Bronnen bij Menswetenschappen, regels: revolutie
De sociologische revolutie is een klassiek voorbeeld van een
niet-evenwichtproces, één van de vormen van de dynamiek van het evenwicht
. En onder historici is volkomen bekend dat revolutie het gevolg van
langdurige onderliggende processen, die zich afspelen onder een schijnbaar
stabiel evenwicht. Onder de bespreking van een klassieke analyse
(de Volkskrant, 16-10-2010, door Martin Sommer):
Een observatie die niet algemeen geldig hoeft te zijn
(waarschijnlijk: is) - de Tocqueville was waarschijnlijk te zeer bevangen
door persoonlijke gevolgen van het proces dat hij beschrijft:
Dit natuurlijk slaande op de revolutie van 1789, niet die van 1848. Dit
allemaal in het volgende kader:
Waarin de eerste stap was:
Een specifiek-geval gerichte beschrijving van het proces van doorslaan van
het evenwicht in geval van de catastrofale verandering.
Waar het hier met name om gaat, is een deelaspect van de revolutionaire
verandering: de schijnbare stabiliteit die er vaak aan vooraf gaat en de
snelle manier waarop het gebeurt:
Een ander kenmerk van de catastrofale of revolutionaire verandering is
dat er meestal meerdere slingeringen rond het nieuwe evenwicht
plaatsvinden. Ook dat valt uit het artikel van Sommer te halen (de citaten
zijn nu niet meer op volgorde).
Nog een aspect wordt genoemd: dit zijn sociologische verschijnselen, dat
wil zeggen: de invloed van de enkeling is zeer beperkt, zelfs als zijn
analyse de juiste is:
Logisch: de zittende macht wil zelden, of zeg maar gerust: nooit, haar warme
zeteltjes opgeven. En ook de andere partij is doof voor de verliezen die ze
zal lijden
Want natuurlijk kent een revolutie, in ieder geval op de kortere termijn,
alleen verliezers. Waarbij aan te tekenen valt dat de schuld niet
evenredig verdeeld mag worden: de domoren in de Assembleé hebben oneindig
veel meer mogelijkheden om het te voorkomen dan de domoren op straat
De analyse van Tocqueville (en haar uitbreidingen) heeft blijvende
waarde, dus ook in moderne tijden.
Raadpleeg de artikel over de huidige Nederlandse oligarchie
, en het antwoord op deze vraag is uiterst simpel. Zoals ook Tocqueville wel
weet (en ook recensent Martin Sommer, gezien zijn columns over het
onderwerp, zoals te vinden in de aangelinkte verzameling):
Een zeer bekende situatie.
Overigens wil men het in de moderne tijd wel eens hebben over de invloed
van internet en Facebook en dergelijke. In aanzienlijke mate onzin (de Volkskrant, 15-02-2011, column door Bert Wagendorp):
Wat bekend zou moet zijn, want op de werkvloer,
bijvoorbeeld, is dit proces ook bekend.
Omdat de situatie beschreven door De Tocqeville ook in de moderne tijd
nog zeer bekend klinkt, vinden er in de moderne tijd ook nog revoluties
plaats - met dezelfde soort kenmerken (de Volkskrant, 29-01-2011, column door Paul Brill):
Het lange ondergrondse voorproces ...
Nog een analyse (de Volkskrant, 31-01-2011, door Henri Beunders)
Een bevestiging.
En nog eentje"(de Volkskrant, 12-02-2011, column door Paul Brill):
Allemaal dezelfde verhalen, eigenlijk: een paar
mensen (niet velen, zoals Brill beweert) vertellen de waarheid, en het overgrote
deel der elite steekt zijn kop in het zand, want de eigen positie is zo heerlijk
comfortabel ...
Tijd voor een interdisciplinaire aanpak, heeft de
wetenschapsredactie van de Volkskrant bedacht (de Volkskrant, 16-04-2011, door Martijn van Calmthout):
Dat over de middenklasse kan over gediscussieerd
worden. Middenklassen voegen zich over het algemeen naadloos naar de
machthebbers, welke dat ook zijn. Zo meteen meer hierover.
Nee, niet door mensen als Obama en dat soort kringen. Vanuit de kringen van
objectieve waarnemers zijn er wel degelijk signalen gekomen. Maar dat zijn
wel kleine kringen. Zo meteen waaruit de aanleiding voor de signalen
bestaat.
Meer dan interessant. Dit is toch waar het om gaat? Toch krijgt dit niet
meer dan een nevengeschikte rol ten opzichte van het beroepsmatig blinde
want door machtsoverwegingen gestuurde geneuzel van lieden als Obama. En
worden de resultaten van Bar Yam hier zelfs deels verduisterd, want wat hij
door onderzoek aan de praktijk constateerde dat een cruciale factor voor
oproer en oorlog de mate van etnische vermenging is
. De reden van de verduistering volgt weer later
Maar hiermee is dus meteen afscheid genomen van de wetenschappelijke
pretenties.
Eigenlijk allang bekende theorie, maar kennelijk is men het alweer vergeten.
Waarop er onmiddellijk twee vragen rijzen: waarom is men dit vergeten, en
wat heeft verdergaan met een analyse nu voor zin als men de relevantie
informatie eerder al had maar weer is vergeten?
Alweer stellen we dit uit tot later. Eerst het laatste stukje van het
artikel:
Gevolgd door nog wat geneuzel over de Amerikanen.
Zo, nu de uitgestelde zaken. Eerste de voorlaatste: "Waarom is men de
eerdere kennis van revolutionaire processen vergeten?" Het antwoord volgt
direct uit het bovenstaande artikel. Niet door wat er staat, maar door wat
er niet staat. En zonder de gelegenheid om irritante vragen te stellen als
"Raad eens drie keer ...", maar meteen het antwoord: wat er niet staat als
onderwerp van bespreking is dit: "En wat betekent dit voor onze eigen
mogelijk revolutionaire situatie?" Waarna dus ook meteen het antwoord op de
uitgestelde voorlaatste vraag gegeven kan worden: "Waarom is men de kennis
over revoluties vergeten?" Antwoord: "Omdat men het niet wil weten"
Vervolg: waarom wil men dat niet weten? En een clou voor het antwoord
daarop is te vinden in de uitgestelde vraag "Waarom verduistert men de
etnische component in de bevindingen van Bar-Yam als de oorzaak van oproer
en oorlog?" Antwoord: "Omdat dat mag natuurlijk nooit expliciet vermeld mag
worden in een omgeving waar het multiculturalisme nog hoogtij viert". Want
het multiculturalisme viert hier hoogtij door de sterk gegroeide
aanwezigheid van anders-etnische groepen in Nederland. Zoals geconstateerd
door Bar-Yam: een cruciale factor in het ontstaan van onrust, oproer en
oorlog.
Door naar de tweede uitgestelde vraag: "Wat waren de signalen die
aanleiding waren voor de objectieve waarnemers om revoluties in Noord-Afrika
te voorspellen?" Antwoord: "Dezelfde als in Rwanda". Rwanda? Ja, dat land
dat vroeger Ruanda en Burundi heette in welke tijd er al geregeld bloedbaden
waren tussen de inwoners, genaamd Hoetoe's en Toetsi's. Bloedbaden die zich
later dus ook in Rwanda hebben afgespeeld. In een vorm van regelmaat, met
gemiddeld iets van een generatie ertussen, die alleen verbazingwekkend is
voor mensen die niet weten dat het gemiddelde aantal kinderen in die streken
op rond de acht (acht!) ligt.
En in de Noord-Afrikaanse landen tikte, wisten de objectieve waarnemers,
maar een ietsje langzamer, dezelfde demografische tijdbom.
Kortom: er best veel te zeggen over evoluties. Alleen zijn dat ook in
Nederland onaangename zaken. Want de demografische tijdbom tikt, ook weer
maar een ietsje langzamer, ook in Nederland.
Net als er in Nederland een machtsblok zit dat tegen de wensen van de
bevolking ingaat. Door het tolereren van allochtone massa-immigratie, door
het op laten gaan van Nederland in het Europese Imperium, door de afbraak
van de sociale maatschappij, en door de grootschalige diefstal door de
financiële wereld en de rest van de graaiende oligarchie.
Genoeg redenen voor revolutie dus. De reden, natuurlijk, dat er over
revolutie in Nederland niet gepraat mag worden. En even natuurlijk, want
allang bekend, een zwijgzaamheid die een van de stuwende factoren is van die
revolutie.
En dat niet-praten over de revolutie slaat als verwijt dus voornamelijk
op degenen die geacht wordt dat wel te doen: het intellectuele deel van de
middenklasse. Die middenklasse waarvan als eerste in de analyse van dit
artikel werd gezegd dat ze normaliter tegen de machthebbers aanschurkt. Een
opmerking die mede gebaseerd is op het feit dat dat in Nederland ook gebeurt
. De
middenklasse, al dan niet intellectueel, profiteert van het graaien door de
top. En daarom houdt zij haar mond over de revolutionaire risico's. Daarmee
de risico's vergrotend.
Dit zijn de belangrijkste conclusies. Nog wat latere voorbeelden om de
geldigheid ervan te demonstreren (de Volkskrant, 19-06-2013, van correspondente Marjolein van de Water):
De oorzaken: economisch groei, steeds groter worden en
sneller stijgende tweedeling. Maar, zoals gezegd, dat wil men natuurlijk
niet zijn, aan de positieve kant van die tweedeling:
En zoals ook uit het model volgt, heeft het geen zin meer om iets te doen
aan de aanleiding:
En ook nog: het gaat niet om de absoute waarden, maar om de verschillen:
In Nederland is ook aan de meeste voorwaarden voldaan, op eentje na: de
politici zijn niet rijk. Wat in dat soort landen wel het geval is:
De Europese Unie is bezig aan die voorwaarde te voldoen, met haar rijke
bestuurders en ambtenaren in Brussel.
Een half-inzicht (de Volkskrant, 21-06-2013, rubriek De kwestie, door Peter de Waard):
Economie is de start van het proces, vaak in de vorm van
economische groei. Die groei komt namelijk na een aantal jaren steeds meer
terecht in de top van de maatschappij, gegeven een neoliberale
maatschappij-inrichting die er bijna overal is, en daardoor nemen de
economische én de sociale verschillen toe. Het draait uiteindelijk om de
sociale verschillen.
Een bewijs "van de andere kant" (de Volkskrant, 17-02-2014, door David Kirkpatrick (The New York Times)):
Oftewel: als de onderliggende stemming er niet is, kan je
revoluties uitroepen wat je wil ... Niemand luistert.
Naar Menswetenschappen, regels
,
Menswetenschappen, huidig
, of site home
·.
|