Cultuur: integratie en islam
|
26 mrt.2008; rev.14 jun.2009 |
Voor je over integratie van allochtone immigranten, voornamelijk moslims, kan
praten, en de wenselijkheid die integratie en de ervoor te nemen maatregelen,
moet je eerst omschrijven wat nu eigenlijk de zaken zijn, de verschillen tussen
de groepen, die de wens tot integratie hebben opgeroepen.
Als alternatief kan je natuurlijk ook zeggen dat er helemaal geen probleem is
en dat er niets hoeft te gebeuren - dit is één van stromingen uit het
multiculturalisme", de "het komt vanzelf goed" stroming
. Maar dan zijn dus ook alle op allochtonen gerichte achterstands- en
hulpprogramma's, inclusief bijbehorende onderzoeks - en hulpinstituten volstrekt
overbodig, en dan sluiten we dus een hele beleidsindustrietak. Talloze
immigratiestudies, inclusief diverse hoogleraarschappen, honderden andere
onderzoekers, instituten als Forum en de Pavem, ze moeten dan allemaal gesloten
worden omdat er geen probleem is. En aangezien dat laatste zeker niet zal
gebeuren, moet het dus zo zijn dat het probleem wel is. Een integratieprobleem,
oftewel: een aanpassingsprobleem - dus een cultuurverschil.
Dat culturele verschil tussen allochtone immigranten, voornamelijk moslims,
en de Nederlandse cultuur is geen verschil tussen aardappels en couscous, want
dat is geen verschil dat problemen veroorzaakt. Dat cultureel verschil moet een
cultureel niveauverschil zijn - een verschil in hoeverre een cultuur in staat is
zichzelf te ontwikkelen. Voor culturen in het algemeen is dat behandeld elders
, en
hier gaat het over dit verschil in verband met immigratie.
Deze laatste stellingname staat in schril contrast tot de gebruikelijk
aangevoerde verklaringen voor de integratieproblemen. De laatste jaren (2008-2009)
meest populaire opvatting is dat de achterstanden
van allochtonen en met name moslims niet het gevolg zijn van cultuur, of
religie, maar van sociale achterstand, of van sociale klasse. Vooral als op het
zaken als overlast en criminaliteit aankomt, wijst men er op dat overlast en
criminaliteit een sterke band hebben met sociale klasse, en de oorzaak dus niet
in cultuur of religie gezocht moeten worden
.
Hier gaan we die veronderstellingen
onderzoeken, voor het geval van de islam en haar cultuur. Maar wat we hier niet gaan onderzoeken is het verband tussen lage sociale
positie en misdaad - dat verband is al vele malen onderzocht en het is er wel
degelijk. Althans, als je misdaad definieert op de manier waarop het gewoonlijk
gebeurt, als iets, om het extreem te formuleren, dat mannen met zwart maskers in het holst van de nacht uitspoken. Neem je echter de talloze vormen van witte-boorden-misdaad
mee, dan is het zeer twijfelachtig of er zo'n verband tussen misdaad en lage
sociale klassen is te vinden, en ga je nog een stapje verder, en sluit je ook in
al de legale vormen van diefstal en beroving gepleegd vanachter bureaus, dan is
zelfs een negatief verband te verwachten. Of in die aloude zegswijze: "De groten
stelen en de kleinen stelen, maar de groten stelen het meest." Maar als je
al die overwegingen ter zijde legt, en uitgaat van die kleinere overlast-criminaliteit, de lagere criminaliteit, dan is er
dus wel degelijke een verband met lagere sociale klasse.
Maar het verband tussen lage sociale klassen en deze
specifieke vorm van misdaad en overlast is niet het interessante. Het essentiële
verband is dat tussen lage sociale klasse en cultuur of religie. Want als zo'n
verband er is, dan doet die lage sociale klasse er helemaal niet toe. De oorzaak
ligt dan toch in cultuur en religie. En daar draait het hier dus om.
Voor we echter aan religie en cultuur toekomen, nemen we nog een tussenstap.
En die tussenstap is een verband met
sociale klasse dat onmiskenbaar en keihard aangetoond is: het verband met
opleiding. Hoe hoger de opleiding, hoe hoger de sociale klasse. Natuurlijk is,
dit, net zoals alle sociologische regels er eentje waar uitzonderingen op zijn,
en heel veel uitzonderingen
. Maar waar het in de sociologie om gaat is dat
er veel meer gevallen zijn die de regel
bevestigen. En in dit geval zijn er ontzettend veel meer gevallen die de
regel bevestigen, dan gevallen die de regel ontkennen. Het verband tussen
sociale klasse en opleiding is zeer sterk, naar alle twee de kanten.
Dus om het al dan niet bestaan van een relatie tussen cultuur of islam en de
sociale problemen te onderzoeken, hoeven we alleen nog maar te kijken naar het verband tussen
cultuur of islam en opleiding. En dat is niet zo moeilijk. Ten eerste zijn daar
de praktische aanwijzingen. Want over de hele wereld geldt, en in ook Nederland
geldt: hoe hoger de opleiding, en hoe wetenschappelijker de opleiding, hoe
minder moslims je treft - in diverse stadia: moslims hechten niet veel waarde aan school
, nog minder voor studeren
, en al helemaal niet als het over natuurwetenschappelijke dingen gaat, met op
dit moment als het sterkste voorbeeld het vak van de biologie. Want centraal in
de biologie staat de evolutieleer, en er is weinig dat strijdiger is met het idee
van een wereld geschapen en bestuurd door Allah dan het idee van evolutie, dat
wil zeggen: van
de zelfstandige ontwikkeling van natuur, dier en mens
.
Maar het geldt ook voor zaken als natuurkunde en sterrenkunde, zoals
wat uitgebreider uit de doeken gedaan in het artikel waarin het verhaaltje met
de titel: "Waarom er geen allochtone professor in de sterrenkunde is"
. Je kan
dit alles zelfs redelijk goed kwantificeren door naar het eindresultaat is te
kijken: dat eindresultaat is het feit dat de islamitische wereld als geheel slechts 2,5
procent van de wetenschappelijke productie van de wereld voor zijn rekening
neemt, waarvan slechts een zeer gering deel in de natuurwetenschappen
.
En als laatste fase zie je dit allemaal terug in het soort werk dat
allochtonen en met name moslims doen als ze wat hoger opgeleid zijn - dat zijn
voornamelijk banen in alfa- en gammasectoren van de maatschappij
. Dit zijn de sectoren onze cultuur remmen in haar vooruitgang
- naast het feit dat ze ons vele en vele miljarden kosten.
Nu dit resultaat zo eenduidig vast staat, even iets over de reden dat het zo
werkt. Want eigenlijk is het heel simpel: moslims hoeven niet te leren over hoe
je meer te weten komt over de wereld, want ze weten al alles over de wereld. Dat
is de kennis die ze van de islam hebben. De islam heeft namelijk al de kennis
van alles op de hele wereld. De kennis gekregen van de almachtige en alwetende Allah.
Een houding die bij alle religies in diverse mate te zien is, en ook bij
ideologieën, maar bij de islam zie je het veruit het meest - voor een diepere
verklaring daarvan, zie hier
.
Iets dat moslims af en toe ook zelf verwoorden
.
Terug naar de praktijk. De vraag was: is de oorzaak van overlast,
criminaliteit en dergelijke het gevolg van cultuur en religie of van sociale
achterstand of sociale klasse? Het antwoord is: dat doet er niet toe, want de de
sociale achterstand en de daarbij horende plaatsing in sociale klasse is het
gevolg van cultuur en islam.
Oh ja, blijft nog over: is het nu de islam of de cultuur? Daarvoor geldt
hetzelfde argument als voor leergeneigdheden: het onderhouden van een de geest
beperkende godsdienst leidt tot beperkingen van de geest (een tautologie),
en een langdurige beperking van de geest leidt tot zaken als inteelt,
eerwraak, vrouwenbesnijdenis, vrouwenonderdrukking, enzovoort. Cultuur of islam,
het doet er niet toe, want het cultuuraspect zit, net als
onderwijsachterstanden, volkomen vast aan de islam. Dit geldt dus ook voor het meest
besproken punt rond de islam: de gewelddadigheid van sommige van haar
aanhangers
-
de islam zelf veroorzaakt misschien niet het geweld, maar de geestelijke
beperkingen die het veroorzaakt maakt de volgers gevoeliger voor de
psychologische neiging, en kan op die grond toch gezien worden als de oorzaak.
Het is dus de islam die de problemen veroorzaakt die aanleiding hebben
gegeven tot het bestaan van een integratieprobleem. De islam veroorzaakt een
beperkt denkraam, dat veroorzaakt cultureel achterlijke verschijnsel en als één
daarvan een sterke rem op leren, op
intellectuele prestaties. En aangezien leren en intellectuele prestaties in hoge
mate bepalend zijn voor je plaats in de moderne Westerse maatschappij, zal de allochtone gemeenschap in zijn
geheel daarin altijd achterlopen, en dat achterlopen veroorzaakt de genoemde
problemen.
Hoe ernstig het probleem is, valt ook niet moeilijk in te zien – je hoeft alleen
maar te weten te komen in hoeverre allochtonen de omslag naar de moderne cultuur
al hebben gemaakt. Natuurlijk is het zinloos om bij dat “te weten komen” het
normale instrument van het bevolkingsonderzoek te gebruiken. Want dat instrument
maakt gebruik van vragen aan betrokkenen, en tenzij die vragen bijzonder slim
gesteld zijn, krijg je natuurlijk alleen sociaal gewenste en politiek-correcte
antwoorden
.
Nee, wil je een antwoord op de vraag in hoeverre de allochtonen gevorderd zijn in
het omarmen van de Westerse cultuur, kijken naar hoe ze zich gedragen. En dat
betekent, als in Steven Levitt’s Freakonomics, grasduinen in
sociologische cijfers.
En wat betreft de vraag naar de allochtone vordering in de westerse cultuur, betekent
dat bijvoorbeeld de vraag naar de deelname aan westerse culturele
verschijnselen. Zoals: meedoen in sport- en andere verenigingen, theaterbezoek,
museumbezoek en dergelijke.
En zonder dat er expliciete cijfers ter beschikking staan, zijn er dan wel
meteen globale conclusies te trekken: allochtonen in sportverenigingen zijn er
wel, maar ze zijn relatief schaars – en voor het grootste deel passief en niet actief, en
voor een flink deel in allochtonenclubs. Allochtonen bij theaterbezoek vindt je
nog minder, en dan meestal in allochtone voorstellingen. En allochtonen bij museumbezoek weer nog veel minder. Schrijver
dezes ging kerstvakantie 2007-2008 naar Naturalis, het natuurhistorisch museum
in Leiden, hypermodern en bijzonder bezoeker- en kindvriendelijk. Van tevoren
had hij zich voorgenomen het nuttige met het aangename te verenigen, en als maat
van de allochtone integratie, hun aantal in het museum te tellen. Te vergelijken
met een schatting van het totale aantal bezoekers, te bevragen na afloop bij de kassa,
ten einde een percentage te berekenen door het aantal allochtonen te delen door
het totaal aantal bezoekers.
Dat laatste was niet nodig. Het aantal allochtonen in museum Naturalis op een
vakantiedag die de gehele parkeergelegenheid deed vullen was, zegge en
schrijven, nul. Hetgeen misschien ook logisch is
.
Vrijwel precies een jaar later leverde een soortgelijk tripje naar het
wetenschapsmuseum Nemo een soortgelijk resultaat op: gedetecteerd werd het
totaal aantal van één allochtone-vrouw-met-kinderen.
Het antwoord op de vraag hoe het gesteld is met de integratie van allochtonen in
onze cultuur is dus: bedroevend slecht. Dit is duidelijk een zaak van
generaties, in plaats van jaren of tientallen jaren. Eerst moet er enkele
allochtonen gesignaleerd gaan worden, voordat je überhaupt kan spreken van een
ontwikkeling, en dat is kennelijk al een kwestie van de volgende generatie.
De
essentiële vraag is natuurlijk: wat kan je doen om de integratie te bevorderen.
Wat we hebben laten zien, is dat alle tot nu toe voorgestelde oplossingen vormen
zijn kurieren am Symptom - de grootste hinderpaal voor de verdere
ontwikkeling van de allochtone immigranten in de Nederlandse maatschappij is de
islam. Een conclusie die volkomen taboe is, wat de reden is voor de vele leugens
rondom dit debat
.
Betere integratie is dus alleen mogelijk door de islam
zo veel mogelijk te beperken. Een beeld zoals van hiernaast, uit het klaslokaal
van een lyceum, is volstrekte waanzin - de houding van de islam is in volstrekte
tegenspraak met de openheid van geest die vereist is voor de inspanning van het
leren en studeren - en van wetenschap en techniek
.
De allersimpelste en volstrekt haalbare stap is een verbod van religieuze
uitingen op school - dat wil zeggen: alle door de overheid gefinancierd en
goedgekeurd onderwijs. Angst voor het thuisblijven van leerlingen is ongegrond:
er is Nederland een leerplicht - een leerplicht die simpel afdwongen kan worden
door het inhouden van kinderbijslag. De overblijvende weigeraars kunnen
Nederland uitgezet worden, als mensen die de Nederlandse maatschappij afwijzen.
Wat hier specifiek gesteld wordt voor de islam, geldt natuurlijk voor alle
religies, in diverse mate
. Maar de structuur van de islam maakt dat het voor
haar het sterkst geldt
- meer over de psychologische werking achter dit proces
hier
en de neurologische hier
.
Voor argumenten van anderen, zie hier
.
Naar Groep en
samenleving
, Cultuur, vermenging
,
Cultuur, eenheid
, Allochtonen problematiek
, Allochtonen overzicht
, Sociologie lijst
, Sociologie overzicht
, of site home
.
|