Bronnen bij Menswetenschappen, regels: enquêtes onder allochtonen

Een geheel aparte tak van de lange reeks overtredingen van de regel van goede menswetenschappen dat je mensen niet over henzelf of hun eigen groep moet ondervragen, is die van alles aangaande allochtonen. Uit de lijst van algemene gevallen en andere aanwijzingen hebben we al bewijs kunnen destilleren, en dit bewijs is dusdanig bekend en de waarheid ervan is intuïtief al dusdanig duidelijk, dat het verwonderlijk en verbazingwekkend is dat men de methode in het geval van allochtonen en dergelijke zo hardnekkig toepast. Zodanig hardnekkig, dat men het zelfs in de onderzoekstudies durft op te schrijven (Onderzoekscentrum ERCOMER, Universiteit Utrecht, project 2007-2010)
  Discourses on Muslim identity: Qualitative case studies with local-born Muslims in London and Amsterdam

Aim
This project aims to investigate the multiple meanings and situated uses of religion by Muslim youth in everyday contexts of interaction. To this end, new qualitative data are gathered through in-depth interviews and focus groups in two cities in the UK (London) and the Netherlands (Amsterdam).
...
Research design
This project pursues the detailed examination of minorities’ own understandings and theories of ethnic and religious identities. To this end, it envisages the qualitative analysis of multiple meanings and situated uses of Muslim identities among youth in two urban settings: London and Amsterdam. The analytical interest is in identifying and analysing the range of divergent and debated understanding and theorisations of Muslim identity. Hence, the focus is not on representativity of individuals or groups, but rather on representativity in terms of the full range of discourses relating to Muslim identity.

Project staff:
Prof. Dr. Karen Phalet, Project leader (ERCOMER, The Netherlands),
Prof. Dr. Maykel Verkuyten (ERCOMER, The Netherlands),

Nu is dit voorbeeld misschien wat minder verwonderlijk als erbij verteld wordt dat één van de twee aan dit instituut verbonden onderzoekers, Prof. Dr. Maykel Verkuyten, een hoofd-auteur is van het WRR-rapport Identificatie met Nederland, dat bekend werd door de toespraak van Maxima bij de perspresentatie  : "Er bestaat geen dé Nederlandse identiteit". Er wordt nu algemeen erkend dat dit rapport niets anders was dan een poging van de top van bestuurlijk en intellectueel Nederland om de onder vuur liggende ideologie van het multiculturalisme te redden. Prof. Dr. Maykel Verkuyten is dus één van die ideologen. En dat is ongetwijfeld ten nauwste verboden met zijn hanteren van de methodiek om moslims te bevragen, met als alom bekende uitkomst dat ze van zichzelf vinden dat ze zeer gematigd zijn en uitermate aangepast aan de westerse wereld. Om daarna massaal bezwaar te maken tegen blote schilderijen  , de vrijheid van meningsuiting  , en dergelijke, en islamitische terroristen te steunen  .

Meteen maar even, later tussengevoegd, een artikel dat laat zien wat iedereen al weet of kan weten: dat er wordt gelogen bij de antwoorden (de Volkskrant, 17-11-2010, van verslaggeefster Anneke Stoffelen):
  Interview  | Taaldocente Roos Friesland

‘ROC moet inburgering weer doen’

Er gaat veel fout met de inburgering, vindt een docente. ‘Taalaanbieders zijn vooral uit op winst.’

Een 54-jarige taaldocente worstelt al tien jaar om migranten via inburgeringscursussen vooruit te helpen in Nederland. Onder het pseudoniem Roos Friesland schetst ze in haar boek Inburgeren in de praktijk een somber beeld van hoe het ervoor staat met de integratie.

U stelt: voor de cursus slagen te veel mensen die in feite niet ingeburgerd zijn. Heeft u een voorbeeld?
‘In de lesstof komt de Tweede Wereldoorlog aan bod. Ik vertel bijvoorbeeld dat er in die periode 6 miljoen Joden zijn gedood. Dan heb ik een Iraakse man in mijn klasje die blij is dat hij dat weet, want dan kan hij het antwoord straks invullen in de test. Maar hij zegt ook in de klas dat de Holocaust een propagandaverzinsel is van Amerika. Dat is maar een klein voorbeeldje van hoe sommige inburgeraars precies weten wat ze moeten zeggen om te slagen.’   ...

"Een enquête is echt een ideaal onderzoeksmiddel ..."

Dan nu wat van de onderzoeken die van die valse gegevens gebruik maken (Leids universiteitsblad Mare, 15-11-2007, door Arjen van Veelen):
  Invloed imam wordt overschat

In het integratiedebat is de imam zowel boosdoener als wonderdokter. Beide etiketten overschatten zijn invloed, vindt islamoloog Welmoet Boender. ‘Mohammed B. heeft veel meer plekken bezocht dan alleen de moskee.’


‘Vanochtend ben ik met mijn vrouw naar de Ikea in Haarlem geweest’, vertelt importimam Osman Paköz terwijl hij Turkse thee serveert. ...
    Paköz (1973) is de hoofdimam van de Ayasofya moskee, in de Amsterdamse wijk De Baarsjes. Hij is een van de imams die Leids islamoloog en antropoloog Welmoet Boender onderzocht in haar proefschrift Imam in Nederland. ...
    Boender wilde de imam ‘demythologiseren’. Hoe? Door de imams en de gelovigen zelf te vragen hoe ze over de imam dachten. ...

Tja.

De volgende ondervraagt de daders over hun, ongetwijfeld goede, bedoelingen (Volkskrant.nl, 14-11-2008, ANP):
  'Cultuur niet de oorzaak van criminaliteit'

Verschillende opvattingen over misdaad zijn niet de oorzaak van de oververtegenwoordiging van allochtone jongeren in de criminaliteitscijfers. Dat blijkt uit onderzoek van Madeleine de Boer. Zij promoveerde vrijdag op dit onderwerp aan de Universiteit Utrecht.
    Steeds vaker wordt jeugdcriminaliteit in verband gebracht met de etnische afkomst van de dader. De Boer deed onderzoek naar de opvattingen die jongeren over misdaad hebben. Zij betrok daarbij ruim duizend vmbo-leerlingen in de Randstad, van allochtone en autochtone afkomst. Daaruit blijkt nu dat Marokkaanse, Turkse, Antilliaanse, Surinaamse en Nederlandse jongeren dezelfde ideeën hebben over diefstal, geweld en straf.
    De Boer vroeg de jongeren onder meer of het verkeerd is een keertje iets te stelen, of geweld soms moet kunnen en hoe zwaar de straf moet zijn voor bepaalde geweldsdelicten. Op de uitkomst van het onderzoek is één uitzondering te noemen. De Boer: ‘Turkse jongeren hebben duidelijk andere opvattingen over eer-gerelateerd geweld en de bestraffing daarvan. Deze kunnen mede de oververtegenwoordiging verklaren van Turken in Nederland die een straf uitzitten wegens geweldsdelicten binnen de eigen gemeenschap.’

Dat is geweldig: men ontkent niet dat eerwraak gerelateerd is aan cultuur ... En ook ontdekt de onderzoeker dat iedereen wel weet wat misdaad is - gunst. Kennelijk is de sterke oververtegenwoordiging van allochtonen culturen in de misdaad, en daarbinnen weer bepaalde culturen als Marokkanen en Antillianen, gewoon toeval.

Dit ondervragen van de allochtone groep over zichzelf gebeurt natuurlijk overal waar sociologen bepaalde, voor de allochtonen gunstige uitslagen, wil krijgen - dus ook in het buitenland. En deze heeft ook nog zijn eigen ontkenning ingebouwd (de Volkskrant, 11-05-2009, door Gert-Jan van Teeffelen):
  Accent | Opinieonderzoek

Britse moslims ‘erg Brits’, maar aartsconservatief

Mogelijk zijn de Britse moslims de enigen die nog luisteren naar premier Gordon Brown, die zo graag zou zien dat de inwoners van het land trots zijn op hun Britse identiteit. Want moslims lijken een stuk patriottischer dan doorsnee-Britten.
    Van de bevolking als geheel zegt hooguit de helft zich te identificeren met het Verenigd Koninkrijk, waartoe Engeland, Wales, Schotland en Noord-Ierland behoren. Onder moslims is dit 77 procent, aldus eind vorige week gepubliceerd onderzoek van het Gallup Center for Muslim Studies.
    Nog groter is het aantal moslims dat loyaal aan het land zegt te zijn: 82 procent. Ze blijken bovendien meer vertrouwen te hebben in de rechtspraak, banken, de media en eerlijke verkiezingen dan de gemiddelde Brit.
    De uitkomst staat haaks op het imago dat moslims hebben onder de gehele bevolking. Slechts 36 procent van de Britten zou islamieten willen bestempelen als loyale landgenoten.
    ‘Dit onderzoek toont dat veel aannamen over moslims en integratie niet verder van de waarheid konden liggen’, zei Gallup-directeur Dalia Mogahed. Deze Amerikaanse moslima kwam onlangs in het nieuws doordat zij door president Obama is benoemd tot adviseur.
    Ook in Duitsland blijken moslims aanzienlijk patriottischer dan de bevolking als geheel. Internationaal gezien vallen Britse moslims – voornamelijk afkomstig uit Pakistan – echter op door hun aartsconservatieve opvattingen over onderwerpen als homoseksualiteit, pornografie en seks buiten het huwelijk.
    Het aantal Britse moslims dat homoseksuele handelingen moreel aanvaardbaar acht, bedraagt 0 procent. Van de duizend ondervraagde moslims was er niet één die deze stelling wilde onderschrijven. Franse moslims daarentegen blijken een stuk liberaler: 35 procent zegt dit te accepteren.
    Seks voor het huwelijk wordt door slechts 3 procent van de Britse moslims in orde bevonden. Onder hun geloofsgenoten in Frankrijk en Duitsland is dit 48 respectievelijk 27 procent.   ...
    Het imago van moslims in Groot-Brittannië heeft geleden onder de reeks terreurcomplotten die de afgelopen jaren aan het licht kwamen.
    Overigens zat de politie daarbij soms fout. Zo zijn de Pakistaanse studenten die vorige maand met veel vertoon werden opgepakt rond Manchester – het uitlekken van de operatie kostte de hoogste Britse terreurbestrijder zijn baan – vrijgelaten wegens gebrek aan bewijs.

Dat moslims in Engeland of Duitsland zeggen dat ze loyaal zijn, is natuurlijk totaal geen maat voor de werkelijkheid, want in de loop van de jaren hebben ze inmiddels allemaal geleerd wat ze moeten antwoorden.
   In dit geval staat de alternatieve methode van onderzoek er zelfs bijna. Want als je niet direct naar handelen kan kijken, dan is het alternatief om vragen te stellen die over concrete dingen gaan, en waaruit je de loyaliteit kan afleiden. Zo zijn de Britse moslims collectief tegen vrijheid van homoseksualiteit, tegen seks voor het huwelijk, en zo zal er nog wel het nodige zijn. Dat soort vrijheden maakt het Brits-zijn uit. En als je de houding van moslims tegenover alle punten van het Brits-zijn optelt, dan kom je op een diametraal resultaat met betrekking tot die som: de loyaliteit.
   Trouwens, als je toch naar handelingen wilt kijken, zet dan je camera op een cricketwedstrijd waarin moslims, dat wil zeggen: Pakistani in het Britse geval, tegen Engelsen spelen, en bepaal de verhoudingen van de moslims die voor Pakistan of voor Engeland juichen. Vermoedelijk haalt u nog niet de één procent. Voor Engeland dan wel te verstaan. Zo loyaal zijn moslims aan Engeland. En dat zien de Engelsen natuurlijk ook wel. Vandaar dat ietwat lagere getal voor moslimloyaliteit van de Engelsen zelf ...
    Overigens, met enige vertaling staat het eigenlijk in die kop al: vervang 'aarts' door "on-Brits", en je krijgt:
  Britse moslims ‘erg Brits’, maar on-Brits-conservatief

En je hebt een mooie contradictie.

Het volgende geval komt weer direct uit de wetenschappelijke wereld (Leids universiteitsblad Mare, 02-04-2009, door Hans Klis (printversie)):
  Dan toch liever een Nederlander

Nederlanders moeten de hand in eigen boezem steken als het gaat om de discriminatie van minderheden, zegt een Leidse psycholoog.

‘Je roept niet zomaar dat je gediscrimineerd wordt, als je er geen aanwijzingen voor hebt’, zegt Katherine Stroebe. ‘Het is geen toverwoord dat mensen zomaar in de mond nemen. Zoals ik aantoon, is het juist erg negatief om toe te geven dat je gediscrimineerd wordt. Je weet dan dat je ook in de toekomst hetzelfde zult meemaken.’   ...
    Stroebe promoveerde op discriminatie bij sollicitaties, maar deed haar onderzoek met uitsluitend vrouwelijke proefpersonen. Aanvankelijk wilde zij de effecten op allochtone sollicitanten onderzoeken. ‘Maar in Leiden heb je nu eenmaal niet zoveel toegang tot allochtonen’, legt Stroebe uit. Daarom koos zij ervoor om discriminatie bij vrouwen te bekijken. ...
    Wat zegt vrouwendiscriminatie over Marokkanen? Stroebe: ‘Marokkanen worden meer structureel gediscrimineerd dan vrouwen, dus je moet wel voorzichtig zijn om mijn resultaten bij vrouwen, direct te koppelen aan de discriminatie van Marokkanen. Maar in principe wordt met dit onderzoek een fenomeen onderzocht dat groepsoverschrijdend is. In Amerika zijn dezelfde resultaten gevonden bij onderzoeken naar discriminatie van African Americans. Daar speelt de huidskleur bij discriminatie, in Nederland heeft het meer te maken met de islam.’   ...
    ‘Er zijn heus wel werkgevers die een goede Marokkaan in dienst hebben gehad’, vertelt student Sport en beweging Abdoelah (17), die liever niet met zijn achternaam in de krant wil. Hij probeerde te solliciteren bij een kledingwinkel die personeel zocht, maar werd afgewezen omdat ze een vrouw zochten. ‘Maar dat stond niet op het aanplakbiljet. Die eigenaar dacht bij zichzelf: liever een Nederlander, dan ben ik tenminste zeker van mijn zaak.’    ...
    Volgens Stroebe zijn meer rolmodellen in het dagelijks leven daarbij van groot belang. Want: 'Hoeveel zijn er nu eigenlijk hoogleraar aan een universiteit?’

Hoe is het mogelijk ...
    Maar het staat er echt: "Mensen zullen het woord 'discriminatie' niet zonder goede reden in de mond nemen, want het is nadelig voor ze'. Het is precies andersom: het in de mond nemen van 'discriminatie' is voordelig voor mensen, want een inherente tekortkoming ("niet goed genoeg")  wordt afgeschoven op een externe ("kleur"), en om die en slechts die reden wordt er talloze malen gebeurtenissen op "discriminatie" afgeschoven die dat beslist niet zijn   .
    Neem het voorbeeld van Abdoelah en de kledingwinkel. Er kunnen talloze reden zijn dat hij Abdoelah niet wilde: leeftijd, geslacht (het stond niet op het biljet, maar misschien dacht de winkelier dat dat vanzelf sprak), de blik in zijn ogen, en noem maar op. Mogelijkerwijs is daar zelfs het Marokkaan-zijn bij, maar zelfs dan hoeft het nog geen discriminatie te zijn. Misschien is de winkelier overvallen door en Marokkaan. Of denkt hij gewoon aan zijn klanten, die misschien niet zo verlicht zijn als hij, en wel bezwaar hebben tegen een Marokkaan, bijvoorbeeld omdat ze overlast veroorzakende Marokkanen in de buurt hebben ... Dat is geen discriminatie, want er is een goede reden reden anders dan etnie om geen Marokkaan aan te nemen.
    Dezelfde processen spelen ongetwijfeld bij alle allochtonen die solliciteren  . Als een Nederlander tien keer afgewezen wordt, zoekt hij daar niets achter. Als een allochtoon drie keer afgewezen wordt, zal de gedachte aan discriminatie al in zijn hoofd opkomen. Bij vijf of zes keer afgewezen worden krijgt hij hiervan een ernstig vermoeden. En bij tien afwijzingen weet hij het wel zeker. Dit allemaal volgens het bekende en simpele proces waarin bij iedereen de oorzaken voor zijn falen uiten zichzelf zoekt. En zeker macho-mannetjes als die uit de Marokkaanse en creoolse culturen.
   Toch staat het omgekeerde er echt, en kennelijk ook in een wetenschappelijke publicatie: "Allochtonen kan je vertrouwen op hun woord als ze het hebben over de oorzaken van hun falen bij solliciteren".
   De andere methodologische fouten die hier staan zijn dan niet meer verbazingwekkend: nee, natuurlijk kan je resultaten bij vrouwen niet zo maar toepassen op Marokkanen. En nee, je kan dat ook niet doen met resultaten uit Amerika over Afro-Amerikanen.
    Het staat er natuurlijk niet, maar voor dit soort verschijnselen is maar één enkele verklaring: het onderzoek moest de gewenste resultaten opleveren.
    Nou, dat is gelukt. Maar dit heeft absoluut niets met wetenschap te maken. Dit is politieke propaganda. Van de ergste soort. Namelijk die in een volkomen valse jas. George Orwell zou zich in zijn graf omdraaien.

Uit het archief een wat ouder geval (Volkskrant.nl, 14-06-2006, ANP):
  Rassendiscriminatie groot onzichtbaar probleem

Honderdduizenden allochtonen en ook autochtonen hebben er vermoedelijk mee te maken. Maar slechts een klein deel van hen meldt dit bij een instantie. Jaarlijks zijn er enkele duizenden gewelddadige racistische incidenten.
    Dat blijkt uit een onderzoek in opdracht van het ministerie van Justitie onder bijna 1700 allochtone en autochtone Nederlanders. De resultaten staan in de Monitor Rassendiscriminatie 2005, die woensdagmiddag aan minister Verdonk voor Vreemdelingenzaken en Integratie wordt aangeboden. Het is voor het eerst dat er zo'n grootschalig onderzoek is gedaan naar de aard en omvang van rassendiscriminatie in ons land.
    Iets meer dan de helft van de Marokkanen en bijna de helft van de Turken zegt er het afgelopen jaar een keer of vaker mee te zijn geconfronteerd. Ook Surinamers (40 procent) en Antillianen (37 procent) hebben er veel mee te maken. ...
    ... Dat gebeurde op straat, in de bus of de disco, maar vooral op de arbeidsmarkt en in het onderwijs. ...
    Het onderzoek is verricht door medewerkers van de Anne Frank Stichting, het Landelijk Bureau ter bestrijding van Rassendiscriminatie (LBR), de Landelijke Vereniging van Anti Discriminatie Bureaus en Meldpunten, de Universiteit Leiden, de Vrije Universiteit Amsterdam en de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht. ...

Een later groot onderzoek gedaan onder daadwerkelijke situaties, met geanonimiseerde gevallen, heeft klip en klaar uitgewezen dat er geen meetbare discriminatie is bij sollicitaties  . Toch wordt hier zonder meer aangenomen dat je kan afgaan op de opgaven van betrokkenen, allochtonen.
    Ook bij het onderwijs is het ongetwijfeld volkomen onjuist dat daar discriminatie plaatsvindt, omdat in het onderwijs een mensen werken die als groep genomen socialer en dus minder discriminerend zullen denken dan de gemiddelde bevolking. Er zijn eerder tekenen van multiculturalisme en bevoordeling van allochtonen in het onderwijs. Dat er klachten zijn, heeft ongetwijfeld te maken over het grote aantal meetmomenten in het onderwijs, waarvoor weer het bekende proces geldt: eigen falen wordt geprojecteerd op externe zaken.
   De vermoedelijk reden dat in het onderzoek deze grote methodologische fouten gemaakt worden staat er ook vermeld: het onderzoek is verricht door instellingen die belang hebben bij een zo hoog mogelijke uitkomst van de hoeveelheid discriminatie, omdat ze daaraan hun bestaan ontlenen. 

Er blijkt qua overtreding dat je mensen niet naar hun mening over zichzelf moet vragen nog een overtreffende trap te zijn (de Volkskrant, 02-07-2009, van verslaggeefster Malou van Hintum):
  Meeste Nederlanders voor behoud eigen cultuur Marokkanen

Integratie krijgt de voorkeur boven assimilatie, blijkt uit promotieonderzoek. Naarmate mensen positiever staan tegenover zichzelf en anderen, zijn ze meer voor integratie.

De meeste Nederlanders staan positief tegenover de integratie van Marokkanen. Ze geven zelfs de voorkeur aan integratie boven assimilatie. Dat blijkt uit onderzoek waarop sociaal-psycholoog Jacomijn Hofstra (1980) vandaag aan de Rijksuniversiteit Groningen promoveert.
    Hofstra onderzocht tussen 2003 en 2008 de houding van autochtone Nederlanders ten opzichte van integratie (meedoen aan de samenleving met behoud van de eigen cultuur), assimilatie (meedoen en de eigen cultuur opgeven), separatie (alleen de eigen cultuur is belangrijk) en marginalisatie (de eigen cultuur is onbelangrijk, de relatie met het gastland ook). Die houding combineerde ze met iemands ‘hechtingsstijl’; de manier waarop hij zichzelf en anderen ervaart.    ...
    Hofstra verklaart de verrassende uitkomst door haar manier van meten. ‘Meestal wordt mensen alleen maar om hun mening gevraagd, bijvoorbeeld: ‘Hoe staat u tegenover moslims?’ Ik heb mijn proefpersonen vier soorten verhalen voorgelegd, waarin Marokkanen vertellen over het hoe en waarom van de keuzen die ze maken.
    ‘Degene die wil integreren, zegt bijvoorbeeld: Ik vind het prima dat mijn kinderen Sinterklaas vieren op school, maar thuis doen we ook aan Ramadan. Vervolgens heb ik mijn proefpersonen gevraagd hoe ze de gedachten en gevoelens van deze persoon beoordelen.’   ...

Kortom: je laat allochtonen, moslims, verhaaltjes vertellen over hoe goed geïntegreerd ze wel niet zijn, sprookjes dus, en aan de hand van die sprookjes laat je andere mensen oordelen.
    Kan het nog achterlijker ...?
    Voor een tegenbewijs, zie hier  .

Natuurlijk doet ook het CBS aan dit soort onderzoeken  (de Volkskrant, 30-07-2009, van verslaggeefsters Janny Groen en Annieke Kranenberg):
  Kerk- en moskeebezoek is laatste tien jaar fors gedaald

Trend tot ontkerkelijking bij moslims het sterkst, blijkt uit onderzoek van CBS. Jongere moslims zouden geen aansluiting meer vinden bij moskeebesturen.

Het bezoek aan kerken, moskeeën en religieuze bijeenkomsten is de afgelopen jaren fors teruggelopen. De daling is het grootst onder moslims. Dit blijkt uit een onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), dat woensdag is verschenen.
    Tien jaar geleden ging nog 47 procent van de Nederlandse moslims minstens één keer per maand naar de moskee, nu is dat 35 procent. Ook onder katholieken nam het kerkbezoek de afgelopen tien jaar aanzienlijk af: 23 procent bezoekt maandelijks een kerkdienst, tegenover 31 procent in 1999. Onder protestanten liep de kerkgang nauwelijks terug.    ...
    Ook Khalil Aitblal van de Unie van Marokkaanse Moskeeën Amsterdam en Omstreken (UMMAO) zet kanttekeningen bij het CBS-onderzoek. ...
    Hij ziet geen afname, maar een ‘kritischer houding’ ten opzichte van het instituut. ‘Jongeren gaan niet zomaar meer naar de moskee, ze kiezen bewust. Sommige moskeën zijn zo populair dat ze uitpuilen tijdens de vrijdagpreek. Gelovigen zitten daar zelfs op straat.’

Wat het onderzoek heeft vastgesteld is dat over tien jaar genomen minder moslims over zichzelf zeggen dat ze naar de moskee gaan - de werkelijkheid is dat er voortdurend nieuwe en grotere moskeeën worden neergezet, "Want er is behoefte aan"  . De clou zit in een term die wel in de webversie van het artikel  staat en ook in het CBS-rapport zelf:
  Volgens het CBS rekent ruim de helft van de Nederlandse volwassenen zich tot een kerkelijke gezindte of een levensbeschouwelijke groepering. Van hen gaat één op de vijf regelmatig naar een kerk of moskee, fors minder dan voorheen.

Die clou zijnde: 'rekent zichzelf' - het onderzoek is gebaseerd opvragen aan mensen over zichzelf en hun eigen groep. Dat wil zeggen dat het helemaal niet vaststaat dat mensen dit ook daadwerkelijk doen.
    Voor bijvoorbeeld de sterke afname,over tien jaar gemeten, van bezoek aan de moskee, is ook de verklaring mogelijk dat gedurende die tien jaar de populariteit van het zeggen dat je naar de moskee gaat sterk is afgenomen. Of ruimer: gedurende tien jaar is de populariteit van de islam in Nederland sterk afgenomen. En is natuurlijk ook bij moslims het besef ontstaan dat het je als echte-moslim afficheren niet bijdraagt aan je acceptatie in Nederland.
    Dit is zelfs een veel waarschijnlijker verklaring voor de afname van het moskeebezoek, zie ook de opmerking van Khalil Aitblal, en wel in die zin dat een groot deel van die afname niet aan werkelijk afnemen zit, maar gewoon aan toename in de ontkenning in onderzoek. Precies hetzelfde als voor de overspelige Franse vrouwen.

Nog geen twee weken later komt de bevestiging (de Volkskrant, 07-08-2009, van verslaggeefsters Janny Groen en Annieke Kranenberg):
  Pelgrims mijden Mekka uit angst voor griep

...   Normaal gesproken is de islamitische vastenmaand ramadan, die dit jaar op 22 augustus begint, een populaire periode om een zogeheten umrah-reis (ook wel ‘kleine bedevaart’ genoemd) te maken naar Mekka. Dit jaar weerhoudt de angst het H1N1-virus op te lopen pelgrims ervan zo’n excursie naar de islamitische heiligdommen te ondernemen. ...
    Ongeveer drie miljoen moslims uit heel de wereld doen jaarlijks de hadj. Dat worden er steeds meer, zegt Abdallah. ‘In Nederland was er vorig jaar zelfs een tekort aan visa. ...’

Dus kijk niet naar de woorden ("We gaan minder naar de moskee"), maar kijk naar de daden: Ze dragen meer hoofddoeken, en ze gaan meer naar Mekka.

En in de volgende reportage uit Netwerk (03-09-2009) komt de toename van het aantal sharia-huwelijken ter sprake. Natuurlijk roepen weer alle "deskundige" dat het helemaal niet erg en heel onbelangrijk is, maar het staat in ieder geval niét voor een afname van de religiositeit  .

En meteen nog een (de Volkskrant, 04-09-2009, van een verslaggever):
  Versneld onderzoek naar shariarechtspraak

Tweede Kamer wil resultaten al voor Kerstmis hebben | Kamerbrede afkeuring islamitisch recht in Nederland.

De Tweede Kamer heeft donderdag de ministers Hirsch Ballin (Justitie) en Van der Laan (Integratie) gedwongen een toegezegd onderzoek naar het bestaan van shariarechtspraak in Nederland versneld uit te voeren. De Kamer wil de resultaten al voor Kerstmis hebben.   ...
    De Kamer sprak ook over een nieuw onderzoek van de Universiteit Leiden, dat ‘een toename te zien is in informele huwelijken binnen moslimkringen’. ...

Enzovoort.

Je kan van het enquêteren van moslims over de islam ook je beroep maken. Deel één: wie het betreft (NRC.nl, 24-09-2010, van een redacteur):
  Studie: salafisten geen gevaar voor democratie

Streng orthodoxe moslims in Nederland vormen geen gevaar voor de democratie. Deze zogenoemde salafisten hebben soms moeite met de normen van de democratische rechtsstaat, maar slechts een verwaarloosbaar aantal gelooft in het gebruik van geweld.

Dat blijkt uit de vandaag gepresenteerde studie Salafisme in Nederland. Aard, omvang en dreiging van onderzoekers Ineke Roex, Sjef van Stiphout en Jean Tillie. Zij zijn verbonden aan het Instituut voor Migratie en Etnische Studies en de afdeling politicologie van de Universiteit van Amsterdam. Het rapport werd geschreven in opdracht van het wetenschappelijk bureau van het ministerie van Justitie (WODC) en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding.  ...

Deel twee: de methodiek (Volkskrant.nl, 24-09-2010, ANP):
  'Salafistische moskeeën geen gevaar democratie’

Officiële salafistische organisaties, moskeeën en predikers in Nederland roepen niet op tot geweld. Ze keuren dat af. Ook streven ze geen invoering van de sharia (strenge moslimwetten) in Nederland na. Moslims die met geweld de jihad (heilige oorlog) willen voeren, opereren dan ook buiten deze organisaties.

Dat blijkt uit het vrijdag gepubliceerde onderzoek Salafisme in Nederland van het Instituut voor Migratie en Etnische Studies van de Universiteit van Amsterdam. Salafisme is een zeer orthodoxe stroming binnen de islam. De aanhangers ervan proberen zo veel mogelijk letterlijk volgens de Koran te leven.   ...
    De onderzoekers hebben een enquête gehouden onder elfhonderd moslims die oorspronkelijk uit Marokko, Turkije of andere niet-westerse landen komen. Daaruit blijkt dat ongeveer 8 procent van hen streng orthodox is. In totaal gaat het waarschijnlijk om 40.000 tot 65.000 personen. Zij zijn gevoelig voor het salafisme.

Wetenschappelijk gezien is Jean Tillie dus een beroepsfraudeur.

Alles wat uit Europa komt is eigenlijk sowieso hoogst onbetrouwbaar - gelukkig zetten ze er hier bij waarom (DePers.nl, 27-10-2010):
  'Geloof beïnvloedt agressie jongeren niet'

Bij Europese jongeren is niet religie debet aan gewelddadig gedrag, maar zijn sociale uitsluiting en discriminatie juist de drijvende krachten achter agressiviteit. Dat blijkt uit een onderzoek van het Europees Agentschap voor de Grondrechten (FRA) dat woensdag in Wenen werd gepresenteerd.
    Aan het onderzoek namen drieduizend jongeren van 12 tot 18 jaar uit Frankrijk, Spanje, Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel. Volgens Morten Kjaerum, directeur van het FRA, gaven moslimjongeren vaker dan niet-moslims aan gediscrimineerd of buitengesloten te worden en vergroot dat hun bereidheid geweld te gebruiken. ...
 
De werkelijkheid: door hun religie die vol zit met superioriteitsgedachten   , zitten zij vol met revanchegevoelens omdat ze niet succesvol zijn, omdat in Europa voor succes studeren en een goed verstand nodig zijn, en de islam remt studeren en een goed verstand  .

Ook bij vakbonden zitten "onderzoekers" (de Volkskrant, 22-06-2011, van verslaggeefster Carien ten Have):
  Zonder netwerk vindt allochtone jongere veel lastiger goede baan

Die titel is al een meer dan halve leugen - want zonder netwerk vinden ook autochtone jongeren veel lastiger een baan.
  Allochtone jongeren hebben meer moeite om een sterke positie op de arbeidsmarkt te verwerven dan autochtone jongeren. Dat blijkt uit onderzoek van FNV Jong, dat donderdagavond is gepresenteerd.

De tweede leugen. Want dat blijkt helemaal niet uit dat onderzoek:
  Het onderzoek van FNV Jong, dat jongeren tussen de 13 en 26 jaar naar hun mening vroeg over werk en werkloosheid

Want uit onderzoek dat mensen vraagt over henzelf, blijkt helemaal niets, zoals we hier hebben bewezen.

Hm, deze verzameling is kennelijk niet bijgehouden, want het soort "Vraag het de allochtoon"-onderzoek is welig blijven tieren. Hier een helder exemplaar (Leids universiteitsblad Mare, 17-04-2014):
  'Lange arm van Rabat' heeft geen spierbal

De politieke invloed van de Marokkaanse overheid op Marokkaanse Nederlanders is beperkt, concludeert een Leidse promovenda.


Antropologe Merel Kahmann promoveerde gisteren op haar onderzoek naar de relatie tussen Marokkaanse Nederlanders en de Marokkaanse overheid.
    ‘In de media wordt altijd heel kritisch geschreven over de zogenaamde “invloedrijke lange arm van Rabat”, ...

Ja ja, heel vervelend voor die goedwillende knuffelbeertjes uit het Rifgebergte die volkomen ten onrechte worden aangezien voor Badr Hari's. Dus het ze zelf maar eens gevraagd:
  ... dus heb ik onderzocht hoe Marokkaanse Nederlanders daar nu zelf over denken. Aangezien het debat over Marokkanen de laatste weken zo opgelaaid is, ben ik blij dat ik een genuanceerder geluid kan laten horen.’

Vooral dat 'dus' staat hier erg parmantig en erg treffend.
    En oh ja:
  ‘De criminaliteit staat volkomen los van de Marokkaanse identiteit. De “normale” Marokkaan is van dit soort stigmatiserende geluiden de dupe. Er bestaat niet één Marokkaanse identiteit, er is zoveel verscheidenheid onder Marokkanen. Tijdens de interviews die ik heb afgenomen, heb ik gemerkt dat zij het erg moeilijk hebben met het negatieve stigma dat op hen rust. Sommigen van hen voelden zich zelfs niet meer thuis in Nederland. Mijn respondenten wilden dan ook graag bijdragen aan een bredere beeldvorming over Marokkaanse Nederlanders.’ MR

Het volgt niet uit het onderzoek en heeft er ook niets mee te maken, maar toch fijn dat het maar weer eens gezegd is. "Hier sprak de wetenschap - over en sluiten".


Naar Menswetenschappen  , of site home  ·.

21 mei 2009