Toelichting bij Cultuurdiscussie: Gray
Voor we het interview met
prominent filosoof John Gray
gaan analyseren, bedenk dan als eerste dat dit soort mensen, succesvolle
filosofen, erg goed zijn in het verbaliseren, dat wil zeggen: in het met woorden
uitdrukken van hun meningen. Bedenk als tweede de kwaliteit van die verbalisatie
(de vorm) geen enkele relatie heeft met de juistheid van hun beweringen (de
inhoud), aangezien filosofen hun beweringen zelden toetsen aan de werkelijkheid.
Zo is
bijvoorbeeld Gray's mening over het onderhavige onderwerp, de vernietiging van het geloof in vooruitgang,
een bekende en aloude opvatting, waarvan men de waarde vooraf al snel kan toetsen aan de hand van de lijst voorspellingen
in Technologie en vooruitgang
- een lijst die ten eerste laat zien waaruit
vooruitgang bestaat, en ten tweede hoe lang men het al mis heeft over die vooruitgang.
Verder zijn filosofen van nature geschoold in de trucs van de retorica,
waarvan hieronder ook een aantal mooie exemplaren zijn te zien, bijvoorbeeld een
versie van de beruchte jas-pas-tas drogreden
.
Hieronder is een deel van het artikel
gegeven, waarna een aantal significante uitspraken los worden geanalyseerd:
Uit: De Volkskrant, 11-12-2004, interview met John Gray door Peter Giesen
De nieuwe utopie
Steeds luider klinkt de eis dat moslims de westerse waarden moeten omhelzen.
Een rampzalig antwoord op het terrorisme, meent de filosoof John Gray. 'Dan doe
je precies wat Al Qa'ìda wil: een oorlog tussen beschavingen in Europa.'
In tijden van angst en terreur grijpt de mens terug op simpele schema's, zegt de
Britse filosoof John Gray. Aan de ene kant hebben we de Verlichting, de
superieure westerse cultuur van individuele vrijheid en democratie. En aan de
andere kant de islam, die de Verlichting niet heeft doorgemaakt en in de
Middeleeuwen is blijven steken. Het conflict is helder: de Verlichte mens meet
met alle middelen strijden tegen de barbarij van de islam.
Dit schema is onjuist, zegt Gray, die vorige week in
Amsterdam was voor de Thomas More-lezing (georganiseerd door het Soeterbeeck
Programma van de Radboud Universiteit Nijmegen). Volgens Gray ligt de kern van
het Verlichtingsdenken in het geloof dat de mens, met behulp van wetenschap en
rede, een betere wereld kan scheppen, beter dan alles wat hij daarvoor gekend
heeft. Deze gedachte heeft niet alleen geleid tot vrijheid en democratie, maar
ook tot massamoord. Het communisme was een typisch Verlichte ideologie. Wie de
betere wereld in de weg stond, werd zonder pardon geliquideerd als een nutteloos
residu van het verleden.
De 20ste eeuw was een slechte eeuw voor de Verlichting. De
gedachte dat wetenschap-pelijke vooruitgang vanzelf tot maatschappelijke
vooruitgang zou leiden, werd meedogenloos gelogenstraft door wereldoorlogen en
concentratiekampen. Aan het begin van de 21ste eeuw staat een andere centrale
Verlichtingsgedachte - de idee dat religie vanzelf verdwijnt als de wetenschap
oprukt - zwaar onder druk. Overal ter wereld is de religie, en het religieus
fundamentalisme, in opmars. Ook in de Verenigde Staten, het land met de beste
universiteiten ter wereld.
'In deze omstandigheden is het onvermijdelijk dat de
Verlichting zelf een fundamentalistische beweging creëert. Net als hun
christelijke en islamitische tegenhangers proberen de
Verlichtingsfundamentalisten een geloof te herwinnen, dat vernietigd is door de
geschiedenis, namelijk het geloof in de vooruitgang', aldus Gray in zijn Thomas
More-lezing.
De Verlichtingsfundamentalisten geven niet alleen een
slordige, 'zwaar gecensureerde' versie van de Verlichting, aldus Gray, hun
ideologie is ook gevaarlijk. De Amerikaanse neoconser-vatieven geloven in een
mondiale democratische revolutie, en aarzelen niet om die met shock and
awe-bombardementen te bevorderen.
En in West-Europa geven Verlichtingsfundamentalisten een
verkeerd, en potentieel rampzalig antwoord op de dreiging van de islamitische
terreur. Zij vinden dat alle moslims de liberale waarden van het Westen moeten
omhelzen. 'Maar een algemene aanval op de islam in Europa zou een
verschrikkelijke fout zijn. Dan doe je precies wat Al Qa'ida wil: een oorlog
tussen beschavingen in Europa', zegt Gray.
Europa dreigt volgens heen ten prooi te vallen aan een nieuwe
utopie, deze keer van liberale makelij: de gedachte dat we weer gelukkig zullen
zijn als iedereen onze liberale waarden zal onderschrijven. We zijn echter
gedwongen om met totaal verschillende bevolkingsgroepen samen te leven, of we
dat nou leuk vinden of niet. Daarom kan Europa zich beter richten op de
vreedzame coëxistentie van groepen met verschillende waarden,
'Het Verlichtingsfundamentalisme herleeft, vooral in landen als Nederland en
Frankrijk. Als de islam Europees wil worden, zeggen deze mensen, moet zij de de
Verlichting omhelzen of incorporeren.
'Deze opvatting zie ik als een uiting van morele paniek, die
ontstaan is omdat eerdere verwachtingen van de Verlichting niet zijn uitgekomen.
Verwacht werd immers dat immigratie automatisch tot assimilatie in de Europese
samenleving zou leiden. Dat is een typische Verlichtingsgedachte. Zij gaat ervan
uit dat de geschiedenis onvermijdelijk in de richting van een liberale
democratie gaat, of dat er iets natuurlijks, iets inherent aantrekkelijks
schuilt in liberale waarden.
'Die gedachte lag ook ten grondslag aan het
multiculturalisme. Al die verschillende culturen en leefstijlen zouden
uiteindelijk worden ingedamd door liberale waarden. Dat is onjuist gebleken. Een
behoorlijk deel van de immigranten omhelst deze waarden niet. Sommige verwerpen
ze zelfs.
'Die ontdekking heeft geleid tot een sterkere nadruk op de
waarden van de Verlichting. Nu moeten we strenger en dogmatischer zijn. Nu
moeten we mensen dwingen tot integratie. Volgens mij is die gedachte even
verkeerd als het multiculturalisme.'
Maar sommige liberale waarden zijn toch superieur? Denk aan de vrijheid van
meningsuiting of de rechten voor vrouwen of homo's.
'Ik deel die liberale waarden. Maar je kunt mensen er niet toe dwingen. Dat is
alleen al onmogelijk omdat een heleboel autochtone Europeanen die waarden ook
niet delen. Er zijn veel traditionele christenen of orthodoxe joden die gekant
zijn tegen seksuele vrijheid en homoseksualiteit. Er zijn ook veel Europese
fundamentalisten, hoewel niet zo veel als in de Verenigde Staten.
'Het idee dat je islamitische immigranten kunt dwingen om een
kunstmatig geconstrueerde versie van de Verlichting te omhelzen, terwijl een
groot deel van de Europese bevolking die afwijst, vind ik belachelijk.'
Een samenleving moet toch gemeenschappelijke waarden delen? We kunnen toch geen
compromissen sluiten niet imams die vinden dat je geen kritiek op de islam mag
leveren?
'Er zijn conventies en morele praktijken waarover je niet kunt onderhandelen. Ze
hebben te maken met tolerantie, vrijheid van meningsuiting en beschaafd leven.
Maar ze zijn niet identiek aan liberale waarden. Orthodoxe joden hebben
generaties lang in harmonie met hun omgeving geleefd, zonder zelf de liberale
waarden te onderschrijven. Maar ze probeerden hun buren niet aan te vallen of te
bekeren.
`Zelf geloof ik dat homoseksualiteit een seksuele voorkeur
is, en ben ik voorstander van euthanasie. Maar er zijn ook mensen die zeggen:
nee, dat is absoluut verkeerd. Ik ben voorstander van een samenleving die is
gebaseerd op vreedzame coëxistentie. Sommige ziekenhuizen zullen euthanasie
toestaan, andere niet. Sommige scholen leren dat homoseksualiteit een voorkeur
is, andere onderwijzen een meer traditionele moraal.
'Maar je hebt onderliggende normen nodig die de vrede
garanderen. Geen moord, geen vervolging, geen bemoeienis met de vrijheid van
meningsuiting of andermans levensstijl. Ik geloof dat de moord op Theo van Gogh
niet primair een aanval op de vrijheid van meningsuiting was, maar een aanval op
de voorwaarden voor vreedzame coëxistentie. Immigranten moeten die voorwaarden
accepteren.'
Maar wat betekent dat in de praktijk? Moord is niet acceptabel, daar is
iedereen het over eens. Maar moet je bijvoorbeeld moskeeën sluiten waar een
radicale boodschap wordt verkondigd?
'Als imams anderen met de dood bedreigen zeker. Wie een misdrijf pleegt, moet
vervolgd worden. Het is essentieel dat degenen die de vreedzame coëxistentie
bedreigen, worden aangepakt, of dat nu radicale islamieten of blanke racisten
zijn. Persoonlijke vrijheid en tolerantie zijn bijproducten van de vrede. En de
vrede vereist een sterke staat die zijn burgers beschermt.'
In Nederland bracht een groep jonge moslims een antihomopamflet uit. Moet je
dat verbieden?
'Ze hebben het recht zo'n pamflet uit te brengen. Als ze verder gaan, door
homo's te bedreigen, zich met hun leven te besnoeien of geweld te plegen, dan
moeten ze worden aangepakt. Maar als alles wat ze zeggen is: wij geloven dat
homoseksualiteit verkeerd is, wij zullen het niet praktiseren en in onze
moskeeën veroordelen, dan zeggen ze alleen wat ex-eurocommissaris Buttiglione
zei, en met hem talloze traditionele christenen en joden.'
Maar een klimaat van homofobie kan toch tot geweld leiden?
'Dat zou kunnen, en dat geweld moet je bestrijden. Maar de oplossing voor een
verdeelde samenleving ligt niet in de hegemonie van één systeem van waarden. Je
moet juist de voorwaarden creëren waaronder mensen met totaal verschillende
waarden kunnen leven.'
'Als je verder gaat, zullen moslims zeggen: zijn conservatieve christenen ooit
op deze manier aangevallen? Nee. je zult diepere verdeeldheid produceren, en
meer intolerantie. Door die polarisatie zullen groepen die haat tegen homo's of
moslims prediken, alleen maar populairder en extremer worden.
Dat zou een vreselijke vergissing zijn. Ik onderschrijf de
meeste liberale waarden. Maar liet idee dat we elke laatste hoek van de
samenleving, ook die van islamitische immigranten, gedwongen moeten bekeren tot
een recente versie van het Verlichtingsdenken, vind ik verkeerd.
'We leven onder een reële dreiging van terreur, die in Europa
vooral uit de islamitische hoek komt. Die moet je allereerst bestrijden door
intensief politiewerk. Het is geen oorlog, want het terrorisme vormt geen
strategische bedreiging voor de westerse wereld. Conventionele oorlogvoering
helpt niet en maakt het probleem vaak alleen maar erger, zoals je ziet in
Tsjetsjenië en Irak.
'Maar de sleutel is het isoleren van terroristen van hun
gemeenschappen. Als je zegt: aan de ene kant hebben we de Verlichting en aan de
andere kant de islam, dan doe je precies wat terroristen willen.'
Grays visie van vreedzame coëxistentie is bescheiden, en volgens sommigen
wellicht zelfs laf, omdat zij de confrontatie met de islam uit de weg gaat. Maar
Gray noemt zichzelf slechts een realist, die wil waarschuwen tegen de
overspannen verwachtingen van de Verlichting.
Wetenschappelijke vooruitgang leidt niet tot maatschappelijke
en ethische vooruitgang, is zijn stokpaardje. De mens bedenkt steeds vernuftiger
apparaten, maar zijn aard zal niet veranderen. 'Ik ben een aanhanger van een
zeer onmodieuze gedachte, die van de menselijke natuur', zei Gray in een publiek
interview na de Thomas More-lezing.
'Een jaar of twintig geleden zei een Britse filosoof tegen
me: ik heb van mijn kat een veganist gemaakt. Dan heb je wel sterke argumenten
gehad, antwoordde ik. Maar hij was heel serieus: zijn kat raakte geen dierlijk
voedsel meer aan. Maar gaat je kat ook naar buiten, vroeg ik toen. Dat bleek het
geval, dus zo veganistisch zal die kat niet geweest zijn. Een kat is een
roofdier, niet omdat hij slechte rolmodellen heeft gehad, of omdat
schurkenkatten hem ertoe hebben aangezet, maar omdat hij kat is. Zo heeft de
mens ook een natuur, die in de loop der geschiedenis niet veel veranderd is.'
...
Het Verlichtingsfundamentalisme droomt van de ideale
samenleving, waarin de gespletenheid van de mens is opgeheven. Dat maakt de
Verlichtingsfundamentalisten gevaarlijk, vindt Gray. Zij dromen van eenheid, van
een samenleving waarin alle conflicten zijn opgelost. In werkelijkheid moet de
mens juist leren leven met conflicten.
Is uw ideaal van vreedzame coëxistentie niet onverschillig? In de
moslimwereld worden vrouwen en homo's onderdrukt. Die laten we dan in de steek.
'Dat ontken ik niet. Elke gemeenschap, elke cultuur, onderdrukt minderheden.
Maar lang niet alle islamitische vrouwen zullen het er mee eens zijn als je
liberale waarden oplegt aan hun gemeenschap. Zij zullen in verzet komen.
'We moeten in elk geval de mogelijkheid bieden om de
gemeenschap te verlaten. Maar je kunt niet met de stoomwals een liberale cultuur
creëren. Dat is een recept voor een eeuwigdurende burgeroorlog. ...
Biografie John Gray
...
1984 Schrijft Hayek on liberty. In de jaren tachtig is hij aanvankelijk
aanhanger van Margaret Thatcher
...
Analyse IRP. De citaten zijn in schuinschrift.
Aan de ene kant hebben we Verlichting, aan de andere kant de islam.
Daarmee plaatst Gray de verlichting naast de islam, dus te vergelijken met
de islam, en dus gelijksoortig aan de islam. Dat is onjuist: er bestaat geen
canon van de verlichting, het is een losse verzameling ideeën en groepen van
ideeën. De islam heeft een enkele eenduidige canon: de koran. De
verlichtingideeën zijn bediscussieerbaar volgens de verlichting. De koran is
niet bediscussieerbaar volgens de islam
De kern van de Verlichting ligt in het geloof dat met behulp van rede en
wetenschap een betere wereld kan worden geschapen.
Dit is onvolledig. Alle religies, inclusief de islam, geloven dat met hun canon
een betere wereld wordt geschapen. Staande aan beide kanten van de vergelijking
kan dit argument dus worden geschrapt. De opmerking van Gray is in deze context
dus onjuist.
De Verlichtingsgedachte heeft geleid tot massamoord.
Dit is onvolledig: religie, inclusief de islam, heeft geleid tot veel meer
massamoord, en in de laatste decennia is het de islam die aanleiding is voor de
meeste massamoorden. Gray's bewering is dus ook impliciet onjuist: als
massamoord ter sprake komt, dan moet het aan de andere kant van de vergelijking
geïntroduceerd worden.
Het communisme is een typische verlichtingsideologie.
Er zijn overeenkomsten tussen verlichting en communisme, maar er zijn ook enorme
verschillen. De verschillen zijn aanzienlijk groter dan de overeenkomsten, en de
uitspraak van Gray dat communisme 'typisch' is, is dus onjuist.
Wie de betere wereld in de weg stond werd zonder pardon geliquideerd.
Dit is grotendeels onjuist: wat wel waar is, is dat wie de toenmalige
machthebbers in de weg stond zonder pardon geliquideerd. Wat machthebbers doen
heeft over het algemeen weinig tot niets te maken met de uitspraken die ze doen,
of die nu van ideële of niet-ideële aard zijn.
De gedachte dat wetenschappelijke vooruitgang vanzelf tot maatschappelijke
vooruitgang zou leiden werd meedogenloos gelogenstraft door wereldoorlogen en
concentratiekampen.
Wereldoorlogen en concentratiekampen zijn absoluut geen producten van de nieuwe,
door de wetenschap en verlichting nagestreefde wereld, maar van de oude door god
(en andere denkwanen), machtswellust, en egoïsme beheerste wereld. Dat de door
machtswellust en andere denkwanen beluste wereld de resultaten van de
wetenschap en verlichting gebruikt, zegt des te meer over de kracht van die
resultaten. Wat uit deze uitspraak (en zie ook verder) vooral blijkt, is dat
John Gray zelf niet gelooft in het idee van maatschappelijke vooruitgang. Maar
dat betekent in het geheel niet dat die maatschappelijke vooruitgang er niet is.
Filosofen zijn gespecialiseerd in het relativeren van alles, inclusief alle
resultaten en beweringen van de wetenschappen. Dit soort neiging kan het best
als volgt worden bestreden: start een discussie over de relativiteit van de
hardheid van beton, pak het hoofd van de filosoof die hierover wil discussiëren
en sla dit hard tegen het beton. Discussier daarna verder over de hardheid van
beton. Toegepast hier: plaats Gray in een omgeving van honderd jaar terug,
inclusief alle maatschappelijke verworvenheden van toen, en laat hem daar een
jaartje leven. Herneem daarna de discussie over de relativiteit van
maatschappelijke vooruitgang. Helpt dit niet doe dan hetzelfde met tweehonderd
jaar terug, enzovoort.
Aan het begin van de 21ste eeuw staat een andere centrale
verlichtingsgedachte - de idee dat de religie vanzelf verdwijnt als de
wetenschap oprukt - zwaar onder druk.
Weer een typische filosofenuitspraak: in de algemeenheid van de formulering
worden essentiële details van de praktijk over het hoofd gezien. De praktijk is
dat de verlichting altijd beperkt is geweest tot de westerse wereld. En binnen
die westerse wereld tot een beperkte bovenlaag. De rest van de wereld is altijd
vrijwel geheel religieus geweest, en kan dus moeilijk religieuzer zijn geworden.
De westerse wereld kan opgedeeld worden in Europa en Amerika, en Europa volgt
nog steeds de ontwikkeling van de ontkerkelijking. In Amerika is er altijd een
tweedeling geweest, die de laatste jaren openlijker is geworden. Het is
onduidelijk of er sprake is van een oprukken van religie, maar hier lijkt de
ontkerkelijking tot staan gebracht.
Alles tezamen is er geen sprake van een verandering in de algemene trend van
ontkerkelijking, alleen van een verhoging van de zichtbaarheid van religie,
doordat de delen van de wereld überhaupt meer met elkaar in contact zijn
gekomen. De bewering van Gray is dus grotendeels onjuist.
In deze omstandigheden is het onvermijdelijk dat de verlichting zelf een
fundamentalistische beweging creëert.
De fundamentalistische Verlichtingsbeweging is een creatie van Gray. Het IRP
stelt gewoon het tegendeel: er bestaat geen fundamentalistische
Verlichtingsbeweging, want dat is een interne contradictie, er bestaan alleen
verlichtingsaanhangers. Nu is het aan Gray om het bestaan van die beweging aan
te tonen. Dan moet hij gaan refereren aan specifieke mensen en hun denkbeelden
(zie ook verder). Dan kan over die denkbeelden gediscussieerd worden. En dan zal
blijken dat er geen fundamentalistische Verlichtingsbeweging bestaat in de zin
die Gray bedoeld, of anders zal hij nader moeten omschrijven wat hij bedoelt.
De Verlichtingfundamentalisten proberen hun geloof in de vooruitgang te
herwinnen dat door de geschiedenis is vernietigd.
Hier staat dat iets (verlichtingsfundamentalisme) wat niet bestaat (zie
boven), iets probeert te herstellen wat niet gebeurt is (zie boven). Deze
uitspraak heeft dus dezelfde status als de discussie over het aantal engelen dat
op de knop van een naald kan dansen.
De Verlichtingsfundamentalisten zeggen dat als de islam Europees wil worden,
ze de verlichting moet omhelzen of incorporeren.
Dit is de eerste concrete uitspraak over het onderwerp van het artikel: de
standpunten ven de verlichtingsaanhangers. Het is juist in de zin dat het bijna
een tautologie is: het kenmerk van de Europese cultuur is haar grotere
verlichtheid. Er staat niet dat de verlichtingsaanhangers zeggen dat de islam de
verlichting geheel of deels móét incorporeren, maar alleen dat áls ze Europees
willen worden, ze het moeten doen. Wat Gray niet noemt, maar wel het punt is
waar het om gaat, is dat als ze het niet doen, ze volgens de
verlichtingsaanhangers altijd buiten de hoofdstroom van de Europese maatschappij
zullen blijven staan. Waarmee tevens gezegd wordt dat verlichtingsaanhangers
willen dat Europa niet iets van zijn verlichtingswaarden zal inleveren. En dat
is waar de discussie eigenlijk om gaat: willen we wat van onze verlichting
inleveren, omdat de islamieten die hier zijn komen wonen niet onze hoeveelheid
verlichting hebben. Deze vraag wordt door Gray zorgvuldig vermeden. En
ondertussen beschuldigt hij degene die dit niet willen van
verlichtingsfundamentalisme, en veroordeelt dit. Daarmee schaart hij zich de
facto aan de kant van degenen die wel een deel van onze verlichtingswaarden
willen inleveren.
De mens bedenkt steeds vernuftiger apparaten, maar
zijn aard zal niet veranderen, en:
Zo heeft de mens ook een natuur, die in de loop der geschiedenis niet veel
veranderd is.'
Een stelling die, indien juist, erop neerkomt dat homo neandertalis dezelfde
natuur heeft als de huidige mens - oftewel: Gray is een volledig onkundig
aangaande de rol en betekenis van evolutie, en is daarom een welbespraakte
onbenul - zoals de meest hedendaagse filosofen.
Degenen die zich geheel of gedeeltelijk in deze opvatting
kunnen vinden, wordt aangeraden eerst het volgende artikel over Red-Eye, the
Atavism
of
Roodoog de Primitieveling
te
lezen, dat dit soort uitspraken in hun algemeenheid op treffende wijze
afhandelt. Het specifieke geval van Gray wordt in deze context nog verder
geanalyseerd hier
.
De rest van het artikel schetst Gray's alternatieve aanpak, namelijk dat van
vreedzame coëxistentie tussen islam en verlichting in Europa. Daartoe brengt hij
een scheiding aan tussen woorden en daden, bijvoorbeeld: moslims zich tegen
homo's mogen verklaren, maar niets tegen hen ondernemen.
Dat is een bruikbaar uitgangspunt. Maar dan mogen niet-moslims zich tegen
moslims verklaren, zolang ze niets tegen hen ondernemen. En dat 'verklaren' is
dan universeel geldig, want als verlichtingsmensen zich op een of andere manier
moeten beperken, dan geldt dat ook voor de moslims, bijvoorbeeld met betrekking
tot homohaat. Dus die vrijheid van woord is inclusief Theo van Gogh en de
verlichtingsaanhangers, al dan niet fundamentalisten. Maar dat is nu juist waar
de hele discussie over gaat, en Gray's standpunten zijn dus innerlijk
tegenstrijdig op het meest fundamentele punt. En Gray's theorie van vreedzame
coëxistentie wordt in de praktijk weersproken door het feit dat de
anti-homowoorden hebben geleid tot anti-homo daden, dat de anti-moslim woorden
niet hebben geleid tot anti-moslim daden, en dat anti-moslim woorden hebben
geleid tot anti-verlichting daden. Oftewel: de verlichten blijken tot nu toe in
staat tot vreedzame coëxistentie, maar de moslims minder.
De algemene conclusies uit de specifieke deelanalyses zijn de volgende: Gray
spreekt zichzelf op het fundamentele punt van de discussie tegen: hij wil de
meningsvrijheid van de verlichtings-aanhangers beperken, en blijkt die van de
moslims vrij te willen geven. Verder blijkt Gray niet te geloven in het bestaan
van vooruitgang. Hij noemt het specifiek maatschappelijk vooruitgang, waarmee
hij lijkt te willen toegeven dat er wel wetenschappelijk vooruitgang bestaat.
Als hij dat laatste niet doet, dan is hij zonder meer gestoord in de zin van
Friedrich Hegel: geen contact met de wereld van de feiten. Als hij dat wel in
wetenschappelijke vooruitgang gelooft en niet in maatschappelijke, denkt hij dat
wetenschap een volledig van de maatschappij los staande activiteit is. Dat is
ook evident onjuist.
Al met al voldoet Gray aan de kenmerken van de cynicus: hij ontkent het ontstaan
van de meest fundamentele waardes, en heeft zelf niets constructiefs te melden.
Een blik op zijn biografie leert dat dat geen wonder hoeft te zijn: iedereen die
gevoelig voor het gedachtegoed van Margaret 'There is no such thing as
society' Thatcher heeft een ernstige maatschappelijk empathische handicap.
Cynisme is de passieve uitingsvorm van die handicap.
Naar Cultuur discussie
, Sociologie lijst
, Sociologie overzicht
, of site home
.
|