Psychosociohistorie: raamwerk
De wens tot het ontwikkelen van een wetenschappelijke sociologie houdt
automatisch in dat er gekeken wordt naar onderliggende oorzaken, met als
eerste de psychologie, en naar bovenliggende gevolgen. Dat laatste
natuurlijk het eerst bezien vanaf het verleden zodat de uitkomst van de
voorspellingen vanuit dat verleden naar de toekomst van dat verleden,
zijnde een wat minder ver verleden, bekend is en gebruikt kan worden om de
gehanteerde aanpak te controleren.
Wat bij een wetenschappelijke
sociologie ook nodig is, is een redelijk eenduidige beschrijving van de
zaken waarover men praat. Dat kan je met woorden doen, zoals de
natuurwetenschap ook lange tijd voornamelijk met woorden is bedreven.
De natuurwetenschap heeft de praktijk van het werken met woorden niet
afgeschaft, maar wel grotendeels vervangen door het werken met begrippen,
symbolen, eenheden, en formules. Er worden wel woorden gebruikt, maar dit
voornamelijk om de resultaten bereikt met de meer formele methodes te
vertalen richting een niet-ingevoerd publiek. En om te discussiëren over de
gebruikte methoden. Of in formele woorden: voor de "meta-communicatie".
Er is geen enkele reden om te veronderstellen dat dit voor de
menswetenschappen anders zou liggen - met mogelijkerwijs wel enig verschil in
nadruk.
En dus al zeker niet voor een voorgestelde
psychosociohistorie.
Dus moeten er voorstellen komen voor als eerste
begrippen, symbolen en eenheden.
Deze aanpak gaat niet werken zonder
enige voorkennis van het gebruik van formules en dus begrippen, symbolen en
eenheden zoals ingevoerd in natuurkunde en wiskunde. Die inleiding zonder
vereiste voorkennis begint hier
. Deze kennis wordt in het vervolg verondersteld.
Het gebruik van
formules slaat op de situatie dat er waardes gegeven gaan worden aan iets,
horende bij parameters of eigenschappen van dat "iets" die veranderlijk
kunnen zijn
- welke veranderingen ook vaak zullen afhangen van veranderingen van tijd of plaats
- of groep of iets dergelijks.
Het raamwerk voor de sociologie wordt
logischerwijs opgetuigd vanaf
het iets dat in bekende woorden heet "cultuur" - het eraan toegekende symbool is \(
\Gamma \), uit hoofde van het feit dat dit de derde letter (de "c") in het
Griekse alfabet is.
In navolging van de natuurkunde wordt aan de
raamwerkfunctie van cultuur een getal gekoppeld. Mede noodzakelijk om
veranderingen te kunnen aanduiden. In de uitwerking wordt dan aan de
raamwerkfunctie de gewenste eigenschappen gekoppeld, ter bepaling van welke
specifieke eigenschappen veranderen.
Het probleem van de eenheid van
de raamwerkfunctie, dat wil zeggen de maatstaf, kan omzeild worden op dezelfde
manier waarop natuurkundigen dat meestal doen, en psychologen bij het
intelligentiequotiënt: die gebruikt het gemiddelde als maatstaf. Het getal
is dan in feite een percentage. De gemiddelde score is 100. Dit noemen
natuur- en wiskundigen "normaliseren".
Al bekend is dat de waarde
van de cultuur afhangt van een aantal eigenschappen - in wis/natuurkundige
termen: parameters. Die parameters krijgen hier de letter \( q \) (van "qualities")
- er zijn er meerdere en meestal veel van, wat aangegeven wordt met een
index: \( q_i \). En die eigenschappen kunnen veranderen in de tijd, en doen
dat meestal ook, wat, indien gewenst, aangegeven wordt met \( q_i (t) \). En
ze kunnen ook afhangen van locatie, aangegeven met \(x\): \( q_i (t,
\, x) \), en vele andere eigenschappen zoals het al genoemde "groep" (voor
de sociologie), wat leidt tot \( q_i (t, \, x, \, g_i) \). Enzovoort. Voor
de duidelijkheid worden veel of alle van die afhankelijkheidsparameters vaak
weggelaten, en bekend verondersteld - anders worden de formules te lang.
Alles tezamen: de wetenschappelijke sociologie gebruikt een
cultuurfunctie:
\[ \Gamma (q_i (t, \, x, \, g_i, \, ...) ) \]
Met volledige kennis van zo'n cultuurfunctie, indien genoeg uitgebreid, kan het
programma van Asimov's psychohistorie worden gerealiseerd.
Ter illustratie van de principiële mogelijkheid van zo'n aanpak, onder een
formule die al ontwikkeld is in de wetenschap der economie (of de pogingen tot
wetenschap door sommige economen), komende uit het zeer populaire programma De Wereld Draait Door met als thema
"Beroemde formules":
Hierin is \( \chi \) de raamwerkfunctie overeenkomende met \( \Gamma \) en
hier zijnde "de toestand van de economie", en
\( T_i \) de betreffende parameters hier zijnde de verschillende vormen en
schalen van belasting ("taxation"). Om een echte uitkomst te krijgen in W
oftewel "wealth", staan de parameters ook nog in de formule als waarde, als \( T_j \)
- de hoeveelheid belastingopbrengst.
Wat dus laat zien dat algemene functies als \( \Gamma \) of \( \chi
\) slechts een hulpmiddel zijn, een hulpmiddel om verbindingen te leggen tussen
diverse onderdelen. Want zo'n één allesomvattende functie is er natuurlijk niet
als je begint met onderzoeken - dat is de functie die je aan het bouwen bent.
Het eerste wat je
dus moet doen op het moment dat je het bestaan van zo'n functie veronderstelt, is
hem opsplitsen in een
aantal aspecten: \( \Gamma_j \). Die je dan moet kunnen optellen, oftewel:
\[ \Gamma ~ = ~ \sum_{j} \Gamma_j \]
. Maar opsplitsen op deze manier
betekent ook iets - namelijk dat de diverse aspecten onafhankelijk van
elkaar veranderen: gebeurt er iets met \( \Gamma_j \) dan heeft dat geen
invloed op \( \Gamma_k \) - en dan ook omgekeerd maar dat is dus bijna
altijd het geval: geen kant op of beide kanten
.
Omdat de \( \Gamma_j \)-functie "alleen" een uitdrukking is voor scores of
waarschijnlijkheden, betekent dit dat het de parameters zijn die gescheiden kunnen worden in
twee (of meer) groepen:
\[ \Gamma ~ = ~ \sum_{i} \Gamma (q_i) ~ + ~ \sum_{j \neq i} \Gamma (q_j) \]
Het geval van volledige scheidbaarheid is een zeer wenselijke geval, omdat een
probleem oplossen dat vier gekoppelde parameters heeft altijd veel moeilijker is
dan het oplossen van twee probleem met twee parameters. Grafisch te illustreren
zo:
Het linkerprobleem heeft twee "verbindingen", het rechter zes.
Tegenover het geval van volledige scheidbaarheid staat
dat van volledige niet-scheidbaardheid - dat betekent dus de niet-scheidbaarheid
van een groep parameters. Dat betekent doodgewoon dat al die parameters in één
en dezelfde term van de \( \Gamma_j \)-functie moeten.
Dit geval is al besloten in het voorgaande, zijnde de losse elementen van het
gescheiden probleem, of de bolletjes in de illustratie. Maar let op: volledige
scheidbaarheid van alle elementen komt overeen met de situatie van
volledig los zand, oftewel: zonder één enkele interactie. Met een
soortgelijk beeld is het geval van volledige niet-scheidbaarheid dat van
beton. Beide gevallen slaan in ieder geval niet op alle menselijke
situaties.
En dan is het geval dat een stel parameters in principe gescheiden kunnen
worden, maar toch nog een kleine invloed op elkaar uitoefenen. Dan wil je toch
wel graag scheiden omdat scheiden de beschouwing en berekening altijd
eenvoudiger maakt, maar toch wel die kleine invloed in rekening brengen. Dat
gaat met behulp van wat heet "storingsrekening". In de natuurkunde bestaat
een ruim deel van de inspanning uit dit soort werkzaamheden. Het is te verwachten
dat in een wetenschappelijke sociologie ook het geval zal zijn. Denk
bijvoorbeeld aan het begrip "cultuur" indien toegepast op een specifieke
cultuur: die is redelijk contant, maar kan langzaam veranderen onder interne en externe
invloeden. Of wat algemener: die kent een verandering onder zijn eigen invloeden
oftewel "autonoom gedrag" en een gedrag onder externe invloeden.
Van de twee relevante gevallen: volledige onscheidbaarheid en sterke
scheidbaarheid zijn bij de introductie van de noodzakelijke wiskunde, zie Formules,
inleiding
, al
voorbeelden gegeven. Het geval van volledige scheidbaarheid was het gewichtje
aan een veer, dat opgelost werd met behulp van de bijpassende
differentiaalvergelijking, zie Formules, differentiaalvergelijkingen
. De oplossing was een
eeuwigdurende trilling. Een geval dat karakteristiek is voor hele klassen van
verschijnselen in de natuurkunde, zoals atomen enzovoort. Maar "oscillerend
gedrag" komt voor in de hele natuur", inclusief de menselijke geest.
Het voorbeeld van sterke scheidbaarheid was dat van een oscillerende veer in
combinatie met een beperkte hoeveelheid wrijving: je ziet dan een geleidelijk
afnemen van de oscillatie, de amplitude, tot het geheel stil hangt. Maar dit is
geen erg interessant geval. Interessanter is als bijvoorbeeld twee trillingen
elkaar beïnvloeden, bijvoorbeeld twee veren die aan dezelfde draagbalk hangen,
waardoor de trillingen via die balk aan elkaar doorgegeven kunnen worden:
Dit soort gevallen lost men op door middel van differentiaalvergelijkingen in
combinatie met matrices, zie Formules, matrices
. Voor wie dit al gelezen heeft of het begrip kent: de formule uit de
illustratie boven bevat een matrix, namelijk \[ {{\partial \chi_j} \over {
\partial T_i}} \] Waarvan een stukje is:
\[ \begin{pmatrix} ... & { { \partial \chi_4} \over
{ \partial T_2} } & { {\partial \chi_5} \over { \partial T_2} } & ...
\\ ... & { {\partial \chi_4} \over { \partial T_3} } & {
{\partial \chi_5} \over { \partial T_3} } & ... \end{pmatrix} \]
Met ook regels erboven en eronder, natuurlijk.
Deze voorbeelden gegrepen uit bekende beschrijvingen vanuit wiskunde,
natuurkunde én economie laten zien dat het in ieder geval niet onmogelijk is
aan een gezamenlijk raamwerk te werken. En dat dat dus een geldige manier is
tot het tegendeel bewezen is. Wie niet zo'n raamwerk afwijst, is
niet-wetenschappelijk bezig, heeft vermoedelijk een ideologische agenda, en
hoort niet in de wetenschap thuis. Zoals een grote hoeveelheid beoefenaars
van de alfa- en gamma-vakken, met name sociologen
.
Op deze website zijn
al een aantal stappen van dit raamwerk genomen. Tot de eerste daarvan
behoort het opsplitsen van "de wetenschap" in goed scheidbare deelgebieden.
Dit is al gedaan bij de opzet van de website, zoals beschreven in
Abstractieladder, humane
.
Bij deze beschrijving van de relatie tussen de verschillende
menswetenschappelijke deelgebieden komt onmiddellijk naar voren dat dit
veelal één-véél relaties zijn: psychologie gaat over het gedrag van een
enkel individu, en sociologie gaat over het gedrag van vele individuen
tezamen. Dit in tegenstelling tot de bovenstaande voorbeelden, waarin het
over een beperkt aantal parameters gaat.
Deze twee principieel en
praktisch verschillende voorbeelden komen ter sprake in een latere
vervolgstap: het opstellen van regels voor waargenomen verschijnselen, in de
meta-wetenschap aangeduid met "fenomenologische regels".
Vanaf dit
punt gaat het verder met de eerstvolgende stap na het splitsen in scheidbare
deelgebieden
.
Naar Psychosociohistorie, inleiding
, of site home
.
|