Het Rijnlandse managementmodel
|
20 mrt.2005; rev.5 dec.2008 |
Het bestaan van managers is inherent aan ieder hiërarchisch organisatiemodel,
waarin een enkel persoon de activiteiten van meerdere andere personen
coördineren - in deze context is de term "coördinator" beter op zijn
plaats. De dirigent is de leider van het orkest, en kan in de wijdere betekenis
ook "manager" worden genoemd.
De nauwere betekenis van de term "manager" is leider binnen een private
onderneming of maatschappelijke instelling. Oorspronkelijk was het alleen binnen
de private onderneming, maar vanwege de status en de bijbehorende hogere
betaling van het beroep, is men het in overige maatschappelijke instellingen ook
gaan invoeren.
Het voorbeeld van het orkest laat ook meteen zien wat de relatieve plaats en
belang van de leider of manager is: een orkest zonder coördinator brengt ook
muziek voort, zij het wat minder georganiseerd, dus wat minder muzikaal. Een leider zonder
orkest brengt niets voort.
De positie van de coördinator of manager is dus in principe van die van een
faciliterende bij de werkzaamheden van anderen, de voortbrengers van de muziek,
de productieven in de organisatie. Zijn inbreng moet gemeten worden aan de
toename van de kwaliteit of hoeveelheid van het werk van de productieven.
Hoe fundamenteel ook, dit zijn waarheden die in elke maatschappij snel uit het
oog verloren worden, en dus ook in de moderne maatschappij met zijn diverse
lagen en grote hoeveelheid van management - een typerend verhaal is dat dat van
de al minstens tien jaar oude en uit Duitsland stammende parabel Das Wettrudern
-
men denkt dat het de leider, de manager, is die cruciaal is voor de productie,
in Das Wettrudern
het voortbewegen van de boot, en weigert zeer hardnekkig in te zien dat dit
onjuist is.
De reden van dit soort problemen ligt in de basale menselijke psychologische
processen, in combinatie met het feit dat de rol van de manager, de coördinator,
niet gezien wordt als wat hij is: de faciliterende, maar als die van de de
leider, de chef, de baas, de machtige, de koning, de dictator, de usurpator - om
maar meteen een aantal andere verschijningsvormen op te noemen. Het is niet een "deel
van het orkest"-rol, maar een "baas van het orkest"-rol
.
De sociologische omstandigheden waar men die "baas"-rol het sterkst ziet
terugkeren geven ook meteen een goede maatstaf voor de waardering van het
verschijnsel: men ziet het 't sterkst in religie, leger en dictatuur. De
objectieve waardering van de "baas"-rol is dus zwaar negatief - iedere uitoefening ervan
vereist expliciete en volledige verantwoording - "Waarom moet het zo en niet
anders?"
Waar het dus volkomen duidelijk is wat de werkelijke rol van de coördinator is,
en dat afwijkingen van die rol richting "baas" niet van die beste resultaten
geeft, is het toch zo dat de coördinator rol betrekkelijk zeldzaam is ten
opzichte van die van "baas". Dat komt door de al genoemde psychologische en
sociologische eigenschappen van de mens, als groeps- en kuddedier. Aan de ene
kant is er een sterke behoefte om geleid te worden, en aan de andere kant om te
leiden. Die behoeftes zetelen in het dieren-gedeelte van de menselijke geest, de
emoties. Bovenstaande analyses stammen uit een ander deel van de geest, het
rationele.
Van deze twee processen is die van de leiders-behoefte het meest schadelijk. In
deze context gebruikt men ook meestal niet het woord "leider", maar terminologie
verwant aan het stamwoord "macht" - een "leidersbehoefte" is een vrij onbekend
begrip - veel bekender is "machtswellust".
Maar het belangrijkst in dit verband is de uitdrukking: "Macht corrumpeert, en
absolute macht corrumpeert absoluut". Dit blijkt onverkort van toepassing op de
rol van de manager. Hoe meer zijn positie die van macht, hoe slechter het
bedrijf of de instelling functioneert. Met als een van zijn meest voorkomende
uitingsvormen het aannamebeleid zoals geïllustreerd door het Das Wettrudern
verhaal: coördinators die werken vanuit een machtsrol bekijken hun positie als
zijnde van boven de productieven, en zullen problemen proberen op te lossen door meer
"betere" dus hogere mensen: managers, leidende tot instellingen met
"waterhoofden"
.
Het effect is vrijwel altijd contraproductief, daar het teveel zal leiden tot
onderlinge tegenwerking en verlies van contact met de werkvloer
.
Daarnaast is er een systematische en ingekankerde houding van managers, al dan
niet van de personeels-soort, om bij het aannemen of bevorderen van personeel
het type mens met de "managers"-instelling, "regelneven", extraverten, alfa's,
te bevoordelen boven de mensen met de "doe"-instelling, introverten, bèta's
. En om vertrouwen in het personeel te vervangen door wantrouwen in de vorm van
eindeloze en ineffectieve controlesystemen
.
Talloos zijn de voorbeelden van ondeugdelijk management voortvloeiende uit deze
processen, zie de rechterlijst bij de voorbeelden
(komen in nieuw venster) - met
soms als einduitkomst dat de hele organisatie "tot stilstand" komt
.
Overigens is dit allemaal al beschreven door C. Northcote Parkinson in Parkinson's Law:
The Pursuit of Progress (en zijn vervolgen), anno 1958, hetgeen een overduidelijk bewijs is voor de ernst
en de hardnekkigheid van het probleem.
Daarnaast speelt nog een tweede probleem: dat van de professionaliteit. Ergens
in het begin van de groei van de managementkaste is ook het idee ontstaan dat
een manager het beste functioneert als hij algemeen is opgeleid en niet in het
vak of beroep dat hij managet - er is zelfs regelmatig beweerd dat die onkunde
van het vak juist een voordeel is - de instroom bestond voornamelijk uit
economen, juristen, en bedrijfs- en bestuurskundigen. De praktijk heeft
inmiddels voldoende uitgewezen dat laatste absoluut niet het geval is: men kan geen professie managen,
zonder op de hoogte te zijn van de daar gevolgde standaarden en procedures, noch
kan men mensen op hun kwaliteit beoordelen als men geen idee heeft wat de normen
zijn voor die kwaliteit. Meer daarover hier
.
Zoals zo vaak is het stellen van de juiste analyse van het probleem ook meer dan
de helft van de oplossing. Wat nodig is, is een scheiding van de coördinator van
de leiders en machtsrol
. Zolang de leidinggevende vrij is een machtrol uit te oefenen, zal er, omdat het vlees nu eenmaal zwak is,
altijd een hoog percentage managers blijven, die de machtsrol gebruiken om
verschillen in professioneel inzicht door middel van de macht in zijn voordeel
te beslissen, wat wat extra negatief uitpakt als die managers ook nog niet
inzicht in de professie hebben, zoals nu nog steeds de regel is. De uitoefening
van die machtsrol gedurende langere tijd zal er toe leiden dat er systematisch
verkeerde beslissing worden genomen, mede door het hierdoor ontstane
groepsdenken
.
Om dit te corrigeren zijn bij
bestaande organisaties mechanismen nodig om dit soort uitwassen te
corrigeren - het proces van terugkoppeling
. Aangezien die uitwassen vrijwel altijd het eerst geconstateerd
worden door degenen die onder de coördinator/manager werken, moeten er
procedures bestaan om management te corrigeren
. Tot deze
procedures moet de mogelijkheid horen om managers voor te dragen voor ontslag,
daar, zoals al uitgebreid is gebleken, managers zelf zeer weigerachtig zijn om
andere managers te ontslaan. In sommige van de huidige bestaande situaties van slecht-werkende organisaties, en organisaties met een slechte bedrijfssfeer, is
bekend dat de enige werkende remedie die van het ontslag van het hele
managementteam is. Waarna het productiepersoneel kan kiezen wie opnieuw aan te
nemen.
Deze zaken moeten wettelijk geregeld worden voor bedrijven boven een bepaalde
omvang, en kunnen gezien worden als een uitbreiding van het al bestaande orgaan
van de ondernemingsraad.
Naar Rijnlandmodel lijst
, Rijnlandmodel overzicht , of site home
.
|