij het grofvuil op straat te zetten.
Een taxichauffeur brengt de computer bij Peter R. de Vries, die ontdekt dat er
nog gegevens op staan, en levert hem in bij het OM. Dan komt ook naar buiten dat
er ook kinderporno op is gevonden. Als er bij een willekeurig persoon kinderporno
op de computer wordt gevonden, wordt hij vervolgd, en moet hij bewijzen dat het
er toevallig op is gekomen. In het geval van medewerker van het OM Tonino, wordt
door het OM zonder meer aangenomen dat de kinderporno er per toeval op is gekomen, en geen
vervolging ingesteld.
De vierde, ook wat kleinere zaak is die van procureur-generaal Dato Steenhuis. Een
opvallend (luxe en enigszins officieel) automobiel blijkt bij herhaling op een stuk rijksweg
gevaarlijke manoeuvres uit te halen, en wel zodanig veel dat men erover spreekt. Nadat iemand een klacht indient, blijkt het
een dienstauto van het OM te zijn. Het OM wil niet bekendmaken wie het betrof.
Op dat moment is dus eigenlijk al duidelijk dat het een hooggeplaatst persoon moet
zijn, omdat dit voor een lager geplaatste nooit gedaan zou worden. Het blijkt
procureur-generaal Steenhuis, bekend van eerdere affaires, zoals
belangenverstrengeling, en betrokkenheid bij de zaak Lancee. De zaak wordt
uiteindelijk toegedekt met een veroordeling van de chauffeur, terwijl het
volkomen duidelijk is dat Steenhuis als vaste inzittende en baas van de
chauffeur de verantwoordelijke is. Ook hier dekt het OM de betrokkenheid bij een
strafbare zaak van iemand van het OM. Uiteindelijk wordt de chauffeur
veroordeeld, en Steenhuis niet vervolgd ondanks een belastende verklaring van de
chauffeur, een beslissing van datzelfde OM. Een duidelijk geval van corruptie.
Alle details hier
.
Tenslotte de Schiedamse parkmoord
. Cees
B. komt als een van de aanmelders van het misdrijf in het vizier van de politie
en het OM omdat hij eerder veroordeeld is voor een lichter zedenmisdrijf: het
doen van oneerbare voorstellen aan kinderen, en met name: het kind van een
politieman. Als in de loop van het onderzoek er snel allerlei voor Cees B.
ontlastende gegevens opduiken, zoals als een volkomen niet-kloppende
daderbeschrijving door het mede-slachtoffer en niet-passend DNA, worden deze
bewijzen genegeerd of uit het dossier gehouden. Cees B. wordt veroordeeld tot in
hoger beroep, en komt slechts vrij na de spontane bekentenis van dader Wik H.
Ook hier blijkt de eerste fout veroorzaakt door een persoonlijke relatie binnen
het netwerk van politie en OM.
Deze zaken hebben een duidelijk patroon: na het maken van de eerste fout worden
nieuwe, nog ernstigere fouten gemaakt om de eerste te bestendigen. En het
patroon laat zien dat de eerste fout er een is die te maken heeft
met de onderlinge persoonlijke verhoudingen, met het netwerk. Het patroon is dat
het persoonlijke netwerk gebruikt wordt om de macht van de organisatie te
gebruiken ten einde een onpersoonlijk doel na te streven: het OM dat een
belediging wil wreken, een burgemeester die rekeningen wil vereffenen, twee collega's die gedekt worden, en een collega die wordt gewroken. In
veel van die gevallen zijn er contacten met media die vragen stellen, en geen
antwoord krijgen, misdaadjournalist Peter R. de Vries, heeft er mede zijn
carrière aan te danken. Komt er wel wat naar buiten, staan alle woordvoerders,
tot en met de verantwoordelijke minister (meestal ook jurist), klaar om te
verklaren dat het in eerste instantie aan de media ligt, en dat als er iets
gebeurd is, het een incident is.
De werkelijke reden van deze grote verzameling incidenten (nog een
aantal staan er hier
) is
dat hier sprake is van een organisatie die er stinkende praktijken op nahoudt,
en de reden van het gebrek aan openbaarheid en de stilzwijgendheid jegens de
media is dat die praktijken het publieke daglicht niet verdragen. Die
organisatie is gaan stinken, om de redenen dat er meer dingen gaan stinken:
selecteer uit een beperkte groep, hou de zaken besloten, corrigeer fouten niet,
en als er een fout naar buiten komt, geef dan de schuld aan iedereen behalve
jezelf. De beste graadmeter voor de mate van stinken is, zoals wel bekend, de
mate waarin men het bastion gesloten weet te houden, en wat het OM betreft, zie
hier .
Wat dat laatste betreft valt een kleine vooruitgang te melden, omdat, nadat
persofficieren van justitie meerdere malen met grote stelligheid hadden
verklaard dat het feit dat de verkeerde veroordeeld was in de Schiedammer
parkmoord,
dit niet betekende dat er iemand een fout had gemaakt, de nieuwe leidinggevende
procureur-generaal, Harm Brouwer, op televisie toegaf dat er wel degelijk een
fout moest zijn gemaakt; meerdere waarnemers merkten op dat dit de eerste keer
was dat een OM medewerker dit ooit had gedaan. [addendum dec. 2006: de OM
officieren die professionele fraude hebben gepleegd in deze zaak worden door
datzelfde OM niet vervolgd, zie hier
]
Met de opsomming van de oorzaken van het stinken van het OM, zijn ook meteen
een aantal oplossingen aangegeven. Het eerste wat kan gebeuren is dat al die
personen die onjuiste verklaringen hebben afgelegd, al diegenen die dossiers
hebben zoek gemaakt, al diegenen die stukken uit dossiers hebben gelaten of
anderszins gemanipuleerd, al diegenen wier zaken onterecht zijn toegedekt, en al
diegenen die zaken onterecht hebben toegedekt, dat al die mensen openbare
verklaringen afleggen, ten einde al die andere mensen die door hun handelingen
schade hebben ondervonden excuses aan te bieden en gerust te stellen.
De noodzaak hiervan ligt in het feit dat de betrokken medewerkers van het OM
een uiterst belangrijke publiek zaak dienen: de rechtshandhaving. Wat betreft
die rechtshandhaving is elke zweem van onoorbaar gedrag door de uitvoerders
onduldbaar, of dat nu een computer met porno of het rijgedrag van het
dienstautomobiel is. Deze mensen schaden de rechtstaat, zoals blijkt uit de
publieke reacties op die incidenten. En schade aan de rechtsstaat is erger dan
misdaad. Komen de betrokkenen niet met dergelijke openbare verklaringen, dan is
het de dure plicht van de rechtstaat de enige conclusie te trekken: het
verwijderen van de betrokken personen uit hun functioneren als handhaver van de
rechtsstaat.
Voor beoordeling van het OM door anderen, zie hier
. Meer over de sociologische processen die achter het ontstaan van deze
stinkende organisatie steken elders
.
Terug naar Houding van de top V
, Sociologie overzicht
, of naar site home
.
|