Bronnen bij Vertrouwen: klassenstrijd

Vertrouwen is geen populair onderwerp. Want om een populair onderwerp te zijn, moet er veel over geschreven worden, en schrijven wordt gedaan door de intellectuele en bestuurlijke elite. En die zijn voorzichtig met het schrijven over vertrouwen, dat wil zeggen: het sociale vertrouwen, omdat zij degenen zijn die het sociale vertrouwen het hardst ondermijnen.

Dat ondermijnen van het sociale vertrouwen is geen toeval of bijproduct - het is een ondergrondse vorm van sociale agressie, omdat sociaal vertrouwen niet in het belang is van de intellectuele en bestuurlijke elite. Althans, die mening hebben ze sinds de jaren tachtig volledig overgenomen. Kijk maar eens naar onderstaande bron, waarin een vertegenwoordiger van de elite enigszins uit de school klapt. Maar omdat duidelijk te maken, moeten de citaten wel helemaal uit hun oorspronkelijke volgorde worden gehaald (de Volkskrant, 03-03-2010, column door Evelien Tonkens):
  Hoe herwinnen we vertrouwen?

Tussentitel: Vertrouwen, we missen je, waarom heb je ons verlaten?

...   Vertrouwen is het tegendeel van wat de afgelopen decennia centraal stond. Autonome burgers bijvoorbeeld, die vrij kiezend baas over eigen leven zijn. Vertrouwen vereist overgave. Je lot in andermans handen leggen. Vertrouwen is de beslissing dat te doen, vanuit de erkenning dat je niet overal zelf baas over kunt zijn en niet alles volledig kunt doorzien. Na twee decennia hameren op de autonome burger en diens recht op volledige transparantie is dit niet gemakkelijk.   ...

Tonkens signaleert in omgekeerde volgorde de connectie tussen zaken als 'je niet overal zelf baas over kunt zijn en niet alles volledig kunt doorzien' en  'Je lot in andermans handen leggen'. Het tweede volgt uit het eerste - beide volgen uit behoeftes van de hoger ontwikkelde maatschappij en worden belangrijker naarmate deze ingewikkelder en meer-lagiger is. Twee alinea's verder staat de tweede essentiële component:
  Vertrouwen is ten derde alleen mogelijk als er enig geloof bestaat in het publieke belang, en in het belang van derden. Je kunt alleen vertrouwen op bestuurders of vaccinatieartsen als je gelooft dat zij door meer worden bewogen dan het najagen van hun eigenbelang. Twee decennia is er gehamerd op het eigenbelang als het enige ware belang. Publiek belang gold slechts als te ontmaskeren hypocrisie. In die situatie is geen plaats voor vertrouwen.

Hier staat in veel woorden de component dat vertrouwen de verwachting is dat de ander in wiens handen je je lotje niet zal benadelen. Dit is natuurlijk de essentiële component, omdat het toekomstig gedrag aangaande vertrouwen bepaalt. Er volgen nog wat aspecten, maar die zijn allemaal afgeleiden van de essentie:
  Vertrouwen is ten vierde afhankelijk van het gevoel deelgenoot te zijn. Meedoen zaait vertrouwen, zo luidt een oude les in de politicologie. Uitsluiting en afzijdigheid zaaien wantrouwen. Die les wordt nu in de praktijk opgedaan bij burgerinitiatieven en buurtbudgetten.
    Vertrouwen hoeft niet blind. Beter niet zelfs. Het wordt alleen maar sterker van de kritische vragen op gezette tijden. Mits dan vertrouwenwekkende signalen volgen. Zo vertrouw je ook je geliefde, vrienden en collega’s – niet door een schriftelijk rapport van alle daden en gedachten per minuut.
    Aanspreekbaarheid is een laatste pijler van vertrouwen. Als er iets is, moet er wel een echt mens van vlees en bloed aanspreekbaar zijn. Aanspreken moeten we niet verwarren met afrekenen. Wie aanspreekbaar is, verdient vertrouwen, ook als hij soms domme dingen doet.

Dit volgt allemaal automatisch als de"jouw lot in de handen dragers" er niet op uit zijn om jou te benadelen - maar er zijn om met jou samen te werken aan de maatschappij als geheel.
    Tonkens constateert dat het sociale vertrouwen verloren is gegaan. En ze benoemt voorzichtigjes dat dit komt door de huidige de dominantie van het eigenbelang boven het publieke belang. 
    Maar ze gaat niet de stap verder naar de psycho-sociale houdingen die opkomst van het eigenbelang mogelijk hebben gemaakt: de eerste is de dominantie van individualiteit ten opzichte van collectiviteit, en de tweede is de dominantie van het recht van de sterkste boven reciprociteit. En deze beide zijn politiek-maatschappelijk vervat in de ideologie van het neoliberalisme - het neoliberalisme van de hoogste maatschappelijke top. Het is dat neoliberalisme dat zorgt voor het afbreken van de sociale zekerheid (men wil zelf meer inpikken, tegenwoordig "graaien" geheten) en het invoeren van bureaucratische controlesystemen (men denkt dat de rest van de mensen even onbetrouwbaar zijn als henzelf), de belangrijkste zaken die Tonkens constateert.
    Wat Tonkens niet beseft, is dat deze houding van de maatschappelijke top niet kan werken zonder collaboratie van de flink deel van de bestuurlijke en intellectuele bovenlagen. Hier haar constatering:
  Ook vandaag is een dag van ontbrekend vertrouwen. De helft van de burgers zal vermoedelijk niet gaan stemmen. Uit wantrouwen. Omdat het allemaal maar een zootje is, zo zeiden vele passanten vorige week op straat in Amersfoort tegen een verslaggever van radio 1.

Waarom heeft de helft van de burgers last van dit soort stem-wantrouwen? Dat is simpel. De meerderheid van de burgers, ongeveer tweederde volgens de meeste onderzoeken, is voor een zorgzame maatschappij, iets dat lijkt op wat we in de jaren zestig en zeventig hadden - min of meer volgens het Rijnlandse model. Terwijl de grote politieke partijen in hun gezamenlijkheid ergens tussen de honderd en de honderdentwintig leden van het parlement, die zorgzame maatschappij hebben afgebroken ten gunste van het Angelsaksische model, het neoliberalisme . En die grote politieke partijen staan voor de intellectuele en bestuurlijke bovenlagen,die met de hoogste maatschappelijke top collaboreren . De gewone burger beseft dat, en ziet dat er geen alternatief is: Wie moet de maatschappij gaan besturen als je het collectief van de huidige bestuurders wegstuurt? Dus stemmen ze maar niet, en voelen zich onmachtig (de column is verschenen op de dag van gemeenteraadsverkiezingen):
  Ook vandaag is een dag van ontbrekend vertrouwen. De helft van de burgers zal vermoedelijk niet gaan stemmen. Uit wantrouwen. Omdat het allemaal maar een zootje is, zo zeiden vele passanten vorige week op straat in Amersfoort tegen een verslaggever van radio 1.
    De verslaggever had het hele stadhuis in paraatheid gebracht om wantrouwende kiezers met hun relaas te woord te staan. Maar niemand wilde. Niemand kon vertellen waarover hij ontevreden was. Nou gewoon, over alles. Bijvoorbeeld? Nou alles, gewoon.

Nee, daar is de gewone burger niet slim genoeg voor: om te verwoorden dat hij zich genaaid voelt door de hele maatschappelijke bovenlaag en hoe dat werkt. Als hij dat wel allemaal zou overzien, dan was die bovenlaag allang veel eerder weggestemd, of anderszins een kopje kleiner gemaakt - middels de Marie-Antionettemethode.
     Er is echter een uitzondering op dit proces, wat een uitzondering is vanwege de hoge zichtbaarheid ervan: de allochtone immigratie. Dat is van de manieren waarop  de maatschappelijke top de onderlagen benadeelt, zeg maar: besodemietert, namelijk door de import van goedkope arbeidskrachten zodat het inkomen van de lagere klassen onder druk komt. Die import is ook gegaan en gaat met de steun van intellectuele en bestuurlijke bovenlagen . Die intellectuele en bestuurlijke bovenlagen zijn erin geslaagd de nadelige gevolgen van die import gedurende enkele decennia buiten de maatschappelijke discussie te houden, door een intensief programma van repressie en censuur . De intensiteit van de repressie viel te meten met de opkomst van Fortuyn, die regelrecht gedemoniseerd werd .
    Dit proces is wel zichtbaar, omdat het een kleurtje heeft. En hoofddoeken is gaan dragen. Dat kan iedereen zien. Die overlast is te aan te wijzen en te benoemen. Dus op dit terrein is er  wel een expliciet besef van de benadeling bij de gewone burger. Die daar ook blijk van gaf -  eerst door het stemmen op Fortuyn, en nu (2009) door het het stemmen op de PVV van Geert Wilders.
    En geheel conform haar zo langzamerhand traditionele rol kiest de intellectuele en politieke elite weer partij voor de eigenkant en die van de maatschappelijke top, op dit  moment door haar campagne tegen Geert Wilders. Uitmondende is een rechtszaak.
    Evelien Tonkens heeft geen besef van deze processen ,of wil dit niet weten, gezien de volgende passage:
  Vertrouwen op democratie, heet de jongste publicatie van de Raad van Openbaar Bestuur (ROB). Vertrouwen in burgers, heet een aanstaand rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), na het eerdere Vertrouwen in de buurt. Allemaal bezorgd over ontbrekend vertrouwen, en op zoek naar hoe het kan worden herwonnen.

Zowel de de WRR als de ROB zijn instellingen van de intellectuele en bestuurlijke bovenlagen - instellingen die al decennia het neoliberalisme dienen. Dat blijkt ten duidelijkste uit de stellingnames van de WRR in het de klassenstrijd over de allochtone immigratie- het bestaan van een eigen cultuur inclusief de eigen godsdienst van de islam bij de allochtone immigranten werd als onveranderlijke gezien,en het bestaan van een eigen cultuur en godsdienst, tezamen de eigen identiteit, werd voor autochtone Nederlanders als niet bestaand verklaard: "Er bestaat geen dé Nederlandse identiteit" . In de woorden van een van haar medewerkers (parafraserend): "Het lesgeven in Willem van Oranje aangevuld moet worden met het lesgeven in Suleyman de Geweldige" .
     Dat Evelien Tonkens dit niet beseft, is hoogstwaarschijnlijk omdat ze zelf ook tot deze groepen behoort. Ze is, naast socioloog, ook lid van de Eerste Kamer voor GroenLinks, en GroenLinks is, na D66 en voor de (huidige) PvdA, de partij die onder het mom van het multiculturalisme het belangen van de allochtone immigranten behartigt. En dus de belangen van de autochtone lagere klassen schendt. Ieder woord over het herstel van vertrouwen uit die kringen (Tonkens) ... :
  Vertrouwen herwinnen: we hebben er wel een decennium voor nodig.

... is volkomen ongeloofwaardig, tot ze blijk geven van besef van de sterke eigen bijdrage aan de ondermijning van dat vertrouwen.

De uniekheid van het gebeuren rond de allochtone immigratie kan men afmeten aan de impact van een andere zaak, die objectief gezien een misschien een groter economische belang aangaat: de financiële crisis van 2008-2009 en haar gevolgen. Ook daar is het de top die haar belangen veilig stelt ten koste van de onderlagen. Banken en hun personeel worden gesteund met tientallen miljarden, en de lagereklassen moeten twee jaar langer gaan werken - de hogere klassen doen geen echt werk - die zitten achter bureaus te profiteren. En als één van die profiteurs faalt in zijn werk, dan laten anderen uit de hogere klassen opschrijven dat hij het eigenlijk wel goed heeft gedaan. Ook sterk ondermijnen voor het vertrouwen (de Volkskrant, 03-03-2010, ingezonden brief van Erik Mispelblom Beyer (Bussum)):
  Twijfel

De onschuldigverklaring van oud-minister van Financiën Zalm maakt op pijnlijke wijze duidelijk waarom de burger steeds cynischer en diens afstand tot `de politiek` alleen maar steeds groter wordt.
    Men zou toch denken dat de bij uitstek deskundige Zalm formeel en zeker ook moreel volledig medeverantwoordelijk was voor de gang van zaken bij de DSB. Hij was financieel directeur en verdedigde actief het beleid, terwijl hij intussen de ene na de andere collega uit onvrede zag vertrekken. Naar het lijkt geen spoor van twijfel mogelijk.
    Maar het ging anders. Er kwam een maandenlang onderzoek door een commissie die kennelijk in belangrijke mate afging op DNB die daarbij tevens haar eigen eerdere functioneren beoordeelde. Conclusie: Zalm valt niets te verwijten. Kan iemand dan nog uitleggen wie dan ooit nog wel ergens voor verantwoordelijk kan worden gesteld?

Maar dit heeft kennelijk geen groot effect op het stemgedrag, want dat zou moeten leiden tot een sterke stroomrichting SP. En die trend is juist omgekeerd.
    Dus is de meest voorde handliggende conclusie dat het vermoedelijk nog enige decennia doormodderen wordt, tot er echt iets dramatisch gebeurd.

Hier wordt nog eens uitgelegd wat het wantrouwen allemaal kost, en tegen wie het gericht is (de Volkskrant, 01-07-2010, door Goos Minderman, bijzonder hoogleraar Public Governance & Public Law aan de VU):
  Maak overheid kleiner door te vertrouwen

De vorming van een nieuw kabinet lijkt nogal ingewikkeld te worden. Nederlanders voorzien de informateur van advies.


Vaak beloofd, maar nooit gelukt: een kleinere overheid. Toch kan het. Het sleutelwoord is vertrouwen. Als het de overheid lukt het vertrouwen in preventie te herstellen, kan ze miljarden verdienen. Met relatief kleine investeringen kunnen middenveldorganisaties in jeugdzorg, volkshuisvesting en onderwijs voorkomen dat kinderen in de jeugdzorg komen. ...
    Er is ook gebrek aan vertrouwen in de kracht van uitvoerende organisaties. Scholen, welzijnsorganisaties en gemeenten kunnen problemen beter oplossen dan Den Haag. Decentralisatie leidt tot innovatie en maatwerk. Helaas heerst er wantrouwen, en nam de Tweede Kamer incidenten zoals bij de IJsselmeer-ziekenhuizen en de duur uitgevallen renovatie van de ss Rotterdam te baat om dat wantrouwen te voeden. Ieder ziekenhuis en iedere corporatie is verdacht: het rijk houdt toch liever zelf de regie. Daarom kwamen er grote toezichthoudende woon- en zorgautoriteiten.
    Door het middenveld sterk genoeg te maken om de verantwoordelijkheid te dragen, kunnen duizenden ambtenaren en toezichtautoriteiten weg. We moeten niet investeren in het wantrouwende toezicht van voorschriften en formats. Vertrouwen is de basis van bestuur en de basis van toezicht.

Met daarnaast, bij incidenten als genoemd, krachtdadig ingrijpen: betrokkenen worden ontslagen en/of vervolgd - volgens een maatschappelijke versie van de tit-for-tat-aanpak . Slechts een paar gevallen zijn genoeg om de "orde te handhaven".

En weer een artikel over vertrouwen en terugwinnen - aanleiding is de Griekse financiële crisis. Dat wil zeggen: de crisis van de Europese politieke en financiële leidersleiders die geld van de Noord-Europese burgers, de burgers die veel onderling vertrouwen hebben, hebben gestoken in Zuid-Europese landen, landen die weinig vertrouwen onder hun burgers kennen (de Volkskrant, 20-09-2011, door Kees M. Paling, publicist en auteur van het boek Het Fin de Siècle als uitdaging.):
  We moeten het vertrouwen herwinnen

Om uit de crisis te komen, hebben we politieke leiders nodig die ons het vertrouwen in de toekomst teruggeven.


Tussentitel: Hebben wij de politieke leiders die we verdienen of die we nodig hebben?
Een Griekse tragedie is niet leuk om naar te kijken en al helemaal niet als deze zich in de werkelijkheid afspeelt. Ernstig is het, wanneer de regisseurs tijdens de voorstelling blijven roepen 'dat het goed afloopt', terwijl later blijkt dat het tegendeel het geval is. Of nog erger: de regisseurs blijken de regie niet eens in handen te hebben, waardoor iedereen nu wacht op het onvermijdelijke, want klassieke, noodlot.
    Natuurlijk, er wordt nog wat gekwebbeld over wel of niet in de eurozone en een 'planmatig' faillissement, maar dat klinkt net zo onprofessioneel als een gefaseerde onthoofding. Het komt er gewoon op neer dat men de bewegingen van de markt niet in de hand heeft noch deze kan voorspellen. En het maakt niet uit of de Grieken nu wel of niet in de eurozone zitten want de eurolidstaten geven ieder voor zich staatsobligaties uit en de zwakkere broeders - zoals Italië - zullen steeds hogere rentes moeten betalen als hun kredietwaardigheid inzakt. Tegelijkertijd krijgen alle Europese banken die de Grieken geld geleend hebben een behoorlijke schadepost te verwerken, met alle gevolgen van dien voor hun beursnotering.    ...

Enzovoort. Allemaal voor de hand liggende constateringen die de Europese leiders natuurlijk hardnekkig proberen te vermijden.
  Twintig jaar geleden - in een periode van hoogconjunctuur - stelde de Amerikaanse politicoloog en filosoof Francis Fukuyama nog dat met de val van de Muur en het eind van het Sovjetimperium het einde van de geschiedenis was bereikt: de kapitalistische markteconomie en de liberale democratie hadden zich als hoogste menselijke vorm van beschaving bewezen.
    Inmiddels kunnen we vaststellen dat het eind van de geschiedenis inderdaad aanstaande is, alleen op een andere manier dan Fukuyama destijds had voorzien. Het financiële systeem van de kapitalistische markteconomie hangt voortdurend aan de rand van de afgrond en de liberale democratieën van de wereld hebben hier geen antwoord op.
    Jaren later brak bij Fukuyama een nieuw inzicht door dat nu actueler is dan ooit. In het boek Trust beschreef hij hoe de economische, sociale en politieke systemen in de wereld uiteindelijk allemaal zijn gebaseerd op vertrouwen. Het vertrouwen dat een klant zijn rekening betaalt, al bevindt hij zich aan de andere kant van de wereld, het vertrouwen dat de bank de waarde van jouw bankbiljetten garandeert, het vertrouwen dat de staat jou veiligheid, zorg en rechtszekerheid biedt en dat je familie en vrienden je opvangen als dat nodig mocht blijken.
   Dat fundamentele vertrouwen is al jaren aan het slinken, met alle gevolgen van dien voor onze samenleving. ...

Logisch. dat vertrouwen wordt dus al sinds de jaren 1980 op de meest grove wijze geschonden.
  Het terugwinnen van dat vertrouwen is de belangrijkste opgave voor de politici in de liberale democratieën. Vertrouwen in de politiek, vertrouwen in de economie, maar vooral vertrouwen in de toekomst. Dat vergt meer dan ooit het overstijgen van politieke tegenstellingen, het samenwerken op het internationale vlak en in de politieke sfeer creativiteit, lef en visie.

Het lijkt godsonmogelijk, want het betekent het opgeven van de neoliberale, dus kapitalistische, economie.


Naar Vertrouwen , of site home .

8 mrt.2010