Machtsstructuur en ik-cultuur

 4 jun.2005

Een ik-cultuur gaat niet samen met een hiërarchische machtsstructuur.

In iedere machtsstructuur hebben sommige mensen meer macht dan andere. Hier dient wel eerst een onderscheid gemaakt worden tussen gezag en macht, zie hier - het bestaan van verschillende hoeveelheden gezag is natuurlijk, zoals het simpele voorbeeld van ouder en kind aantoont.

Een hiërarchische machtsstructuur is het algemene woord voor alle vormen van macht in verschillende hoeveelheden in verschillende lagen, met als simpele voorbeeld die van het leger. De sergeant is de baas over een peloton soldaten en zorgt dat ze hun wapen schoonmaken, de luitenant is de baas over de eenheid, en zorgt dat het paraat staat, en de generaal is baas van de leger en zorgt dat het aankomt op het slagveld. 

Dit wat betreft de hiërarchische machtsstructuur. De ik-cultuur is nog makkelijker uit te leggen, want de basis ervan, egoïsme, zit in ons allemaal. Als zelfstandig functionerend eenheid zit in ieder mens het instinct om zichzelf in stand te houden tegen dreigende beschadiging van buiten, ook als die van soortgenoten komt. Op dit niveau is de term egoïsme niet van toepassing, maar is de term zelfinstandhoudingsinstinct beter. Tussen deze term voor het fysieke proces en het als negatieve keuze ervaren egoïsme zit nog de bestaande term egocentrisme. De laatste kan men dan omschrijven als het zelfinstandhoudingsinstinct op het geestelijke niveau.

Een ik-cultuur is een cultuur die ervan uitgaat dat als iedereen ernaar streeft de situatie voor hemzelf te optimaliseren, er automatisch voor iedereen het optimale resultaat ontstaat. Of in bovenstaande termen: het vrijmaken van het egocentrisme voor iedereen geeft het optimale maatschappelijke resultaat; voor een expliciet uitgesproken versie van deze houding, zie
hier .

Combineer nu een ik-cultuur met een hiërarchische machtsstructuur. Dat laatste betekent dat bepaalde mensen hun egocentrische houding kunnen uitoefenen op groepen andere mensen, terwijl de individuen in die groepen dat niet terug mogen doen: de generaal kan wel soldaten bevelen te sneuvelen, maar een soldaat kan dat niet terugdoen tegen de generaal.

Het essentiële voorbeeld voor de maatschappij is die van de beloningsstructuur. In bedrijf of instelling bestaat de hiërarchische machtsstructuur er onder andere uit dat de directeur het salaris van zijn ondergeschikten bepaald, maar niet omgekeerd - de directeur bepaald zijn eigen salaris. Combineer dit met egocentrisme. Onder een puur egocentrisme is er geen enkele reden dat de directeur zich voor zichzelf zou beperken, ook als dit ten koste gaat van de groepen onder hem.

Het gaat hier over het praktische en morele oordeel over de laatste situatie. Het morele oordeel is eigenlijk bekend genoeg, en te illustreren aan het archetypisch voorbeeld is dat van de dikke directeur die woont in een villa met bediendes, terwijl de arbeiders vanaf hun tiende levensjaar zwoegen in de mijn, tot een snelle dood op hun veertigste.

Het archetypische voorbeeld was gedurende lange tijd de gewone gang van zaken, en is dat nog steeds nog op vele plaatsen. De reden dat het in het westen lange tijd beter was, is veroorzaakt door het samen gaan optreden van de groepen ondergeschikten tegen hun bazen, dat wat de socialistische of communistische beweging wordt genoemd.

Met de val van het communisme is deze tegenwerkende kracht verdwenen, en zien we sindsdien de effecten van de combinatie van ik-cultuur en hiërarchische machtsstructuur weer sterker worden, zich uitende in steeds hogere inkomens voor de top, en dalende voor de lagere groepen. Het morele oordeel over deze gang van zaken is natuurlijk hetzelfde als voor het archetypische geval. Het praktische oordeel komt pas later: als de maatschappij deze trend overleeft op de langere termijn, is het een goed systeem. Er zijn voldoende voorbeelden uit de geschiedenis dat dit niet zo zal zijn, met als bijkomende argument dat gezien de huidige globale invloed van de mens op natuur en milieu, een egocentrische ik-cultuur zal leiden tot een ecologische ondergang.

Het is mogelijk deze principiële tegenstelling op verschillende manieren uit te werken, en de gevolgen ervan te demonstreren; voor een voorbeeld, zie hier vervolg . Men kan ook principiële conclusies trekken, waarvan een voor de hand liggende is om een van de twee processen in de combinatie uit te schakelen. Het willen uitschakelen van het egocentrisme leidt tot de diverse bekende utopie modellen. Het uitschakelen van de machtsstructuur leidt tot het anarchisme. Het anarchisme lijkt niet combineerbaar met grootschalige organisatie bij de huidige stand van ontwikkeling van de mensheid. Maar de vraag of dat een bezwaar is, is een onderwerp voor een zinvolle discussie op zich .


Naar In het kort , Algemeen, overzicht , of site home