Bronnen bij Menswetenschappen, regels: overtredingen enquêtes
Een methodologische zaak die op alle menswetenschappen slaat, hoewel natuurlijk
in ieder apart geval in verschillende mate, is die van de overwegingen rond het
gebruik van enquêtes. Met als allereerste regel het geval nummer tien uit de
regels van goede menswetenschappen: luister niet naar wat mensen of groepen over
zichzelf zeggen.
Hieronder de algemene voorbeelden daarvan - het specifieke
geval van de toepassing op zaken rond immigratie en allochtonen staat elders
(de Volkskrant, 12-11-2005, van verslaggever Olav Velthuis):
En dat is dus al van 2005.
Alle volgende gevallen
van het maken van de fout zijn dus absurd - en er zijn er genoeg (de Volkskrant, 02-02-2008, door Frans Verstraten, hoogleraar
psychologische funktieleer aan de Universiteit Utrecht
)
Hahahaha!!!
Volgende (Dagblad De Pers, 20-04-2007, door Marcel Hulspas):
Oftewel: de daden staan volledig los van de
woorden. Een zaak die in hoge mate geldt voor het hele geloof.
De volgende is min-of-meer een klassiekertje (de Volkskrant, 22-08-2007, van verslaggever Jaap Stam):
Sociologisch is het idee dat ouders hebben dat
ze het zelf beter doen natuurlijk onzin: er is sociologisch gezien maar één
groep ouders, en het oordeel over "ouders" slaat dus ook op zichzelf. Het
afwijkende oordeel over zichzelf is dus puur iets dat de ouders verzinnen ten
gunste van zichzelf, voor de enquête. Waaruit dus volgt dat een enquête volkomen
onbetrouwbaar is, als het over zichzelf gaat
Nog een "Ik en ander"- voorbeeld, hier met vrij zware gevolgen (de Volkskrant, 31-03-2009, door Robert Giebels
Tja ...
En ook op het terrein der liefde wordt heel wat
sociaal-gewensdacht (CNN.com, 04-09-2007
Spreekt voor zichzelf. Merk op dat op dit
terrein, de leugen bijna eerder de regel lijkt te zijn dan de uitzondering.
Ietwat minder emotioneel terrein (de Volkskrant, 25-10-2007, door Bart Dirks):
Om te brullen van de lach ... Natuurlijk is het
zwartwerken in die informele zuidelijke economieën veel groter dan in
Denemarken. Maar dat zeggen ze in het zuiden natuurlijk niet. Deels omdat ze er
makkelijker over liegen, en deels omdat ze het misschien helemaal niet als
zwartwerk zien - "Het is toch normaal ..."
Maar waar het om gaat is de naïviteit van de onderzoekers,
die geen kennelijk benul hebben van het begrip "sociaal wenselijk antwoorden".
In het volgende artikel vinden we twee voorbeelden van de schrijnende
verschillen tussen verbale antwoorden en de realiteit van denken en handelen
(VARA TV Magazine, nr. 43-2007, column door Paul Witteman
):
En (VARA TV Magazine, nr. 2-2008, column door Dick Wensink):
En toch maar weer gaan vragen ...
Een samenvatting van het voorgaande met wat meer bewijs (Dagblad De Pers, 03-11-2008, door Marcel Hulspas):
En ook hier leren we niets van.
Een voorbeeld van twee fouten (de Volkskrant, 03-10-2007):
Het foute verband tussen mondelinge klachten en
feitelijke klachten is een voorbeeld van het effect van mondeling onderzoek: je
krijgt geen betrouwbare antwoorden.
De laatste zin bevat een andere fout: het verband kan ook de
andere kant op liggen: het hebben van psychische problemen kan ook de oorzaak
zijn van het hebben van een laag inkomen en gescheiden of verbroken relaties.
Een voorbeeld van hoe dit werkt (de Volkskrant, 04-09-2009, van een
verslaggever):
Een prachtig voorbeeld van aangeleerd
taalgebruik: "discriminatie" komt van de multiculturalisten, en "tunnelvisie"
uit de advocatenwereld. Een voorbeeld van antwoorden naar een beeld, en niet
naar een werkelijkheid.
Een voorbeeld dat talloze andere overbodig maakt (Volkskrant.nl,
peiling, 28-12-2009):
Uit vele onderzoeken is vast komen te staan dat hoogstens iets als 10 procent
van de mensen dit soort acties ondernemen - bij verdrinkingsgevallen kunnen
tientallen tot enkele honderden mensen op de kant staan zonder dat er iemand
iets onderneemt. Volgens onderzoek uit de luchtvaart is het percentage mensen
dat genoeg initiatief heeft om
zichzelf te redden bij een ongeluk niet hoger dan rond de 50.
De afbeelding hiernaast illustratie het eerste van deze
getallen. Tussen Schuringa en de dader zaten ongeveer een tiental mensen die een
gelijk of beter zicht hadden op de situatie, en desondanks niets ondernamen.
Schuringa is over deze mensen heen geklommen, en zelfs dat bracht hen
aanvankelijk niet in beweging. Van de 63 procent, liegt op zijn minst 90 procent
dat hij barst.
Nog een aardige (DePers.nl, 16-05-2009):
Predikanten ondervragen over wat jongeren over
God vinden. Wat een grap ...
Ongetwijfeld niet tot slot, maar wel een
einde wat betreft alle redelijke twijfel (DePers.nl, 13-07-2010):
Vooral niets vragen, dus.
Er is nu zelfs neurologisch bewezen dat de twee
processen van uitspraken en beslissingen gescheiden liggen: (DePers.nl, 28-06-2010, door Marcel Hulspas):
Nu is een willekeurige verdeling tussen al dan
niet kopen een 50-50 zaak, dus 50 procent goed zegt niets. De uitkomst van het
onderzoek is dus dat dat een flink deel van de zichtbare hersenprocessen niets
zegt over de daadwerkelijke beslissing, en dat wat mensen over de beslissing
zeggen niets zegt over de daadwerkelijke beslissing. Je kan kan die twee laatste
gelijkstellen (een stap die met voorzichtigheid gepaard moet gaan), en
concluderen dat wat mensen zeggen komt uit het gebied dat dat niets zegt over de
daadwerkelijke beslissing.
Weer eentje van de archetypische "Franse overspel"-soort (de Volkskrant, 27-09-2010, van correspondent Gert-Jan van Teeffelen):
Hoe zou dat nou komen:
Nou, dus niet genoeg. Er is vastgesteld dat het aantal mensen met homofiele
neiging redelijk contant is over alle culturen, en alleen het ervoor uitkomen
verschilt.
Het volgende geval is weer van de "Franse overspel" soort: de totalen
kloppen niet (de Volkskrant, 29-03-2010, van verslaggever Peter de Waard):
Een zeer duidelijke illustratie van de waarde
van enquêtes: in de ene set antwoorden zegt men ervoor te zijn, en in de andere
tegen - neem je het gemiddelde over alle partijen komt je circa 10 procent
overlopers, dus een meerderheid tegen, maar met name, is de balans negatief: er
gaan wel veel mensen weg bij sommige partijen maar die komen er elders niet bij.
Die balans klopt dus niet, tenzij je er vanuit gaat er een groot deel
niet-stemmers bijkomt.
Een zeldzaam teken van onderzoekers die het effect wel kennen. En meteen
weer een bevestiging van de naïviteit en/of domheid en/of corruptie van de
overigen (de Volkskrant, 30-11-2010, van verslaggeefsters Anneke Stoffelen):
Maar ja, dit heeft ook geen politiek-correct gevoelig element ...
Notoire oorzaak van enquête-leugens: automobilisme
(de Volkskrant, 19-02-2011, door Malou van Hintum):
En dat geldt voor alles waarbij dit soort emoties betrokken zijn.
Naar aanleiding van het geval van sociaal-pyscholoog Diederik Stapel die
enquête-uitslagen zelf vervalste, komt een andere onderzoeker met wat andere
bezwaren tegen enquêtes (de Volkskrant, 03-11-2011, door Illya
Jongeneel, deed in 1985 als een der eersten onderzoek naar
voetbalsupporters):
Dit zijn voorbeelden van ernstige fouten in de
uitvoering. De fundamentele fout van het psychologisch of sociaal wenselijk
antwoorden, wordt hier over het hoofd gezien. Maar er wordt nog wel geraakt aan
de reden dat veel van dit soort fouten hebben kunnen blijven doorwoekeren:
Men wilde doodgewoon frauderen. Wat natuurlijk in nog versterkte mate
geldt zodra er niet alleen geld of een opdracht achter het onderzoek zit, maar
ook nog eens ideologie - met name de eigen ideologie van de onderzoekers. En
over welke ideologie we het dan hebben als eerste hebben zou bekend moeten zijn:
het multiculturalisme. Met als les: geen enkele sociologisch onderzoek met een
positieve uitkomst voor het multiculturalisme is te vertrouwen, tenzij bevestigd
door onafhankelijke feiten
.
Nog iemand anders is de omissie van de grootste methodefout opgevallen (de Volkskrant, 04-11-2011, ingezonden brief van Willem Heijster, Breda,
psycholoog):
En nog twee fouten aangemeld door briefschrijvers (de Volkskrant, 19-04-2012, ingezonden brief van Jan Vandenbroucke en
Frits Rosendaal, beiden hoogleraar klinische epidemiologie, LUMC):
Nog meer potentiële oorzaken van vervorming. En
allemaal gerelateerd aan dezelfde foute basis: het stellen van vragen.
Nog maar eens een internationaal voorbeeldje (de Volkskrant, 06-11-2013, van verslaggever Pieter Smit):
Reden nummer één waarom Nederlanders bovenaan
staan: ze zijn het meest open over dit soort zaken waa5rdoor ze bij enquêtes het
eerder zullen toegeven. Reden nummer twee waarom Nederlanders bovenaan staan: ze
zijn het meest o[pen over dit soort zaken, en zullen dus het eerst hulp zoeken.
Onderzoek dat deze factoren niet noemt, zoals dit onderzoek, is primitief. Ook
al zeggen ze dit soort dingen:
Of misschien juist wel als ze dit soort dingen zeggen, want de onzekerheidsmarge
is een veel minder belangrijke factor dan de genoemde systematische
verstoringen.
Weer een flagrant Nederlands geval (de Volkskrant, 10-12-2013, van verslaggeefster Sterre Lindhout):
Uit dat onderzoek blijkt alleen dat Nederlandse
agenten eerder toegeven naar het wapen te hebben gegrepen dan in andere
landen.
En een vrijwel identiek geval, maar dan betreffende de
man-vrouwverhouding (de Volkskrant, 06-03-2014, door Marjon Bolwijn):
Dit is een opeenstapeling van methodologisch
fouten. Ten eerste heeft hoogstvermoedelijk dat Europese Agentschap helemaal
niets zelf onderzocht, maar op zijn best zelf onderzoeken laten doen door
partijen in ieder van de landen, en vermoedelijker gewoon bestaande onderzoeken
gebundeld. In beide gevallen is de vergelijkende waarde al bijna nul, want in
vrijwel alle landen speelt nationale trots de absolute boventoon, en slechte
rapportcijfers over de eigen cultuur zijn daarvan absoluut niet te verwachten.
Om heel precies te zijn: hoe slechter de cultuur, hoe groter de neiging dat te
verdoezelen.
Dan de onderzoeksvragen zelf. de uitslag ervan gaat volkomen in tegen alle andere trends, die laten zien dat de positie van vrouwen
slechter is naarmate je van Noordwest-Europa oostelijker of zuidelijker trekt
(net als alle soortgelijke beschavingsindices
).
De Volkskrant gaat in haar onbenul de vraag naar de oorzaak
uitvoerig behandelen:
Tezamen met een grafiek waaruit blijkt dat de Nederlandse man qua agressie
jegens vrouwen op de vierde plaats staat, met een toppositie voor Denemarken.
En Finland op twee. En Zweden op drie:
Het is dat het onderzoek beperkt is tot Europa, anders hadden vermoedelijk
Saoedi-Arabië en Soedan ge-topscoord als landen met de minste agressie jegens
vrouwen.
Iedereen kan op zijn klompen, aan zijn theewater, en
zijn gezonde verstand voelen dat er hier iets grondig mis moet zijn gegaan. Als
je in Zweden alleen al meer dan een seconde naar een vrouw kijkt, loop je al een
uitstekende kans op een proces wegens verkrachting. In de Soedan doen ze nog aan
steniging van overspelige vrouwen.
De verklaring hiervan kan in één enkele zin afgedaan worden:
vanuit Noordwest-Europa oostelijker of zuidelijker gaand, is agressiviteit
jegens vrouwen steeds gewoner en durven vrouwen er steeds minder over te
vertellen - uit angst voor die agressiviteit. De werkelijkheid is precies het
omgekeerde van de cijfers, omdat die cijfers niet de agressiviteit weergeven,
maar de bereidheid om erover te praten. En volgens het adagium van dr. Phil "You
must acknowledge it, before you can address it", betekent dit dat het
probleem van de agressiviteit van mannen tegen vrouwen het grootst is daar
waar men het minst bereid is om erover te praten.
De publicatie van dit artikel in deze vorm (ergens in de
uitvoerige bespreking wordt dat punt minder bereid zijn tot praten wel genoemd)
is van een onvoorstelbare absurditeit, die maar op één manier verklaard kan
worden: de ideologische bezetenheid van de betrokkenen. Met name valt hier te
denken aan degene die verantwoordelijk is voor de publicaties over
wetenschappelijke zaken: de chef-wetenschap Maarten Keulemans
. Slechts deze factor of die van ultieme stupiditeit, kan dit verschijnsel
verklaren. Voorlopig is de ideologische bezetenheid de meest voor de hand
liggende.
Maar ideologische bezetenheid is iets dat in dit soort kringen van de
maatschappij: media, "intellectuelen" en dergelijke, een epidemie is. Dus
dit gevolg van de methodologische domheid was eigenlijk voorspelbaar (de Volkskrant, 08-03-2014, door Deb Appel, politicoloog, en houdt
zich bezig met de rol van de media in de democratie):
Slikt het allemaal voor zoete koek. En is nog
extra dom ook:
En voor een belangrijk deel om dit te kunnen zeggen:
Hier de reacties van de redactie:
Waarna je alleen nog maar in huilen kan uitbarsten, over zo veel
institutionele domheid.
Een onderzoek naar wat mannen vinden van de vrijheid voor vrouwen om hun
eigen kleding te kiezen. Islamitische mannen, natuurlijk, want in de
beschaafde wereld is hier geen enkel dispuut over (pewresearch.org, 08-01-2014. By Jacob Poushter
):
Dat valt best nog mee, dus. Zou de conclusie
luiden uit dit onderzoek. Maar dit was niet "het' onderzoek, maar slechts een
dele ervan. een andere vraag was veel concreter. Daarin vroeg men aan te wijzen
hoe een vrouw gekleed diende te gaan. Dat gaf een ietwat ander beeld
Oftewel: alleen Libanon, min-of-meer een ministaatje, komt in de buurt van enigszins beschaafd, de rest is
ordinaire barbarij (let op de "mediaan" (MEDIAN): dat is de score waarboven en
waaronder evenveel respondenten liggen
) .
Oftewel: als je het zo vraagt, zeggen moslims dat vrouwen wel vrijheid hebben,
maar dat is dus slechts sociaal gewenst antwoorden: in werkelijkheid mogen ze
het niet zoals blijkt uit de tweede reeks gegevens, natuurlijk deels door andere
methoden dan rechtuit verbieden - dat heet "sociale dwang".
Het verschil in de uitkomsten bij de twee vragen is
veroorzaakt omdat bij de eerste de respondenten veel meer vrijheid hebben om
iets in te vullen naar eigen behoefte - het is een abstracte vraag. "Vrijheid"
is een abstract begrip, en meestal toch met een (zeer) positieve inslag, dus is
men "gul" en geeft die vrijheid zolang het blijft bij "vrijheid" - het abstracte
begrip. Maar zodra je het gaat invullen met een concrete zaak, hier door de
kleding aan te wijzen, dan blijkt het wat betreft die concrete zaak heel anders
te liggen.
In termen van de algemene semantiek
: "vrijheid" heeft in de meeste omstandigheden een "intensionele" uitleg
- een uitleg met woorden. Maar de tweede vraag was gesteld op de "extensionele"
manier: door te laten wijzen naar de werkelijke wereld.
Een bijzonder kras geval - met een vrij lange inleiding om te laten zien
hoe ernstig de bijverschijnselen zijn (de Volkskrant, 30-10-2014, door Henk Müller):
Juist ja ... Omdat
familie of bekende van het Marokkaanse tuig dat bij de overval op de juwelier
is doodgeschoten de zich verdedigd hebbende slachtoffers bedreigt, moeten we maar
afzien van verzet bij overvallen door dat Marokkaanse tuig. Wie beweert er zulke
stompzinnige dingen? Even voorstellen:
Tja ... Antropologie ... Daar ga je ... Zelfs de Volkskrant-journalist is
verbaasd:
Ongelofelijk ... Iedereen met enig gezond verstand of oren aan zijn hoofd
heeft inmiddels vernomen dat overvallers beginnen met erop los te slaan.
Juist ja ... Overvallers melden dat ze één tik geven. Volgens de wetten van
het onregelmatige werkwoord van Bertrand Russell
weet je dan voor zeker dat ze allemaal beginnen met
meteen erop los te beuken. Dus deze mevrouw leidt aan de meest ernstige vorm van
blindheid voor de werkelijkheid: ze is blind voor een werkelijkheid die in haar
eigen hoofd zit. Waarvan er nog meer is:
Juist ja ... De onderzoeker heeft een resultaat dat tegen haar conclusie in
gaat, en dat heeft ze maar niet verder onderzocht. Dat moet je niet willen, een
werkelijkheid die tegen je vooropgestelde conclusies ingaat.
Maar wat heeft de antropoloog dan wel onderzocht? Hier is het antwoord, en een
waardchuwing vooraf: stop nu het eventuele nuttigen van drank en vooral vast
voedsel:
Bent u uitgelachen ...? De onderzoeker ontleent haar wijsheid dat het niet
verstandig is geweld te gebruiken tegen overvallers, aan de mening van de
overvallers.
Nog eens een bewijs van hoe achterlijk dit allemaal is
(de Volkskrant,
14-09-2017, door Maarten Keulemans):
Met als klassiek voorbeeld om menselijke tekortkomingen niet te zoeken
bij jezelf of je eigen groep ...
... maar bij die van anderen, liefst je ideologische tegenstanders ...
Dit
constateer je dus nog eens een keertje, volkomen overbodig, om vervolgens
met je enquête-formulier in je handen op moslims af te stappen en te vragen
naar hun steun voor jihadgangers en kalifaat en sharia en hoe radicaal ze
zijn
...
Een grappige toevoeging aan het palet (De Volkskrant, 02-02-2019,
door Jasper van Kuijk):
Juist ja ... Dit sluit natuurlijk ook heel veel sociologisch en
aanverwant onderzoek in: voor vele doelen is het hoge aantal
contraproductief. Het hoge aantal neutraliseert een groot aantal factoren
waaronder dus mogelijk ook belangrijke. En hier is
waar je op moet letten:
Juist!
Een ander aspect aan de enquête (de Volkskrant, 11-07-2019, door
Mieke Zijlmans):
Wat natuurlijk ook meteen leidt tot de conclusie dat de test in principe
niet deugt: de uitkomst hangt af van een factor die niets met de te meten
eigenschappen te maken heeft. En je mag veilig aannemen
dat dit in mindere of meerdere mate geldt voor alle enquêtses. Want ook de
test en het onderzoek zijn natuurlijk gewoon vormen van enquêtes: er wordt
mensen iets gevraagd, in plaats van gekeken naar wat ze doen als respons op
stimuli.
Grappig: een statisticus trapt een paar deuren in die voor
iedereen met enig gezond verstand wagenwijd open staan, maar voor de
socioloog (en dergelijke) nog gesloten zijn als een kasteeldeur (de Volkskrant,
30-10-2019, door Casper Albers, hoogleraar statistiek aan de
Rijksuniversiteit Groningen):
Gevolgd door de gore leugens die het CBS gebruikt/verkondigt onder het motto "Als je
een allochtoon geen allochtoon noemt, neemt zijn sociaal-culturele
achterlijkheid af". Maar dat is hier niet het
onderwerp, maar een eraan verwante onkunde:
Tjonge ... Wat een vondst ...
Nog eentje. Bijvoorbeeld zo:
En dan volgt er nog een ander aspect:
De wisselwerking tussen met name sociale wetenschap en media, waarin de
rabiaat politiek-correcte media de sociale wetenschap meesleept in het
politiek-correcte graf. Diederik Stapel ... Wat u
zegt.
Ach, het toch allemaal zo makkelijk te bedenken ... (de Volkskrant,
20-03-2020, door Roos Vonk, hoogleraar sociale psychologie):
Voelt u 'm al aankomen ...?
Enzovoort. Desalniettemin is zelfrapportage niet
alleen een, maar dusdanig dé methode van onderzoek naar moslims (en andere
vormen van allochtonen-onderzoek), dat je nauwelijks een onderzoek met een
andere methode kan vinden.
Wetenschappelijk vastgelegde verbanden hoef maar zelden te corrigeren, en
wel zeldzamer naarmate ze fundamenteler zijn. Iets als "sociaal gewenst
antwoorden" valt in de rubriek "uiterst zelden". Hier is er toch nog maar
eens eentje, vooral vanwege de uiterste naïviteit die spreekt uit de
reportage (de Volkskrant, 20-12-2022, door Kaya Bouma):
Eigenlijk is de kop al weer volleodg afdoende. En dat
koddige woordje 'Analyse' erboven. Terwijl de
Volkskrant boordevol staat met haat voor vleeseten, en vleeseters in
het bijzonder. Allemaal blanke extreemrechtse
FvD-stemmers ... En ze mene het serieus, hè ... :
Tja, hoe is dat toch mogelijk, hè ...
Naar Methodologie
, of site home
·.
|