De rechtvaardiging van rijkdom
Een groot deel van onze maatschappelijke rijkdom is in de handen van een beperkt
aantal mensen, de rijken. In de Verenigde Staten is tachtig (?) procent van het
kapitaal in handen van vijf (?) procent van de bevolking
. Zij vinden dat zelf
gerechtvaardigd. Maar is het dat?
Er zijn twee aanwijzingen. Ten eerste: als je uitgaat van het principe van loon
naar werken, dat wil zeggen dat de beloning in overeenstemming moet zijn met de
echt verrichte arbeid of overeenkomstige prestaties, kan er een redelijk
duidelijke bovengrens gesteld worden. Ieder mens heeft een beperkt aantal
werkzame uren in zijn leven, en een beperkte capaciteit tot het doen van werk of
overeenkomstige inspanningen. Neem voor de werkzame leeftijd, een leertijd in
aanmerking nemende, een maximum van twintig jaar. En neem voor de capaciteit het
gemiddelde over een aantal topberoepen als de directeuren van grote bedrijven
(te normeren naar hun prestaties: de salarissen van degenen die mislukken,
moeten afgetrokken worden van het totaal), topkunstenaars, topsporters (met een
werkzame leeftijd van tien jaar!), en topwetenschappers. Vermenigvuldig het
aantal jaren met het zo verkregen jaarinkomen, en je hebt een schatting van het
maximaal gerechtvaardigde kapitaal. Een ruwe schatting komt ergens in de buurt
van de vijftig miljoen.
De conclusie is dus dat alle kapitaal boven vijftig miljoen ongerechtvaardigd
is. Bovendien is het zal bij toepassing van bovenstaande formule een groot deel
van het kapitaal onder de vijftig miljoen ook ongerechtvaardigd zijn. Kortom, de
meeste rijkdom is ongerechtvaardigd.
Dit is een theoretische beschouwing. Er is ook een praktische. Neem de rijken in
Rusland. Hun positie qua hoeveelheid rijkdom en hun houding ten opzichte van de
rest de maatschappij verschilt nauwelijks of niet van de rijken bij ons
. Het
antwoord op de vraag of hun rijkdom gerechtvaardigd is, is heel simpel en
eenduidig te beantwoorden: nee. In 1991 hadden ze namelijk nog niets, want toen
bestond de Sovjet-Unie nog. Het is volstrekt onmogelijk dat de huidige Russische
rijken in de verstreken tien jaar een hoeveelheid arbeid, of overeenkomstige
prestaties, hebben kunnen verrichten om hun rijkdom te rechtvaardigen, eerder
het tegenovergestelde.
Men kan zich dan de vraag stellen waar die Russische rijkdom vandaan komt. Dat
is natuurlijk nog simpeler: die was er al. De rijkdom is afkomstig van zaken als
olie, gas, hout, gebouwen, energiebedrijven, spoorwegen, enzovoort, zaken die er
al waren. Al die zaken waren in de tijd van de Sovjet-Unie het eigendom van de
staat, dat wil zeggen, de maatschappij als geheel, dat wil zeggen: alle burgers
van de maatschappij. Degenen die het werk gedaan hebben.
Dat laatste geeft ook meteen het antwoord op de vraag waar de ongerechtvaardigde
rijkdom van onze rijken vandaan komt. En waar die rijkdom uiteindelijk heen moet
gaan: terug naar degenen die die rijkdom gemaakt hebben: de producerendenDit zijn allemaal materiële argumenten tegen rijkdom; voor de sociale
aspecten, zie hier
; de bijpassende
morele overwegingen staan hier
. Voor onafhankelijke
beschrijving van deze en de aanverwante processen, zie hier
.
Naar Rechtvaardiging topinkomens
,
Economie lijst
,
Economie overzicht
, of site home
.
|