De waarde van democratie
De morele meerderwaardigheid die de Westerse volken voelen is voor een groot
deel gebaseerd op het zijn van een democratie. Toch is er intern discussie over
hoe goed de democratie werkt. Dit is vooral van belang voor de situatie waarin
Westerse landen proberen andere landen ook een vorm van democratie te geven.
Eigenlijk moet je dan eerst zeker weten dat je eigen vorm goed werkt. En dat
laatste is het apert niet.
Volgens de definitie, dat wil zeggen het woord zelf, is democratie “regeren door
het volk”. In die zin is er op het niveau van staten geen enkele democratie.
Overal wordt er geregeerd door een klein aantal mensen, de regering. Voor de
grote hoeveelheden mensen die in een land wonen, kan het ook moeilijk anders. De
beoordeling gaat dus in feit over de relatie tussen het volk en zijn regering.
Er zijn twee hoofdaspecten aan de relatie tussen regering en volk: hoe bepaalt
het volk wie de regeerders zijn, en hoe houdt het volk invloed op wat die
regeerders doen.
De standaardoplossing van het eerste is de verkiezing. Eenieder die regeerder
wil worden stelt zich verkiesbaar, en het volk kiest wie het wil. Het principe
hiervan lijkt moeilijk verbeterbaar. In de uitvoering kunnen er dusdanige
situaties rijzen dat de uiteindelijke uitkomst weinig democratisch is. Het
belangrijkste probleem is dat van schaal: als er heel grote aantallen mensen bij
betrokken zijn, worden de mogelijkheden tot organisatie doorslaggevend, wat
uiteindelijk tot gevolg kan hebben dat alleen de rijksten mee kunnen doen, zoals
in de Verenigde Staten. Daartussen bevinden zich vele tussenvormen van
democratische verkiezing, waarover zo meteen meer.
Een ander gevolg van het betrokken zijn van een groot aantal mensen is dat er
tussen de kandidaten allianties kunnen ontstaan, de politieke partijen. Meestal
leidt dit ertoe dat niet meer over specifieke opvattingen wordt gestemd, maar op
een meer of minder onduidelijke combinaties van allerlei algemene opvattingen:
de partijprogramma’s. Veelal worden aan de verkiezingen deze programma’s ook
maar (zeer) gedeeltelijk worden uitgevoerd.
Maar het houden van verkiezingen is geen enkele garantie voor democratie. In de
meeste Afrikaanse landen zijn verkiezingen een vorm van loterij: wie wint krijgt
de jackpot, de jackpot zijnde de staatskas
. Ook hiervan zijn vele tussenvormen.
In de Verenigde Staten de verkiezingen zijn voornamelijk een slagveld tussen
conglomeraten van bedrijven, met voorop de wapenfabrikanten
Het tweede aspect is hoe het volk invloed houdt op de regeerder. Daarvan zijn er
drie voorname methodes.
De voor de hand liggende controlemethode is om de belangrijke beslissingen
rechtstreeks door het volk te laten doen, het referendum. Deze methode wordt
veel toegepast, met verschillende frequentie. Bekend is het voorbeeld van
Zwitserland, waar een groot deel van de belangrijke beslissingen per referendum
wordt genomen. De meeste landen in Europa kennen parlementaire democratie,
zonder het bestaan van een referendum kennen.
Een tweede manier van beïnvloeding is die van de externe beoordeling, waarvan er
twee voorname vormen bestaan: de wetenschap of de deskundige, en de
journalistiek. Daarover zo meteen meer.
De derde methode is die van de tijdsbeperking. De regeerders worden gekozen voor
een beperkte tijdsduur, waarna er nieuwe verkiezingen worden gehouden. De
tussentijdse invloed bestaat er dan uit dat de regeerder rekening moet houden
met een beoordeling door het volk bij de volgende verkiezingen.
De methode van beoordeling door externen, deskundigen, wetenschappers,
journalisten, is een belangrijke, zo niet een essentiële, omdat ze continu
plaats vindt. Er zijn echter een belangrijke voorwaarde aan verbonden: de
externen moeten niet beïnvloedbaar zijn. Dat wil zeggen: er moeten geen
materiële of sociale banden zijn met de regeerders. Materiële banden betekenen
dat de regeerders niet betalen, of kunnen bedreigen, en dergelijke. Sociale
banden betekent dat de externen geen vriendjes of andersoortige sociale relaties
van de regeerders zijn, met als belangrijkste voorbeeld het in dezelfde sociale
kringen bewegen, het netwerk van de regeerders.
Kenmerk of al dan niet aan deze laatste voorwaarden is voldaan, is de
hoeveelheid kritiek van externen en de manier waarop kritiek van de externen
wordt gereageerd. Bij het ontbreken van een referendum is de vraag naar de
hoeveelheid democratie in een land in hoge mate dezelfde als de voorgaande
vraag. De mogelijkheid van kritiek is het kenmerk van de democratie. Hiervoor
zijn geen gemakkelijke criteria te geven, maar in de meeste Europese landen is
die mogelijkheid, afgaande op de feitelijke gegeven hoeveelheid kritiek, ergens
tussen matig en middelmatig. De beperkende factor is meestal de sociale band
tussen de externen en de regeerders, bijvoorbeeld TV journalisten die via
overheids- en commerciële financiering gebonden zijn. Voor de beroepskrachten
geldt bovendien dat ze voor hun werk in belangrijke mate gebonden zijn aan
informatie en toegankelijkheid van regeerders, en daarom minder of niet kritisch
durven zijn
. Een voorstel om aan dat laatste
bezwaar tegemoet te komen staat
; men kan dit voorstel vergelijken met de
huidige gang van zaken, om te constateren hoe matig de laatste is.
Waar de externe controle niet goed werkt, blijft de derde controlemethode: de
beperking van de termijn van verkiezing, over. In de praktijk is dit zo’n
belangrijk middel, dat een democratie zonder dit nauwelijks als democratie
gezien kan worden; het is meer een gekozen dictatuur.
De conclusie is dus dat waar de theoretische waarde van de democratie oneindig
hoog is, de feitelijke waarde vaak beperkt is tot het kunnen wegsturen van de
bestuurders. In de praktijk van de landen die als echte democratieën gelden, is
democratie een voortdurende strijd tussen regeerders en hen die hen willen
controleren. In die strijd dreigen de regeerders voortdurend de overhand te
krijgen, of zelfs te hebben
. Om democratie te garanderen, moeten er concrete
maatregelen genomen worden om de positie van de externe beoordelaars en de
mogelijkheden van referendum te verbeteren. Deze maatregelen moeten er onder
andere voor zorgen dat politici toegankelijk zijn, en gedwongen worden vragen te
beantwoorden, waar de huidige praktijk is dat politici kritische bejegening
ontwijken, en vragen niet beantwoorden door het toepassen van trucs als het
eindeloos herhalen van nietszeggendheden.
Een interessant aspect aan het referendum is de discussie die gevoerd wordt
tussen de voor- en tegenstanders. De argumenten van de voorstanders zijn dat het
een hoger democratisch gehalte betekent, en de betrokkenheid van de burgers
vergroot. Het belangrijkste argument van de tegenstanders is dat de burgers niet
in staat een gefundeerd oordeel te hebben over de specifieke problemen die bij
een referendum aan de orde komen. Zij wijzen erop dat bij bijvoorbeeld de keuze
voor een Europese munt of toetreding tot een Europees orgaan de mensen niet
zullen stemmen op grond van zakelijke argumenten, maar op grond van emoties en
sentimenten zoals het niet willen opgeven van de eigen munt.
Het belang van dit argument van de tegenstanders is dat het geldt voor alle vorm
van verkiezing. Als iedereen mee mag doen, is het altijd de vraag of de
betrokkenen in staat zijn een oordeel te vellen over de zaak die hun wordt
voorgelegd, of die nu technisch, een of ander wetsvoorstel, of persoonlijk: wie
kiezen we nu? Want wie kan goed beoordelen welke kandidaat wel deugt en wie
niet?
In feite is het voor de hand liggender dat mensen beter een oordeel kunnen
vellen over een enkele specifieke vraag, dan over een samengestelde vraag als:
welke persoon met zijn set van meningen vertegenwoordigt het beste mijn set van
meningen, of: welke politieke partij. De tegenstanders stellen daartegenover dat
degenen die gekozen worden deskundiger zijn, en dus beter een oordeel kunnen
vormen, onafhankelijk van de kwestie.
Kortom: wie het referendum veroordeelt op dit argument, veroordeelt in feite het
principe van de democratie, namelijk dat de burgers kunnen staan voor de mening
die ze hebben. Een hoog aantal politici, merendeels uit de rechtse hoek, maakt
zich schuldig aan deze vorm van ondemocratisch handelen. Dit is een van de
redenen om te kunnen stellen dat rechtse politici alleen democratisch zijn omdat
het alternatief, tegen democratie zijn, niet in het openbaar meer mogelijk is.
Naar Gelijkheid der
mensen
, Sociologie lijst
, Sociologie overzicht
, of site
home
.
|