Algemene semantiek | Dialoog: regels
Dialoog is een essentieel gebeuren binnen een democratie. Het bestaan van
mensen met verschillende capaciteiten en belangen betekent automatisch ook
het bestaan van gevallen van tegengestelde belangen.
Dit geldt niet
alleen voor mensen, maar voor alle sociaal levende dieren.
En in
vrijwel alle gevallen worden die geschillen op vreedzame wijze opgelost,
gepaard gaande met geven en nemen, bij bijvoorbeeld apen: door middel van
"vlooien". De hoeveelheden geven en nemen zullen daarbij meestal ongelijk zullen
zijn, maar aanvaard als het betere alternatief.
Het andere
alternatief zijnde geweld.
Mensen onderscheiden zich voornamelijk op
slechts één manier van dit patroon: ze hebben de capaciteit tot taal.
Dat wil zeggen: abstracte taal, want dat dieren ook vormen van
communicatie hebben die lijken op taal begint ook steeds duidelijker te
worden.
Verbale interactie is een belangwekkende nieuwe mogelijkheid
om geschillen te behandelen en op te lossen vanwege de veel grotere
gedetailleerdheid ervan.
De archetypische vorm daarvan is de
dialoog: twee mensen zitten tegenover elkaar en wisselen met elkaar gedachten
over de onderhavige zaak uit.
Het bestaan van verschillende
capaciteiten en belangen betekent ook dat dit proces, hoe belangrijk ook,
vaak matig tot slecht verloopt. En vermoedelijk wel wat erger dan "vaak".
Er is dus behoefte aan een stel regels om dit proces in banen te
leiden. Waarbij geprobeerd moet worden om die regels zo kort, duidelijk en
neutraal te maken zodat zo min mogelijk mensen ze kunnen bestrijden.
Aan de slag, dus. Met regel 1:
En als er meerdere partijen zijn, natuurlijk al die partijen.
Deze
regel lijkt moeilijk iets aan te nuanceren zonder het proces van dialoog
zelf geweld aan te doen.
Regel 2:
Dat is doodgewoon een uitwerking van regel 1. Die ook nog deze kant
kent, als regel 3:
Met welke drie regels al een groot tot overgroot deel van alle
problemen met het uitvoeren van een dialoog zijn op te lossen.
Dus
meteen maar over op een specifiek geval van regel 2:
Met als belangrijke uitwerking natuurlijk dit:
Waarbij de even logische opvolgende toepassing die van regel 3 is, voor
iedereen die bekend is met meer dan drie gevallen van dialoog:
Met het even logische als voor de hand liggende praktische geval van,
zeg, een moslim die het recht van de andere partij op een beroep op, zeg,
"Het Vliegede Spaghettimonster" te betwijfelen, hij dus eerst zijn eigen
recht op het beroep op Allah moet aantonen.
Waarbij de praktijk van
het zelfs het Nederlandse recht aantoont dat hier een hulpstelling nodig is,
die net als regel 1, eigenlijk een axioma is:
Behalve de gebleken praktische juistheid van dit axioma, vervat in de
Oud-Griekse versie ervan onder de noemer "Ad populum"
, is dit eigenlijk
natuurlijk gewoon een gevolg van regel 1. Als beide partijen gelijk zijn,
betekent dit dat ze beiden voor zichzelf staan. Achterban kan nooit een
argument zijn want het is een argument vooraf: de achterban is er al als de
dialoog begint, dus er is bij meenemen van achterban geen sprake van
gelijkheid vooraf.
En hiermee zijn bijna alle dialoog-probemen
opgelost. Want waar in de laatste alinea's alleen religie is gebruikt, geldt
precies hetzelfde voor ieder hoger-abstract begrip. Dat wil zeggen: ook voor
alles zoals "moraal", "fatsoen" enzovoort. Als partij A stelt dat
"moraal gebiedt om vluchtelingen te helpen", kan partij B met
hetzelfde gemak stellen dat "Gezond verstand gebiedt dat vluchtelingen
moeten worden geweigerd". Deze argumenten zijn precies evenveel waard.
Het probleem van een grote klasse van dialoog-problemen is dat
seculieren die deelnemen aan een dialoog veelal wel deze regels begrijpen
voor zover toegepast op religie, maar niet kunnen of willen inzien dat die
regels evengoed gelden voor hun eigen hogere abstracties. Hun eigen
overtuigingen en ideologieën.
Deze regels zijn beslist niet origineel.
Ze zijn op één of ander manier vervat in alle werkende regels over dialoog.
Hier een voorbeeld in grafische weergave (download eventueel het plaatje -
het is groter dan de weergave hier):
Dit voorbeeld is toegespitst op religie, vermoedelijk omdat dat het helderste
geval is van "beroep op een hogere macht". Het werkt op precies dezelfde
basis als de alhier geformuleerde regels. Waarbij het hier behandelde geval,
dat van christenen, zeer gunstig afsteekt bij dat van moslims
.
Het Engelstalige voorbeeld
noemt nog een aantal additionele regels, zoals die over het niet-veranderen
van onderwerp voordat het onderhavige argument is afgehandeld. Dit is een
zogenaamde "retorische truc", waarvan er op deze website al ruim meer dan
honderd zijn verzameld
- de genoemde bekend staande als die van "red herring"
of "afleidingsmanoeuvre".
Het gebruikte voorbeeld laat al zien dat
een dialoog waarin religie een rol speelt, zeer moeilijk is. In de praktijk,
vervat in meerdere zegswijze is het zo dat een discussie met religie of
religieuzen de facto onmogelijk is.
Dus over naar het volgende geval,
van onmogelijk naar zeer moeilijk: de maatschappelijke discussie.
Omdat de meeste maatschappelijk relevante dialogen deel uitmaken van grotere
groepsmatige en persoonlijke belangen, is ook in dit geval een eerlijke dialoog "vooraf"
onwaarschijnlijk, zodat in de praktijk een goede dialoog
slechts mogelijk is met de absolute minimum-eis dat er een derde partij
aanwezig is die toezicht houdt op de
uitvoering van de dialoog, dat wil zeggen: het schenden van de geformuleerde
regels en het gebruik van retorische trucs.
Hier gaat de
maatschappelijke praktijk al meteen ernstig in de fout. Het merendeel der
"dialoog"-rubrieken als Nieuwsuur en Buitenhof schendt regel nummer op de
meest grofstoffelijke wijze: één van de partijen is niet uitgenodigd. Bij
alle onderwerpen die gevoelig liggen bij de politieke-correctheid
:
immigratie, Europese Unie, neoliberalisme, integratie, islam, Koude Oorlog,
enzovoort, nodigen ze maar één partij uit - meestal tot in grote meerderheid
de politiek-correcte partij. Aan de tafel zit wel een ander persoon, maar
dat is de "mediator", in de persoon van de presentator. De "mediator" wordt
dan geacht "vragen" te stellen, of zelfs "kritische vragen'. In de praktijk
komt dit er op neer dat een politiek-correcte partij vriendelijke voorzetjes
krijgt ("Bij ons aan tafel hebben we de eer te mogen ontvangen de Hoge
Commissaris voor de Vluchtelingen ...", "Kunt u ons vertellen hoe zwaar het
lot is van de vluchtelingen die in kampen in Libanon zitten?" Of: "Meneer
Klaver/-Pechtold/-Samsom, hoe gaat u het lot van vluchtelingen verzachten?"
Zit er iemand aan tafel die niet tot de politieke-correctheid behoort, die
bijvoorbeeld een eerlijker verdeling van de zorgkosten wil, of minder
verlaging van de pensioen, dan is de vraag: "Maar waar gaan we dat van
betalen, meneer Roemer/Krol?". Het geval van mensen die tegen vrije
immigratie zijn wordt vrijwel uitsluitend aangepakt door de methodiek van de
"Ad hominem", in de vorm van "Janmaat/-Fortuyn/-Wilders/-Baudet is een
fascist" buiten de aanwezigheid van de betrokkene.
Oftewel: het meeste dat op televisie
plaatsvindt, is geen dialoog.
Het is zelfs zo dat als er ergens bij
één of andere gelegenheid, dus meestal niet op televisie (of in de krant),
wél een dialoog plaatsvindt met een niet-politiek-correcte partij, de
algemene politiek-correcte meningsvorming er schande van spreekt: "Weet wat
je die Cliteur gezegd heeft...? Hij heeft gezegd dat vrije immigratie geen
goed idee is. Waarom werkt die Cliteur nog bij de universiteit?"
Een
wat minder doorzichtige maar veel-gehanteerde variant hiervan is het
inderdaad uitnodigen van twee mensen aan tafel, naast een presentator, maar
twee mensen te kiezen die aan dezelfde kant staan. De politieke-correcte.
Deze aanpak is standaard, vrijwel zonder uitzondering, bij zaken aangaande
buitenlandse politiek, en absoluut zonder uitzondering bij alle zaken
aangaande de Koude Oorlog. Er is op de televisie nog nooit niemand vertoond
die gezegd heeft "Maar het is toch zo dat de politieke grens met 'het
oosten' lag aan de Oder-Neisse in 1945, en nu, in 2015 en later, aan de
Dnjepr ...". Niemand.
Langere tijd heeft hetzelfde gegolden voor
zaken aangaande integratie, immigratie, islam, enzovoort. Maar het gestaag
stijgende aantal aanhangers en zetels voor de PVV en soortgelijke processen
buiten Nederland hebben hier de absolute eenzijdigheid wat doen verzachten.
Maar de laatste serieuze dialoog met een criticus van de islam op de Nederlandse televisie, schrijvende
begin april 2017, stamt van november 2015 (Wim de Rooy in Buitenhof
- met twee (!) rabiaat politiek-correcte tegenstanders tegenover hem plus
een bijna even rabiaat politiek-correcte presentator).
Goed, stel nu dat je
inderdaad staat voor de taak om een dialoog over een "heet" onderwerp te
begeleiden, en dat de al genoemde regels voldaan is. Wat dan te doen om de
zaak in goede banen te leiden? Daarvoor zijn natuurlijk ook regels nodig, en
wel genoteerde regels, zodat de werking ervan achteraf geëvalueerd kan
worden, en indien nodig: aangepast (dat en bijna helemaal alleen dat is
reden van de veiligheid van de luchtvaart).
Voor een wat wijdere
toepassing was al een puntensysteem genoteerd in Informatiefilter,
personen
. Dat kan aangepast worden naar een "levende" situatie,
door "punten" en "strafpunten" te vertalen naar spreektijd. Dat pakt meteen
ook een ander heet hangijzer van de dialoog af: het gebruik van de truc van
"Tijdroof": zo lang aan het woord blijven dat de andere partij minder
spreektijd heeft. Dit dient sowieso hardhandig te worden aangepakt, omdat
degenen die het doen over het algemeen behoren tot de hondsbrutalen en
nog allerlei andere onprettige tactieken hanteren.
Dus, eigenlijk als uitvloeisel van regel 1: gelijke spreektijd. En bonus en aftrek volgens het volgende schema -
dit moet vertaald worden naar percentages van de totale duur van de dialoog
maar voor de duidelijkheid is hier een specifiek geval gekozen, 60 minuten.
Een tweede factor is het aantal heen-en-weer-tjes dat gepland is - maak hier
voor het gemak 10 van, dus 3 minuten per spreekbeurt (bij twee partijen):
Het idee is duidelijk. De praktijk zal het verbeteren.
Ook deze
uitvoeringsregels spreken eigenlijk volkomen voor zich. Waarom is dit dan
nergens de praktijk, op een dood-, doodenkele uitzondering na?
De
reden daarvan is dat de huidige praktijk zeer gunstig is voor de gevestigde
politieke-correcte krachten
die de maatschappij beheersen en dus ook het maatschappelijke debat.
Om precies te zijn: het beheersen van die maatschappij gaat voor groot deel
via het beheersen van de maatschappelijke dialoog. En in de moderne
maatschappij via die dialoog in de media.
En dit gaat allemaal nog een
stap verder. Want de aanpak van het geval van directe dialoog kan gebruikt
worden als model voor de meer algemene maatschappelijke interactie. En dan is
bij het formuleren van de basisregels al onmiddellijk duidelijk dat in
Nederland ook justitie en het recht in de vorm van de Grondwet en afgeleide
wetten deze regels overtreden, in dat zij rechten toekennen aan mensen met
religieuze overtuigingen, op grond van het aantal aanhangers van die
overtuiging, terwijl niet-gelovigen in die overtuiging die rechten niet hebben.
Nederland is in dit
opzicht een sterk gemankeerde rechtsstaat, een situatie stammende uit de
tijden van dominantie van religie in Nederland. En elders in de wereld is
het alleen erger.
Zo belangrijk zijn de regels van de dialoog.
Naar Alg. semantiek, dialoog
,
Alg. semantiek, trainingsprogramma
,
of site home
·.
|