Alfa en bèta: studiekeuze

Eén van de werkelijkheden aangaande het studeren is dat een bèta studie veel nuttiger is voor de maatschappij dan een alfa. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de toenemende werkloosheid onder afgestudeerden in het algemeen, schrijvende 2005, terwijl er tegelijkertijd kenniswerkers uit het buitenland wordt gehaald, dat wil zeggen dat er een tekort is bèta opgeleiden.

Maar ook een paar praktijkgevallen zegt al veel, zie hieronder. Let op het verschil in inhoudelijkheid dat eruit blijkt (de Volkskrant, 22-04-2005, door Francisca Segers):
  Banenjacht

Naam: J. A.
Kan: mensen overtuigen van hun eigen kunnen
Zoekt: contact met collega's Wil: iets betekenen

`Het zou goed zijn als scholieren op de middelbare school al gewaarschuwd worden: taalwetenschappen. zeer interessant, maar op de arbeidsmarkt heb je er niets aan', schreef de vriend van J. A. aan de Volkskrant. Anderhalf jaar na haar afstuderen is ze nog steeds op zoek naar een passende baan.
    A. koos na haar middelbare school voor een studie Nederlandse taal en cultuur niet de specialisatie taalwetenschappen: 'Op de studiebeurs in Utrecht hoorde ik dat kinderen over de hele wereld op dezelfde manier een taal leren. Fascinerend.'
    Ze begon aan haar studie met goede arbeidsperspectieven. Ze kon gaan lesgeven, of het onderzoek in. 'Veel afgestudeerden konden vroeger aan de slag als beleidsmedewerker bij een bedrijf of de overheid, maar tegenwoordig nemen ze alleen mensen met vijf jaar ervaring aan Ook word ik afgerekend op het feit dat ik taalwetenschappen heb gestudeerd en geen economie. Het liefst wilde ik een onderzoeksplaats, maar bij taalwetenschappen is dat een elleboogcultuur waar je moeilijk tussenkomt.
    Ook het onderwijs heeft voor haar afgedaan: 'Ik zou tegenwoordig niet voor de klas willen staan. Volgens mij ben je dan meer bezig politieagent te spelen.'
    Wat wil ze dan wel? 'Communiceren met klanten, particulieren en collega's. Als ik maar in contact sta niet mensen. Ik wil geen baan niet alleen maar cijfers.'
    A. solliciteerde naar een functie als helpdeskmedewerker bij een universiteit. De doctorandus in de taalwetenschappen werd te 'zwaar' bevonden voor de baan: 'Ze dachten dat ik snel uitgekeken zou zijn en weer zou vertrekken.'
    Nu werkt zij via een uitzendbureau op de helpdesk van de Sociale Verzekeringsbank. Hier ontdekte ze onvermoede talenten bij zichzelf: 'Ik kan goed mensen coachen en overtuig ze van hun eigen kunnen.' In mei loopt A.' contract af: 'Ik ben nu hard aan het solliciteren. Dit werkt het beste via uitzendbureaus. Op een advertentie in de krant reageren heel veel mensen, je moet een erg goed cv hebben wil je hier tussenuit gepikt worden. Een intercedent weet wat bij je past en kan je aanbevelen, dan krijg je in ieder geval een gesprek.'
    Een kijkje in de keuken van het uitzendbureau is haar zo goed bevallen dat ze overweegt zich bij hen aan te sluiten: 'Een baan als intercedent lijkt me erg leuk. Door te kijken naar de persoon en niet naar het cv kan ik wal betekenen voor zowel bedrijven als mensen.'

En (de Volkskrant, 14-03-2005, ingezonden brief van M.J. Boskamp (Nieuw-Dordrecht)):
  Magazijnen

Als aanvulling op de brief van T.D. Mous (Geachte redactie, 7 maart) het volgende: mijn zoon heeft zijn studie Keltische Talen en Cultuur vlot afgerond inclusief een stagejaar in Ierland. Hij wil ontzettend graag aan het werk in zijn interessegebied, solliciteert op elke baan die hem in die richting kan brengen, maar wegens gebrek aan ervaring komt hij nergens voor  in aanmerking, zodat hij geen ervaring kan opdoen, zodat hij nergens voor in aanmerking komt, en ga zo maar door.
    Hij werkt nu al meer dan een jaar via een uitzendbureau als magazijnmedewerker. Als hij bij het arbeidsbureau informeert naar ander werk, wordt hij verwezen naar andere magazijnen, want daar ligt zijn ervaring.
    Zo zullen nog veel meer jonge, afgestudeerde, intelligente en gemotiveerde mensen aan de zijlijn staan. Wat een verspilling, zowel voor deze jonge mensen als voor onze maatschappij.
Waar zijn de bedrijven en overheidsinstellingen die voor deze laag van de bevolking arbeidsplaatsen willen openen, ervaringsplaatsen van waaruit zij kamen doorstromen naar een reguliere baan en waar ze van praktisch nut kunnen zijn, zowel voor zichzelf m het bedrijf waarvoor zij werken als voor ons, de maatschappij?

En (Leids universiteitsblad Mare, 14-04-2005, door Freeke van der Voort):
  De omslag

De klok staat stil in de computerruimte. De klok staat al maanden stil. Waarschijnlijk is de klokkenreparateur ook weggereorganiseerd en blijft het voorgoed twee over half twee. Wie weet, kunnen we er later een stoer verhaal over vertellen. Misschien kunnen we volgend jaar de eerstejaars wijsmaken dat hij stil is komen te staan doordat er een magneetveld van 9 tesla vrij kwam toen een NMR-magneet per ongeluk werd gequencht op de zevende verdieping. En dat daarom de borrel altijd om twee over half twee moet beginnen. Eens kijken hoe lang mensen dan over hun studie gaan doen.
    Opeens gebeurde het. Van student veranderde ik in... tja, in wat? In iemand die grapjes maakt over magneten. Het voelt als een soort overgangszone. Het enige waar ik me vroeger druk om hoefde te maken was over of ik op tijd op college zou zijn. En anders over hoe ik zo stil mogelijk binnen kon komen als ze net begonnen waren. Het was belangrijk voldoende discipline op te brengen om zelfstandig te studeren. Ik denk echter dat ik zelden aan het aantal uur waar mijn studiepunten voor staan gekomen ben.
    Nu is alles anders. Een enkel college dat ik dit semester nog volg, vergeet ik wel eens. Terwijl ik vroeger juist moest leren met mijn nieuw verworven, academische vrijheden om te gaan, ben ik nu doordeweeks elke dag van negen tot vijf of zes aan het werk. Ik besef opeens wat het nut is van een koopavond. Ik zie mijn studiegenoten overdag nauwelijks meer. De tentamens die ik nog moet doen, schijnen onbelangrijk.
    Maar wat doe ik dan wél? Onderzoek. Eérst een molecuul tussen twee gouddraadjes stoppen en de geleiding meten, de rest komt later. Ik ga om met mensen, die ik tot voor kort niet kende. Mensen die ook graag de geleiding meten door enkele atomen of moleculen. Over de hele wereld zijn wetenschappers met enkele moleculen bezig. Als ik lezingen bijwoon over hun onderzoek, heb ik het idee dat ik stiekem een glimp opvang.
van de grotemensenwereld. Hoewel ik nog niet alles begrijp, mag ik wel een beetje mee doen.
    Ik leer veel waardevolle dingen. Vaardigheden. Solderen. Boren. Tappen. In gouddraadjes snijden. Onthouden hoe een inbussleutel heet. Draadjes vastzetten met nagellak. En soms vraag ik me af of ik hier nou werkelijk eerst 3 jaar voor heb moeten studeren. Als alles klaar is, blijkt het niet te werken. Natuurlijk niet. Zo gaat dat als je onderzoek doet. Dan begint het pas. Als het eenvoudig was, had iemand anders het vast al gedaan. Het gaat niet alleen om het resultaat. Als je uit de achtbaan komt, voel je je blij en ietwat draaierig, maar het gaat uiteindelijk om de rit zelf. Natuurlijk wil je nog een keer.
    Misschien weet ik volgend jaar weer wat ik ben. Dan ben ik niet gewoon een student, maar een master-student. Dan hoor ik bij de 'graduate school' en kan ik me weer met anderen identificeren. Dan heb ik een titel, al is het niet een hele stoere. Een doctorandus hoor je formeel aan te schrijven met 'weledelgeleerde'. Een doctor met 'weledelzeergeleerde'. Maar voor iemand met een bachelortitel is nog geen predikaat. Daarom doe ik nu het eerste voorstel om mij en anderen vanaf volgend jaar aan te schrijven met 'weledelbijnageleerde'. Wie weet stimuleert dat nog tot doorstuderen, als je er toch zo bijna bent.

Meer voorbeelden plus context hier uitleg of detail .


Naar Alfa's en bèta's  , Innovatie  , Wetenschap, cultuur  , of site home  ·.