Algemene semantiek | Onderwijsprogramma

De aanpak op het onderwijs zoals volgende uit de visie van de algemene semantiek op de wereld, in dit geval concreet betekenende: geef aan iedereen onderwijs naar capaciteiten en kijk naar wat wat werkt, is uitgewerkt onder de noemer van het Rijnlandse onderwijsbeleid - qua inrichting hier  , en qua inhoud hier  .
    School is ook de natuurlijke plek om mensen te trainen in de vaardigheden van de algemene semantiek. Misschien is dan de eerste gedachte dat dit iets is voor het middelbaar onderwijs, maar daarvan is al bewezen dat dit niet juist is (zie de huidige wereld) - en wat eigenlijk ook logisch is, want de plaats van de meeste en in ieder geval  meest basale taal- en begripsverwerving ligt elders: op de basisschool. En het kan, zoals de eerste bronnen laten zien (de Volkskrant, 21-06-2007, van correspondent Gert-Jan van Teeffelen):
  Dankzij filosofieles op de lagere school kunnen kinderen helderder denken en worden toleranter

Schotland kweekt kleine wijsneuzen

Sinds 2001 krijgen Schotse kinderen op de lagere school les in filosofie. En wat blijkt? Hun IQ gaat blijvend omhoog.


‘Wie wil deze meneer iets vertellen over de filosofieles?’, vraagt de juf aan een klas van St. John’s Primary School, een openbare lagere school in het Schotse plaatsje Alloa. ‘Ikke!’, en er schieten vijftien handen omhoog. ...
    Een klasgenootje meldt dat het soms geoorloofd is te liegen. ‘Als je iemand geen pijn wilt doen bijvoorbeeld.’ Een ander valt het jongetje in de rede en begint een lang verhaal over een paard. ‘Het gaat over eerlijkheid’, verduidelijkt ze trots. De lessen vinden ze zonder uitzondering geweldig.
    Sinds 2001 krijgen kleine kinderen in de Schotse gemeente Clackmannanshire filosofieles, philosophical enquiry geheten. Niet in de leer van bekende filosofen, maar aan de hand van plaatjes en (dieren)verhalen, waarover ze met elkaar en de onderwijzer discussiëren. Prikkelende voorbeelden die voor velerlei uitleg vatbaar zijn.
    Neem deze fabel van Aesopus. Een man die een lange reis moet ondernemen, huurt een ezel voor het dragen van zijn tassen. De eigenaar van de ezel vergezelt hem, en na enkele uren lopen is het tijd voor een pauze. Het is bloedheet, en de reiziger gaat in het stukje schaduw naast de ezel zitten om bij te komen.
    Het duurt niet lang of de eigenaar van de ezel krijgt het ook erg warm. ‘Wil je even aan de kant gaan?’, zegt hij. ‘Het is mijn ezel, dus ook zijn schaduw is van mij.’ De reiziger is verbaasd. ‘Ik heb de ezel gehuurd, dus zijn schaduw ook!’ Er ontstaat ruzie. En terwijl de mannen bekvechten, verdwijnt de ezel in de verte.
    Na het voorlezen begint de onderwijzer vragen te stellen. Met wie zijn jullie het eens? Waarom? Wat is een schaduw eigenlijk? Kun je eigenaar zijn van een schaduw? Waarom wel/niet? Was er een andere oplossing mogelijk? Om via deze socratische methode bij het onderliggende thema te komen: waarom delen mensen dingen? En waarom soms niet?
    ‘Het mooie van dit soort filosofische vragen is dat ze al in de aard van kinderen zitten’, zegt Paul Cleghorn, tot voor kort hoofdonderwijzer in Alloa en tegenwoordig adviseur van de gemeente. Hij is de grote aanjager van het project. ‘Maar thuis of op school zijn we niet gewend hen geleide vragen te stellen. Het stimuleert ze tot rationeel, onafhankelijk denken en leert ze argumenteren. De leraar heeft een rol als bemiddelaar, in plaats van de overdrager van voorgeschreven informatie.’
    De lessen duren maar een uur per week, maar de resultaten zijn verbluffend. Onder toezicht van hoogleraar Keith Topping onderzocht Dundee University een groep van ruim honderd leerlingen. Bij hen lag het IQ na anderhalf jaar gemiddeld 6,5 punten hoger dan bij een controlegroep die het gewone onderwijsprogramma had gevolgd. Uit een vervolgstudie bleek dat deze winst behouden blijft op de middelbare school, ook al krijgen de filosofielessen geen vervolg. ...
    De gemeten sprong in IQ is mooi meegenomen, maar de positieve gevolgen voor de kinderen liggen ook op het sociale en emotionele vlak. Behalve dat ze effectievere denkers en betere probleemoplossers werden, kregen ze meer zelfvertrouwen en begrip voor elkaar. Kinderen die vroeger hun mening niet durfden te geven, deden dat nu hardop en beargumenteerd.
    ‘De kinderen zijn toleranter geworden en kunnen het met elkaar oneens zijn zonder dat het agressief wordt’, is een andere waarneming. Ze leren vanuit verschillende perspectieven kritisch naar een situatie te kijken, en ontdekken dat er niet alleen maar ‘goede’ of ‘foute’ antwoorden zijn. Dit onafhankelijke denken komt goed van pas bij andere vakken. ...
    Veel onderwijzers staan verbaasd over de diepte en helderheid van de gedachten bij leerlingen. Zo kwam Hannah (7) bij het bespreken van het thema geluk tot de volgende conclusie: ‘Geluk komt niet van dingen. Die zijn als een prettige deken over je heen, waardoor je denkt dat je gelukkig bent. Maar daaronder zit nog steeds de zelfde jij. Geld zal je niet gelukkig maken. Je moet het zien als een tevredenheid die binnenin je zit.’

Hier gaat het over filosofie, maar we hebben al betoogd dat algemene semantiek ook de basis is van filosofie, en aan filosofie vooraf moet gaan - maar ook uit het bovenstaande blijkt al dat een goed georganiseerde filosofiecursus automatisch een belangrijk deel van de algemene semantiek in zich heeft, zij het in onsystematische vorm.
    Maar het belangrijkste wat dit laat zien is welke enorme waarde een dergelijke cursus kan hebben - zowel op het intellectuele als het morele vlak.

Een tweede signaal dat leeftijd geen bezwaar hoeft te zijn, en zelfs een voordeel kan zijn (de Volkskrant, 05-01-2010, door Aimée Kiene):
  Betwetertjes kweken

Filosoof Bas Haring maakte een luisterboek met filosofische vragen voor kinderen. ‘Veel dingen zijn gewoon niet zo helder.’

Is het beter om meer smaken pindakaas te hebben? Spreekt de juf of de meester altijd de waarheid? Is vuilnis in het bos erg? Dit soort vragen hield filosoof Bas Haring (41) bezig toen hij klein was. Nu heeft hij dertien van dergelijke vragen besproken in een luisterboek met de titel Waarom?, bedoeld voor nieuwsgierige basisschoolkinderen.

Gaat deze cd over filosofie?
‘Ik wil in elk geval niet doceren over filosofie. Het is niet heel moeilijk en je hoeft er niet voor te leren. Ik vind het veel leuker om stil te staan bij de gewone vragen in het leven, om daarmee te laten zien dat iedereen heus een beetje filosofisch is van zichzelf. Zeker jonge mensen zijn dat, die zijn veel opener in het overwegen van allerlei ideeën dan volwassenen. Kinderen weten nog niet veel, dus die kunnen heel makkelijk iets betwijfelen. En dat hoort erg bij filosofie.’
...
De antwoorden op de vragen zijn vaak vrij onbevredigend. Meestal geeft u niet één antwoord. Is dat niet vervelend voor de luisteraar?
‘Veel dingen zijn gewoon niet zo helder. Dat is misschien niet zo bevredigend voor de luisteraar, maar dan moet die zelf maar zoeken om op een eigen antwoord te komen ...’

Wat heeft een kind eraan om dat te weten?
‘Het is goed te weten dat je niet zeker bent over dingen. Zekerheid is vaak schijnzekerheid. Als je dat weet, doe je dingen beter en weloverwogener. Je denkt drie keer langer na en na drie keer weet je het nog niet zeker, maar dan heb je wel beter nagedacht. Als jonge mensen nadenken, maakt dat ze verstandiger ...’

Zouden filosofielessen op de basisschool verplicht moeten worden?
‘Daar is veel voor te zeggen. De primaire vaardigheden die we kinderen nu bijbrengen, zijn taal, rekenen, sport. Maar kinderen wordt onvoldoende geleerd te argumenteren en naar elkaar te luisteren. Dat zou op alle scholen geïntroduceerd moeten worden. Niet als leuk extraatje, maar als eerste vereiste voor de opvoeding van kinderen.’

Hoe moet dat eruit zien?
‘Ik ben geen didacticus. Maar op mijn cd heb ik op een zorgvuldig beredeneerde manier proberen te praten over vraagstukken. Als een kind een mening heeft, dan kun je vragen: wat zijn je argumenten voor deze mening, kloppen ze, of zijn met elkaar in tegenspraak? Dat is zinvol.’

Is dat niet te ingewikkeld voor kinderen?
‘Ben je gek. Misschien moet je niet meteen het woord ‘argument’ gebruiken. En je moet rekening houden met wat kinderen aankunnen. Daar weet ik niks van, maar er zijn mensen die weten: een kind van 6 heeft nog geen flauw idee van wat de dood is. Dan moet je er nog niet over beginnen. Ik zal kinderen ook niet lastig vallen met quantummechanica, want daar begrijpen ze natuurlijk geen bal van. De truc is dat je de onderwerpen verplaatst naar hun eigen leven. En kinderen snappen veel, dat merk ik aan de vragen die ze stellen.’   ...

Natuurlijk heeft niet iedere klas hetzelfde niveau en dezelfde bagage, maar dan kunnen weer andere zaken uit dit curriculum nuttig worden:
  Ik hoorde van een man die filosofieles gaf op een basisschool in een slechte wijk. Zijn leerlingen waren erachter gekomen dat je kunt praten met elkaar als je het oneens bent, dat je niet altijd meteen een mep hoeft te verkopen. Als dat gebeurt, heeft filosofie een evidente toegevoegde waarde

Zo is er altijd wat te leren.

De koppen van het volgende stuk zeggen eigenlijk al genoeg (de Volkskrant, 13-11-2010, door Kees Kraaijeveld en Suzanne Weusten, beiden directeur van De Argumentenfabriek Denkacademie):
  Essay | Herstel van het gezond verstand

Denken moet je leren

‘Denken’ prijkt bovenaan de internationale lijstjes met vaardigheden die de jeugd moet leren. Behalve in Nederland. Het wordt tijd voor een nieuw vak op school.

Tussentitel: Helder denken is niet alleen een kwestie van talent of aangeboren intelligentie

Stelt u zich eens voor: het Malieveld vol mensen. Een vrolijke meute, zwaaiend met spandoeken. Een demonstratie. Niet tegen het verhogen van de pensioenleeftijd of tegen de bom. Maar voor iets moois: voor het herstel van het gezond verstand.
    In Nederland kunnen we ons bijna niet voorstellen dat tienduizenden mensen demonstreren voor de ratio. In de Verenigde Staten ligt dat anders. Vandaag precies twee weken geleden, vlak voor de congresverkiezingen, vond in Washington DC zo’n protestbijeenkomst plaats. De Rally to restore sanity, een serieus initiatief van komiek en tv-presentator Jon Stewart, bracht 200 duizend Amerikanen op de been. Ze hadden de buik vol van de stupide verkiezingspropaganda, genoeg van het gemakzuchtig spektakel en de emoties die het publieke debat overheersen. Massaal stonden ze voor het Congresgebouw om steun te betuigen aan de redelijkheid, de ratio en het heldere denken.
    ‘Restore sanity’. Bij dit moreel appèl sluiten wij ons graag aan. Nog niet met een oproep om te demonstreren op het Malieveld, maar met een betoog over helder denken. Denken moet een serieus vak worden op school, zoals rekenen of taal, is de centrale stelling van dit betoog.
    Waarom? Omdat – stelling twee – helder denken onmisbaar is voor het goed functioneren van de samenleving. Maar eerst maken we korte metten met een hardnekkig misverstand, namelijk dat de nieuwe inzichten uit de hersenwetenschap het failliet van het denken zouden betekenen.
    De hersenwetenschap is populairder dan ooit. De boeken over het brein van wetenschappers als Dick Swaab, Victor Lamme en Ap Dijksterhuis, vliegen over de toonbank. En terecht. De breinboeken verschaffen fascinerende inzichten. Wat het denken betreft, is de boodschap van de neurowetenschap zonneklaar. We zijn minder goed in denken dan we dachten.
    Zo komen proefpersonen die lang mogen nadenken over de keuze voor een potje jam, minder vaak tot een achteraf bevredigende beslissing dan proefpersonen die direct een knoop moeten doorhakken.   ...

Zo volgen er nog een reeks voorbeelden van wat hier systematisch is beschreven onder Beslissingen  .
 
  De bevindingen van de hersenwetenschap betekenen niet het failliet van het rationele denken. Integendeel. Juist omdat we ons nu realiseren hoe feilbaar het individuele brein is en omdat we beseffen hoe machtig de verhalen uit de kwebbeldoos zijn, is het belangrijk dat we het brein goed leren gebruiken.
    Denken loont, en daarmee hebben we een brug geslagen naar onze tweede stelling: helder denken is meer dan ooit van belang voor het functioneren van de samenleving. ‘Meer dan ooit’ durven we op te schrijven, omdat er echt iets bijzonders aan de hand is. Het kan u niet zijn ontgaan. Kranten, mails, boeken, websites, televisieprogramma’s, blogs, rapporten, tweets.
    De hoeveelheid informatie die onze hersenen dagelijks te verwerken krijgen, groeit explosief. ...
    Helder denken helpt ons grip te krijgen op de overvloed aan informatie, of het nu gaat om de keuze voor een nieuwe auto of een analyse van het pensioensysteem. Helder denken brengt structuur in de overvloed aan informatie: het betekent goed observeren, de verzamelde informatie ordenen en pas daarna tot een oordeel komen. Wie helder denkt, kan hoofd- en bijzaken van elkaar onderscheiden, is zich bewust van mogelijke denkfouten en staat open voor nieuwe gezichtspunten

Zaken die hier allemaal al aan de orde zijn gekomen, vanaf dit punt te beginnen met hoe je die informatie filtert op haar inhoud  .
 
  Helder denken is bovendien maatschappelijk onmisbaar, omdat alleen helder denkwerk navolgbaar en controleerbaar is voor anderen. Politici, bestuurders, managers en beleidsmakers moeten transparant zijn in hun besluitvorming om het vertrouwen van burgers en consumenten te behouden. Omgekeerd moeten voor een goed functionerende samenleving ook burgers helder kunnen denken. Alleen zo kunnen ze de verhalen van anderen, bijvoorbeeld over de kredietcrisis of de pensioenleeftijd of over de veiligheid in de buurt, controleren en corrigeren.
   Om deze redenen moet denken een serieus vak worden op school. Het onderwijs is immers bij uitstek de plaats waar kennis en vaardigheden voor het algemeen belang worden onderwezen. Tot nu toe is denken vooral een bijproduct van het onderwijs. Ongemerkt leren we bij taal en rekenen te redeneren. En geschiedenis brengt ons een historisch en maatschappelijk perspectief bij.
    Maar daar blijft het meestal bij. ...
    Dit is een gemiste kans. Want een andere les die de neurowetenschap ons leert, is dat denken goed te leren valt. Metacognitieve vaardigheden als besluitvaardigheid, rationele afwegingen maken en van perspectief kunnen wisselen, zijn aan te leren. Helder denken is niet alleen een kwestie van talent of aangeboren intelligentie. Integendeel, intelligente mensen zijn vaak luie denkers, juist omdat ze zich vaak overal uit weten te kletsen.    ...

Het gevaar voor de mooie praatjes van de beleidsmakers zal wel een reden zijn dat dit programma nog geruime tijd op zich zal laten wachten.


Naar Alg. semantisch trainingsprogramma  , Alg. semantiek, inleiding  , of site home  .