Interactie, koppeling, terugkoppeling
(In ontwikkeling)
In Element, groep, interactie, detail
is
gekeken naar de invloed van het bestaan van interactie tussen elementen op de
vorming van groepen van die elementen. leidende tot een tweedeling tussen
sterk-gebonden kleine en zwak-gebonden grote groepen. Dus eigenlijk alleen
gaande over de relatieve sterkte van de interacties. Onderstaand volgt meer
detail over de verschillende soorten interacties, en hun karakteristieken. En
weer aan de hand van de natuurkunde die de meeste kennis hierover heeft, maar
die qua concepten directe toepasbaar is in andere en met name
sociologische onzedigheden. En om die toepassingen te vergemakkelijken, worden
de details van de elementen die gaan interacteren weegelaten, door ze voor te
stellen als punten of cirkels. En de de interactie zelf zo mogelijk door pijlen.
Naast de aanduiding "interactie" heeft het begrip dat daar onder valt nog
diverse andere namen. "Koppeling" komt voor in het dagelijkse taalgebruik maar
heeft de wat nauwere betekenis dat de twee of meer betrokken zaken aan elkaar
vast gaan zitten - onder de basisillustratie hiervan. En "basis" betekent in de
natuurkunde: twee deeltjes of systemen:
Een vraag die zou kunnen rijzen: waarom twee pijltjes dus twee krachten: "Is
één pijltje oftewel één kracht ook niet voldoende?":
Een vraag waarop in de natuurkunde aan daadkrachtig antwoord wordt gegeven:
"Nee!":
Wat in werkelijkheid nog sterker ligt: de twee pijltjes dus krachten kunnen
ook niet van ongelijke sterkte of lengte zijn:
Dit is in de natuurkunde bekend als "De derde wet van Newton", ook bekend als
"actie = reactie", dat in zijn algemeenheid zegt dat als systeem A in staat is
om systeem B te beïnvloeden, er dan ook het omgekeerde geldt: B kan ook A
beïnvloeden. Iets dat tot verbazing van middelbare-schoolleerlingen toegelicht kan worden door uit te
rekenen dat als iemand een steen optilt, niet alleen de steen omhoog gaat,
maar de hele aarde ook een klein beetje naar beneden. Zij het wel een
onmerkbaar klein beetje.
Buiten de natuurkunde is dit principe ook wel bekend, in uitdrukkingen als "Het
moet van twee kanten komen", en in min of meer filosofische termen onder de
noemer van het principe van adaequatio => : als twee zaken elkaar beïnvloeden, moeten ze iets van
elkaars structuur in zich bergen. Of vanuit het omgekeerde: er bestaat niet
zoiets als het klappen van één hand. En aan de andere kant van het spectrum
dat loopt van concreet en rationeel denken naar intuïtief en moreel denken:
het oudst bekende morele principe als eerste specifiek toegeschreven aan
Confucius: "Handel tegenover anderen zoals je zelf behandeld wilt worden".
En al deze voorbeelden in aanmerking nemend, lijkt het zo dat de bewijslast
omgekeerd is: de waarde van tweezijdige interactie mag je aannemen, en die
van eenzijdige moet je bewijzen.
Het voorgaande geldt wat betreft de natuurkunde voor alle interacties. Waarvan
er in Element, groep, interactie, detail
twee
genoemd zijn: de Coulomb- of elektrische kracht en de Van der Waals kracht
tussen moleculen. Daarvan gaan er nu meer behandeld worden, en hun essentiële
karakteristieken beschreven.
De natuurkundige kracht die het makkelijkst na te doen is en "dus" vooral een
rol speelt in de gewone zichtbare en tastbare natuur is de elastische kracht.
Gewoon net als in een elastiekje of veer, schematisch voorgesteld zo:
De elastische kracht of interactie speelt een rol bij zaken als het uitrekken
van bijna alles, het indrukken ervan, enzovoort. Uit praktisch ervaring weet
"iedereen": de kracht wordt groter naarmate je het "elastiekje", de "veer" of wat
dan ook verder uitrekt. Dat wil zeggen: de verbonden elementen zitten stevig aan
elkaar. Als fundamentele kracht is dit het soort kracht of interactie dat quarks
bij elkaar houdt in fundamentele deeltjes als het proton en neutron. Heel erg
sterk, dus. Om deze kracht te verbreken zijn de kilometer-grote
versnellerapparaten zoals van CERN in Genève nodig.
Van dit soort kracht zijn weinig voorbeelden in velden als psychologie en
sociologie. Voor de meeste van die krachten geldt: hoe verder de elementen uit
elkaar, hoe kleiner de kracht wordt, in plaats van groter.
Het
natuurkundige voorbeeld daarvan is de al genoemde elektrische- of
Coulomb-kracht. Die is minder sterk dan de elastische kracht tussen de quarks,
maar het belangrijkste eraan is dus dat die kracht ook nog eens afneemt met
afstand, zodat ze ook heel kleine waardes kan hebben. Het verband is precies
bekend, en heeft in het Engels de "inverse square law": indien twee
keer zo ver weg, wordt de kracht vier keer zo klein - en drie en negen,
enzovoort. Een ander voorbeeld hiervan is de zwaartekracht, hoewel "iedereen"
denkt dat die slechts eenzijdig is, omdat het andere "deeltje" de Aarde is, en
die is zeer veel groter en zwaarder dan alles op Aarde. Voor dit soort
bijkomende omstandigheden heeft de natuurkunde ook een nuttige term: dat zijn
"randvoorwaarden".
Van dit soort wet bestaan er wel veel meer
toepassingen elders, zoals al blijkt uit de uitdrukking: "Uit het oog, uit het
hart". Bij verhuizing van één van de partners naar een andere stad, kan je een
redelijk gelijkend verband opstellen tussen de afstand en de kans op scheiding.
Einde (voorlopig)
Te doen:
Het gevangenendilemma en
tit-for-tat zijn zaken horende bij het meer bekende begrip vertrouwen
en
erbij horende sociologische interacties in het algemeen, en zijn daarvan
twee aspecten die ruimte bieden voor zowel meer praktische als theoretische
uitwerking. Het gevangenendilemma is het bekendste voorbeeld van wat
officieel een "geformaliseerd spel" of speltheorie heet. Dit is geen spel in
de zin van kinderspel, maar spel in de algemene zin van een situatie waarin
mensen met elkaar in interactie zijn waarbij ook goederen (of andere zaken
die ze belangrijk vinden) uitgewisseld worden, als in de titel van het
grondleggende boek erover: Theory of Games and Economic Behaviour
(Wikipedia). Maar het gevangenendilemma is ook iets dat gewoon in de
praktijk speelt. Tit-for-tat is een van de mogelijke oplossingen voor
het spelen van dit soort spellen en dus ook voor het omgaan met de
bijbehorende praktische omstandigheden.
Het gevangenendilemma gaat als
volgt: twee inbrekers zijn, verdacht van een kraak, opgepakt door de
politie, maar die heeft geen echt harde bewijzen, en hoopt door
onderhandelingen een van de twee inbrekers tot een bekentenis te dwingen. De
inbrekers worden ieder apart gehouden en verhoord, en aan beiden wordt
gezegd: “OK, we weten dat jullie het gedaan hebben, en jullie krijgen
allebei drie jaar cel. Maar we willen het jou makkelijk maken: als je
bekent, en dat jullie het alle twee gedaan hebben, krijg jij maar een
jaartje. Maar je moet wel snel wezen, want op dit moment zit je maat al te
praten.” De inbrekers staan nu voor een dilemma: als ze erop vertrouwen dat
de ander niets zal zeggen, weten ze dat ze een goede kans hebben om vrij te
komen, want de politie sluit dat soort dealtjes alleen als ze weinig bewijs
hebben. Maar je kunt ook het zekere voor het onzekere nemen, en er met een
jaartje vanaf komen. Maar als ze dat alletwee doen, zitten beiden in de
boot. Een echt dilemma dus.
De maatschappij kent allerlei variaties op dit thema, waarbij het
uiteindelijk draait om afwegingen wat betreft de opbrengst en het vertrouwen in
de ander, en waarbij de handeling als uitkomst van de overweging gekenmerkt kan
worden als "meewerking" of "tegenwerking", of in de termen van het formele spel:
de coöperatieve of de non-coöperatieve
zet
. Er zijn allerlei variaties, bijvoorbeeld wat betreft de totale uitkomst: "zero-sum"of
"netto-nul" is de variant waarbij de totale opbrengst voor beide spelers nul is,
dat wil zeggen: de winst van de een is het verlies van de ander. Het
gevangenendilemma is een spel met een netto mogelijke positieve opbrengst: er is
een situatie waarin beiden er positief vanaf komen (niet gestraft worden, dus
weg komen met een misdaad).
In feite is het zo dat de maatschappij, en groepssamenwerking in het
algemeen, een netto-winst spel is. Als iedereen het spel meespeelt, is de
opbrengst het grootst. Dat wil niet zeggen dat er geen individuen zijn die af en
toe verlies leiden, zoals het enkele dier dat afdwaalt van de kudde en opgegeten
wordt door de leeuwen, maar over het geheel genomen is er winst - de winst van
de bescherming door de groep.
Het spel van de gevangenen kan ook gebruikt worden om de effectiviteit van
verschillende keuzes te meten en de neigingen naar die keuzes. Daartoe wordt de
inzet veranderd van jaren straf in punten, of als men het spel met mensen speelt
en ze echt wilt motiveren, om geld. De meting naar de effectiviteit is gedaan
door Robert Axelrod
(Wikipedia) , die een competitie organiseerde voor computer-programma's die het
coöperatieve versus niet-coöperatieve spel moesten gaan spelen, en experts in
het veld van de speltheorie uitnodigde om zo'n programma te schrijven. Tot zijn
grote verbazing won het simpelste programma, genaamd Tit-for-tat, of
Oog-om-oog (vanwege de bijbetekenis in het Nederlands wordt hier verder de
Engelse term aangehouden), ontworpen door Anatol Rapoport
(Wikipedia). Tit-for-tat start als eerste zet met samenwerking en doet
daarna hetzelfde als de tegenstander: oftewel: medewerking is de norm, maar
tegenwerking wordt eenmalig beantwoord met tegenwerking (voor de techneuten: het
programma heeft vier regels, iets als Windows heeft er miljoenen).
Als controle van deze uitkomst heeft Axelrod de uitslag gepubliceerd, tezamen
met de code van Tit-for-tat, met de uitdaging aan de deelnemers om het
beter te doen dan Tit-for-tat in een volgende ronde. Dit keer waren er 62
inzendingen, en weer won Tit-for-tat. Ook de variant die start met
medewerking en tegenwerking beantwoordt met twee tegenwerkende zetten bleek
minder effectief.
Axelrod heeft hierover een boek geschreven, The Evolution of Cooperation
, en hierin ziet hij in tit-for-tat een mogelijkheid voor het ontstaan
van samenwerking binnen natuurlijke samenlevingsvormen waarvan de individuen
aanvankelijk puur en alleen voor het directe eigenbelang gaan. De afwijking die
het tit-for-tat individu daar in vormt, is op de lange termijn beter af,
en de tit-for-tat methode zal op den duur dus prevaleren. Wel is
waarschijnlijk dat in de praktijk voor die uitkomst een zekere minimum omvang
aan tit-for-tat individuen nodig is om dit resultaat te bereiken.
Een tweede voorwaarde is dat de individuen meerdere malen met elkaar in
contact komen, omdat de tit-for-tat uitkomst bepaald wordt over vele
zetten. In de praktijk lijkt dit de toepasbaarheid van de tit-for-tat
strategie te beperken. Iemand kan voorzien dat hij slechts eenmalig met een
ander te maken heeft, en daarom besluiten dat gaan voor eigenbelang geen
bezwaren heeft. Dit bezwaar wordt ondervangen als het gedrag van dit individu
wel bekend wordt aan andere individuen, en die anderen dan hun gedrag volgens
tit-for-tat aanpassen. Dit werkt natuurlijk minder direct, en het duurt
langer voor men de uitkomsten ziet, maar het is waarschijnlijk dat dit slechts
vetragend effect heeft, die de uiteindelijke uitkomst niet veranderen, zodat
tit-for-tat
weer de effectiefste strategie is.
Axelrod wijst in zijn boek ook op mogelijke voorbeelden uit het dierenrijk.
Daar is inmiddels meer onderzoek naar gedaan, met name bij primaten, zie hier
.
Dit bevestigt dat
tit-for-tat niet zo maar een gedragsvorm is, maar een gedragsvorm die van
nature voortvloeit uit het onderhouden van sociale samenwerkingsvormen binnen
een groep. Tit-for-tat is de natuurlijke correctievorm om sociaal gedrag
af te dwingen, in die situatie waarbij dit sociale gedrag niet vanzelfsprekend
genoeg is. Is dat sociale gedrag wel vanzelfsprekend genoeg, is het mogelijk dat
andere omgangsvormen effectiever zijn.
Voor iedereen die erkent dat de mensheid een sociale diervorm is met daarnaast
een aantal extra eigenschappen, is het vanzelfsprekend de varianten uit het
dierenrijk ook hier toe te passen, met name natuurlijk op de meer basale
intermenselijke processen, bijvoorbeeld bij de opvoeding van jonge kinderen -
Supernanny
zet de kinderen die zich echt niet willen gedragen (tat) op de naughty
stool
(tit). Oftewel: alles dat gebruikt maakt van beloning en/of straf als
correctiemethode is een vorm van "spel' in de hier besproken zin.
Vermoedelijk het meest uitgebreide toepassingsterrein van en voor tit-for-tat
is de verbale interactie, en met name die interactie waarbij gedachten en/of
ideeën worden uitgewisseld, dat wil zeggen: die interacties die vallen onder
termen als "debat" en "discussie". Dit is terrein waarop een zeer groot aantal
tactieken wordt ingezet die ingedeeld kunnen worden onder de algemene noemer
"non-coöperatief". Dat loopt van "ouderwetse" leugens tot de meest subtiele
vormen van suggestie, met een breed spectrum daar tussen in, vele ervan bekend
als "retorische trucs"
. Van nature wordt daar al vaak tactieken tegenovergesteld die lijken op
of vallen onder tit-for-tat, zoals spiegeling
.
Dit kan uitgebreid worden tot één-richtingscommunicatie, zoals die vanuit de
media, door te letten op non-coöperatieve uitingen zoals retorische trucs, en de
boodschappen vanuit de betreffende bron bijpassend af te waarderen, zoals hier
voorgesteld in de Informatieregels
.
De effectiviteit van het toepassen van tit-fot-tat in dit terrein kan
afgemeten worden aan de reacties erop. Zo zijn mensen die bekend staan onder de
noemer "politiek-correct" er meesters in om anderen te voorzien van algemene
labels met een sterk negatieve connotatie, zoals "xenofoob", "racist" of
"antisemiet". Noem de je betreffende mensen "politiek-correct", dat zijn ze
uitermate op hun teentjes getrapt. Andere voorbeelden zijn voorstanders van
Europa (noemen iedere criticus een "nationalist", "rechts-extremist", of
"voorstander van een Derde Wereldoorlog", en zijn uiterst beledigd over het
"eurofiel" genoemd worden), voorstanders van globalisering, voorstanders van
(im)imigratie, enzovoort. De tit-for-tat-aanpak van dit soort mensen is
vermoedelijk nog effectiever. voorstanders van Europa met hun "nationalisme"
kunnen afgedaan worden met "Europa-Imperialisten", voorstanders van
globalisering en kosmopolitisme, met hun "xenofobie" en "achter de dijken",
kunnen aangepakt worden met "nomadisten" en "parasieten", en voorstanders van
neoliberalisme die aanvallen met termen als "verzorgingsstaat', "socialistische
heilstaat" of "communist" kunnen van repliek gediend worden met "graaiers", "Dickensianen"
,
of "ploerten"
.
Dit voor zover het originele begrip. Dat begrip kan op twee manieren uitgebreid
worden. De eerst is die van tweewaardig naar meerwaardig.
Het originele tit-fot-tat is tweewaardig, omdat er slechts twee zetten
zijn: meewerking en tegenwerking. Een meervoudig systeem kent keuzen in de mate
van mee- en tegenwerking. In het geval van het gevangenendilemma lijkt dat niet
goed mogelijk: je kan je maat niet half verraden. Maar bijvoorbeeld voor
toepassing in de verbale contexten van debat, discussie enzovoort, is dat prima
mogelijk: je kan op een lelijke opmerking van je opponent op talloze manieren
reageren, met verschillende mate van lelijkheid. Dit kan geformaliseerd worden
in regels op dezelfde manier waarop het tweewaardige systeem dat kon, met dien
verstande dat er dan natuurlijk meteen veel meer regels zijn. Dat gaat dan in
vormen als: als je de eerste keer lelijk toegesproken wordt, doe dan de eerste
keer half zo lelijk terug. Gebeurt het een tweede keer, doe dan even lelijk
terug. En bij de derde keer, doe dan twee keer zo lelijk terug. Enzovoort. Een
voorbeeld hiervan is gegeven in de Informatieregels
voor enkelzijdige communicatie van meningen en opvattingen.
De tweede uitbreiding aan het tit-for-tat-model, die alleen zinvol is in
de meerwaardige variant, is het toevoegen van de mogelijkheid van positieve
reactie, dat wil zeggen: door op een "zet" van de andere partij te reageren met
een zet die positiever is dan de oorspronkelijke zet - in tit-for-tat zit
zelfs al de naamgeving de automatische suggestie dat het alleen over de
"straf"-vorm van reacties gaat. De variant met positieve reactie bestaat al in
de dagelijkse praktijk van de menselijke sociale omgang, vooral in omgevingen
die gericht zijn op sociale contacten, zoals cafés. Het is gebruikelijk om een
eerste kennismaking neutraal te houden, en bij de eerste de beste wat meer
positieve versterking zelf met extra positieve versterking te komen.
Bij het tweewaardige model is het nog niet helemaal duidelijk, maar de
voorbeelden van het meervoudige tit-for-tat laten overduidelijk zien dat
tit-for-tat een vorm van het algemene proces van Terugkoppeling
is. Bij Terugkoppeling is getoond dat de meeste stabiele situaties in de
natuur stabiel zijn omdat ze vormen terugkoppeling bevatten. De menselijke
interactie ziende als een natuurlijk proces, lijkt tit-for-tat in zijn
vele variaties in aanmerking te komen als de methode van voorkeur om met elkaar
om te gaan. Hetgeen zeer nadrukkelijk verschilt van de tot nu toe gebruikelijke
methodes, zijnde het "Ikke ikke ikke en de rest kan stikke" en "Ieder voor zich
en God voor ons allen" van het Eerste Testament van de Bijbel (de Joodse
cultuur
) en het
neoliberalisme
, en het "Wordt je geslagen, keer dan de andere wang toe" van het Christendom
. De eerste is in speltheoretische terminologie de "Altijd
tegenwerken"-strategie, de tweede die van "Altijd meewerken". In deze context
geformuleerd, is duidelijk dat beide volkomen absurd zijn. Tezamen zijn beide
methoden absoluut dominant over vrijwel de gehele wereld, met uitzondering van
een aantal sociologische deelgebieden op een paar kleine sociologische eilandjes
ergens in Noordwest-Europa
.
Naar Psychosociohistorie, inleiding
,
Psychosociohistorie, overzicht
, Sociologie overzicht
, of
site home
.
|