Cultuur, Joods, kwaadaardigheid: Job Cohen, verbinding

Als voorbeeld van politieke correctheid kan het nauwelijks prominenter dan Job Cohen, de man die het theedrinken met allochtone overlastgevers en misdadigers heeft uitgevonden.

Dit zijn woorden geschreven in oktober 2009, naar aanleiding van het invoeren van Cohen in de verzameling genaamd PC-club. En tijdens zijn carrière als burgemeester van Amsterdam. Sinds die tijd is hij nog prominenter en in sommige kringen beruchter geworden als politiek leider van de PvdA. Die tijd (met enige voorloop) is afgehandeld elders  .

Dit artikel is gehandhaafd als een soort samenvatting, zich concentrerende op één aspect van Cohen's carrière en visie: het "De boel bij elkaar houden". En omdat de analyse van de toepassing hiervan is gedaan door iemand anders dan deze redactie (de Volkskrant, 02-10-2009, column door Nausicaa Marbe):
  Binden en ontbinden met Job Cohen

Een open, verdraagzame, welvarende, veilige samenleving. Een legitieme democratie die resultaten boekt. Een vrije pers die de burger serieus neemt, dus diepgang en kwaliteit biedt. Waakzaamheid tegen het anti-parlementaire denken. Ruimte en regels voor nieuwkomers. Wederzijdse kennismaking in plaats van loze integratiedictaten.  Wederzijdse tolerantie in plaats van gewelddadige botsingen. De seculiere staat als enig mogelijke garantie voor (godsdienst-)vrijheid. Ten slotte voor iedereen de ultieme Hollandse vrijheidsbeleving: het recht op ‘een veilige eigenheid’.
    Ziedaar de ideale samenleving volgens Job Cohen, zoals geschetst in zijn pas verschenen Binden, een bundel lezingen, gehouden tussen 2002 en 2009. ...
    We verheffen ons niet meer uit armoede, wel uit vervreemding en intolerantie – en laat dat de core business zijn van die hyperindividualistische, seculiere autochtoon die de boel versjteert. Maar de snerende toon verdwijnt als verlichtingsman Cohen ineens de vrijheid en democratie bezingt. Dan drukt hij iedereen aan zijn plots verruimde hart.
    Die dubbele pet maakt het hem niet makkelijk. Het lijkt wel of de ene hand bestraft wat de andere tikt. Tal van inconsistenties, tegenspraken en no go area’s in zijn boek. Jammer ook dat Cohen, die het multiculturele drama en de politieke islam bagatelliseert omdat de feiten anders zouden spreken, zijn theorietjes niet toetst aan de veranderende feiten in de zeven jaar die de bundel beslaat. Gevolg: veel oordelen blijken en blijven vooroordelen. De politiek-correcte blinddoek blijft zijn amulet.   ...
    De werkelijkheid volgens Cohen ziet er, samengevat, zo uit: de autochtoon kent sinds de jaren zestig vervreemding en waardeverwarring. Dat schept onbehagen en dat verhaalt de autochtoon op de migrant. Angst voor de islam is niet gebaseerd op feiten, maar op intolerantie. Er is een witte ‘mono-identiteit’ ontstaan bij een meerderheid die geen respect heeft voor minderheden. Sommige jonge allochtonen misdragen zich, omdat ze willen meedoen maar niet weten hoe. Respect doet wonderen.   ...
    ... Voor nu geldt: niet het gedrag van de allochtoon is doorslaggevend, maar de bereidheid vreemdelingen op te nemen. Integratie en acceptatie is een kwestie van onszelf, niet van de ander. ...

Cohen heeft een prachtig ideaal dat in de loop van de tijd onder invloed van de komst van immigranten is verslechterd, en dus ligt de schuld bij de autochtoon. En reden is vervreemding en waardeverwarring bij de autochtoon.
    Het is zijn totale omkering van werkelijkheden bijna komisch. Alom is overbekend dat de persoon die vervreemding en waardeverwarring ondervindt niet de thuisblijver, maar de immigrant is.
    Welke immigrant dan ook.
    En dat die vervreemding en waardeverwarring groter is naarmate het cultureel verschil met het immigratieland groter is. Hetgeen die vervreemding en waardeverwarring voor allochtone immigranten uit moslimlanden zeer groot maakt. Hetgeen ze dus uiten in al dat gedrag dat altijd wordt ongesplitst in zijn talloze elementen,en dat dan geschaard wordt onder de noemer "incidenten". Marbe verwoordt het als volgt:
 
  Deze eenzijdige en tendentieuze weergave van de realiteit omzeilt de verantwoordelijkheid van migranten voor hun lot en invoeging in Nederland en ontkent de impact van gewelddadige en antisociale uitingen van de islam op de cohesie.

    Maar dit is niet de enige afwijking die Marbe bij Cohen constateert:
  Jammer dat Cohen zich verlustigt in een rolomkering om met blaam en schuld te strooien, in een andere richting dan de islamcritici waar hij zo de pest aan heeft, dat doen.

Dus waar Cohen richting allochtonen die "boos" doen de binding predikt, zeg maar de liefde, is zijn reactie op de "boosheid" van autochtonen het tegenovergestelde: die van ontbinding, die van afkeer, die van haat. Dis dus samengevat in de titel van de column.
    Alweer een geval van fout denken - van contradictie.
    Nog eentje:
  Waarom zweren we bij het identiteitsbehoud van migranten, terwijl de rest cultureel flexibel moet zijn ...?

Hoe is het nu mogelijk dat iemand die zich toch voorstaat op zo redelijk te zijn, want een lofzang op een 'open, verdraagzame, welvarende, veilige samenleving' kan toch niet anders betiteld worden dat een lofzang op redelijkheid, zulke enorme schendingen van de redelijkheid pleegt. Daar moet een diepliggende contradictie in de geest achter zitten. Of een enorme primitieve emotie, die voorrang heeft boven alle andere overwegingen, ook die van de bejubelde redelijkheid.
    Ook daarvoor staat in de bundel van Cohen een mogelijke verklaring, afgaande op Marbe:
  Mensen willen erbij horen. In het Nederland van Seyss-Inquart hoorden Joden er niet meer bij. Veel migranten voelen dat nu ook. Integreren helpt niet. Joden in Europa waren geïntegreerd, en toch ging het mis, vanwege de gezindheid van de samenleving. Niet hun gedrag was doorslaggevend, maar de wil van de meerderheid.

Dat is, naast de emoties die het direct persoonlijke aangaan, natuurlijk de sterkste die er zijn: zijn naasten en de naasten van die naasten. Die hebben als immigranten, mensen met een andere cultuur dan het land waar ze verbleven, onnoemelijk veel leed ondervonden.
    En dan is de volgende stap gemakkelijk gemaakt: "immigrant = immigrant". Ook Marbe noteert het als zodanig, in de zin aansluitend op het laatste citaat:
  Niet hun gedrag was doorslaggevend, maar de wil van de meerderheid. Voor nu geldt: niet het gedrag van de allochtoon is doorslaggevend, maar de bereidheid vreemdelingen op te nemen.

Daar staat het impliciet: wat de Joden is overkomen, overkomt de allochtoon nu.
    Een gotspe, natuurlijk. De situatie van de Joden toen en de allochtonen nu is dermate verschillend, dat de eigenlijk de enige overeenkomst tussen de twee gevallen die van het immigrant-zijn is. Al het andere relevante verschilt
- Joden woonden al heel lang in Europa, allochtonen wonen er net.
- Joden hadden geen vluchtplaats, allochtonen kunnen iedere seconde meteen weg.
- Joden waren gevlucht uit verdrukking, allochtonen zijn hier volkomen vrijwillig en voor maar één ding: welvaart = geld.
    Als je uitgaat van de Joodse achtergrond als reden voor de contradicties in de opvattingen van Cohen, zijn deze ineens verklaarbaar. Als allochtonen zijn als de Joden, kunnen allochtonen geen schuld hebben, want Joden hadden ook geen schuld. En bij een conflict met autochtonen, moeten dan de autochtonen welde schuld hebben.
    En daar waar de Joden sterk houden aan hun eigen cultuur, is het, als allochtonen als Joden zijn, logisch dat de allochtonen ook sterk mogen houden aan hun eigen cultuur. En daar waar Joden of immigranten toch moeten leven in andermans cultuur, is het voor hen dus logisch om te vinden dat die "anderman" niet zo sterk hoeft te houden aan zijn eigen cultuur.
    De juistheid van deze verklaring wordt onderbouwd door het feit dat dit geen geïsoleerd geval is, maar dat dezelfde verbanden ook bij anderen zijn te constateren, zoals Jacques Wallage  en Ed van Thijn  .
     Meer over Job Cohen hier  - meer over het algemene geval hier  .


Naar PC club  , of site home  ·.

2 okt.2009; 26 jul.2019