Bronnen bij Cultuur, integratie, islam: de exclusief sociale oorzaak

Het idee dat de overlast en criminaliteit van allochtonen en met name moslims als enige oorzaak sociale achterstand heeft, en geen culturele componenten, is altijd al genoemd. Maar met het steeds meer wegvallen van andere verklaringen, is deze steeds populairder geworden. Onder een paar recente voorbeelden (de Volkskrant, 04-06-2009, van verslaggeefsters Janny Groen en Annieke Kranenberg):
  'Misdaad meer dan etnische kwestie'

Het misdaadprobleem afdoen als enkel een etnisch of cultureel probleem is te simpel, zegt scheidend hoogleraar criminologie Frank Bovenkerk.

Enigszins moedeloos stelt Frank Bovenkerk vast dat de criminaliteitscijfers onder bepaalde migrantengroepen al twintig jaar hoog zijn en niet omlaag gaan. ‘En er is nog geen verbetering in zicht’, zegt de criminoloog, die woensdagmiddag als hoogleraar afscheid heeft genomen van de universiteit Utrecht.
    Toch keert hij zich tegen de ‘welhaast onweerstaanbare Nederlandse neiging om de misdaad in de multiculturele samenleving te herleiden tot een etnisch of cultureel probleem’. Volgens hem dragen twee factoren bij aan hoge misdaadcijfers onder jongeren die ‘het niveau van het cultureel-specifieke te boven gaan’.
    Het gaat om groepen die zich bevinden in de laagste sociaal-economische positie – dat is een ‘noodzakelijke voorwaarde’. Maar de criminaliteit van jongeren schiet pas echt uit wanneer het ontbreekt aan sociale controle, betoogt hij. ...
    Beleid tegen misdaad moet niet geënt zijn op cultuur, vindt Bovenkerk. Hij verzet zich ook tegen een wettelijke basis voor etnische registratie bij criminaliteit, zoals minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken vorig jaar september voorstelde. ...

Stel je voor ... Cultuur of etnie de oorzaak ...
    Dat ze zo veel crimineler zijn, is gewoon toeval ...

Een andere versie (de Volkskrant, 09-06-2009, hoofdredactioneel commentaar
  Wilders kaapt Bovenkerk

Een dag voor de Europese verkiezingen presenteerde de scheidende hoogleraar criminologie Frank Bovenkerk cijfers over de criminaliteit onder diverse groepen jongeren in Rotterdam. Ze waren schrikbarend, zoals hij zelf aangaf. Marokkaanse jonge mannen tussen 18 en 24 jaar scoorden het hoogst: 55 procent was met de politie in aanraking geweest. Antilliaanse en Surinaamse jongens zaten op 40 procent, Turken op 36 procent en autochtone Nederlanders op 18 procent.
    ... Anders dan de PVV wil Bovenkerk geen rechtstreeks verband leggen tussen cultuur en criminaliteit. Culturele factoren kunnen een rol spelen, bijvoorbeeld de gebrekkige sociale controle in de Marokkaanse gemeenschap. Ook de grote culturele afstand tussen het land van herkomst en Nederland is van invloed. Toch kan het hoge criminaliteitsniveau niet zo maar worden verklaard uit ‘de’ Marokkaanse cultuur, laat staan uit ‘de’ islam. Niet-islamitische Antillianen plegen immers meer misdrijven dan Turkse moslims.
    Terecht wijst Bovenkerk op het grote belang van niet-culturele factoren, zoals een lage sociaal-economische status en discriminatie. ...
    Bovenkerk maakt een onderscheid tussen culturele en niet-culturele factoren. Dat is meer dan een academische kwestie. Wie wangedrag louter uit cultuur verklaart, suggereert dat Nederland wordt geplaagd door mensen die hier niet thuis horen. ...

Hoogleraar Bovenkerk moet wel veronderstellen dat het over sociale oorzaken gaat, anders wordt hij helemaal op de mestkar door de straten gereden, en geboycot voor leuke baantjes als gepensioneerde - begrijpelijk, want hij durft als genoeg door zulk slecht nieuws te brengen. En de standpunten van de Volkskrant zullen niemand verbazen.
    Er worden twee andere factoren genoemd. Eerst de Antillianen. Die zijn geen moslim, dus het kan niet aan de islam dus niet aan de cultuur liggen. Een glaszuiver voorbeeld van non sequitur ("het gestelde volgt niet uit de aannames"). Het feit dat Antillianen geen moslim zijn, betekent alleen dat er een andere culturele verklaring kan zijn, of eentje buiten deze overwegingen. Die andere verklaring is bijvoorbeeld de aselecte immigratie van voornamelijk criminele achterstandsjongeren uit Curaçao. Zodat dit niet te vergelijken is met het Marokkaanse geval.
    De ook genoemde verklaring van discriminatie, dat wil zeggen, voor deze jonge jongens, op school of stage, is al bewezen als onjuist - als een propagandaleugen    .
    De reden voor deze onjuistheden en leugens staat er ook: 'Wie wangedrag louter uit cultuur verklaart, suggereert dat Nederland wordt geplaagd door mensen die hier niet thuis horen.' Dat wil zeggen: de cultuurverklaring mag niet, ook al is hij juist.
    Dit is heel ernstig.
    En daarmee blijkt dat zelfs gewoon door hun aanwezigheid met hun problemen, de allochtonen en met name moslims onze maatschappij corrumperen - het brengt mensen in media en bestuur tot Orwelliaans gedrag. Het corrumpeert de maatschappij, en bedreigt daarmee vrijheid en democratie.

Het bewijs dat men zich eigenlijk ook wel van de waarheid bewust is, volgt aan het einde van het originele artikel (de Volkskrant, 13-06-2009, door Peter Giesen en Jan Tromp):
  Links moet terugneuken

En weer werd de PvdA afgedroogd, bij de Europese verkiezingen dit keer; net als sociaal-democraten in de rest van Europa. Is er nog voor links? Drie jonge, linkserige denkers over de toekomst van de sociaal-democratie


Weer beleefden de sociaal-democraten een pijnlijke avond, nu bij de Europese verkiezingen. ... Is er nog toekomst voor de sociaaldemocratie in de 21ste eeuw?
    De Volkskrant bracht drie jonge denkers bij elkaar, in Café De Pont in Amsterdam-Noord. ...
...    Merijn Oudenampsen, socioloog: 'Het is wel een traditioneel Nederlandse manier om de extremen de wind uit de zeilen te halen.' ...
    Oudenampsen: 'Voor de sociaaldemocratie is het ook weer niet zo verschrikkelijk moeilijk om het verhaal over integratie haar kant op te trekken. Het is in sterke mate een probleem van sociale klasse, van sociale achterstand. Als je het probleem wilt oplossen, moet je veel aan onderwijs en werkgelegenheid doen. De problematiek van Marokkaanse jongens verschilt niet wezenlijk van die van immigrantenjongeren in de Verenigde Staten of in Azië. Dus je zit er naast als je denkt dat je moet afreizen naar een Berberdorp in Marokko om te zien wat die cultuur is. De PvdA moet zeggen: door het probleem te definiëren als een kwestie van cultuur los je het niet op.'    ...

Duidelijker kan het nauwelijks gezegd worden.
    Maar dit denken bijna alle sociologen (de Volkskrant, 09-06-2009, column door Pieter Hilhorst):
  Het Marokkaanse jongensdrama

...    In het jaar 2005 werden, gemeten over het hele land, per 1.000 Marokkaanse jongens van 18 jaar 600 delicten gepleegd. En dat zijn alleen nog maar de misdrijven waarvoor ze zijn gepakt. Het zijn schrikbarende cijfers. Ze bewijzen dat criminaliteit niet beperkt blijft tot een kleine minderheid van de Marokkaanse jongens.    ...
    De cijfers uit Rotterdam zijn al een tijdje bekend. Toch veroorzaakten ze pas ophef toen vertrekkend hoogleraar criminologie Frank Bovenkerk er afgelopen week naar verwees in zijn afscheidsrede (Voorpagina, 4 juni). Leefbaar Rotterdam, dat het oorspronkelijke rapport toch al tijden in haar bezit had, trok in de gemeenteraad de conclusie dat het verband tussen culturele achtergrond en criminaliteit nu voor eens en altijd bewezen was. Maar Bovenkerk trekt zelf een andere conclusie. Hij stelt dat criminaliteit vooral wordt veroorzaakt door gebrek aan perspectief en gebrek aan sociale controle.
    Wie de verklaring zoekt in de cultuur, maakt van cultuur iets massiefs en onveranderlijks. ...
    Als de hoge criminaliteit wordt veroorzaakt door een onveranderlijke cultuur, dan rest er maar één conclusie. Die gasten moeten opdonderen of hun cultuur opgeven. Maar hoe verklaren deze culturalisten dan dat veel jongens met dezelfde achtergrond niet op het verkeerde pad gaan? Bovenkerk is pragmatischer. Uit het Rotterdamse onderzoek blijkt dat Marokkaanse spijbelaars drie keer zo vaak verdachte zijn van een misdrijf dan Marokkaanse kinderen zonder ongeoorloofd schoolverzuim. ...

Fijne bewijsvoering is dit:
 -  Als de reden van verschijnsel A cultuur is, dan volgt hieruit conclusie B.
 -  Conclusie B bevalt me niet
 -  Ergo: de reden van verschijnsel A is niet cultuur.
    Dus maar een reden verzonnen dat cultuur niet de verklaring is van verschijnsel A: er zijn ook Marokkanen, die dezelfde cultuur hebben, die géén crimineel worden.
    Dit argument is sneu en dom - het is het bekende "Er zijn ook lange Japanners, dus dat Nederlanders langer zijn dan Japanners is niet waar"  .
    De harde woorden zijn gerechtvaardigd, omdat Peter Hilhorst socioloog is, en als zodanig moet weten dat geen enkele sociologische regel opgaat voor iedereen. Hij overtreedt boven twee van de regels van goede menswetenschappen, zie hier  , en wel regels zeven en een: groepsaanduidingen hebben altijd vage grenzen, en menswetenschappen zijn een objectieve wetenschap, waarin je dus niet kan zeggen dat een uitkomst niet geldig is omdat deze je niet bevalt.

Nog een bekende vorm van de "sociale oorzaak"-mantra - de spreker is D66-nestor en lid van de Raad van State Jan Vis (de Volkskrant, 24-04-2010, door Jan Tromp):
  Interview Jan Vis | Democratie in depressie Deel 1

'Politici zitten er nu meer dan vroeger voor de eigen glorie'
...
Het onbehagen, het chagrijn lijkt alomvattend, niet alleen over de vorm van de politiek, maar ook over het onvermogen dingen voor elkaar te krijgen. Hoe lang kan de politiek nog zo voortgaan?


‘Wil je onze civilisatie beschermen tegen het uiteenvallen, dan moet je een ander beleid gaan voeren. ...
    ‘Dan moet je de jeugd in de grote steden serieus nemen. We hebben het over kutmarokkaantjes en hangjongeren. Maar wat moeten die jochies anders dan een beetje stierlijk vervelend zijn? Wat ik allemaal in mijn jeugd kon doen, dat kan nu op geen stukken na. Je kunt helemaal niks. Gymnastiek is op veel scholen sterk verminderd, een trapveldje is er niet, de volkshogeschool bestaat niet meer. Geef op grote schaal sportmogelijkheden. ...

Als dat zo zou zijn, was het "kutmarokkaantje en hangjongere"-zijn bij alle etnieën voorkomen. Het komt voornamelijk voor bij kutmarokkantjes, kutantilliaantjes en nog wat soortgelijke groepen. Wat die groepen gemeen hebben, is geen eigen sociale infrastructuur die voor vermaak zorgen. Nederlandse kinderen hebben eerder last van het tegenovergestelde probleem: lid van hockeyclub, paardrijden, muziekschool, en dergelijke, en wel vaak zoveel dat het schoolwerk eronder leidt. Afgekort: de kutmarrokkantjes hebben geen clubs en verenigingen  . En die hebben ze niet omdat dat niet hun cultuur is. Zij hebben de familie- clancultuur  , en wij hebben de gezins- en verenigingscultuur  .

Ook op het wetenschappelijke niveau wordt het geen-cultuur-geloof beleden (Waterlandstichting.nl, 19-03-2009, door Willem Schinkel is universitair docent theoretische sociologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en auteur van Denken in een tijd van sociale hypochondrie. Aanzet tot een theorie voorbij de maatschappij (2007)):
  Alledaags culturisme

Inleiding

‘Racisme’, dat is tegenwoordig een saai woord. Over racisme wil niemand het hebben. ...
    In de internationale sociale wetenschap is racisme tegenwoordig een voorwerp van hernieuwde reflectie.... In mijn boek Denken in een tijd van sociale hypochondrie. Aanzet tot een theorie voorbij de maatschappij stel ik voor daarvoor de term culturisme te gebruiken. Waarom?
    De laatste decennia worden gekenmerkt door wat sommigen een ‘neo-racisme’ hebben genoemd. ... Waar racisme een differentiële waardering op grond van een biologisch of anderszins natuurlijk onderscheid betrof, is neo-racisme een waardering op grond van een cultureel onderscheid. ...
    ...Enerzijds is het terecht dat racisme ‘uit’ is. Veel urgenter aanwezig is tegenwoordig culturisme, hoewel dat geenszins wil zeggen dat er niet ook racisme in de reguliere zin des woords is. Racisme opereert op basis van een normatieve logica van terranormativiteit: het veronderstelt een natuurlijke ‘grond’ (terra). Die grond kan biologisch (Blut) zijn en dan betreft het een ‘grond’ in de overdrachtelijke zin. Hij kan ook bestaan uit een ‘grond’ in de letterlijke zin (Boden), maar ook dan heeft hij een vooronderstelde natuurlijke ‘hardheid’. Daartegenover staat een meer sociale normatieve logica die culturisme kenmerkt. Hier opereert een agranormativiteit, een logica van genormeerde observatie op grond van een cultureel onderscheid. Cultuur, dat is een agrarisch model. Het in cultuur brengen wil zeggen: het bewerken van de grond. Dat is wat in culturisme gebeurt. De neutraliteit van de natuurlijke grond wordt geaccepteerd, en vervolgens worden problemen geattribueerd aan de culturele bewerking van die grond. Dat is waarom de staat tegenwoordig opereert als een ‘tuinman’ (Bauman, 1989): de staat beploegt de akker van de migrant, die verkeerd bewerkt is en die aangepast moet worden aan ‘de cultuur van Nederland’, aan de ‘dominante cultuur’.
    Culturisme is zo een equivalent voor racisme. Racisme is maar één mogelijk exorcistisch discours en niet ieder discours moet geconceptualiseerd worden als ‘racisme’. In plaats van proberen door middel van affixen een nieuwe vorm van racisme te identificeren, moeten we een nieuw exorcistisch discours identificeren - ik stel voor dat we dat doen met de naam culturisme.
    Nederland is doortrokken van culturisme. Het kan zich vrijpleiten van de meer zichtbare en platte vormen van racisme en kan zich daarmee een schoon geweten toedichten, maar in de vanzelfsprekendheid van het hedendaagse spreken over ‘integratie’ is een agranormativiteit aan het werk die het culturistisch karakter ervan verraadt voor wie bereid is sociale wetenschap te beschouwen als het betwijfelen van het vanzelfsprekende. Het integratiediscours kent drie naoorlogse fasen, waarvan de laatste en huidige begin jaren 90 zijn intrede doet. Die fase heeft de volgende vijf kenmerken:
    Het heeft een focus op ‘achterstanden’ en problemen in meer algemene zin. Voorondersteld is een essentialistisch beeld van ‘cultuur’ als een stabiel geheel van waarden en normen (dit geldt voor zowel de ‘eigen cultuur’ van ‘allochtonen’ als voor de ‘Nederlandse cultuur’). Het is een niet langer groepsgewijs denken over ’integratie’ en emancipatie, maar een individualiserend denken hierover (het zijn individuen die wel of niet geïntegreerd zijn; het zijn individuen die verantwoordelijkheid en schuld hebben in geval van achterstand en/of problemen).‘Cultuur’ wordt als verklarende factor gezien voor achterstanden en problemen. ‘Cultuur’ wordt als potentieel intrinsiek problematisch gezien, en als incompatibel met ‘de dominante cultuur’.
    Met name punt vier en vijf maken deze fase een culturistische fase. Er is een Eureka-moment geweest in Nederland: eindelijk hebben we de verklarende factor voor die hardnekkige ‘achterstanden’: cultuur! ‘It’s the culture, stupid!’ Dat heeft geleid tot een verenging van het integratiedebat tot issues die met ‘Islam’ of met ‘moslims’ te maken hebben. ... In Nederland heeft het geleid tot de opkomst van nieuwe extremistische partijen, zelfs ‘bewegingen’, en een opschuiven in de richting van xenofobie van de reguliere partijen, van Groen Links tot Christen Unie.
    De functie van de culturistische associatie tussen bijvoorbeeld ‘de Islam’ en homo- en vrouwenonderdrukking ligt in het zeker stellen van een identiteit van de gedroomde Nederlandse samenleving. Dat is waarom Judith Butler, in haar commentaar op de Nederlandse situatie, heeft benadrukt dat de rechten van vrouwen en homoseksuelen niet misbruikt moeten worden ten dienste van de uitsluiting van bevolkingsgroepen. Die rechten zijn fundamenteel, maar hun selectieve en instrumentele benadrukking door conservatieven en christendemocraten die er nooit warm voor liepen, duidt eerder op een nog steeds niet serieus nemen ervan dan op een reëel bestaande consensus over de waarde ervan.

‘It’s the culture, stupid!’ Culturisme als verklaringsmodel
Afwisselend kan zo bijvoorbeeld ‘de cultuur van Marokkanen’ of ‘de Islam’ tot verklaring uitgeroepen worden voor allerhande zaken, waaronder criminaliteit. Maar dat leidt tot schijnverklaringen. Onderdeel van het breder culturistisch discours is een criminalisering van diegenen die een ‘andere cultuur’ (of een religie, gecodeerd als ‘cultuur’) hebben. Die ‘verklaring’ verklaart echter niets. Maar de verklaring van criminaliteit uit ‘cultuur’ is een tautologische vorm die stelt dat mensen bepaalde gedragingen vertonen omdat ze normen volgen die waarden ondersteunen die behelzen dat het goed is dat dergelijke gedragingen vertoond worden. Of met andere woorden, de ‘verklaring’ geeft als antwoord op de vraag ‘waarom doet Mohammed X?’ het antwoord ‘omdat alle Mohammeds X doen’. Of, in afgezwakte variant: ‘omdat alle Mohammeds geneigd zijn tot X’. Daarmee leren we nog niets en vinden we precies het gezochte niet - een verklaring.
    Zo laat ook de politie zich bij de aanpak van criminaliteit van Marokkaanse jongeren in Nederland informeren door een culturistisch denkkader. Nederlandse politieagenten zijn op reis geweest naar Marokko om daar ‘de cultuur’ van Marokkaanse jongeren in Nederland te leren kennen en zo hun gedrag beter te begrijpen. Hierbij gebeuren in feite twee dubieuze dingen: 1) criminaliteit wordt een reden een ‘cultuur’ te bestuderen; 2) ‘de cultuur van Marokkaanse jongens in Nederland’ wordt gelijkgesteld aan ‘de cultuur van Marokko’. Aldus wordt in de ‘Marokkaanse cultuur’, die in ‘primitieve staat’ in Marokko zelf te bestuderen is, de reden gezocht van de criminaliteit van bepaalde jongeren. De culturistische koppeling tussen ‘cultuur’ en ‘criminaliteit’ gaat bovendien voorbij aan het feit dat de ‘eerste generatie’ Marokkaanse Nederlanders veel minder in criminaliteitsstatistieken voorkomt dan de ‘tweede generatie’. Er is, kortom, alle reden voor een kritiek van het hedendaagse, alledaagse culturisme.

Het multiculturealisme en de nieuwe politieke correctheid
Waarom is die kritiek er zo weinig? Het spreken over ‘integratie’, ‘allochtonen’, ‘cultuur’ heeft in de culturistische fase van het integratiediscours een dwingende vorm gekregen die een sterk retorisch karakter heeft. Typisch voor de inmiddels dominante houding ten aanzien van culturisme is het hoofdredactioneel commentaar van het NRC Handelsblad op het recent verschenen rapport over Nederland van de Europese Commissie tegen Racisme en Intolerantie. Wat constateert het ECRI-rapport namelijk? Dat Nederland, ten opzichte van het vorige rapport uit 2000 een sterk intolerante wending gemaakt heeft. Dat een discriminatoire politiek gevoerd wordt die zich uit in discriminatoire wetten, zoals de ‘Rotterdamwet’ (officieel genaamd de ‘Wet Bijzondere Maatregelen Grootstedelijke Problematiek’). Nauwgezet traceert het rapport de ontwikkelingen in Nederland, van het integratiediscours tot de juridische codificatie van het door de Commissie geconstateerde racisme - ik zou zeggen: culturisme - daarin. Het hoofdredactioneel commentaar op het rapport spreekt van ‘verouderd denken’. Verouderd denken? Sinds wanneer zegt dat iets over de inhoud van het gedachte?! Wat we hier terug zien is wat ik de nieuwe politieke correctheid zou willen noemen. Dat het hoofdredactioneel commentaar van een kwaliteitskrant daarvan doordrongen is, is een illustratie van de dominantie ervan.
    De nieuwe politieke correctheid heeft te maken met de eerder genoemde Eureka-ervaring. Feitelijk was die ervaring er een van het type Doornroosje: Nederland werd wakker gekust uit een politiek correcte slaap door Prins Fortuyn. Het land sliep en was jarenlang blind voor de problemen van de multiculturele samenleving totdat het wakker gekust werd. Dat was een louterende ervaring, een verlichting van Zen-proporties. Na Fortuyn was het wakker gekuste land vastberaden om de problemen niet langer te ontkennen maar ze ‘bij de naam’ te noemen. De verlichting die optrad deed het land herinneren aan haar verlichte wortels, de kern van haar cultuur. Het moest dus uit zijn met het tolereren van intolerante, niet-verlichte culturen. Het ‘multiculturalisme’ moest voorbij zijn en daadkracht was vereist. ...
    Het multiculturealisme hanteert de volgende stijlfiguren:
  • Het doet zich voor als een realisme en daarmee als neutraal.
  • Het stelt een breuk met het verleden voor. Er is een duidelijk ‘voor’ (Fortuyn) en een ‘na’ aanwijsbaar, een tijd van Doornroosje en een tijd van de wakkere ridder die de strijd om de beschaving aangaat.
  • Het opent de aanval op de politieke correctheid. De nieuwe politieke correctheid bestaat uit de verplichte belijdenis - die soms, zoals voor ‘linkse’ politici, een biecht is - ‘tegen de politieke correctheid’ te zijn. Wie gehoord wil worden en kredietwaardige ideeën wil overbrengen, moet zeggen tegen de politieke correctheid te zijn.
  • Het predikt daadkracht. Er is genoeg analyse geweest. De problemen zijn in kaart gebracht en er moet alleen nog over oplossingen gesproken worden. En dan moet er opgelost worden. Maar: niet alleen is er de afgelopen jaren minder integratiebeleid geweest dan in alle voorafgaande jaren; de populistische nadruk op daadkracht is natuurlijk maar zo lang praktisch plausibel als hij overschreeuwd wordt door... een roep om daadkracht. De ‘harde taal’ van het vorige kabinet was precies dat: taal. Dat de daadkracht ontbrak, blijkt nu met de nieuwe inburgeringswet, waarover 4 jaar met veel spierballentaal gesproken is maar die niet uitvoerbaar blijkt.
  • Het plaatst zich in de rol van underdog. Het multiculturealisme doet het voorkomen alsof er nog steeds een dominante multiculturalistische ontkenning van de problemen bestaat. Het verleden is niet zomaar weg. Sterker nog: er bestaat een hardnekkige poldersamenzwering die de falende multiculturalistische politiek wil doorzetten en die het nieuwe multiculturealisme de kop in wil drukken. Die retorische underdogpositie is strategisch nuttig omdat ze verhult dat de realistische daadkracht voorbij de politieke correctheid inmiddels de dominante discussievorm is. Want wie het waagt nog in pre-Fortuynistische termen over integratie te spreken wordt als fossiel weggezet.
  • Het positioneert zich weg van ‘links’. Het verouderde denken, dat is het linkse denken. De poldersamenzwering, dat is de ‘Linkse Kerk’. Dat ideologische gebrek aan daadkracht, dat is typisch links. Die bureaucratische stroperigheid? Links. En hoewel ‘links’ natuurlijk nooit aan de macht is geweest, legitimeert de nadruk op het ‘verouderde denken’ van ‘Links’ het dominante culturisme.
Op links zijn in de politiek daarom aanpassingsstrategieën te zien. Groen Links en D66 proberen zich het liberalisme toe te eigenen. De SP is van ‘oude’ naar ‘nieuwe politiek’ gegaan, en de PvdA kiest voor de biecht: ‘ja, wij waren naïef en multiculturalistisch, maar we zien nu in dat we fout zaten’. De recente PvdA resolutie is hier een typisch voorbeeld van. Zo was de Fortuynrevolutie eerst en vooral een retorische revolutie. Het multiculturealisme legitimeert aldus een culturisme dat meerdere maatschappelijke sferen doortrekt. Daarmee staan fundamentele waarden en waarheden op het spel. Hoe vaak wordt bijvoorbeeld niet een selectief toegepast beroep op de ‘vrijheid van meningsuiting’ gedaan om xenofobie te legitimeren, waarbij conflicten met wetsartikelen tegen discriminatie en belediging a priori uitgesloten worden?
    De vrijheid van meningsuiting wordt zo vaak aangehaald omdat dat het enige is dat tegenwoordig nog universeel is: het hebben van een mening. Maar we hebben behoefte aan lucht, aan een doorbreken van de multiculturealistische dwangbuis van het spreken. Gevestigde intellectuelen zijn nooit in staat geweest een links antwoord te vinden als het om ‘integratie’ gaat. Juist omdat listig ingespeeld wordt op de linkse agenda bijvoorbeeld op het gebied van homo- en vrouwenrechten, hebben ze alleen maar reactief kunnen zijn. Het is daarom tijd het links van links te zoeken. We moeten andere meningen horen. We hebben een nieuwe politieke incorrectheid nodig!

Een sterk geparfumeerde vorm van "Het ligt niet aan de cultuur" (hieruit zijn overigens nog flink aantaal naamverwijzingen (name dropping) geschrapt - waar het dan wel aan ligt komt vanzelfsprekend niet aan de orde. Of misschien is "het" er wel niet ...
    Overigens is dit wel een extreme vorm, zoals af te leiden is uit het feit dat zelfs GroenLinks een vorm van "schuiven" in de schoenen wordt geschoven, iets waar werkelijk geen enkel bewijs voor bestaat.
    Maar dit laatste laat zien waar socioloog en universitair docent Schinkel staat: dit is een puur ideologisch verhaal. Voor de stelling "GroenLinks is geschoven in zijn houding ten opzichte van het integratiedebat" zijn bewijzen nodig - wetenschappelijke bewijzen gezien de genoemde ondertekening. Die bewijzen worden niet geleverd.

Ook onthullend is het kritiekloos overnemen van het ECRI-rapport. Uit een interview met één van de verantwoordelijken (de Volkskrant, 28-03-2009, van verslaggever Ron Meerhof):
  Adjunct-secretaris-generaal van de Raad van Europa maakt zich zorgen om imago van Nederland

'Onze rapporten zijn niet altijd welkom'


Interview | Maud de Boer-Buquicchio (64)' Raad van Europa vindt de sfeer in Nederland verslechteren.

De Europese Commissie tegen Racisme en Intolerantie (ECRI) concludeerde in 2008 dat racisme, xenofobie en islamofobie in Nederland 'dramatisch' groeiden en dat de overheid te weinig deed om dat tegen te gaan. De ECRI strooide kwistig met oordelen over onder meer het politieke debat en de berichtgeving door de media.    ...

Heeft de raad ook een mening over bijvoorbeeld het feit dat de minister van Integratie toestaat dat bij Inburgeringcursussen mannen en vrouwen gescheiden zitten?
'Nee, daarover heb ik niets gehoord. Maar het is een interessant punt. Jammer dat in de gesprekken met Nederlandse autoriteiten en organisaties niemand dat heeft opgeworpen.'

Logisch, van de tien geïnterviewde politici zijn er zes lid van het CDA, dat toch niet bekend staat om zijn levendige discours over religies, laat staan kritiek op religies. Daarnaast sprak de commissie met een D66'er en een ChristenUnie-lid, maar met niemand van PVV, SP of PvdA, uitgezonderd PvdA-Kamervoorzitter Gerdi Verbeet.
'Ik kan geen commentaar leveren op de keuze van gesprekspartners door de onderzoekers. ...'

De socioloog en wetenschappelijk docent Schinkel is een zeer slecht onderzoeker, want deze informatie stond gewoon in de krant. De reden dat deze informatie hem niet bekend was, is hoogstwaarschijnlijk dat hij er niet naar heeft gezocht (expres weegelaten zullen we maar schrappen). En dat hij er niet naar gezocht heeft, ligt vermoedelijk op het vlak dat de conclusies van het onderzoek hem goed uitkwamen. Goed passend bij zijn ideologische vooronderstelling.
    En de rest van het artikel...Tja. het beweegt zich van de ene loze bewering of redenatie naar de andere. Citaat:
  De culturistische koppeling tussen ‘cultuur’ en ‘criminaliteit’ gaat bovendien voorbij aan het feit dat de ‘eerste generatie’ Marokkaanse Nederlanders veel minder in criminaliteitsstatistieken voorkomt dan de ‘tweede generatie’.

Kennelijk zijn er bij de eerste generatie remmende factoren geweest - zoals bijvoorbeeld het komen uit een veel slechtere (thuisland)situatie waardoor de onterechte klachten gecompenseerd weren. Of het feit dat ze met veel minder waren. Of dat ze nog niet verpest waren door het multiculturalistische idee dat hun cultuur volkomen gelijk was aan de Nederlandse, en hun achterstand dús wel aan Nederland moet liggen ...
    Het is allemaal gewoon magisch denken: ik heb Het Licht gezien, en zal nu aan de rest van de wereld laten zien hoe sterk dat Het Licht is. En dit alles gegoten in een sterk gekruid wetenschappelijk sausje. Je zou bijna zeggen dat het geen wonder is dat men sympathie heeft voor de islam ...


Naar Cultuur, integratie, islam  , of site home  .

14 jun.2009