Bronnen bij Integratiebeleid: eenzijdigheid
| 12 sep.2007 |
Na het in volle omvang naar buiten komen van de integratieproblematiek in de
vorm van grote achterstanden in wijken waar allochtonen in der meerderheid
zijn, worden er ook van de kant van de multiculturalisten voorstellen gedaan
tot verbetering van de situatie.
Dat is al een hele vooruitgang, want voorheen ontkende men botweg eerst
dat er zulke problemen bestonden - dat kon namelijk niet vanwege de
gelijkheid der culturen. Daarna heft men nog en tijdje beweert dat het lag
aan de autochtone medebewoners, die de allochtonen niet genoeg liefdevol
zouden bejegen en opnemen. Maar dat laatste is onhoudbaar gebleken, toen
bleek dat naarmate er minder autochtonen in die wijken kwamen, de problemen
alleen maar toenamen.
De nieuwe voorstellen van de multiculturalisten gaan meestal vergezeld
van ook een relatief nieuwe term: segregatie. Ook deze term bevat een
multiculturalistische component, namelijk het idee dat de scheiding van de
culturen het gevolg is van de houding van de autochtone bevolking. Maar dit
is slechts de volgende laag in het verhullingstaktiek die eigen is aan het
multiculturalisme: de werkelijke oorzaak is het uitdragen van een
incompatibele cultuur door de allochtonen, het meest duidelijk tot uiting
komende in het spreken van de eigen taal en oprichten van eigen winkels,
kerken en andere groepskenmerken als kleding - er zijn ook gevallen geweest
van actieve ontmoediging van de aanwezigheid van autochtonen, met als
voorbeeld het lastigvallen van buren door allochtonen hangjongeren, wat
altijd autochtone buren treft (zouden ze het bij mede-allochtonen doen,
worden ze de oren gewassen in eigen kring).
Deze impliciete en soms expliciete onterechte beschuldiging richting
autochtonen is een opmaat voor de volgende stap: maatregelen op het probleem
op te lossen, die ten koste gaan van de autochtonen. Segregatie wordt
verklaard tot het probleem, de oplossing is desegregatie, en dat betekent
dat autochtonen verplicht moet worden allochtonen in hun wijk op te nemen,
via een dwangmatig spreidingsbeleid- dat dwangmatige is noodzakelijk bij een
spreidingsbeleid, omdat al gebleken is dat een vrijwillig beleid niet werkt
- de vrijwillige neiging is tot segregatie.
Dit is dus de nieuwe fase in het integratiebeleid: maatregelen opleggen
aan de autochtonen ten gunste van de allochtonen. De kwade trouw van die
voorstellen blijkt eruit dat dit volkomen eenzijdige voorstellen zijn: ze
bevatten verplichtingen richting autochtonen, maar geen overeenkomstige
verplichtingen allochtonen.
De Volkskrant, 06-09-2007, column door Marcel van Dam
De vloek van de segregatie...
enkele kranten prachtige bijlagen produceren met vaak artikelen
die getuigen van topkwaliteit. Zoals in het laatste nummer van het Maandblad
van
NRC Handelsblad het artikel 'Tweedeling in het Nederlandse
onderwijssysteem' van Anja Vink. Daarin wordt het wel en wee beschreven van
een vmbo-school in Rotterdam-Zuid die ondanks een bezielende leiding zijn
ondergang tegemoet lijkt te gaan. ... te wijten aan het vertrek van
praktisch alle (autochtone) leerlingen uit de middenklasse. ...
Het artikel is goed gedocumenteerd en buitengewoon
overtuigend. En daarom zo alarmerend. Er is maar één conclusie mogelijk: een
eind maken aan de segregatie is voorwaarde voor een oplossing.
... Met het plan van minister Vogelaar om veertig
probleemwijken om te toveren tot prachtwijken wordt dit kernprobleem niet
opgelost. Al enkele decennia wordt er via herstructureringen gepoogd
verloederde wijken te rehabiliteren. Tot nu toe heeft dat niet meer
opgeleverd dan dat de verloedering tijdelijk werd gereduceerd om na verloop
van tijd op het oude niveau terug te keren. ...
Nederland heeft het nooit aangedurfd spreiding van
allochtonen als beleidsdoel te formuleren. Uit angst beschuldigd te worden
van discriminatie. Maar ook uit angst kiezers in autochtone wijken waar de
gespreide allochtonen zouden komen te wonen, boos te maken.
Een spreidingsbeleid hoeft niet discriminerend te zijn.
Woningbouwcorporaties kunnen worden verplicht een bepaald percentage van
vrijkomende woningen ter beschikking te stellen van mensen uit
achterstandswijken. ...
Uiteraard is met de verhuizing geen einde gekomen aan de
problemen van mensen met een achterstand. Er zal ook dan een actief beleid
moeten worden gevoerd om hun achterstand weg te werken door ze aan een baan
te helpen, hun leefwijze te verbeteren etc. ...
Red.: U kunt er ook de volledige bron op naslaan: op
geen enkele wijze wordt verwacht dat allochtonen hieraan een bijdrage leveren -
niet de geringste. Het is allemaal maar één kant op: wij geven hen, en
verplichten autochtonen daaraan meer te werken. En dat is universeel binnen de
politieke-correctehdi, dat wil zeggen: bestuur en media:
Uit:
De Volkskrant, 07-09-2007, door Arnold Vonk, redacteur van de
Volkskrant
Aanpak segregatie kan alleen met staatsdwang
Een spreidingsbeleid ter bestrijding van segregatie kan alleen slagen als je
zeer diepgaand ingrijpt in de vrijheid van mensen, betoogt Arnold Vonk.
Tussentitel: Achterstand is niet de schuld van politiek, school en buurt
alleen
Segregatie is ons grootste sociale probleem, aldus Marcel van Dam (Forum, 6
september). Gelukkig kunnen we er met wat goede wil en nieuw beleid in vijftien
jaar van af zijn. Helaas is juist de goede wil de kern van dit probleem: als
burgers niet willen meewerken, houdt het op voor de overheid, en dat lijkt Van
Dam niet in te zien. ...
Van Dam kwam hierop na het lezen van een artikel in het
NRC over de toenemende tweedeling in het voortgezet onderwijs. De strekking:
zet een groep leerlingen met een achterstand vanwege afkomst of thuissituatie
bij elkaar, en ze versterken elkaars achterstand, net zoals dat gebeurt met
mensen in achterbuurten. Segregatie ontstaat doordat mensen die het zich ook
maar enigszins kunnen veroorloven, wegtrekken uit slechte scholen en wijken.
...
Red.: Dat is het verschijnsel. En deze auteur legt wel
uit dat het verschijnsel reëel en terecht is:
Dat laatste is onzin; 'hard je best doen' houdt in dat je niet de verschijnselen
vertoont die anderen wegjagen - en omgekeerd. Dat hoort bij "de achterstand is
te groot".
Dat laatste is vermodelijk beodled voor dgene die wegtrekken, maar het moet
slaan op degen dië gedrga vertonen dat anderen wegjaagt.
En dus konmt ook deze auteur tot de conlcusie:
En ook deze auteur heeft het dus nergens over 'staatsdwang' of andere vormen van
verplichting op te leggen aan degenen die gedrag vertonen dat andere mensen
wegjaagt.
Mogelijkerwijs omdat er maar één vorm van staatsdwang is die
het probleem die deze mensen vormen wegwerkt: het net staatsdwang terugbrengen
van deze mensen naar hun eigen cultuur waar hun gedrag wel als gepast
wordt ervaren.
Een conclusie die versterkt wordt door een reactie op het
stuk van Van Dam:
De Volkskrant, 11-09-2007, ingezonden brief van Henk Bonarius (Den Haag)
Segregatie
Marcel van Dam gaat in zijn column voorbij aan een mogelijk essentiële oorzaak
van het ontstaan van achterstandsgroepen (Forum, 6 september). Segregatie begint
achter de voordeur. Sinds 1981 werk ik als huisarts. Het valt mij met name in de
nacht- en weekenddiensten op, dat de communicatie in de Nederlandse taal met van
oorsprong niet-autochtonen onverminderd gebrekkig blijft. Kinderen onder de 4
jaar verstaan mij vaak niet. Een vader legde mij eens uit dat dit kwam omdat
zijn zoontje nog niet op school zat. Het probleem van (taal) achterstand en de
daardoor bemoeilijkte integratie, houdt zichzelf in stand. Waar Van Dam een
spreidingsbeleid voorstaat om allochtonen in achterstandssituatie te helpen
'buiten hun beperkte wereld te komen en kennis te laten maken met de echte
gevestigde wereld', lijkt het verstandiger in te zetten op een pro-actief en
activerend opvoedings- en onderwijsprogramma dat start bij de geboorte van elke
Nederlander. Vanaf de 19de eeuw werd op dergelijke wijze ook gewerkt aan de
verheffing van het proletariaat.
Red.: Het grappige is dat Van Dam dat natuurlijk
eigenlijk ook wel weet, al was het maar omdat hij het zelf heeft geschreven.
Neem bijvoorbeeld dit zinnetje:
Dan beschrijft hij het gevolg van de feiten geconstateerd door Bonarius. En zijn
zinnetje daar weer voor is bijna nog onthullender:
Want wat zien we hier: Van Dam redeneert terug. Hij begint met de segregatie en
de maatschappelijke achterstand, en komt dan op opvoeding, en daarom wil hij dus
de segregatie bestrijden. Het is, zoals Bonarius aangeeft, precies andersom:
door de foute opvoeding komt de taalachterstand, daarna komt de
schoolachterstand, komt de slechte maatschappelijk positie, èn komt de
segregatie.
Marcel van Dam draait oorzaak en gevolg om, en legt daarom de
verplichtingen bij precies de verkeerde partij. En daarom komt hij met
oplossingen die eigenlijk ook niet kunnen, want voor de door hem voorgestelde
maatregelen is een totale ommedraai in allerlei vormen van beleid nodig,
zoals de vrijheid van huisvesting en de vrijheid van schoolkeuze.
En waarvan de werkzaamheid niet alleen niet vast staat, maar juist lijkt te
worden ontkracht
.
Een mogelijke reden dat Marcel van Dam deze denkfout maakt is
een andere stellingname van hem - wat Henk Bonarius hier voorstelt is
natuurlijk niets anders dan het aanleren van de Nederlandse
sociale en dus ook culturele waarden. hetgeen hetzelfde is al het afleren van de
allochtone sociale en dus ook culturele waarden. En dat laatste kan je ook
samenvatten als assimilatie. En daar is Marcel van Dam sterk tegen. Hetgeen dus
neerkomt op het bestendigen van de achterstand van allochtonen. hetgeen, volgens
Van Dam, automatisch goed komt na drie generaties. Als er tenminste, zegt deze
redactie dan, ondertussen niet iets anders tussen gekomen is ...
Maar het kan nog erger, zie de volgende bron:
Uit: De Volkskrant, 07-09-2007, door Jaap Dronkers, hoogleraar
sociale stratificatie aan het Europees Universitair Instituut in Florence
Soepel ontslagrecht helpt migranten
Door een goede ontslagbescherming komen immigranten moeilijk aan het werk.
Zo kan een etnische onderklasse ontstaan, zegt Jaap Dronkers...
Het debat over het ontslagrecht moet dus niet alleen gaan over de goede of
kwade bedoelingen van werkgevers of werknemers, maar ook over de
belangentegenstelling tussen gevestigden en buitenstaanders. Als Europese
samenlevingen hun probleem met immigranten vreedzaam willen oplossen, zullen
waarschijnlijk autochtonen een deel van hun voorrechten, sterke
ontslagbescherming bijvoorbeeld, moeten opgeven. Als dat niet kan of
gebeurt, zal er in Europa een etnische onderklasse ontstaan die weinig
uitzicht heeft op werk, overeenkomstig hun opleidingen mogelijkheden. Een
dergelijke etnische onderklasse zal op de lange termijn tot ernstige
maatschappelijke spanningen leiden. Bij het debat over het ontslagrecht
staat dus veel meer op het spel dan de belangen van de autochtone
werknemers. Het gaat ook over die van de immigranten en de mogelijkheden
vreedzaam met hen samen te leven.
Red.: De volledige discussie rond dit voorstel staat
hier
, maar genlijk zijn alleen al de koppen voldoende: om migranten aan het werk te
helpen, moeten gezetenen makkelijker ontslagen kunnen worden. Of om maar meteen
de praktische termen te gebruiken; autochtonen moeten maar ontslagen worden om
allochtonen aan het werk te helpen. En dan kunnen we het meteen nog verder
specificeren, want de allochtonen die moeilijk aan het werk komen zijn voor het
overgrote deel de lager opgeleiden, dus waar we het hier over hebben is dat
lager opgeleide autochtonen hun baan maar moeten afstaan aan allochtonen. Voor
de realiteit van dit verdringingsproces, zie hier:
Uit:
De Volkskrant, 05-03-2005, column van H.J. Schoo
Geplande rampspoed
Te pas en te onpas worden de Verenigde Staten tegenwoordig als voorbeeldig
immigratie- en integratieland in de lucht gestoken. Nederland kan ook zeker wat
leren van Amerika, maar niet alles wat daar gebeurt, verdient navolging. Het
verdringen van laaggeschoolde arbeid door immigranten bijvoorbeeld. Sinds 2000,
meldde The International Herald Tribune onlangs, zijn er in de VS per
saldo iets meer dan twee miljoen banen bijgekomen. Het zijn evenwel geen
werkloze Amerikanen geweest die van die werkgelegenheidsgroei profiteerden, maar
verse lichtingen immigranten, hoofdzakelijk Hispanics en Aziaten.
Deze cijfers spreken boekdelen over de toegankelijkheid van
de Amerikaanse arbeidsmarkt, maar er is wel een schaduwzijde. De nieuwkomers
hebben de arbeidsmarktkansen van `gevestigden', vooral de minder
gekwalificeerde, ernstig verslechterd. Terwijl liefst 85 procent van de
laaggeschoolde mannelijke immigranten werkt, geldt dat voor niet meer dan 60
procent van vergelijkbare 'geboren Amerikanen'.
In 2000 werkte nog 45 procent van de laaggeschoolde jonge
mannen, in 2004 was dat nog maar 36 procent. De groep die het traditioneel
veruit het slechtst doet - laaggeschoolde jonge zwarte mannen - incasseerde de
hardste klappen. In 2000 werkte 29 procent, in 2004 was dat percentage tot 19
gedaald. Ook de arbeidsparticipatie van volwassen zwarte mannen en
laaggeschoolde blanken liep terug. In de lagere regionen van de arbeidsmarkt -
bouw en horeca - doet zich dus grootscheepse verdringing voor. Meegaande,
werklustige immigranten winnen het van degenen die door werkgevers als
probleemgroep worden gezien. ...
Red.: De namen van de groepen zijn anders, maar het
sociologische proces is precies hetzelfde: de goedkope arbeidskrachten
verdringen de dure. In Nederland zijn de gezetenen de dure arbeidskrachten, en
de buitenstaanders, de allochtonen en nieuwe immigrantengroepen, de goedkope. En
hoe meer vrijheid de werkgevers hebben, des te eerder en sneller zal ze dat
proces verlopen.
Het Amerikaanse voorbeeld laat tevens zien dat het soepel
ontslagrecht niet een onderklasse voorkomt, maar deze alleen mar van kleur
verandert. Wat Dronkers in neutrale termen beschrijft, en door anderen, met name
uit multiculturalistische partijen als D66, GroenLinks en de PvdA als partijen
als "solidariteit" zal worden aangeduid
, is
dus in feite een gekleurde solidariteit: de blanke onderklasse, en eventueel ook
nog wat hoger, is er de dupe van. En let op: hier staat van allochtone kant geen
enkel offer tegenover: de offers komen uitsluitend van de autochtone kant.
Dit is dus het nieuwe gezicht van de multiculturaliteit: de eenzijdige dwang
op de autochtone bevolking. En dan in de praktijk natuurlijk niet de hele
autochtone bevolking, maar vooral, of uitsluitend, het lager opgeleide deel
ervan. Marcel van Dam zegt het heel expliciet: degenen die ruimte moeten
bieden aan de allochtonen uit de achterstandswijken zijn de corporaties - en de
corporaties beheren de huurwoningen van de lagere en laag-middenklasse
autochtonen. Niks geen verplichte medewerking van kopers - de midden- en hoger
klassen.
Dronkers, Halsema c.s. is van hetzelfde laken een pak:
de banen die door autochtonen opgegeven moeten worden zijn de lager opgeleide
banen, van de lager opgeleide autochtonen. Niks geen baantjes van hoogleraren in
de sociologie, ja een enkele misschien, maar lang niet die percentages waar de
lageropgeleiden mee geconfronteerd worden.
Dus kom op, lager opgeleide autochtonen: lever je baanzekerheid, je
banen en je huizen maar in, en voedt daarna de allochtonen op. En doe je dat
niet, dan kan je wat anders krijgen. En hier is Dronkers het duidelijkst: dan
krijg je het omgekeerde van 'Het gaat ook over die van de immigranten en de
mogelijkheden vreedzaam met hen samen te leven.', oftewel niet vreedzaam
samenleven, oftewel een etnisch gekleurde klassenstrijd en erger. Een
regelrechte bedreiging.
Maar ook hier zien Dronkers en de andere voorstanders van
verruiming van het ontslagrecht iets elementairs over het hoofd: als de
"benadeling" van allochtonen kan leiden tot sociale onrust, kan de benadeling
van autochtonen dat natuurlijk ook! In dat verband lijkt het voldoende te
herinneren aan de gang van zaken rond de moord op Pim Fortuyn, die door een
groot deel van de lagere klassen werd gezien als hun woordvoerder in het
integratiedebat. De Tweede Kamer moest bewaakt worden, en journalisten werden
verbaal lastig gevallen, en voelden zich bedreigd. Zij werden door de
Fortuyn-aanhangers gezien als zittende in het allochtonenkamp - en terecht. En
bij de Fortuyn revolutie ging het nog grotendeels om emoties als erkenning van
sociale problemen, en niet om zoiets fundamenteels als de eigen baan.
Kortom: het allochtone werkloosheidprobleem is het een
kwestie van allochtonen-helpen versus maatschappelijke onrust, maar van: "Uit
welke hoek willen we de maatschappelijke onrust?" En omdat de autochtonen de
oudste rechten hebben, en de degenen zijn die de grootste verliezen lijden,
lijkt het weinig twijfel te hebben dat daar het gevaar voor die onrust daar het
grootst is - en dat nog afgezien van het feit dat het een veel grotere groep is.
Blijft de vraag wat we dan moeten doen met het feit dat
allochtonen zullen blijven achter lopen. Dat is elders uitgebreider verteld
,
maar in het kort: ze eerlijk vertelen dat de zaak zo ligt, dat het dus geen
kwestie van discriminatie is maar van eerlijkheid, en ze eerlijk vertellen: "Zo
ligt het, en wie het er niet mee eens is: jullie hebben een tweede paspoort - de
autochtonen lagere klassen niet.
Uit:
De Volkskrant, 27-11-2007, door Huug van Ooijen
Nu kent zelfs de criminologie een Marokkanendrama
Criminoloog Jan Dirk de Jong begaat volgens Huug van Ooijen de fout ernstig
afwijkende culturele patronen bij Marokkaanse jongeren te bagatelliseren.
Jan Dirk de Jong heeft een mooi proefschrift geschreven: Kapot Moeilijk.
Daar niet van (Voorkant, 6 november). Maar van de Marokkaanse cultuur in
Nederland heeft hij geen verstand. Volgens deze onlangs gepromoveerde
criminoloog wordt het criminele gedrag van groepen Marokkanen in Nederland
veelal ten onrechte als een product van hun cultuur bestempeld. In zijn boek,
waarin hij verslag doet van zijn etnografisch onderzoek naar delinquent
groepsgedrag van Marokkaanse jongeren in het Amsterdamse Overtoomseveld, staat
dat deze jongens zich afgewezen voelen doordat Nederlanders hen zien als
‘kut-Marokkanen’ of ‘Marokkaanse straatterroristen’. Daardoor zijn zij sterker
op elkaar aangewezen en raken zij verstrikt in hun straatcultuur, hetgeen kan
uitmonden in vijandschap naar buiten toe en heftig delinquent groepsgedrag.
Volgens De Jong is de Nederlandse samenleving hiervoor verantwoordelijk. Er is
geen sprake van onwil bij de Marokkaanse straatjongens; zij gaan eerder gebukt
onder stigmatisering en een ‘knellende onmacht’.
Ach gut. Het slachtofferdenken is wederopgestaan.
Enerzijds/anderzijds-minister Vogelaar zal hier blij mee zijn, beducht als zij
is voor het helder benoemen van culturele tegenstellingen. Deze
‘spierballentaal’ zou immers alleen maar leiden tot stigmatisering en
verwijdering van bevolkingsgroepen. ...
Red.: Van Ooijen is cultureel antropoloog en heeft
zelf onderzoek gedaan naar de oorzaken van dit gedrag, die geheel in de
eigen Rif-cultuur liggen.
Uit:
De Volkskrant, 26-11-2007, van verslaggeefster Anja Sligter
Karel gaat niet naar de witte eliteschool
Ouders Nijmegen nemen initiatieven tot meer gemengde scholen | Actie tegen
‘witte vlucht’.
... De verhouding 70-30 is voor wethouder Kunst het streven voor de lange
termijn. ‘Ik vind het een mooie gedachte dat goed opgeleide ouders hun
verantwoordelijkheid nemen ten opzichte van andere inwoners.’
Maar daar is nu wel enige dwang voor nodig. Daarom wordt – als de raad
het deze week goedkeurt – een aantal middelen op termijn ingevoerd. ...
Red.: Dus op de autochtonen wil men dwang toepassen, ten behoeve
van de integratie. Dan is het volkomen gerechtvaardigd om voor hetzelfde
goede doel ook dwang toe te passen op de allochtonen. En een uitnemend
voorbeeld wordt geïllustreerd door die foto: Verbiedt de hoofddoeken! Ze
werken stigmatiserend, en segregerend - zoals óók uitvoerig geïllustreerd
door de foto: wat rechts staat versus wat links staat. Waarbij dan nog
aangetekend dat het jammer is dat de Marokkaanse kinderen toevallig allemaal
jongetjes zijn - met meisjes was het nog duidelijk geweest. En hoe
zlef-stigmatiserend het allemaal is moge helder zijn uit het feit dat de
Marokkanen weer volkomen uitstaan als de Marokkanen! Zonder enige echte
noodzaak.
Uit:
De Volkskrant, 01-10-2008, column door Evelien Tonkens
Moderne gemeenschapszin
Zeshonderd inwoners heeft het Friese dorp Weidum, en een spetterend
verenigingsleven. Vrijwel iedereen is lid van meerdere verenigingen. Dat
bindt. Ook jongeren willen er daarom blijven wonen. Onlangs was er een
tragisch sterfgeval. Dan leeft het hele dorp mee. Iedereen was op de
begrafenis.
Dat is gemeenschapszin. Maar wat is gemeenschapszin in een
grote stadswijk, of in een dorp met een vinexwijk? In zulke situaties
ontstaat snel polarisatie, aldus de klassieke studie van de sociologen Elias
en Scotson (De gevestigden en de buitenstaanders, 1965). De
gevestigden beroddelen allerlei verschillen die er helemaal niet zijn. De
buitenstaanders zijn volgens hen bijvoorbeeld onderontwikkeld en crimineel,
terwijl dat in de statistieken nergens is terug te vinden.
Hedendaagse goeroes van de moderne gemeenschapsvorming, zoals
de Amerikaanse wetenschappers Amitai Etzioni en Robert Putnam – beide
inspiratoren van het huidige kabinet -, hebben dorpen als Weidum in hun
achterhoofd als zij tot meer gemeenschapszin oproepen. Ze zouden willen dat
alle burgers zich meer gedragen als de inwoners van Weidum. ... Er is niet
minder gemeenschapszin, alleen zijn moderne gemeenschappen losser,
informeler, kortstondiger en opener, kortom ‘lichter’, betogen Jan Willem
Duyvendak en Menno Hurenkamp (Kiezen voor de kudde, 2004).
Lidmaatschap van traditionele verenigingen daalt weliswaar maar mensen nemen
vaker deel aan lossere, nieuwere clubjes en netwerken. Dat is zeker geen
achteruitgang. Traditionele gemeenschappen neigen tot geslotenheid en
afgedwongen conformisme. Lichte gemeenschappen bieden meer ruimte voor
eigenzinnigheid en dissensus.
Voor wie bang is dat Nederland door individualisering
uiteenvalt, is het bestaan van lichte gemeenschappen geruststellend. Het
zegt alleen nog niks over gemeenschapsvorming tussen vreemden. In Weidum
hoor je er alleen bij als je deelneemt aan het verenigingsleven. Dus daar
sta je weer als ouder op het voetbalveld op zaterdagochtend. Een
gemeenschap, weten ze in Weidum, komt met rechten en plichten. Trots op
Nederland belooft dat je erbij hoort zonder er iets voor te hoeven doen.
Trots waarop? Tja. ...
Migranten aarzelen in beide landen als ze gevraagd wordt of
ze zich Brit resp. Nederlander voelen. ...
Alleen autochtonen kunnen zich onbekommerd trots voelen op
zoiets onbenoembaars en ongrijpbaars als Nederland zonder bang te hoeven
zijn dat medeburgers dit betwisten. Voor migranten is Trots op Nederland
echter een paradoxale opdracht: plicht en verbod tegelijk. ...
Wat is moderne niet-racistische gemeenschapszin? Dat is: van
een gemeenschap van lotsverbondenen een door allen gewilde gemeenschap maken
(Herman van Gunsteren, A theory of citizenship, 1998). Mensen die
door het lot tot elkaar veroordeeld zijn, omdat ze bijvoorbeeld een wijk,
school, land of werkplek delen. En die daar samen iets van proberen te maken
waar ze allemaal graag vertoeven. Een zware gemeenschap waar toch ruimte is
voor rare vogels.
Red.: Goede raad - zou je zeggen. Maar er moet nog het
een en ander worden ingevuld. Ten eerste: het trots op Nederland gevoel is een
klein kind vergeleken het trots op Marokko en Trots op Turkije gevoel dat de
respectievelijke groepen immigranten erop na houden, middels bijvoorbeeld
organisaties als Samenwerkingsorgaan Marokkanen Nederland en Milli Görüs.
Ten tweede: het aanraden van lossere in plaats van vastere
clubjes is niet bijster relevant, aangezien allochtone immigranten in beide
gevallen nauwelijks figureren - tenzij het eigen-cultuur bevestigende clubjes
zijn: clubjes van de verkeerde zware soort, en op een zwaar verkeerde manier als
de SMN en Milli Görüs.
Ten derde:bij het volgende citaat: 'Traditionele
gemeenschappen neigen tot geslotenheid en afgedwongen conformisme. Lichte
gemeenschappen bieden meer ruimte voor eigenzinnigheid en dissensus.' moet
aangevuld worden dat gemeenschappen autochtonen veelal tot de lichte soort
behoren, en gemeenschappen van allochtone immigranten van de traditionele.
Kortom: waar Evelien Tonkens een oproep doet aan de
Nederlandse gemeenschap om zich een goede kant op te bewegen, is het in feite zo
dat die oproep juist en in veel sterkere mate richting de gemeenschap van
allochtone immigranten gericht zou moeten worden. En dit is dus weer een geval
van eenzijdigheid.
Maar waarschijnlijk zijn die allochtonen ook gewoon zielig,
en hebben ze de steun van Evelien nodig. Blijkend uit dit citaat: 'De
buitenstaanders zijn volgens hen bijvoorbeeld onderontwikkeld en crimineel,
terwijl dat in de statistieken nergens is terug te vinden. Hetgeen je op zijn
allerbest een leugentje-om-bestwil kan noemen
.
Naar Integratiebeleid
,
Allochtonen lijst
,
Allochtonen overzicht
, of site
home
.
|