Onderwijs, managers |
1 apr.2010 |
Het was natuurlijk voornamelijk ideologie, maar de waanzinnige schaalvergroting
ook in het onderwijs werd verkocht als een vorm van efficiëntie, dus ook van
bezuiniging. De efficiëntie zou voor een groot komen uit het verminderen van de
bestuurlijke overhead door de samenvoeging van besturen
Als men niet verblind was geweest door ideologie, had men
geweten dat het precies andersom was; in grote organisatie gaat besturen een
specialisatie worden,die razendsnel uitgroeit tot een waterhoofd dat nauwelijks
tot geen contact meer heeft met de werkvloer. Tot aparte gebouwen op andere
locaties aan toe. Dit is al bekend sinds het verschijnen van Parkinson's Law
in 1958
(Wikipedia).
Uit: De Volkskrant, 04-01-2010, door Presley Bergen, docent op het
hbo en bestuurder van de vereniging Beter Onderwijs Nederland (BON)
Zorg eerst dat het geld de leerling bereikt
Het kabinet wil 35 miljard bezuinigen en heeft speciale commissies aan het
werk gezet. Een aantal specialisten geeft hier een voorzet. Vandaag: Presley
Bergen specialisme: onderwijs
De deplorabele staat van ons onderwijs vraagt eerder om investeringen dan
bezuinigingen. Helemaal in een samenleving die zich kenniseconomie wil noemen.
Het Europese gemiddelde volgend, zou er wel zeker 1 procent van het bbp (7,5
miljard) bij moeten.
Wel is helder dat aan de besteding van het huidige
onderwijsbudget (ruim 30 miljard euro) nog veel te verbeteren valt. Van elke
euro die overheid, de belastingbetaler dus, aan onderwijs uitgeeft, gaat nu
gemiddeld minder dan de helft naar de leerling en de leraar. ...
Wat gebeurt er met al dat geld? Waar vroeger Nederland
bezaaid was met honderden hogescholen en scholen voor mbo hebben we nu een dikke
dertig hogescholen en even zoveel roc’s, mastodonten met tienduizenden
leerlingen. Een instituut voor beroepsonderwijs van zo’n vijftien jaar geleden
had, naast het onderwijspersoneel, onderwijsondersteunend personeel (conciërge,
technisch onderwijs assistenten en een enkele leerkracht die als coördinator de
directeur ondersteunde), een administratie, een roostermaker en een klein bureau
ict. En dan was er de directeur die in grote scholen werd ondersteund door een
onderdirecteur. Deze twee directeuren hadden één directiesecretaresse.
In het ‘nieuwe’ beroepsonderwijs is het aantal functies bijna
niet meer te tellen. Er zijn nu conciërges aangevuld met beveiliging, vele ict-
medewerkers, toezichthouders in Open Leer Centra of Multimediale Centra,
stagebureaus, examenbureaus, onderwijsontwikkelaars, communicatiedeskundigen,
volledige personeelsdiensten met personeelsmanagers, personeelsmanagersadviseurs
en vastgoedmanagers. De directeur is vervangen door een eerstelijnmanager met
boven zich een sectordirecteur, locatiedirecteur, dagelijks bestuur en raad van
toezicht. Het bestuur weet boven zich ook nog de mbo- of hbo-raad.
Ook externe clubjes graaien mee uit de onderwijspot. Bij de
behandeling van de onderwijsbegroting werd duidelijk dat ruim 900 miljoen
subsidie wordt verstrekt aan tientallen projecten en onderwijsadviesbureaus, en
aan allerlei bestuursraden zonder dat de overheid precies weet wat met dat geld
gebeurt. Zo vertegenwoordigen de raden van bestuurders (hbo-, vo-, mbo-, en
po-raad) zogenaamd de leraar en de klassen. In feite zijn het echter
verenigingen van schoolbestuurders. Naast de subsidies die zij ontvangen, vragen
zij scholen miljoenen euro’s aan contributie.
Het is een volkomen overbodig gecreëerd middenveld dat de
taak van het ministerie heeft overgenomen met honderden personeelsleden en
natuurlijk een hiërarchisch opgebouwd personeelsbestand met medewerkers,
eerstelijnmanagers, adjunct-directeuren, directeuren, sectordirecteuren en een
centrale raad van bestuur. ...
Red.: De helft van het geld gaat al naar dit soort
lieden. En hier hoe ze presteren - de delen van het betoog dat ter verdediging
van het competentiegericht onderwijs zijn hebben we grotendeels geschrapt. Het
gaat hier om de verklaring van de problemen ermee, volgens de auteur:
Uit:
De Volkskrant, 31-03-2010, door Ton van Beuningen, docent ROC Flevoland,
Almere Middelbaar beroepsonderwijs ligt onder vuur
Competentiegericht onderwijs is zondebok Managers hebben het
beroepsonderwijs aan een slechte naam geholpen. Iedere zwakke opleiding is er
een teveel.
Er is veel kritiek op het competentiegericht onderwijs in het middelbaar
beroepsonderwijs (mbo). Op Forum (15 maart) verscheen een artikel van Harm
Beertema, bestuurslid van Beter Onderwijs Nederland (BON), en afgelopen zondag
besteedde Zembla er aandacht aan.
Beertema beschrijft hoe de overheid zich heeft teruggetrokken
uit het onderwijs, hoe de managers de macht naar zich toe hebben getrokken en op
intimiderende wijze het competentiegericht onderwijs hebben ingevoerd. En dan
opeens slaan zij om als een blad aan de boom en komt Beertema tot de conclusie
dat kennis in het onderwijs weer mag. Maar is kennis in het onderwijs ooit
verboden geweest?
In Zembla was hetzelfde beeld te zien. De uitzending
ging over roosters die niet in orde waren, over lessen die uitgevallen waren
door het lerarentekort, over verkeerde besteding van gelden, over klagende
studenten, kortom over de slechte organisatie van scholen. En soms, heel even,
ging Zembla over het competentiegericht onderwijs. Ad Verbrugge,
bestuursvoorzitter van BON, sprak vooral over de verkeerde besteding van gelden
en de slechte organisatie. Maar wat heeft dat alles met competentiegericht
onderwijs te maken?
Volgens Beertema zijn competenties vaag. Zeker is dat
competenties te maken hebben met kennis, vaardigheden en houding. ...
In de projecten moeten de studenten het geleerde in de
praktijk brengen. Hier leren zij samenwerken. ...
Competentiegericht onderwijs betekent dus niet ...
De kwaliteit van het onderwijs baart ook mij zorgen. Managers
hebben van de invoering van competentiegericht onderwijs misbruik gemaakt door
te bezuinigen. Ze hebben verhullende termen bedacht als ‘ontdekkend leren’ en
‘actief praktijkleren’ om die bezuinigingen te rechtvaardigen. Maar dat heeft
niets met competentiegericht onderwijs te maken. Managers hebben docenten op het
verkeerde been gezet en dit onderwijs een slechte naam bezorgd; studenten zijn
de dupe. Maar competentiegericht onderwijs is niet per definitie slecht. Het
heeft veel te bieden aan studentenmits op de juiste wijze en met de goede
middelen uitgevoerd.
... Laten we de discussie zuiver voeren en het handelen van
managers en andere onderwijsfunctionarissen niet verwarren met
competentiegericht onderwijs.
Red.: En die managers vinden natuurlijk zelf dat ze
het heel goed doen - de volgende is er eentje ven het soort dat zichzelf
verzameld heeft in een beroepsclub, die voor veel geld advies geven aan andere
managertypes:
Uit:
De Volkskrant, 31-03-2010, door Henk Hendriks, directeur adviesbureau Van
Beekveld & Terpstra
Stuur uw kind gerust naar het mbo. Dat is heel verantwoord
Tussentitel: Onzin dat geen monteur cv-ketel meer kan repareren
De media schetsen een ontluisterend beeld van het mbo: leerlingen die geen les
meer krijgen, onderwijsvernieuwingen en examens die niet deugen, veel zwakke
opleidingen en te grote scholen. Kun je je kind nog met een gerust hart naar het
mbo sturen? ...
Het mbo werkt sinds 2004 aan de invoering van
competentiegericht onderwijs. Dit onderwijs is gebaseerd op nieuwe
kwalificatiedossiers, waarin staat wat de leerlingen moeten leren. In deze
dossiers zit (net als vroeger) de (vak)kennis en (vak)vaardigheid die nodig zijn
voor het beroep. Maar er ligt meer nadruk op het kunnen toepassen hiervan in de
praktijk.
De suggestie dat een cv-monteur tegenwoordig wel zijn vieze
schoenen uitdoet bij de voordeur, maar geen cv meer kan repareren, omdat dit
niet langer wordt geleerd, is klinkklare onzin. Competentiegericht onderwijs
richt zich juist op het kunnen uitvoeren van de beroepshandelingen. De
opleidingen zijn meer dan vroeger gericht op ‘al doende leren’, een zeer
geschikte leerstijl voor leerlingen in het mbo (veelal doeners). De
ongediplomeerde uitval daalt dan ook.
Vernieuwen is nooit makkelijk. Soms moest werkende weg worden
uitgevonden hoe het onderwijs het best ingericht kon worden. Maar geleidelijk
hebben mbo-opleidingen meer grip op de zaak gekregen.
Onderzoek van de inspectie in 2009 toont aan dat het
evenwicht tussen kennis, vaardigheden en houding in de opleidingen is
toegenomen, evenals de afwisseling in werkvormen. Voor leerlingen geeft dat meer
structuur. Er is meer variatie in werkvormen en een verbeterde aanpak van
beoordelingen. ...
Red.: Kortom: Het idee is prachtig en het gaat
allemaal goed en steeds beter. Dit is de werkelijkheid:
Uit:
De Volkskrant, 06-04-2010, door Matthijs van Hugten, student mbo
Mbo-student krijgt niet wat hij vraagt: les, structuur,
duidelijkheid
Zelfs in een mbo-klas met vier leerlingen kunnen drie begeleidende
docenten nog niet voor structuur zorgen.
Mijn naam is Matthijs van Hugten en ik ben student op de school voor Handel en
Marketing van het roc Eindhoven. Ik zit in het tweede leerjaar van de studie
International Business Studies.
Onlangs hadden we een debatdag over mbo-scholen en ik was
daarom benieuwd naar het stuk van Henk Hendriks met de kop ‘Stuur uw kind gerust
naar het mbo’ (Opinie, 31 maart). Ik ergerde mij eraan dat het nog steeds niet
doordringt tot de top van het onderwijs hoe het er werkelijk aan toegaat op het
mbo.
Ik zit anderhalf jaar op deze school en ik vind het zeer
vreemd dat op een school voor Handel en Marketing, waar je leert hoe je moet
omgaan met klanten, erg slecht geluisterd wordt naar waar de leerling om vraagt:
les, structuur en duidelijkheid.
We begonnen met een klas van veertien leerlingen; er zijn er
nog vier over. Dat ligt niet alleen aan de school, ook de studenten hebben
fouten gemaakt. Wat ik de school wel verwijt, is dat de uitval niet is voorkomen
door een betere begeleiding van de studenten.
Minstens zo opmerkelijk is dat het zelfs in een klas van vier
leerlingen en drie vaste begeleidende docenten moeilijk blijkt om voor
duidelijkheid en structuur te zorgen. Er zijn nog steeds docenten die voor de
klas gaan zitten afwachten tot de leerlingen ergens mee komen. In theorie leuk,
in de praktijk niet. Als de leerlingen niet binnen enkele minuten komen met
vragen of opmerkingen over hun werk, verlaat de docent de klas om op zijn
kantoor verder te gaan met zijn eigen werk. Wel blijft hij beschikbaar voor
vragen.
Wat ik heel erg mis, en ik denk dat dat geldt voor meerdere
mbo’s, is dat er niet genoeg geluisterd wordt naar de studenten. Er wordt iets
aangeboden en daar moet de student maar genoegen mee nemen.
Opvallend is dat Hendriks schrijft op basis van statistieken.
Dat een docent aanwezig is, betekent echter nog niet dat hij ook daadwerkelijk
les geeft. De leden van het managementteam zijn amper op de hoogte van wat er in
de klas gebeurt. ...
Ik wil mbo-scholen niet in een slecht daglicht stellen, maar
mensen bewust maken van de problemen die nog steeds bestaan op mbo-scholen, in
de hoop op verbetering.
Red.: Hoe groter de organisatie, hoe groter de
ellende:
Uit:
De Volkskrant, 11-05-2010, van verslaggever Robin Gerrits
School moet niet zomaar alleen verder kunnen gaan
Scholen moeten niet zomaar uit een bestuursverband kunnen stappen om alleen
verder te gaan. Voordat aansluiting bij een ander schoolbestuur of
verzelfstandiging in beeld komt, moeten alle mogelijkheden voor een eigen
positie binnen het bestaande bestuur worden verkend.
Dat stelt de Onderwijsraad in het advies Verzelfstandiging in het onderwijs,
dat vandaag in Den Haag wordt gepresenteerd. De kwestie is actueel omdat
schoolbesturen de laatste jaren van de overheid veel meer macht hebben gekregen.
Bovendien voeren besturen door de schaalvergroting van de laatste decennia het
gezag over gemiddeld steeds meer scholen. Ouders, schoolleiding en docenten
hebben soms het gevoel dat de identiteit van de school hierdoor onder druk
staat.
‘Zie dit advies zeker als correctie op de fusietrend van de
afgelopen tijd’, zegt voorzitter Fons van Wieringen van de Onderwijsraad. ‘Het
bestaande stelsel heeft een sterke schaalvergroting en daarmee eenvormigheid tot
gevolg gehad. Daar is de kwaliteit van het onderwijs niet altijd mee gediend.’
Toch ontraadt het adviesorgaan daadwerkelijk vertrek
van een school. Het bestuur moet hierover het laatste woord houden, vindt de
raad. ‘Niet alleen omdat het vaak juist de sterke scholen zijn die willen
vertrekken en je de achterblijvers moet beschermen’, zegt Van Wieringen. ‘Maar
een school is ook geen circustent die je hier afbreekt en zomaar elders weer
opbouwt.’
Het moet om het onderwijs gaan, niet om de bestuursvorm.
‘Deze conflicten ontstaan doorgaans als de visie van ouders en leraren op het
onderwijs botst met die van het schoolbestuur’, zegt Van Wieringen. ...
IRP: De Onderwijsraad is een producent van de meest waanzinnige
voorstellen, ongetwijfeld omdat ze bezet wordt door bestuurders of mensen met de
bijpassende mentaliteit. Fons van Wieringen is een klassieke voorbeeld van
dergelijke figuren. En natuurlijk keert hij zich tegen de mogelijkheid van
scholen, hen gegeven door de politiek vanwege de slechte ervaringen, om onder
het bestuursjuk van veel te grote organisaties uit te komen.
Een van de manieren waarop de besturen en ouders in conflict
kunnen komen is deze:
Die walgelijke bestuurders waren tegen gymnasiaal onderwijs tegen echt
onderwijs. Tegen onderwijs op de inhoud. Want onderwijs op inhoud wordt gegeven
door professionals, op het gymnasium vaak academici. Die je dus moeilijk als
bestuur onder duim kunt houden en koeieneren. Wat besturen graag doen. Reden
waarom ze zozeer voor competentieonderwijs zijn. Want daarin kunnen ze
halfopgeleide lesboeren aanstellen.
Uit alle verhalen over managers vanaf de eerste versie van
Parkinson Law weten we ook al wat de voornaamste drijfveer is van de
manager: het veiligstellen en zo mogelijk verbeteren van de eigen positie:
Uit:
De Volkskrant, 15-05-2010, door Sjoerd Slagter, voorzitter VO-raad
Snij niet in bestuur voortgezet onderwijs
In verkiezingstijd doen slogans over bestuurslagen in publieke sector het
goed. Maar kortingen op bestuur voortgezet onderwijs gaan ten koste van de
kwaliteit.
Als je als politicus ergens mee scoort, is het wel met bezuinigingen op de
bestuurslagen in scholen en ziekenhuizen, vaak denigrerend als ‘leemlagen’
aangeduid. Onder druk van de economische crisis zien alle politieke partijen de
noodzaak bezuinigingsposten te vinden. ...
Politici (en bonden) wijzen ook vaak en gemakkelijk op de
‘leemlagen’ in het onderwijs. De vooronderstelling is dat bezuinigingen op
bestuur en management veel geld opleveren en (dus) de kwaliteit van het
onderwijs ten goede komen. ...
Bezuinigen op het bestuur van het voortgezet onderwijs is
onverantwoordelijk. Het voortgezet onderwijs heeft concrete voorbeelden hoe de
docent meer invloed kan krijgen. Bestuurders voegen de daad bij het woord: ze
investeren uit reserves de eerste 300 miljoen zelf. ...
Red.: Geweldig: die Slagter durft het zelfs doen
voorkomen alsof die managers die 300 miljoen euro uit eigen zak betalen. De
werkelijkheid:
Uit:
De Volkskrant, 18-05-2010, door Kim van Keken en Remco Meijer
Terug naar kleinschaligheid
Femke Halsema van GroenLinks (7 zetels) in debat met Emile Roemer van de SP
(25 zetels) over vertrouwen in de politiek, de stelling dat links niet kan
bezuinigen en over Europa.
...
Roemer: ‘Politici kennen hun wijken nauwelijks meer. ...
‘Jarenlang is alles verknald met de fusie- en managersdrang.
Kijk naar die roc’s in de grote steden, de manager van een 50 duizend koppige
school in Amsterdam zit op de Zuidas. ...
Red.: Aanvulling: ver van zijn scholen op een luxueuze
en zeer dure locatie.
Mensen in het veld kennen de waarheid natuurlijk ook:
De Volkskrant, 22-05-2010, ingezonden brief van Peter Althuizen (Rijswijk)
Onderwijsgeld is niet besteed
De voorzitter van de VO-raad, de koepel van het voortgezet onderwijs, Sjoerd
Slagter, beweert in de Volkskrant van 15 mei dat uit onderzoek van de TU
Delft blijkt dat bezuinigen op de bestuurslaag slecht is voor de kwaliteit van
het voortgezet onderwijs. Het terugdringen van de overhead leidt ertoe dat de
docent dan zelf meer moet gaan kopiëren, surveilleren of assisteren, schrijft
hij.
Ik ben benieuwd bij welk werkbezoek de heer Slagter managers
leraren heeft zien ondersteunen. Zelf sta ik 23 jaar voor de klas en ik heb het
nog nooit meegemaakt. Het gaat natuurlijk om het onderwijsondersteunend
personeel. Die collega’s zijn inderdaad onmisbaar.
En is het dan niet mooi dat, zoals de voorzitter beweert, de
bestuurders nu uit reserves 300 miljoen euro gaan investeren in het onderwijs?
Dit zijn gewoon belastingcenten en die hadden allang aan onderwijs uitgegeven
moeten zijn, voorzitter. Volkomen van het onderwijs los, die Sjoerd.
Red.: En ook op het hoogste
onderwijsniveau heeft de rot van de managers al volledig toegeslagen:
Uit:
De Volkskrant, 07-05-2010, door Harrie Verbon, hoogleraar openbare
financiën Tilburg
De graaiers gedijen op de universiteit
Goed betaalde managers hebben de universiteit tot het voorportaal van het
bedrijfsleven gedegradeerd.
Het is genereus van masterstudent Jelle van Baardwijk om te beweren dat het
onderwijsniveau van de universiteiten daalt door de zesjescultuur en
intellectuele luiheid van studenten en niet door de universiteiten zelf (Opinie,
28 april 2010) .
Volgens hem bezoeken studenten vooral de universiteit om
later de leuke en lucratieve baantjes te krijgen. ...
Het ligt dus niet aan ons, universitaire academici, dat veel
studenten een academische studie beginnen met het idee dat ze later manager
worden. Inderdaad, aan de universiteiten van Nederland werken vele ambitieuze,
integere en talentvolle onderzoekers en docenten. Ze zijn er, maar eigenlijk is
het verrassend dat ze er zijn. want de universiteit doet zelfhard mee aan het
idee dat het niet nodig is om een echt academisch vak te leren. 'Je kunt maar
beter manager worden', schreeuwen de universiteiten het uit met hun eigen
salarisbeleid.
Als je op de universiteit en hogescholen een echte
grootverdiener met een Balkenende-plus-salaris wilt worden moet je het bestuur
in. Hoewel in het parlement bepaald is dat het salaris van de premier ook het
maximumsalaris in de publieke sector zou moeten zijn, is er in het hoger
onderwijs nagenoeg geen bestuurder meer te vinden die minder dan dat salaris
(ongeveer 180 duizend euro) verdient.
Dat salaris bepalen de bestuurders zelf met medeweten van de
zogenaamde toezichtsorganen. Die organen lijken voornamelijk gezelligheidsclubs
waarin oude bekenden elkaar tegenkomen en waarin men het vooral met het
universiteitsbestuur eens is.
Het hoger onderwijs is in een situatie terechtgekomen waarin
degenen die het minst belangrijke werk doen in het hoger onderwijs, namelijk
besturen, veel meer betaald krijgen dan diegenen die het werk doen waar het
werkelijk om gaat, namelijk studenten opleiden en onderzoek verrichten. ...
Uit: De Volkskrant, 24-07-2010, ingezonden brief van Thomas von der Dunk
(Amsterdam)
Winststreven
In het hoofdcommentaar van 17 juli wordt de staf gebroken over de zesjescultuur
onder studenten: een mentaliteit die behelst dat je niet meer moet doen dan
strikt nodig om je papiertje te halen.
Buiten beschouwing blijft de essentiële rol bij het ontstaan
van die zesjescultuur van de universiteiten zelf, als gevolg van een alles
beheersend efficiëntie-denken. Naar buiten toe redekavelt het management
weliswaar voortdurend over topkwaliteit dit en topopleiding dat, maar de
praktijk is precies omgekeerd. Sinds universiteiten door de eigen besturen, mede
door de nu al drie decennia voortetterende Haagse bezuinigingswoede, als
ondernemingen worden mishandeld, staat winststreven centraal. Dat betekent: er
moeten zo veel mogelijk studenten met zo weinig mogelijk docenten in zo kort
mogelijke tijd doorheen worden gejaagd.
Kan het bij de concurrent met minder personeel, dus
goedkoper, dan moet dat bij de eigen instelling ook: vandaar dat in die drie
decennia bezuinigingen het aantal docenten in verhouding tot het aantal
studenten bij veel opleidingen is gehalveerd. Dat is heel efficiënt, en dus
financieel winstgevend, maar gaat wel ten koste van alle inhoudelijke extra's
die zorgen voor meer kwaliteit.
Die extra kwaliteit is voor het van de werkvloer losgezongen
management – dat zelf wegens toenemend gebrek aan onderwijs- en
onderzoekservaring kennis van zaken ontbeert en dus kwantiteit voor kwaliteit
verslijt – niet meetbaar. ...
Red.: Voor een voorbeeld van het bijbehorende
benoemingsbeleid, zie hier
. In die bron staat een illustratie van een andere opmerking van Von der Dunk,
zelf academicus:
Nog een signaal:
Uit:
De Volkskrant, 05-10-2010, door Esther-Mirjam Sent
Managers bestieren onze universiteiten
De Nederlandse wetenschapper besteedt onderhand meer tijd aan het afleggen
van verantwoording dan aan onderzoek.
Esther-Mirjam Sent | De auteur is hoogleraar economische theorie en
economisch beleid aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Onderstaande tekst is
een fragment van de VerweyJonker/SER-lezing die zij gisteren in Den Haag heeft
uitgesproken.
Tussentitel: In onze beheerzucht hebben we ons zelf ingekapseld in een net
van regels
De Nederlandse kenniseconomie kent drie pijlers, te weten onderwijs, wetenschap
en technologie. Op alle drie de gebieden heeft Nederland het lange tijd goed
gedaan. Volgens de Kenniseconomie Monitor 2010 staat Nederland mondiaal op de
achtste plek.
Ten eerste was ons onderwijs kwalitatief goed en efficiënt
georganiseerd. ...
Ten tweede stond het Nederlands wetenschappelijk onderzoek
internationaal in hoog aanzien. Zo was de Nederlandse onderzoeksproductiviteit
gemeten via het aantal artikelen per onderzoeker relatief hoog. ..
Kortom, de Nederlandse kenniseconomie leek het behoorlijk
goed te doen. ...
... Op de gebieden waarin Nederland vroeger uitblonk, dreigt
echter een zorgwekkende achterstand te ontstaan.
Ten eerste vallen er op het gebied van onderwijs alarmerende
geluiden te beluisteren over kwaliteit die onder druk staat en diploma’s die aan
waarde verliezen. We zetten in op meer regelgeving en toezicht in een poging de
problemen te beheersen.
Ten tweede komen ook uit de wetenschap verontrustende
geluiden. Ook hier zien we een zucht naar beheersing. Parallel aan het onderwijs
zijn het niet de wetenschappers, maar de managers die de dienst uitmaken aan
Nederlandse universiteiten en hogescholen. In plaats van onderwijs en onderzoek
te ondersteunen, zijn de administratieve afdelingen vooral druk doende met het
samenstellen van Excel-spreadsheets voor de volgende visitatie of accreditatie.
Daardoor ben ik bijkans meer tijd kwijt met het verantwoorden van mijn onderwijs
dan het verzorgen ervan.
Het gaat niet om mij persoonlijk, het gaat om het geld- en
tijdverslindende monster dat door het visitatie- en accreditatiecircus is
gecreëerd. Het verlammende wantrouwen waarop het Nederlandse systeem is
gebaseerd, belemmert de wetenschappelijke productiviteit in plaats van deze te
bevorderen. Een bijkomend probleem is dat het strategisch gedrag stimuleert –
iets wat de wetenschappelijke inhoud niet ten goede komt. Zich richtend op
prestatiecriteria zoals het aantal artikelen in tijdschriften met een hoge
impact factor, leggen strategische onderzoekers zich vooral toe op het herhalen
van veilige wetenschappelijke trucjes.
Ten slotte laat de groei van de arbeidsproductiviteit in
Nederland zeer te wensen over. De dienstensector maakt een steeds groter deel
van de economie uit, en juist in die sector blijft de arbeidsproductiviteit
steken. In de zorg, bijvoorbeeld, is de arbeidsproductiviteit nu eenmaal laag.
En wat krijg je dan? De verzorgende moet alles tot op de minuut verantwoorden in
tabellen en lijsten, overdrachts- en teamvergaderingen voeren et cetera. De druk
is groot om meer diensten te verlenen tegen minder geld, om meer verantwoording
af te leggen tegen minder vrijheid om eigen keuzes te maken. Door de huidige
nadruk op controle van boven af, verticale verantwoording en standaardisering,
raakt het belang van de cliënt ondergesneeuwd.
Kortom, bij alle drie de pijlers – onderwijs, wetenschap en
technologie – zien we dat de eerdere productiviteit van de kenniseconomie
gepaard is gegaan met perverse pogingen de bijbehorende toegenomen complexiteit
te beheersen. In onze controledrift proberen we alles dicht te regelen en te
sanctioneren, en zo loopt de kenniseconomie in de fuik. ...
Red.: Glasheldere taal.
Een automatisch gevolg van de introductie van dit soort
mensen: censuur:
Uit:
De Volkskrant, 19-05-2011, van verslaggever Sander Heijne
Nijmeegse universiteitskrant voelt zich op web gecensureerd
Tussentitel: Berichten redactie Vox alleen te lezen op besloten site
De redactie van de Nijmeegse universiteitskrant Vox voelt zich op internet
gecensureerd door het bestuur van de eigen Radboud Universiteit. Na een reeks
conflicten over de journalistieke onafhankelijkheid zijn de webberichten van de
redactie binnenkort alleen nog op een besloten website voor studenten en
medewerkers te lezen. ...
Een woordvoerder van de universiteit noemt het
'voortschrijdend inzicht' om de berichtgeving van Vox nu van de buitenwereld af
te schermen. 'Wij willen zo voorkomen dat berichten van Vox worden gezien als
standpunten van de universiteit.' Hij bevestigt dat de universiteit soms in
verlegenheid wordt gebracht door Vox. 'De buitenwereld kan berichten die intern
prima worden begrepen niet altijd goed plaatsen.'
... 'Wij zijn hier niet over te spreken en dan druk ik het
nog zacht uit', zegt interim-hoofdredacteur Anne Dohmen. ...
Dohmen vermoedt dat een serie conflicten over de
journalistieke onafhankelijkheid van haar redactie ten grondslag ligt aan het
besluit van de universiteit. Als voorbeeld noemt ze een artikel over
dierenactivisten, die een petitie wilden aanbieden tegen experimenten op apen.
'Toen we de universiteit om wederhoor vroegen, kregen we te horen dat we daar
niet over mochten publiceren.' ...
De laatste jaren worstelen steeds meer universiteitsbladen
met hun journalistieke onafhankelijkheid. In de redactiestatuten van de bladen
van de universiteiten van Wageningen en Delft staat nu dat 'de journalistieke
onafhankelijkheid niet los staat van de universiteit als geheel'.
In Leiden heeft het universiteitsbestuur in 2007 een poging
gedaan om het blad Mare te dwingen geen eigen nieuws meer te maken. In 2002
hield het bestuur van de VU in Amsterdam publicatie van een omstreden interview
in Ad Valvas tegen.
De ontwikkeling gaat hand in hand met de introductie van de
marktwerking in het hoger onderwijs. Universiteiten hechten steeds meer waarde
aan een goed imago bij potentiële studenten en commerciële investeerders.
Groeiende communicatieafdelingen proberen de instellingen zo positief mogelijk
in het nieuws te brengen.
Red.: Een open klimaat en vrijheid van meningsuiting
zijn natuurlijk de manier om positief in het nieuws te komen. De argumenten van
de managers zijn dan ook pure leugens. Wat ze willen voorkomen is dat eigen
falen in het nieuws komt. En daarvoor zijn goede redenen, want van dat
eigen falen is er genoeg.
Een van de natuurlijke gevolgen van het te veel aan managers:
Uit:
De Volkskrant, 11-06-2010, van verslaggever Robin Gerrits
Interview | Neerlandicus Frits van Oostrom
'Boeken dunner, docent steviger'
In de Onderwijsagenda zoekt de Volkskrant naar oplossingen voor de
problemen in het onderwijs. De leraar moet aansterken, en de lesboeken moeten
dunner, vindt Frits van Oostrom.
Welke eisen stellen wij aan docenten, luidt de vraag in het zesde en laatste
themablok van de Onderwijsagenda. Of, als stelling geformuleerd: docenten hebben
meer kennis, kunde en vaardigheden nodig. De laatste jaren groeit het besef dat,
voor een hogere onderwijskwaliteit, de uitrusting van degenen die voor de klas
staan moet worden verzwaard. In zijn Kohnstamm-lezing van maart 2007
constateerde neerlandicus en toenmalig KNAW-president Frits van Oostrom
scheefgroei: de lesboeken worden door de uitgeverijen almaar rijker verzorgd,
dikker en duurder, en de leraren worden steeds dunner; afhankelijker ook van die
methode. ‘De docent is te veel de amanuensis van andermans boek geworden. Geen
wonder dat hij zo bleekjes voor de klas staat.’ ...
‘Jammer genoeg is het onderwijs tegenwoordig ingesteld op
wantrouwen. Dit verhaal heeft geen schurk, we hebben het met zijn allen zo ver
laten komen. Ook schaalvergroting: vroeger had je in een vaksectie nog
bewegingsvrijheid, nu zit je als leraar in een groep van vijftien docenten, die
van het bestuur allemaal met dezelfde methode moeten werken, ...
Red.: Natuurlijk is de invloed van het tweede oneindig
veel groter dan die van het eerste. En dat komt door de natuurlijke neiging van
managers: mensen onder controle én onder de duim houden.
De halfslachtige pogingen om iets te doen aan de nieuwe
almacht van de managers leidt al tot verzet:
Uit:
De Volkskrant, 27-08-2010, door Nico de Jong, Harry Cox en Paul Wouters,
respectievelijk bestuurder van het Cals College te Nieuwegein, managing
consultant bij CPS, en organisatieadviseur
Geef schoolleiding onderwijs terug
De directies van middelbare scholen zijn vooral bezig met het uitvoeren van
door de politiek bedachte taken, en komen zo niet toe aan hun eigenlijke
opdracht: zo goed mogelijk onderwijs.
Dadelijk gaat alle aandacht weer naar de leerlingen in het middelbaar onderwijs.
Wij willen nu even aandacht voor de schoolleiding: de directeuren en andere
schoolmanagers. ...
Met het rapport-Dijsselbloem werd een deel van het probleem
al aardig in kaart gebracht. Al te vaak was onderwijs voor de politiek een
ideologisch strijdtoneel. ...
Wij blijven hopen op de politieke zelfbeperking die in het
rapport-Dijsselbloem wordt aanbevolen. Maar het baart ons zorgen, dat met de
overheidsbemoeizucht ook het onderwijsbeleid wordt weggegooid. De reflex is nu
om weer alle macht te leggen bij de vakman (m/v) en alles wat naar management en
beleid ruikt besmet te verklaren onder het motto ‘handen af van de leraar voor
de klas!’ Maar zijn de leraren die nu onze scholen bevolken allemaal de vaklui
die we nodig hebben? En voor zover ze dat zijn: hoe kunnen we hen in die
hoedanigheid behouden en belonen? Voor zover ze dat niet zijn: hoe kunnen we ze
zover brengen? En als dat niet mogelijk blijkt, hoe krijgen we dan mensen op hun
plek die het wel waarmaken?
Zijn dit niet de essentiële vragen die op het bord van de
schooldirectie zouden moeten liggen? Formeel liggen ze daar ook, maar in de
praktijk dient de directeur te manoeuvreren in het land der verworven rechten,
dat wil zeggen: zo behoedzaam en traag als een olietanker. Stap een school
binnen en informeer eens naar de kwaliteit van het lerarenbestand. Grofweg zijn
er drie categorieën: 1. de goede tot excellente leraren; 2. de middenmoot die
‘voldoende’ presteert of nog ondermaats is, maar zich wel ontwikkelt en 3. de
hopeloze gevallen. De derde categorie vormt 10 tot 35 procent van het totaal.
Niet deze vaststelling is alarmerend, maar het feit dat het de directie
ontbreekt aan middelen om daar op korte termijn iets aan te doen.
...
Red.: De reactie was even adequaat als voor de
hand liggend:
Uit:
De Volkskrant, 27-08-2010, ingezonden brief van Henk Egberts
(Roden) Opdracht van schoolleiders is simpel
Een vermakelijk bericht op de opiniepagina van vrijdag 27 augustus onder de
treffende titel: ‘Geef schoolleiding onderwijs terug.’ Wat een wanhoop. Stap een
lerarenkamer binnen en informeer eens naar de kwaliteit van het
schoolleidersbestand. Grofweg zijn er drie categorieën schoolleiders:
1. de goede;
2. de goedbedoelende;
3. de hopeloze.
Het probleem is eenvoudig op te lossen. De opdracht waarmee schoolleiders belast
zijn, is namelijk zo ingewikkeld niet.
Een schoolleider zorgt ervoor dat de goede klassen op het
juiste moment in de goede lokalen zitten en dat het huishoudboekje klopt. De
schoolleider blijft bij deze werkzaamheden bescheiden op de achtergrond en laat
de ontwikkeling van de leerling aan de leraren over. Van schoolleiders in de
categorieën 2 en 3 hoeft niemand het bezit van welke visie dan ook te vernemen.
Verder kan bij de terugkeer naar het gezonde verstand en een
nuchtere taakopvatting de bemoeienis van bestuurders, managing consultants en
organisatieadviseurs gemist worden als kiespijn.
Red.: Het probleem van de hopeloze leraar is redelijk
beperkt: die worden grotendeels uitgewied door het proces van het "geen orde
kunnen houden", en dergelijke. Onderwijs-geven is een moeilijke taak, en er echt
slecht in zijn houdt je niet lang vol.
Slecht managen en leidinggeven is daarentegen, leert de ervaring,
iets dat eindeloos kan duren. In het bedrijfsleven wil er nog wel eens een
faillissement volgen, maar bij de overheid blijft het doorgaan tot aan de
pensionering van de betrokkene.
Als er dus iets gedaan moet worden, is het aan de
mogelijkheid voor het personeel om de leidinggevende de laan uit te sturen
.
Er is in de laatste paar jaar al een grote hoeveelheid
vuilnis over het nieuwe management in het onderwijs naar buiten gekomen. De
volgende auteurs vatten het samen aan de hand van een specifiek geval:de
hogeschool InHolland:
Uit:
De Volkskrant, 26-11-2010, door Arnold Heertje en Jasper van Dijk
Verloedering van het hbo moet nu stoppen
Red het hbo van autonome bestuurders, perverse financiële prikkels,
doorgeschoten schaalvergroting en slecht onderwijs.
Arnold Heertje | Jasper van Dijk | Arnold Heertje is emeritus-hoogleraar
economie en Jasper van Dijk is SP Tweede Kamerlid. Zij menen dat het hbo-stelsel
fundamenteel moet worden herzien. De overheid moet weer verantwoordelijk worden
voor het bestuur en de onderwijskwaliteit.
Tussentitel: Vakkennis werd onbelangrijk, studenten moesten zich redden met
zelfstudie
Na het vertrek van Geert Dales zijn de overige leden van het college van bestuur
van de hogeschool InHolland opgestapt. De inspectie doet onderzoek naar
malversaties met declaraties, dubieuze uitgaven en diplomafraude. Nieuwe
onthullingen over gebrekkig onderwijs en het intimideren van docenten door het
management liggen in het verschiet. ...
Deze vormen van wanbeleid doen zich in meerdere of mindere
mate ook bij andere hbo’s en roc’s voor. Daarom is een fundamentele herziening
van het stelsel nodig. Vier zaken moeten worden aangepakt: de autonomie van
bestuurders, de doorgeschoten schaalvergroting, perverse financiële prikkels en,
last but not least, de kwaliteit van het onderwijs.
De autonomie van bestuurders is doorgeslagen. Het bestuur van
InHolland is verdwenen, uitsluitend omdat het daar zelf toe besloot. De regering
heeft die bevoegdheid niet, ondanks het publieke belang en de publieke middelen
die in het geding zijn. Daarmee wordt een te zwaar gewicht toegekend aan
zelfregulering en onderwijsvrijheid. Miljoenen aan belastinggeld zijn vrij
besteedbaar zonder dat de Raad van Toezicht ingreep. De staatssecretaris staat
machteloos aan de zijlijn.
Er moet snel een wet komen die de finale verantwoordelijkheid
voor goed bestuur, gericht op kwalitatief hoogwaardig onderwijs, verlegt naar de
overheid. Falende bestuurders moeten naar huis kunnen worden gestuurd. Die wet
kan ook de nutteloze HBO-raad als koepelorganisatie opheffen, alsmede een
beloningsbeleid instellen waarbij het salaris van de premier als maximum geldt.
Het tweede belangrijke punt is de schaalvergroting. Sinds de
jaren negentig zijn hogescholen gaan fuseren, niet met het oog op beter
onderwijs aan studenten, maar vanwege pseudo-efficiëntie en private belangen van
bestuurders. Waren er in 1990 nog 500 hogescholen, nu zijn er nog maar 50.
Allemaal mega-instellingen met doorgaans meer dan 30 duizend studenten.
Van contact met de werkvloer van docenten en studenten is
geen sprake, mede omdat de bestuurders van nature geen verwantschap hebben met
de inhoudelijke kanten van het onderwijs. De managers houden zich bezig met
investeringen in het buitenland en onroerend goed of zoeken samenwerking met
onderwijsvreemde particuliere instellingen.
De nadelen van de schaalvergroting tekenen zich nu zo scherp
af dat de overheid ernst moet maken met een beleid van schaalverkleining.
Begonnen kan worden met de hogeschool InHolland, waar enige jaren geleden de
bestuurder Jos Elbers zelfs de helft van Nijenrode heeft opgekocht, een
transactie die inmiddels met verlies is teruggeschroefd.
Van InHolland kan een verzameling kleinere hogescholen
worden gemaakt met een aanspreekbare directie. Een school is niet groter dan het
geheugen van de conciërge wordt wel gezegd. Er is niets tegen een maximumaantal
studenten per instelling, bijvoorbeeld 3.500 voor een hogeschool. Managers horen
minstens één dagdeel per week voor de klas te staan. In dit opzicht geeft de
premier het goede voorbeeld.
Perverse prikkels manifesteren zich via financiële
arrangementen van de overheid die budgetten toekent op basis van geslaagde
aantallen studenten. Kwaliteitseisen en correcte normering worden ondergeschikt
gemaakt aan geldelijk gewin. Bij sommige opleidingen van InHolland zijn docenten
verplicht zorg te dragen voor ten minste 80 procent geslaagde studenten. Aan
deze bizarre praktijken moet een einde komen. ...
Red.: En natuurlijk hoorde hier de wantoestanden van
het nieuwe leren bij - meer daarover hier
.
Het veld weet natuurlijk uitstekend wat de rol van de
managers is:
Uit:
De Volkskrant, 27-11-2010, ingezonden brief van H. Vaessen, voorzitter
college van bestuur Hogeschool Haarlem (1989-2001) , Haarlem
Menselijke maat
Met toenemende verbazing heb ik de berichtgeving gevolgd over wat er in de
Hogeschool InHolland aan de hand is, met als apotheose de vervanging van het
totale college van bestuur afgelopen maandag (Ten Eerste, 22 november).
Als een van de grondleggers van die Hogeschool heb ik nooit
een navranter voorbeeld gezien van de tegenstelling tussen de destijds
geformuleerde doelen en wat daar in de praktijk van terecht is gekomen.
Wij, de Hogeschool Alkmaar, de Hogeschool Holland in Diemen,
de Ichtus Hogeschool in Rotterdam en de Hogeschool Haarlem wilden samen een
Hogeschool in de Randstad tot stand brengen, die groot genoeg was om met de
giganten in de grote steden te kunnen concurreren. Tegelijkertijd moest die
Hogeschool op verschillende locaties een sfeer creëren die de nadelen van die te
grote units in die grote steden kon voorkomen. Een instelling waarin de
kwaliteit van het onderwijs centraal kwam te staan en die opereerde op de schaal
van de menselijke maat. ...
Red.: Dat was hogelijk naïef, ook toen al - al dit
soort niet-natuurlijke reorganisaties naar grootschaligheid zijn uitgelopen op
ellende.
"Weerstand" zijnde de vertaling van de waarschuwingen van lesgevenden die minder
naïef waren. Maar die overruled worden door de managers.
Omdat hoe hoger de bestuurslagen, hoe dictatorialer het soort mensen en hoe meer
ze hun zin kunnen doordrijven. Op manieren die eigenlijk neerkomen op terreur.
Met natuurlijk ook een financiële
component:
De Volkskrant, 27-11-2010, ingezonden brief van Helene Viveen, leerkracht
voortgezet onderwijs, Schoorl
Corruptie
Met een duidelijk gevoel van opluchting las ik afgelopen zaterdag uw artikel
over Hogeschool InHolland. Eindelijk dringt het gegeven van de graaicultuur in
het Nederlandse onderwijs tot het publiek door.
Hogeschool InHolland is een voorbeeld van wat de afgelopen
jaren veelvuldig is gebeurd: ten eerste zijn door het vrijgeven van de verdeling
van de gelden (lumpsum) uiteraard veel leidinggevenden zichzelf meer gaan
uitbetalen, waarvan Jos Elbers en Lein Labruyère slechts voorbeelden zijn.
Daarnaast kregen, door het veelvuldig fuseren,
leidinggevenden de kans en het recht hun eigen inkomen te vergroten. Ook kon
door de omvang van deze instellingen allerlei corruptie in de anonimiteit
verdwijnen. Niemand had nog het overzicht of de greep op het geheel.
En denk aan het verhaal over de student, die heel zelfstandig
is en geen behoefte meer heeft aan docenten, door Jos Elbers ooit letterlijk
aangeprezen op een onderwijscongres.
Ik geloof niet dat deze onderwijspraktijken door ingrijpen
van Doekle Terpstra kunnen worden gered. Er zal veel meer moeten gebeuren: de
financiën voor het onderwijs in heel Nederland zullen moeten worden aangelijnd
en per functie vastgesteld. Er zal voortdurend controle nodig zijn. Daarnaast
zal het zonder meer helpen als we de onderwijsinstellingen verkleinen, zodat het
overzicht wordt vergroot.
Maar buiten dit alles, wat zou het fijn zijn als leerlingen
en studenten genoeg goed en degelijk onderwijs krijgen, waarbij vorm de tweede
plaats mag innemen en inhoud op de eerste plaats komt. Het geld en de
mogelijkheden zijn er, maar eerst moeten we bevrijd worden van onnodige
bestuurders, die maar willekeurig kunnen graaien en elkaar voortdurend dekken.
Red.: Wat er natuurlijk niet van gaat komen.
Nuttige idioot Doekle Terpstra gaat de grootschaligheid met de dictatoriale
topmanagers opnieuw proberen.
Nog iemand die het van nabij heeft meegemaakt:
Uit:
De Volkskrant, 14-02-2011, ingezonden brief van Marcel Gerritse,
directeur John F. Kennedyschool in Breda.
Waar blijft het geld van de basisscholen?
Frank Kalshoven suggereert dat de hedendaagse schoolmanagers niet kunnen rekenen
(12 februari). Dat kan ik maar al te goed en daarom ben ik niet wezen
demonstreren in Nieuwegein. Want wie riepen er op tot demonstreren? Niet de
schooldirecteuren, maar veelal de schoolbesturen.
Nog niet zo lang geleden werden onze scholen bestuurd door
goedwillende ouders die er veel vrije tijd in staken. Het geld van het
ministerie ging direct naar de scholen en kwam via een korte lijn bij de
kinderen terecht. Maar toen kreeg je de schaalvergroting, met een invasie van
betaalde bestuurders. Uiteraard gingen die bestuurders 'iets' meer verdienen dan
de schooldirecteuren. Er kwam een College van Bestuur, veelal één persoon. Het
bestaande bestuur werd omgedoopt tot een Raad van Toezicht en op flinke afstand
van de school gezet. Gezien de 'onafhankelijkheid' van het College van Bestuur
kon zijn werk niet meer gedaan worden in een lege schoolruimte, maar werd
kantoorruimte gehuurd.
De komende bezuinigen worden afgewimpeld op de scholen.
Bestuurskantoren krimpen niet in. ...
Red.: Waar het geld van de hogescholen blijft, is
inmiddels bekend (maar dat was het eigenlijk al eerder);
Uit:
De Volkskrant, 12-03-2011, Ad Verbrugge, Jan-Willem Bruins, en Presley
Bergen
Hogeschool besteedt geld aan volstrekt verkeerde zaken
Slechts zo'n kwart van het hogeschoolbudget wordt besteed aan direct
onderwijs door docenten.
Ad Verbrugge | Jan-Willem Bruins | Presley Bergen | Ad Verbrugge is
voorzitter BON en filosoof aan de VU. Jan-Willem Bruins is docent aan de
Hogeschool Windesheim. Presley Bergen is bestuurslid van BON en hogeschooldocent
Nederlands en bedrijfscommunicatie.
De afgelopen maanden is hevig strijd gevoerd tussen coalitie en oppositie over
bezuinigingen in het hoger onderwijs. Veel bestuurders van
onderwijsinstellingen, de onderwijsraden en de vereniging van universiteiten
(VSNU) maakten zich grote zorgen over de gevolgen van deze bezuinigingen. Er
zouden duizenden banen verdwijnen van docenten en de algehele kwaliteit van ons
onderwijs zou in gevaar komen. Beter Onderwijs Nederland deelt deze zorg.
Het is daarom juist nu van groot belang te kijken of het
beschikbare geld wel doelmatig wordt besteed. Door immense schaalvergroting en
de verzelfstandiging van onderwijsinstellingen is namelijk op veel plaatsen een
cultuur gegroeid waarin bestuurders zich beschouwen als de eigenaren van het
onderwijs. Een ernstige misvatting die bovendien heeft geleid tot een verkeerde
besteding van middelen ten koste van het onderwijs.
De overheid zelf heeft deze nieuwe verhoudingen in het leven
geroepen door onderwijsinstellingen quasi marktachtig te organiseren en op
prestaties 'af te rekenen', gebruik makend van kwantitatieve criteria en
financiële prikkels. Tegelijkertijd heeft zich rondom het normale onderwijs een
schil gevormd van raden, bestuurders, managers, coördinatoren,
onderwijskundigen, onderwijscentra, visitatiebedrijven, consultancy - en
adviesbureaus, congresorganisatoren, bouwbedrijven, reclamebedrijven et cetera
die enorm veel geld kosten.
De regering kan in de lijn van het veelgeprezen rapport
Veerman de ambitie hebben om in het hoger onderwijs de 'perverse prikkel'
ongedaan te maken die uitgaat van financiering op basis van het aantal
studenten. De ironie is echter dat veel onderwijsinstellingen dit financiële
sturingsinstrument intern inmiddels volop hanteren. Dit heeft tot gevolg dat
docenten steeds meer onder het regime van kwantiteit en geld worden geplaatst,
ten koste van de kwaliteit en de veelzijdige vorming van studenten.
Bestuurders raken er op gericht om te groeien en rendement te
maken, te werken aan het imago van de instelling, een fonkelnieuw gebouw neer te
zetten, te fuseren, andere activiteiten te ontplooien, buitenlandse vestigingen
te openen, marktaandeel te veroveren enzovoorts.
Het is echter maatschappelijk onverantwoord en politiek
onaanvaardbaar om de deugdelijkheid van het onderwijssysteem en de doelmatigheid
van de besteding van publieke middelen aan de toevalligheid van bestuurlijke
bekwaamheid en integriteit over te laten. We weten maar al te goed dat een
dergelijke bekwaamheid en integriteit allerminst vanzelf spreken: InHolland is
maar een van de vele voorbeelden waar het mis gaat.
Enkele jaren geleden is op het teveel aan bureaucratie al
gewezen door de economiehoogleraren Bas Jacobs en Rick van der Ploeg, die hadden
berekend dat tussen 1980 en 2000 de bureaucratie op de universiteit met 31
procent en op het hbo met zelfs 81 procent was toegenomen. Ondertussen blijkt
uit recent onderzoek dat de zaak op veel instellingen nog veel ernstiger is, ja
zelfs volledig uit de hand is gelopen.
Guusje ter Horst, tegenwoordig voorzitter van de HBO-raad,
reageerde onlangs getergd op Mark Ruttes opmerking dat 30 tot 40 procent van het
budget op hogescholen opgaat aan 'gedoe', met het verweer dat uit onderzoek zou
blijken dat de bureaucratie op het hbo slechts uitkwam op tussen de 22 en 25
procent - een heel gewoon percentage. Zij zei er echter niet bij dat dit
percentage slechts de generieke overhead betreft; wordt ook de specifieke
overhead (beleidsmedewerkers, et cetera) meegerekend, dan komt de berekening al
op 36 procent volgens Bureau Berenschot. Toch dekt ook dit cijfer de omvang van
de problematiek nog toe, omdat Berenschot bij zijn meting voorbij gaat aan de
grote decentrale overhead binnen onderwijsorganisaties.
Uit een recent onderzoek van de Vereniging Medezeggenschap
Hogescholen (VMH) onder 11 overwegend grote hbo-instellingen blijkt dat van het
personeel op een hogeschool gemiddeld slechts 57 procent geregistreerd staat als
docent. De cijfers voor dit gemiddelde zijn door de hogescholen zelf aangeleverd
en gewoon afkomstig van de personeelsinformatiesystemen. Het percentage docenten
ligt in werkelijkheid echter een stuk lager, omdat veel van hen gewoon geen
onderwijs geven of daar niet direct mee bezig zijn. Ze zijn teamleider,
coördinator, kwaliteitszorgmedewerker, voorlichter, onderwijsadviseur, et
cetera.
Het meest zuivere kengetal om de inzet van middelen in de
directe on-derwijsuitvoering inzichtelijk te maken, is eenvoudig uit te rekenen:
welk deel van het hogeschoolbudget wordt besteed aan de directe
onderwijsactiviteiten door docenten?
Dit kengetal is enkele jaren geleden uitgerekend door de
Tilburgse hoogleraar accounting Jan Bouwens, die op een bepaalde (gemiddelde)
hogeschool bij elf opleidingen op 21 procent van het budget kwam. Slechts 21
procent van het budget wordt daar daadwerkelijk besteed aan onderwijs, inclusief
het voorbereiden van lessen en nakijken van werkstukken en tentamens.
Hoewel de HBO-raad bij monde van Guusje ter Horst zegt dat
ander onderzoek deze cijfers kan weerleggen, leidde het verzoek om inzage daarin
tot op heden niets op. Recent onderzoek van de medezeggenschapsraad van een
andere hogeschool bevestigt juist het cijfer van Bouwens; men kwam daar op uit
op ongeveer 25 procent. Het op verzoek van het betreffende college van bestuur
ingeroepen accountantsbureau bevestigde deze cijfers.
Waar de rest van het geld dan naartoe gaat, begint inmiddels
ook duidelijk te worden. Alleen al de visitatie- en accreditatie-industrie en de
interne kwaliteitscontrole van hogescholen kosten jaarlijks vele miljoenen.
Verder oormerkte de overheid vroeger zo'n 10 procent van het jaarlijkse
hbo-budget voor huisvesting, na hun financiële verzelfstandiging blijkt dat bij
veel instellingen te zijn opgelopen tot zo'n 16-18 procent. ...
Red.: Wat heet de HBO-raad is natuurlijk niets anders
dan een vereniging van managers in het onderwijs, en even natuurlijk is dat
Guusje ter Horst, voorheen multiculturalistisch politica, keihard staat te
liegen.
En zoals al geconstateerd: ook in het universitair onderwijs
is de managers-rot diep doorgedrongen:
Uit:
De Volkskrant, 17-03-2011, van verslaggever Robin Gerrits
Promovendi reiken Mubarak-prijs uit
Aan Sijbolt Noorda, voorzitter van de vereniging van Nederlandse universiteiten
VSNU, is woensdag in Den Haag de 'Hosni Mubarak Prijs voor Goed Bestuur'
toegekend. Het gaat om een ludieke poging van vooral promovendi om Haagse
beleidsmakers af te brengen van plannen om van jonge onderzoekers die nu
universitair werknemers zijn, beursstudenten te maken.
Noorda zou voor dergelijke maatregelen gepleit hebben. De
jury prijst zijn 'vasthoudendheid', 'unieke prestaties' en 'onverschrokken
vastberadenheid'. ...
Onlangs kwamen promovendi dit 'bursalen'-idee tegen in een
kabinetsreactie op het plan-Veerman voor de toekomst van het hoger onderwijs.
Daarin schrijft staatssecretaris Zijlstra: 'Daarbij vragen de de universiteiten
bijvoorbeeld ruimte om te kiezen voor een systeem van bursalen. Daarvoor is een
wetswijziging nodig.'
Van Rossum is ervan overtuigd dat de VSNU-preses hierachter
zit. 'Bursalen hebben veel minder rechten dan werknemers', legt Van Rossum uit.
'Ze verdienen minder, en hebben geen recht op ziekengeld of zwangerschapsverlof.
...
Red.: Deze managers hebben zichzelf vele tonnen
salaris toebedeeld.
Een van de zaken waar managers verantwoordelijk voor
zijn is het verraad aan de zaak van de kwlaitiet van het onderwijs vanwege de
instroom van allochtonen:
Uit: De Volkskrant, 21-03-2011, door Mariët Herlé, docent communicatie
aan het instituut voor Commercieel Management, Hogeschool Rotterdam
Docent staat er beter voor dan vroeger
In de Volkskrant van 12 maart klaagden Ad Verbrugge en de zijnen van
Beter Onderwijs Nederland erover dat slechts een kwart van het hogeschoolbudget
wordt besteed aan direct onderwijs door docenten. Ik ben zo'n docent die de
afgelopen twintig jaar af en aan in de beroepspraktijk en op hogescholen heeft
gewerkt. En ik ben het niet met hem eens. Want: wat is het werk voor een docent
erop vooruitgegaan in de loop van de tijd.
De hogeschool bestaat niet meer uit academisch geschoolde
vakidioten met een krijtje en een leerboek. ...
Red.: De bekende argumenten tegen iedereen die voor
behoud van kwaliteit pleit, met als inspiratiebron:
Allochtonen en vmbo'ers, een andere term voor allochtonen, zijn minder sterk in
gewoon onderwijs - ze kunnen niet stilzitten, hebben een beperkte aandachtsspan,
en kunnen niet luisteren. Dus moeten we stilzitten, aandacht-hebben, en
luisteren afschaffen, en vervangen door excursies naar bedrijven, en stages in
het magazijn (enigszins raillerend geformuleerd, maar we hanteren dezelfde toon
als de auteur). En daarnaast ook goed voor ze zorgen:
En in dit alles is er natuurlijk maar een beperkte plaats voor kennis en
onderwijs ... dat zou die allochtonen alleen maar discrimineren ...
De reactie stond ook in al in de krant:
De Volkskrant, 23-03-2011, door Marten Salverda, kritisch docent en
decaan havo/vwo.
Geld voor onderwijs gaat naar managers
Het artikel van docente communicatie Mariët Herlé van de Hogeschool Rotterdam
is een schrijnend voorbeeld van de stand van zaken in ons onderwijs en een
blamage voor wat goed communicatie-onderwijs zou moeten leren (O&D, 21 maart).
Enkele punten:
- Zij gaat niet in op de door haar aangehaalde klacht van
BON-voorzitter Ad Verbrugge dat slechts een kwart van het hogeschoolbudget wordt
besteed aan direct onderwijs. Ze weerspreekt de klacht evenmin.
- Het artikel mist elke vorm van objectieve communicatie,
getuige de terminologie: 'academisch geschoolde vakidioten met een krijtje' en
'grillen en hobby's van docenten'.
- De vele stijlfouten in het artikel geven te denken over de
mate waarin de auteur zelf haar taal beheerst.
- De auteur heeft blijkbaar als 'eenvoudig docent' en als
docent communicatie aan een Instituut voor Commercieel Management niet het
kritisch vermogen na te gaan welk gedeelte van het onderwijsgeld in het
management gaat zitten, steeds meer bij grote graaiers.
- Voor veel hbo-studenten is het aantrekkelijke 'van de
praktijk leren' verworden tot budgettair zeer voordelige onderwijsopzetten
waarin het aantal contacturen nog steeds schandalig laag is en waarin er
aanhoudend klachten van studenten zijn over de bereikbaarheid van docenten voor
het feitelijke onderwijs. Dit geldt al jaren, met name voor commercieel
economische studies (zie de Keuzegids Hoger Onderwijs).
Red.: Een nauwelijks in absurditeit te overtreffen
toelichting van mismanagement:
Uit:
De Volkskrant, 20-04-2011, van verslaggeefster Ianthe Sahadat
Inholland moet drastisch inkrimpen
Het aantal studenten bij Inholland daalt vermoedelijk met 20 procent en de
kosten moeten met een vijfde omlaag. Daarom sluit de school de onderwijslocatie
in Hoofddorp, worden meerdere opleidingen afgestoten en moeten waarschijnlijk
enkele honderden medewerkers de komende jaren vertrekken.
Dat heeft bestuursvoorzitter Doekle Terpstra dinsdag
bekendgemaakt. De diploma-affaire bij de opleiding media & entertainment
management in Haarlem en de daarop volgende bestuurscrisis hebben Inholland aan
de rand van de afgrond gebracht.
'Inholland is een metafoor geworden voor alles wat er mis is
in het hoger onderwijs', zegt Terpstra, die eind vorig jaar als 'puinruimer'
werd binnengehaald bij de school. 'Maar als je kijkt naar alles wat niet met het
onderwijs te maken heeft, staat Inholland er goed voor.' Te denken valt volgens
Terpstra aan gebouwen, ict en ondersteunende diensten. ...
Red.: Het deed onmiddellijk denken aan de Engelse
tv-serie over wantoestanden in de politiek: Yes, minister
.
Een kleinere kwestie: bedrog:
Uit:
De Volkskrant, 11-05-2011, van verslaggeefster Ianthe Sahadat
Schoolpas inmiddels gedeblokkeerd, 'Het was niet correct'
Roc zet leerling onder druk vanwege extra bijdrage
Het ROC Horizon College in Alkmaar heeft een leerling de toegang tot de school
geweigerd, omdat hij de extra bijdrage aan opleidingskosten voor onder meer
software en een stichting praktijkleren niet heeft voldaan. De leerling mocht
sinds maandag de school niet meer in. Het Horizon College is inmiddels op zijn
schreden teruggekeerd.
Steeds vaker proberen Roc's extra kosten naast het gewone
schoolgeld van leerlingen te ontvangen, blijkt uit recent onderzoek van JOB,
belangenbehartiger van mbo-studenten. Voorzitter Luuk Visser: 'Het mag helemaal
niet, maar scholen komen er mee weg, omdat veel ouders of leerlingen dat niet
weten.' ...
Daniël Kortooms (19) volgt sinds september de opleiding
juridische dienstverlening bij het ROC Horizon in Alkmaar. In februari dit jaar
ontving hij brief van de school over een uitgebleven betaling van 238 euro, door
de school aangeduid als 'opleidingsgebonden kosten'. 'De hoogte van de kosten
zijn reeds bekend gemaakt bij uw inschrijving', meldt de brief. 'Wij wisten van
niets, dus heb ik een verzoek tot toelichting geschreven', zegt Gerard Kortooms,
de vader van Daniël.
Deze brief wordt nooit beantwoord en eind april komt er
opnieuw een brief van de school binnen. Als Kortooms de openstaande factuur niet
betaalt, zal met ingang van maandag 9 mei zijn schoolpas worden geblokkeerd,
'zodat je geen toegang meer hebt tot onze gebouwen'. Ook zal een deurwaarder
worden ingeschakeld. ...
Red.: Het is volkomen tekenend voor de mentaliteit:
het is geen onderwijsinstelling meer, maar een bedrijf dat probeert zo veel geld
te persen uit haar klanten. Met de bekende bijverschijnselen zoals
hooghartigheid en arrogantie:
De Inholland-zaak brengt vele nieuwe bevestigingen naar
buiten
Uit:
De Volkskrant, 12-05-2011, ingezonden brief van Aly van der Mark,
Hurdegaryp
Beste leraren,
Zeg eindelijk nee tegen de omhooggevallen, overbetaalde managers die jullie nu
al decennia het leven zuur maken.
Weiger nog langer voor een appel en een ei de belachelijke
zaken uit te voeren die ze steeds weer bedenken om kosten te besparen. Zeg nee
tegen Raden van Bestuur, die alleen goed voor zichzelf zorgen en hun personeel
in de kou laten staan.
Mijn man en ik komen beiden uit het onderwijs, maar we hebben
onze kinderen al 15 jaar geleden ten stelligste ontraden dit vak te kiezen,
omdat we zagen aankomen, dat het mis zou gaan.
Onderwijzen doe je niet door kinderen alles zelf te laten
googelen. Onderwijs is overdracht van kennis. Ja, daar hoort klassikaal
onderwijs bij; bijna een vloek in de moderne schoolfabrieken. ...
Red.: En in meer detail:
Uit:
De Volkskrant, 14-05-2011, door Arie Kuijvenhoven
Opnieuw beginnen op puinhopen Inholland
Wanpresterende hogeschool zou ontbonden moeten worden.
Arie Kuijvenhoven | De auteur is onder andere oud-docent van de voormalige
Ichthus Hogeschool te Rotterdam. In zijn tijd tekenden zich al de tekortkomingen
af die de hogeschool Inholland nu fataal zijn geworden.
Alweer tien jaar geleden werd ik, als zij-instromer, docent aan de Ichthus
Hogeschool, een van de directe voorgangers van het wankelende Inholland. Ik
begon in het oude gebouw aan het Rotterdamse Vasteland en verhuisde mee naar de
'glazen golf'op Zuid. Die bleek voornamelijk te bestaan uit een ruime hal waarin
studenten via internet contact konden zoeken met hun begeleider. Dat de meeste
docenten toen nog geen computer hadden, was geen bezwaar.
Dat de docenten bij elkaar waren gepropt in een ruimte waar
de zon vrijelijk naar binnen kon schijnen, was ook geen bezwaar. Net zo min als
het ontbreken van een vertrek waar je met iemand onder vier ogen kon spreken.
Alles moest transparant, heette het. Toen ik een keer op de bestuursetage mocht
zijn, keek ik mijn ogen uit. Wat een rust, wat een ruimte, wat een glanzend
meubilair, wat een behaaglijke temperatuur. Wat een prettige werkomgeving voor
het overigens opvallend afwezige management. ....
Red.: De zoveelste bevestiging van het algemene
adagium dat de westerse organisatie niet functioneert dankzij de leiding, de
manager, maar ondanks de manager
.
Een grappige versie van het aloude gezegde dat in Nederland
alles vijftig jaar later gebeurd: aan de Nederlandse universiteit gebeurt alles
twintig jaar later (dan in de rest van het onderwijs):
Uit:
De Volkskrant, 23-07-2011, van verslaggeefster Maartje Bakker
Universiteiten Leiden, Delft en Rotterdam willen fuseren
De universiteiten van Leiden, Rotterdam en Delft werken aan een fusie. Ze
overwegen om in de toekomst één college van bestuur aan te stellen, een
gezamenlijke naam te kiezen en opleidingen niet meer dubbel aan te bieden.
...
... ze hopen ook de boel efficiënter te organiseren, een
sterkere regionale rol te vervullen en het onderwijs te concentreren.
Red.: Precies dezelfde leugens die verkondigd werden
voorafgaande aan de fusies in de diverse vormen van het middelbaar
onderwijs, en zo rampzalig hebben uitgepakt. Voorla ook op het niveau van
efficiëntie. Omdat twee van de gevolgen veel meer management en graaien door het
management zijn. Maar dat is dan natuurlijk ook de reden natuurlijk dat deze
fusie wordt voorgesteld.
Ze geven zelfs ook voorbeelden van die nadelen:
Allemaal zaken waarvan bekend is dat ze slechter gaan functioneren in
grootschalige organisaties - meer over de gang van zaken rond dit soort fusies
hier
.
Nieuwe cijfers omtrent het aantal managers in het hbo:
Uit:
De Volkskrant, 24-09-2011, door Merijn Rengers 'Ik
trof een verweesde school aan'
Doekle Terpstra maakt schoon schip bij Hogeschool Inholland, die in
opspraak kwam door financieel wanbeheer en ten onrechte toegekende diploma's.
'Het onderwijs was naar de achtergrond verdwenen, het management kwam vaak op de
eerste plaats. Dat gaan we veranderen.'
... Er moet gesaneerd worden - we hebben dit jaar dertig
procent minder eerstejaars - maar ook de focus moet veranderen. In mijn analyse
is bij Inholland het management te vaak op de eerste plaats gekomen. Iets minder
dan de helft van het personeel werkt in de staf of als manager. Terwijl we
gewoon een school zijn, waar het om de studenten en docenten draait. Niets ten
nadele van hen, maar de staf was te veel uitgedijd. Die gaan we reorganiseren en
inkrimpen.
Red.: En waardoor komt dat:
Door het verkeerde soort bestuurders. Dat wil zeggen: uit het bedrijfsleven of
soortgelijke types.
En dit geldt in de hele sector:
Uit:
De Volkskrant, 24-09-2011, door Jan Willem Bruins, voorzitter van de
Vereniging Medezeggenschapsraden Hogescholen.
Nu laat
Inholland zien hoe het moet
... Dat Inholland als enige hogeschool zo wordt getroffen,
is extra wrang omdat de meeste problemen van Inholland in meerdere of mindere
mate ook op de andere hogescholen voorkomen. ...
De Vereniging Medezeggenschap Hogescholen(VMH) - waarbij alle
grote hogescholen zijn aangesloten - deed onlangs onderzoek naar het aantal
docenten op een hogeschool als percentage van het totale personeelsbestand.
Daaruit bleek dat het personeelsprobleem van Inholland op vrijwel alle grote
hogescholen speelt: gemiddeld hadden de onderzochte hogescholen 52 procent
docenten in dienst.
Hoewel de VMH heeft besloten de namen van de hogescholen niet
in de publiciteit te brengen, mag hier wel worden gezegd dat de score van
Inholland geen afwijking vertoont van het gemiddelde. Deze schokkende cijfers
leidden op geen enkele hogeschool tot een adequate bestuurlijke reactie. Daarop
vormt Inholland nu de positieve uitzondering.
Het werkelijke probleem is echter nog groter. Want van die 52
procent docenten staat lang niet iedereen voor de klas. De laatste jaren heeft
onder andere de VMH op meerdere hogescholen uitgerekend hoeveel procent van het
budget daadwerkelijk naar de directe onderwijsuitvoering gaat. Dat blijkt steeds
slechts zo'n 25 procent van het hogeschoolbudget te zijn. Deze berekeningen, die
werden bevestigd door een hoogleraar accountancy van de universiteit van
Tilburg, zijn door de HBO-raad en de bestuurders stelselmatig genegeerd of
ontkend. ...
Red.: Managers en bestuurders uit de oligarchie: het
is een pestilentie van parasieten, erger dan een zwerm sprinkhanen op een
tropische akker.
Nog een bevestiging van de zaak rond de aantallen van iemand
met een sterk neoliberale achtegron: voormalig economie-journalist bij de
Volkskrant Ferry Haan, die in het onderwijs is gegaan (zijn voormalige chef,
de rabiate Ayn Rand-neoliberaal Frank Kalshoven, voert nog met enige regelmaat
strijdt voor een bedrijfsmatig onderwijs met behulp van computers):
Uit:
De Volkskrant, 05-10-2011, door Ferry Haan, docent economie op een
middelbare school.
Onderwijs telt te veel niet-productieven
Voor het onderwijs lastig te vallen met een debat over productiviteit, moeten
we eerst de vele niet-productieven in deze sector tegen het licht houden.
In het onderwijs woedt een discussie over de productiviteit van de docent. Deze
zou omhoog moeten, zodat het onderwijs met minder mensen toe kan. Dan verminder
je het docententekort en kunnen de kosten van het onderwijs omlaag.
Maar wat is arbeidsproductiviteit? Hierover vliegen
betrokkenen elkaar makkelijk in de haren, zo bleek afgelopen donderdag op een
bijeenkomst van de Stichting Beleid en Onderwijs (SBO). Een docent is flink
productief wanneer hij een klas met 100 leerlingen voor zijn neus heeft. Zo veel
leerlingen zijn echter niet te managen, dus daalt de kwaliteit van het
onderwijs. Ziehier het dilemma. ...
Red.: Dit was de reactie van de redactie onder dit
artikel:
Maar zelfs met deze misverstanden in de geest, weet Haan nog deze feiten te
reproduceren:
Waarna hij nog de vraag stelt:
Het antwoord is "Nee, nee, nee!". In ieder geval niet bij het huidige aanbod.
Een nieuwe school staat negatief in het nieuws, en de rector
magificus legt uit waarom;
Uit:
De Volkskrant, 23-12-2011, van verslaggeefster Irene de Pous
Reportage | Hogeschool van Amsterdam in debat over diplomafraude
Angsthazen? Bij de hogeschool?
Diplomafraude. Je kunt een hbo-instelling en haar bestuurders niet harder
treffen dan door dat woord in één zin met de naam van hun instelling te
verbinden. Nadat zaterdag De Telegraaf de krant had geopend met het
nieuws dat op de Hogeschool van Amsterdam duizenden diploma's onterecht zouden
zijn verstrekt, is het debat over de onderwijskwaliteit aan de grootste
hbo-instelling van Nederland losgebarsten. Ook op de hogeschool zelf.
...
De berichten over diplomafraude volgden op onrust bij de
economische afdeling van de Hogeschool van Amsterdam, waar 53 docenten vorige
week anoniem een brief aan de directie stuurden waarin ze hun zorgen uitten over
de onderwijskwaliteit en de organisatiecultuur. Het vertrouwen in het bestuur
had het nulpunt bereikt, schreven de docenten. ...
Red.: Waarom zouden die docenten nu anoniem
brieven naar de krant sturen in plaats van de weg van het management te
bewandelen? Rector magnificus Jet Bussemaker, ex-PvdA staatssecretaris, legt het
uit:
Oftewe, het ligt aan de docenten - die managers hebben natuurlijk een open oor
voor alle klachten - volgens de rector.
Die klachten zijn dus niet geuit volgens de rector - onderzoeken, door managers
besteld natuurlijk, zijn slechts ter afdekking van die overtuiging. En die
klagende docenten zijn dus de vijand:
Er zijn natuurlijk inderdaad mensen die de instelling haten. Dat is allang
bekend dat zijn de managers van de instelling - vooral de topmanagers. Want
vooral topmanagers hebben maar één belang: het eigenbelang. En als er
verantwoordelijkheid moet worden genomen,. wijzen ze naar de ander. Kijk maar:
Een vuile leugen, van de lieden die de goedwillende en op de kwaliteit lettende
vakdocent het beroep hebben uitgejaagd.
Kijk maar:
De Volkskrant, 11-06-2012, ingezonden brief van A. Kusters, Lochem
Kenniseconomie
Wij moeten een kenniseconomie zijn, roept de minister. We moeten bevoegde mensen
voor de klas hebben, roept de vakbond. Iedere leerkracht zou een master moeten
halen zegt een commissie.
Na een drie jaar durende ononderbroken tijdelijke aanstelling
bij een roc wordt onze dochter ontslagen. Zij gaf volledig bevoegd les aan de
hoogste klassen van vmbo, havo en vwo, maar nu zou er een vaste aanstelling
moeten komen. Zij deed haar werk met veel plezier en tot genoegen van haar
collega's, van de teamleider en van de leerlingen. Zij nam genoegen met een
bescheiden salaris en zij nam genoegen met het feit dat het werk haar vele uren
vrije tijd kostte.
Het bestuur is van mening dat een bevoegdheid eigenlijk niet
nodig is en dat ze daarvoor nog wel iemand in huis hebben. Zij is zeker niet de
enige die ontslagen wordt in het zicht van een vaste aanstelling. Niet de
minister beslist daarover, noch de inspectie, noch de vakbonden. Het zijn de
roc-bestuurders die hebben besloten dat er interessante gebouwen moeten komen en
dat het onderwijs is verworden tot sluitpost van de begroting. Zij hebben
besloten dat onderwijsbevoegdheden voor het onderwijs in het roc overbodig en te
duur zijn. Iedereen kan immers alle vakken geven ...
Red.: Het is tuig in stropdas ...
En waar ze natuurlijk al helemaal niet aan doen, met hun
stropdas, is techniek:
Uit:
De Volkskrant, 14-08-2012, van verslaggeefster Nanda Troost
Vakscholen in opmars, 'de roc's lopen achter'
Tussentitel: 'Het komt steeds vaker voor dat bedrijven de lead nemen'
De bedrijfsvakschool is in opmars. Daarmee proberen bedrijven de tekorten aan
geschoold personeel op te vangen en kunnen ze het onderwijs beter laten
aansluiten bij de praktijk van hun eigen bedrijf. Komend schooljaar beginnen zes
nieuwe initiatieven, waaronder de TechniekFabriek van NS-dochter NedTrain..
'Het komt steeds vaker voor dat bedrijven de lead
nemen, omdat ze zien dat het de roc's niet gaat lukken', zegt Hans Mulder,
beleidsmedewerker van het opleidingsfonds van de grootmetaal, het A+O
Metalelektro. 'Roc's lopen achter. Dat kan je ze niet kwalijk nemen. Bedrijven
innoveren voortdurend, Nederland staat in de top-tien van patenten, en roc's
kunnen dan niet elke keer het laatste machinepark op school hebben staan.'
...
Er zijn inmiddels zeker vijftig bedrijfsvakscholen. Soms ook
slaan bedrijven de handen ineen om in de regio hun eigen opleiding van de grond
te krijgen. ...
Red.: Natuurlijk kan je dat roc's wel
kwalijk nemen. Vroeger was er de ambachtsschool, maar is door het soort lieden
dat nu roc-bestuurder is afgeschaft. Te "duur". Een smoes voor "een hekel aan
techniek".
Een puinruimer noemt, zonder dit expliciet te bedoelen, nog
eens het voornaamste product van het moderne management:
Uit:
De Volkskrant, 23-08-2012, van verslaggever Merijn Rengers
Scholenmoloch Amarantis opgedeeld in vijf groepen
De Randstad is met ingang van het huidige schooljaar vijf nieuwe scholengroepen
rijker. Die zijn voortgekomen uit de omgevallen onderwijsgigant Amarantis.
Daarmee is de eerste schaalverkleining in het onderwijs in Nederland een feit.
...
... De schaalverkleining moet ervoor zorgen dat leerlingen,
docenten en (lokale) bestuurders zich weer betrokken voelen bij de organisatie
waar zij voor werken, zegt interim-bestuurder Marcel Wintels, die vanaf half
februari heeft puingeruimd bij Amarantis.
'Leraren waren totaal verweesd in de Amarantis-organisatie.
Er zat nauwelijks logica in de scholen die met elkaar gefuseerd waren', zegt
Wintels, ...
Red.: Het voornaamste product van
moderne managers is vervreemding. Met uitschieters richting ontmenselijking.
Nummer twee:
Uit:
De Volkskrant, 19-10-2012, van onze verslaggeefster Sterre Lindhout en
Ianthe Sahadat Rotterdamse scholenreus Zadkine aan rand
afgrond
Zadkine, een roc met 18 duizend leerlingen, is in nood door de aankoop van
meerdere panden. Het verlies loopt dit jaar op tot 19 miljoen euro.
De Rotterdamse onderwijsgigant Zadkine (18 duizend leerlingen, bijna tweeduizend
werknemers) vecht tegen de ondergang. Vanwege een miljoenentekort moet het roc
150 banen extra schrappen en 100 duizend vierkante meter aan gebouwen verkopen.
Met het ministerie van Financiën lopen onderhandelingen over een financieel
vangnet om de mbo-instelling te redden.
Naar verwachting sluit Zadkine het boekjaar 2012 af met een
verlies van 19 miljoen euro. Vorig jaar was het verlies al 15 miljoen euro. De
onderwijsinspectie plaatste het roc maandag in stilte onder de zwaarste vorm van
financieel toezicht.
Na Amarantis is Zadkine de tweede grote onderwijsinstelling
die dit jaar op de rand van de afgrond balanceert. Bij Amarantis waren de vele
nieuwbouwprojecten de boosdoener, bij Zadkine is de hoeveelheid aangekocht
vastgoed de voornaamste oorzaak van de problemen. ...
Red.: Zelfde oorzaak dus: megalomanie. In
wat meer detail:
Uit:
De Volkskrant, 20-10-2012, van verslaggeefsters Sterre Lindhout en Ianthe
Sahadat
Leerlingen hoeven geen A-locatie
De voorkeur voor dure gebouwen van het bestuur van de Rotterdamse scholengigant
Zadkine was veel docenten al jarenlang een doorn in het oog. 'Er was veel
hoogmoed.'
Tussentitel: Het bestuur opereerde als een multinational, niet van een
school. The sky is the limit, was het motto - Docent economie van Zadkine
... Onder docenten waren de financiële problemen al langer
onderwerp van gesprek. Dat de situatie zo penibel was, komt desalniettemin als
een schok.
Een docent economie van een andere locatie maakt zich al
jaren zorgen om de toekomst van zijn school. ...
De grootheidswaan van bestuurders in onderwijsland stuit hem
en zijn collega's tegen de borst. 'Het bestuur opereerde als dat van een
multinational, niet van een school. Er was veel hoogmoed, the sky is the limit
was het motto.'
Docenten verbaasden zich jarenlang over de voorkeur voor
'A-locaties' die het bestuur, onder leiding van Henri van Vlodrop, aan de dag
legde. Zo resideert Zadkine onder meer op de Kop van Zuid op een steenworp van
het befaamde Hotel New York, in het oude Shellgebouw aan het Hofplein en sinds
deze zomer in het fonkelnieuwe pand aan de Montessoriweg in Rotterdam-Zuid.
'Wat hebben leerlingen aan A-locaties?', zegt de
economiedocent aan de telefoon. 'Die willen gewoon een metro- of bushalte in de
buurt'. ...
Red.: Plus natuurlijk ook dit
verschijnsel:
Terreur.
Waar je bij de megalomanie nog kan veronderstellen dat er in
de verte nog iets van goed e wil achter steekt, houdt houdt dat met dit soort
zaken erbij meteen op. Dit soort lieden is tuig en gajus. Tuig en gajus met
stropdas.
Dat verdedigd wordt door nog hoger tuig en gajus - eerst even
nog wat gevallen::
Uit:
De Volkskrant, 25-10-2012, van verslaggeefsters Sterre Lindhout en Ianthe
Sahadat
Nog 4 mbo's in de problemen
Naast ROC Zadkine en Amarantis staan nog vier mbo's op de zwarte lijst van de
inspectie. Volgens de MBO Raad is ook de politiek daar schuldig aan.
Behalve ROC Zadkine en Amarantis dreigen nog vier mbo-instellingen in
geldproblemen te raken. Het gaat om ROC Leiden, ROC Nijmegen, het Friesland
College in Leeuwarden en ROC Zeeland. Teruglopende leerlingenaantallen, het
wegvallen van gesubsidieerde inburgeringscursussen en ongelukkig vastgoedbezit
zijn de belangrijkste oorzaken. ...
Red.: En dat is dus des schuld van
anderen, vindt de baas van de managers:
Het is één grote kongsi, die bestuurders-kaste.
Nog zo'n exemplaar:
Uit:
De Volkskrant, 25-04-2013, van verslaggeefster Charlotte Huisman
Reportage | Schoolstaking Maastricht
'Juist de fijnste leraren moeten weg'
Eenvijfde van de leraren moet er binnenkort uit op het Sint-Maartenscollege in
Maastricht. Krimp, zegt het bestuur. Maar de leerlingen pikken het niet. 'Wij
kunnen Van Wissen niet missen.'
Afwisselend keiharde beats en leuzen schallen uit de boxen op het schoolplein
van de havo-vwo-afdeling van het Sint-Maartenscollege in Maastricht. Daar staan
woensdagmiddag zo'n beetje alle 800 leerlingen hutjemutje te protesteren in de
warme lentezon. Ze keren zich tegen het gedwongen vertrek van zo'n twintig van
de ruim honderd personeelsleden, meest docenten, met spandoekteksten als 'Kappen
met banen schrappen' en 'We kunnen Van Wissen niet missen'.
...
De demonstranten willen niet dat de klassen straks nog groter
worden. 'Wij staan achter onze docenten', zegt Hester van Hall (17), lid van de
leerlingenraad. 'De bevolkingskrimp in Maastricht is niet zo sterk dat er zo
veel mensen moeten vertrekken. En zeker niet de beste docenten.'
Net als veel anderen geeft zij de onderwijskoepel LVO
de schuld van de problemen. 'Die hebben een duur pand in Sittard en royaal
betaalde bestuurders. Als zij het geld goed hadden besteed, was de kwaliteit van
het onderwijs nu niet in gevaar geweest.' ...
Red.: Natuurlijk zien de koepel-managers dat
anders:
Hoeveel waarde kunnen we hier aan hechten. Het antwoord staat in het artikel:
Die onderwijsmanager is niet alleen een gore leugenaar, maar ook nog een vuile
tiran.
Zelfs de inspectie, zelf natuurlijk ook bureauwerkers en een
half soort managers, ziet een probleem:
Uit:
De Volkskrant, 25-04-2013, van verslaggeefster Sterre Lindhout
Inspectie: kwaliteit raakt in gedrang
Schoolbesturen zijn te veel bezig met huisvesting, personeelsbeleid en andere
randvoorwaarden. Daardoor dreigt de kwaliteit van het onderwijs in het gedrang
te komen. Dat stelt de onderwijsinspectie woensdag in haar jaarlijkse
Onderwijsverslag.
'In financieel magere tijden moeten schoolbesturen prioriteit
geven aan de verbetering van de onderwijskwaliteit. Daarom zetten we vraagtekens
bij de hoge uitgaven aan huisvesting van sommige besturen', zegt een
inspectiewoordvoerder. ...
Red.: En ten bewijze van aan welke kant ze echt
staan:
Pure kwaadwillendheid. Want verderop in het stuk:
En iedereen maar dan ook iedereen in het onderwijs weet dat het niet gaat om
vaardigheden om zorgleerlingen of uitblinkers te begeleiden, maar om tijd. Wat
de term 'begeleiden' houdt automatisch in het begrip "aandacht", en het begrip
"aandacht" houdt automatisch in het begrip "tijd". En tijd krijgen leraren
alleen meer als ze minder leerlingen krijgen om aandacht aan te besteden. en
meer leraren kosten meer geld, dus er is een direct en omgekeerd lineair verband
tussen geld besteed aan gebouwen en aandacht van leraren voor zorgleerlingen en
uitblinkers. En daar komt geen enkel onderzoek aan te pas.
Uit een groot artikel in het Opinie-katern Vonk van de
Volkskrant:
Uit:
De Volkskrant, 13-04-2013, door Rutger Bregman,
De prof wint het van de prof.
De studentenaantallen exploderen, terwijl de universiteiten het met een steeds
kleiner budget moeten doen. Rutger Bregman ziet het peil dalen, doordat
kwaliteit is gelijkgesteld aan kwantiteit.
Tussentitel: Pak het probleem bij de wortel aan: stop met alleen voor
kwantiteit betalen
Toevallig was ik zijn boekje tegengekomen. Het lag al jaren stof te vergaren in
de Utrecht- se universiteitsbibliotheek. Het lezen was een feest der herkenning
geweest, maar ook een grote schok. Van het universitair front geen nieuws,
zo heet het pamflet dat Chris Lorenz, hoogleraar geschiedfilosofie aan de Vrije
Universiteit (VU) in Amsterdam, precies twintig jaar geleden schreef.
Het is een haarscherpe analyse, of eigenlijk een
voorspelling, van hoe de bezuinigingen en de 'ondernemende universiteit' het
onderwijs zouden gaan uithollen. ...
'Kwaliteit is verworden tot kwantiteit, daar komt het steeds
op neer', zei Lorenz.
Die klacht is dus al twintig jaar oud - het manifest van
Lorenz verscheen in 1993. En in het voorjaar van 2000 verscheen nog een
manifest: Naar een universitair reveil. Vijftig hoogleraren constateerden dat de
verschraling zich had doorgezet. Studies waren korter geworden, groepen groter.
De student was 'een standaardproduct' geworden.
Het mocht niet baten. Het aantal studenten steeg verder van
160 duizend in 2000 naar ruim 245 duizend in 2011, terwijl het aantal
medewerkers gelijk bleef. Het aantal studenten per docent is sinds 2000 bijna
verdubbeld, ook doordat maar liefst 4.000 fte's aan onderwijs zijn omgezet in
onderzoek. Ten opzichte van de jaren tachtig zijn de uitgaven per student meer
dan gehalveerd, terwijl de overhead is blijven groeien. Meer dan 30 procent van
het budget gaat tegenwoordig naar 'ondersteunende diensten'. Tussen 2005 en 2010
steeg het aantal managers met 18 procent en nam het aantal pr-medewerkers met 34
procent toe. Om van alle investeringen in vastgoed maar te zwijgen.
...
Hoe is het zo ver gekomen? Volgens Paul van der Heijden,
oud-rector van de Universiteit Leiden, is het een en al vooruitgang geweest.
Toen hij begin februari met vervroegd pensioen ging, was er alleen ophef over
zijn doorbetaalde sabbatical (raad van toezicht: 'volstrekt redelijk'), maar
zijn afscheidsrede was veel interessanter. Die leest als een
universiteitsgeschiedenis, maar dan vanuit het gezichtspunt van de manager.
...
Red.: Op die Paul van der Heiden komen we nog terug.
Het betoog van Bregman is dat de meeste van deze
ontwikkelingen veroorzaakt zijn door overheidsbeleid. Dat is het "Nuremberg"-argument
- de nazi-leiders voerden aan dat ze wel met het systeem mee moesten doen. Het
argument werd verworpen. Er is en blijft uiteindelijk het argument van vrije
wil. Die universiteitsmanagers hoeven niet achter het beleid van de overheid aan
te hollen op de manier als ze het doen. Ze zijn en blijven individueel
verantwoordelijk. Als prutsers en graaiers. Er is weer wat
gediscussieer en een ervaren persoon uit het veld onderstreept nog maar eens een
eerdere observatie van één van de weinigen met gezond verstand in de
Volkskrant, Aleid Truijens:
De Volkskrant, 16-03-2015,
ingezonden brief van Dr. Reinoud Jan Slagter, Bussum, docent wiskunde,
natuurkunde en theoretisch fysicus
Wat ging
er fout?
Als docent wiskunde en natuurkunde in het VO,
vanaf 1971 tot heden, ben ik geheel eens met de zienswijze van Aleid Truijens.
Ze geeft exact aan wat er fout ging in het onderwijs: de lumpsumfinanciering. Ik
kan een boek schijven over de gevolgen van deze verandering: de opkomst van het
zichzelf verrijkende managementgilde in het onderwijs. De docenten, toch de
mensen die het veldwerk doen, hebben zich laten inpakken door deze groep
'leidinggevenden'. Deze groep heeft steeds minder binding
met het onderwijs en zijn slechts managers die vaak het onderwijs als
springplank zien naar een nog beter betaalde baan buiten het onderwijs. Toen ik
begon les te geven op een middelbare school met 1.600 leerlingen, was er een
rector (die ook les gaf!) en twee conrectoren (uiteraard docenten).
Meer niet. Wat een weelde. Anno 2015 zijn er op dezelfde school met het zelfde
aantal leerlingen: een directie hoofd; een rector met twee secretaressen, acht
teamleiders, vaak met een assistent, een horde begeleiders, interimmanagers en
onderwijs bewakers, met een voor mij onduidelijke taak.
Wanneer ik een extra uur vraag omdat ik door omstandigheden in tijdnood kwam bij
de behandeling van de leerstof in een examenklas, krijg ik steevast het
antwoord: te duur. Een geluk bij ongeluk voor deze situatie is, dat het niveau
van het wiskunde en natuurkunde onderwijs al 30 jaar een neerwaartse lijn
vertoont, waardoor er minder lessen nodig zijn t.o.v. het niveau van de jaren
zeventig. Vijf lessen per week natuurkunde werden twee lessen.
Een examenopgave op het havo uit 1975 kan ik nu niet geven op het vwo. De
leerlingen zouden in paniek raken. Er is maar een remedie om uit deze ellende te
komen: geef de docenten weer de macht en reduceer de 'overhead' tot een minimum.
Red.: Het is diep droevig ...
En ook naar aanleidng van deze discussie:
De Volkskrant,
16-03-2015, ingezonden brief van Piet Schram, oud-hoogleraar TU Eindhoven,
Eindhoven
Ik ben blij met de kritiek van
mijn kleindochter Eva
Dat het redelijk is een maximum
termijn te stellen van vier jaar voor een bachelordiploma, waar een driejarig
programma voor staat, daarover kunnen we het waarschijnlijk wel eens zijn, mits
uitzonderingen kunnen worden gemaakt in verband met ziekte of maatschappelijke
activiteiten. Maar het rendementsdenken heeft een veel negatiever aspect: het
streven naar zo groot mogelijke aantallen afstudeerders en promovendi. Die
brengen namelijk veel geld in de universitaire laatjes. Dat streven brengt het
gevaar met zich mee dat de eisen die aan het afstudeer- en promotieonderzoek
worden gesteld, worden verzwakt. Het rendementsdenken gaat
dan ten koste van onderwijs en onderzoek. In die zin is het scherp stijgende
aantal proefschriften daarom helaas geen bewijs van toenemend rendement, indien
gemeten in nieuwe inzichten. Dat zich bij de wens naar meer bestuursmacht voor
studenten en medewerkers een gebrek aan geheugen zou manifesteren omdat de
democratische periode tot 1997 een mislukking zou zijn geweest, ben ik geheel
oneens met Arthur. Ik ben zelf in die tijd jaren lid geweest van de
hogeschoolraad van de Technische Hogeschool Eindhoven. Dat de beslissingen in
die raad altijd afwijzingen waren van de voorstellen van het college van bestuur
is gewoon niet waar. Wel waar is dat het bestuur van een
cvb daadkrachtiger kan zijn, indien er geen medebeslissingsrecht bestaat voor
studenten en docenten. In het algemeen zijn dictaturen nu eenmaal daadkrachtiger
dan democratische besturen. Ik sta niet alleen als ik desondanks de voorkeur
geef aan democratie. De afschaffing van de democratische universiteitsbesturen
door minister Ritzen in 1997 werd niet zozeer ingegeven door gebreken van die
besturen als wel door een verlanger naar een afscheid van allerlei progressieve
verworvenheden uit de voorafgaande decennia. Het huidige
college van bestuur in Eindhoven is vooral geïnteresseerd in nieuwe gebouwen en
verfraaiing van de campus. Was er maar een universiteitsraad met studenten en
medewerkers met medebeslissingsrecht, die de aandacht en de middelen weer naar
de wezenlijke taken van de universiteit, onderwijs en onderzoek, zou kunnen
terugbrengen.
Red.: En dat is
bijvoorbeeld in Leiden niet anders: er wordt een slechts in details veranderd
lettertype in de huisstijl vervangen - van een afstand ziet niemand het
verschil. En dan is er wel geld om van alle gebouwen de neonbelettering te
vervangen. Ongetwijfeld als deel van een miljoenenkostende operatie. En ook in
Leiden schieten de gebouwen als paddenstoelen uit de grond, en worden hele
wetenschappelijke instituten opgeheven.
Naar Onderwijsbeleid, lijst
,
Rijnlands beleid
,
Rijnlands beleid, overzicht
, of site home
.
|