Technologie en vooruitgang
In Wetenschap, ontstaan moderne
en
Wetenschap, methode
hebben we gezien dat de moderne wetenschap twee nieuwe essentiële aspecten
heeft: het werken met de materiële werkelijkheid, en het voortdurend herhalen
van de tests aan de werkelijkheid. En het resultaat was nieuwe en verbeterde
kennis omtrent de werkelijkheid, en door de terugkoppeling met de wereld van de
ideeën, ook verbeterde en nieuwe theorieën omtrent de werkelijkheid.
Maar nieuwe kennis omtrent de werkelijkheid, zowel praktisch als theoretisch,
biedt ook weer nieuwe mogelijkheden om de werkelijkheid te onderzoeken. Een
deels verzonnen voorbeeld: Leeuwenhoek slijpt simpele enkelvoudige lensjes en
ziet pantoffeldiertjes, Snellius ontdekt de wetten van de lichtbreking, en de
volgende onderzoeker bouwt met meerdere beter geslepen lenzen een microscoop, en
ontdekt de celkernen van pantoffeldiertjes.
Met de spiraal van het steeds opnieuw onderzoeken van de werkelijkheid komt dus
tegelijkertijd een spiraal van het steeds beter kunnen onderzoeken van de
werkelijkheid, en daarmee gepaard een spiraal van het steeds beter kunnen
manipuleren van de werkelijkheid.
Het manipuleren van de werkelijkheid is tegenwoordig min of meer een apart vak
geworden en heet "technologie". Tot voor niet al te lang geleden waren er
universiteiten waar de wetenschap werd onderwezen (althans: aan de
natuurwetenschappelijke faculteiten - bij de rest bleef de ideologie heersen),
en er waren Technische Hogescholen, waar de technologie werd onderwezen
.
Het toenemende gebruik van technologie in de maatschappij, en de steeds grotere
capaciteiten ervan, noemt men "vooruitgang" - of als het over specifieke dingen
gaat: "innovatie"
. Dit lijkt ook te zeggen dat er geen andere vooruitgang is dan technologische
vooruitgang. Dat klopt ook grotendeels. Niet-technologische vooruitgang is
geestelijke of maatschappelijke. De mate van algemene geestelijke vooruitgang
moge blijken uit het feit dat 95 procent of meer van de wereld nog steeds
religieus is. De mate van maatschappelijke vooruitgang kan men afmeten aan het
feit dat men net weer terug is bij de aloude vorm van democratisch besturen die
mensapen kennen, na talloze decennia van allerlei soorten van dictatuur.
Deze stand van zaken aangaande algemene geestelijke en maatschappelijke
vooruitgang heeft voor de alfa-intellectuele gemeenschap aanleiding gegeven om
het hele begrip "vooruitgang" maar af te schaffen, zie bijvoorbeeld hier
. Logisch, vanuit hun positie. Onjuist, als je naar de maatschappij kijkt. Want
ook in dit soort zaken geeft de werkelijkheid de doorslag, zoals we al in
Wetenschap, methode
zagen. De methode gebruikt daar kan ook hier worden ingezet, in de vorm van
uitspraken over vooruitgang. De lijstjes met voorspellingen over de toekomst
zijn een bekende manier op de intellectuele mens te vermaken, zie de versie op
deze website hier
, en de realiteit met betrekking tot vooruitgang blijkt door dat lijstje wat te
filteren:
|
Ik zal alle ideeën voor nieuwe werken en oorlogsmachines negeren,
want de uitvindingen op dit gebied hebben hun grenzen bereikt. Ik zie
geen hoop voor verdere verbeteringen.
Sextus Julius Frontus, militair hoofdingenieur onder de Romeinse
keizer Trajanus (98-110). |
|
|
|
De afschaffing van pijn bij chirurgie is een hersenschim. Het is
belachelijk om daarnaar te streven. Mes en pijn zijn twee woorden die
altijd bij elkaar moeten horen in het bewustzijn van de patiënt.
De Franse arts Alfred Velpeau in 1839 |
|
|
|
De Amerikanen hebben de telefoon nodig, maar wij niet. Wij hebben
meer dan genoeg postbodes.
Sir William Preece, chef-ingenieur van de British Post Office in
1876 |
|
|
|
De telefoon is een prachtige uitvinding. Op een dag zal elke stad er
eentje hebben.
Burgemeester van Amerikaanse stad in 1876 |
|
|
|
Het Amerikaanse bureau voor patenten kan gesloten worden. Er valt
niets meer uit te vinden. Telefonie, fotografie en verlichting hebben
een staat van bijna-perfectie bereikt.
Advies van het hoofd van het US Patent Office aan president
McKinley, eind 19de eeuw |
|
|
|
De automobiel heeft de grens van zijn ontwikkeling praktisch
bereikt.
De Scientific American in 1909 |
|
|
|
Het is zinloos om te zoeken naar een commerciële toekomst voor de
vliegmachine. Als er een machine bestaat die twee mensen kan dragen, zal
er misschien ook eentje voor twaalf mensen gebouwd kunnen worden,
beweren sommigen. Zij hebben niets van de theorie begrepen.
Het Britse boek Flying Machines: Construction & Operation uit
1910 |
|
|
|
Van hersenwerk zal de 'nieuwe vrouw' kaal worden, terwijl zij haar
op haar gezicht zal krijgen vanwege toenemende mannelijkheid en
minachting voor schoonheid. In de toekomst zullen vrouwen kaal zijn en
patriarchale baarden dragen.
Hans Friedenthal, hoogleraar in Berlijn, in 1914 |
|
|
|
Televisie zal geen enkele markt langer dan zes maanden kunnen
vasthouden. Mensen zullen het snel zat worden om naar elke nacht naar
een houten doos te staren.
De Amerikaanse filmmagmaat Daryl F. Zanuck in 1939 |
|
|
|
Beste Mevrouw, het is een bittere waarheid dat ons land te klein is
om al de inwoners een goede toekomst te verzekeren.
Damesblad Margriet in 1950 |
|
|
|
De meeste computers zullen nog steeds een grote kamer bezetten,
vanwege de ruimte voor software, de banden en de ponskaarten, voor het
personeel dat de computer moet bedienen en de enorme stapels papier voor
het printen van de resultaten.
De Britse hoogleraar Desmond King-Hele in zijn boek The End of
the 20th Century uit 1970 |
|
|
|
Er zijn weinig technische innovaties te verwachten die de jeugd
kunnen boeien. Huiskamertoepassingen van visuele media zullen het doen
en laten van de jeugd niet in sterke mate beïnvloeden.
Verkenning WRR in 1977 |
|
|
|
Er is geen enkele reden waarom iemand thuis een computer zou willen
hebben.
Directeur Kenneth Olson van Digital Equipment Corporation in 1977 |
|
|
|
Nog een aantal met onbekende bron |
|
|
|
De grammofoonspeler heeft geen enkele commerciële betekenis. |
|
|
|
De mens zal de komende vijftig jaar niet in staat zijn om te
vliegen. |
|
|
|
Vliegtuigen zijn niet praktisch en hebben weinig of geen nut, ze
zijn gewoonweg onmogelijk. |
|
|
|
Vliegtuigen zijn leuk speelgoed, maar hebben geen enkele militaire
waarde. |
|
|
|
Ik zie in mijn verbeelding onderzeeërs tot niets méér in staat dan
het verstikken van hun bemanning en maar wat ronddobberen op zee. |
|
|
|
Het paard is een blijvertje - auto's zijn slechts een rage. |
|
|
|
Wat voor nut heeft een elektrisch speeltje voor dit bedrijf? |
|
|
|
Wie wil er in Godsnaam acteurs horen praten? |
|
|
|
Computers zullen in de toekomst misschien ten hoogste anderhalve ton
wegen. |
|
|
|
De mens zal de maan nooit bereiken, ongeacht alle toekomstige
wetenschappelijke vooruitgang. |
Uit het langere lijstje weggelaten zijn hier ook de onrealistische uitspraken
die het technologische paradijs voorspellen - zoals Mark Twain al opmerkte:
voorspellen is moeilijk, vooral van de toekomst ...
Maar wat er hier overblijft laat ondubbelzinnig de trend zien over vele
tientallen jaren: de mogelijkheden van de mensheid nemen door de techniek
gestaag toe
.
En dit blijft beslist niet beperkt tot de techniek sec. De
kunstwetenschap boekt al tientallen jaren vooruitgang door eerst chemische
analyses, en later röntgenopnames. De literatuur wetenschap heeft een extra
stoot gekregen door het gebruik van computers in de tekstanalyse. En de
psychologie maakt spectaculaire vorderingen door de inzet van MRi
afbeeldingtechnieken die direct en terwijl het onderzoek gebeurd in de hersenen
kunnen kijken.
Er zijn ook vakken die heel weinig van deze mogelijkheden van vooruitgang
profiteren. Als eerste heen we daar natuurlijk weer de filosofie, bekend om zijn
koppigheid en hardnekkigheid aangaande het primaat van het theoretische denken.
En als tweede en belangrijkste, de sociologie. Daar is de drijfveer die van de
ideologie. Het overgrote deel der sociologen zijn mensen met een idee over wereld
in elkaar zou moeten zitten, bijvoorbeeld: alle culturele diversiteit is goed,
en dus willen ze niet weten van zaken die dit tegenspreken. En dit geldt natuurlijk
in versterkte mate voor die deeldisciplines die dichter bij de politiek staan,
dat wil zeggen: de echte maatschappij.
Ook de alfa- en gamma-vakken profiteren dus van de technologische vooruitgang.
Wie dat dus geen vooruitgang wil noemen, maakt in feite een einde aan iedere
discussie over dit soort onderwerpen. Hij ontkent het belang van de materiële
wereld - hij is een aanhanger van Plato die gelooft dat de ultieme wereld in de
ideeën schuilt, of een mysticus, dan meestal van de religieuze soort.
Of, veel aardser: een echt alfa-mens, die gevoelens van afkeer en/of
jaloezie koestert ten opzichte van de wereld van de bèta's, en de resultaten die
zij weten te bereiken
.
Er zijn ook objectievere bezwaren tegen wetenschap en vooruitgang te formuleren,
maar op één na komen die bezwaren toch uiteindelijk neer op de wijdere vorm van
maatschappelijke organisatie waarin de wetschap en de wetenschapper is ingebed -
of om het af te korten: het gebrek aan algemene beschaving van de hele
maatschappij
.
Het ene bezwaar dat daar dan van overblijft, is geheel in stijl, iets dat in de
huidige wereld juist weer bij onbespreekbaar is bij gebrek aan diezelfde
beschaving: de overbevolking!
.
Naar Alfa denken, anti-bèta, diversen
,
Alfa denken, anti-bèta
, Filosofen, Gray
, of site home
.
|