Op deze website is op diverse plaatsen al over vertrouwen geschreven
, omdat het hier gezien wordt als een hoeksteen van de moderne westerse
maatschappij, met haar grootschalige verbanden
.
Niettemin was het nog niet gekomen tot een apart artikel over het begrip, omdat
het zo lastig te formuleren leek. De kredietcrisis van 2008-2009 bracht ook in
de rest van de maatschappij het belang van het begrip vertrouwen in beeld,
omdat, talloze malen geconstateerd, geld of krediet op niets anders is gebaseerd
dan vertrouwen, sinds de koppeling van geld met materiële zaken als goud is
losgelaten onder het neoliberalisme van de tachtig en later
.
Dit inspireerde nieuwe pogingen tot een formulering, en uiteindelijk is er
een gevonden:
|
"Vertrouwen" is de verwachting aangaande het gedrag van de ander in
een onderlinge wisselwerking met die ander, dat dit gedrag de eigen
persoon niet zal benadelen. |
Dit is een wat individualistische formulering, die gezien kan worden als de
psychologische versie. De overeenkomstige sociologische variant zou dan luiden:
|
"Vertrouwen" is de verwachting aangaande het gedrag van anderen of
andere groepen in een onderlinge wisselwerking met die anderen of andere
groepen, dat dit gedrag de eigen persoon of de eigen groep niet zal
benadelen. |
Een voorbeeld van de eerste vorm is het feit dat je bereid bent je boormachine
uit te lenen aan de buurman gebaseerd op de verwachting dat hij die boormachine
weer terug zal geven - de bereidheid tot het uitlenen is een voorbeeld van
"vertrouwen".
Een voorbeeld van de tweede vorm is het democratische systeem waarbij je mensen
kiest om de maatschappij, dus jouw omgeving, te besturen. Ook hier doe je dat in
een verwachting, namelijk dat je daarvoor beslissingen terugkrijgt die in het
belang van iedereen in die maatschappij zijn - de bereidheid tot het gebruik van
een vertegenwoordigende democratie is een vorm van "vertrouwen". De schending
van dit vertrouwen is in dit geval dat de door jouw gekozen bestuurders hun
macht gebruiken om niet iedereen, maar ten dele of in zijn geheel alleen
zichzelf of de eigen groep te bevoordelen.
Uit deze voorbeelden is het meteen duidelijk dat het begrip "vertrouwen" een
cruciale rol speelt in de hele maatschappij. Ook de relatie tussen werkgever en
werknemer is gebaseerd op vertrouwen: de werknemer verricht arbeid in het
vertrouwen dat hij daarvoor passend beloond wordt, en, voor het geval van werken
onder contract, betaalt de werkgever het reguliere loon in het vertrouwen dat
daarvoor ook de passende arbeid wordt verricht.
Met de voorbeelden van vertegenwoordigende democratie en de werknemer-werkgever
relatie, plus het al eerdere genoemde voorbeeld van geld, is wel het overgrote
deel van de maatschappelijke verhoudingen bestreken. En dat overgrote deel
berust dus op "vertrouwen".
Bijna nog illustratiever is wat er gebeurd als dit "vertrouwen" geschonden
wordt. Stel je leent je boormachine aan je buurman, en je krijgt hem niet terug.
Stel dat je begrip opbrengt en niet boos wordt, en zelf een nieuwe boormachine
koopt. Stel vervolgens dat daarna een andere buurman bij je langs, weer met de
vraag of hij je boormachine kan lenen. Zelfs de meest ruimhartige mensen zullen
dan niet bereid dat te doen. Terwijl er misschien in het geval van deze tweede
buurman geen enkel reden voor is. Deze tweede buurman, bijvoorbeeld, zal dat
uitdrukken in terminologie als "gebrek aan vertrouwen".
Iets dergelijks geldt natuurlijk ook voor het grote schaal equivalent in de
maatschappij. Als jij een bestuurder kiest, en die bestuurder neemt geld van de
staat en dus jou, zal je niet geneigd zijn die bestuurder nog een keer te
kiezen. Tenzij het een onderlinge culturele of maatschappelijke afspraak is dat
je als bestuurder wel geld van de staat nemen. Wat in veel culturen inderdaad
het geval is. In die culturen is vaak ook het niet terug geven van de
boormachine van je buurman minder een probleem. Dit verschil drukt men algemeen
uit in de termen "high trust and low trust society". En omdat de woorden
"vertrouwen" en "trust" uit verschillende talen komen maar dus gebruikt
in vrijwel identiek situatie, kan je "trust" en vertrouwen" vertalingen
van elkaar noemen.
Het belang van vertrouwen neemt toe naarmate je in de omgang met elkaar meer van
elkaar nodig hebt. Heeft iedereen een boormachine, dan is het belang van
vertrouwen minder groot dan als maar één persoon in het dorp een boormachine
heeft. Heeft maar één persoon een boormachine, en is er vertrouwen, kan iedereen
makkelijk zijn huis verbouwen - is dat vertrouwen er niet, dan is alleen de
eigenaar zo goed af. Waarbij de zaak wat urgenter kan worden gemaakt door het
dorp een boerendorp te maken, en de boormachine een maaimachine. Met vertrouwen
heeft het hele dorp een grote oogst, zonder vertrouwen heeft maar een enkele
boer een grote oogst. Het bestaan van vertrouwen is dan essentieel voor een
grote opbrengst.
Met het voorbeeld van het boerendorp kan ook meteen het verband gelegd worden
tussen vertrouwen en een andere essentiële maatschappelijke term: samenwerking.
Het uitlenen van je maaimachine aan je buurman is een begin van "samenwerking".
Want je zou ook nog je buurman kunnen helpen die machine te bedienen, zodat je
samen bezig bent aan die klus. Waarop het natuurlijk is dat die buurman jouw
komt helpen als jij gaat oogsten - met jouw komt samenwerken. Dat is het mooie
van samenwerken: het breidt zich uit, en je kan steeds meer gaan doen. Want
hetzelfde kan je organiseren voor, naast een maaimachine, een dorsmachine -
enzovoort. Een dorp dat ze zaken zo organiseert, kan een veelvoud, vijf of meer,
keer oogsten dan een dorp waar iedereen voor zichzelf aan het werken is.
Wat geldt voor het boerendorp, geldt natuurlijk ook voor de
hele maatschappij. Het sterke verband tussen vertrouwen en het functioneren van
de maatschappij kan ook weer door het negatieve voorbeeld worden toegelicht:
|
... Morgen reis ik af naar Marokko, maar naar het zich laat aanzien,
niet om er lang te blijven. De sms’jes en telefoontjes van M. [de Marokkaanse
vriend van de schrijfster, red.] worden steeds dringender. De strekking:
zullen we dit ka-uu-tee-land zo snel mogelijk verlaten? Marokko vliegt hem naar
de keel.
Ondernemer zijn in Marokko kan wel, maar alleen als je zakken
en zakken smeergeld meebrengt. ...
(Volkskrant weblog, 31-07-2006, door Lydia Rood)
... Hoe vaak ben ik niet tegen de muur van ongeloof in de toekomst in
Afrika opgelopen? Had ik bijvoorbeeld een muurtje dat hoger moest. Sprak ik met
de buurtmetselaar af dat ik hem 30.000 leones (10 euro) zou betalen als de klus
af zou zijn. Ik gaf hem 10.000 leones om cement te kopen en zag hem nooit meer
terug. In zijn Afrikaanse redenering had hij 10.000 leones gescoord, terwijl ik
het niet anders kan zien dan dat hij 20.000 leones verloor en bovendien de kans
had verspeeld op vervolgklussen.
De metselaar is typerend voor Afrikaanse vaklieden. ...
(De Volkskrant, 30-09-2006, door Linda Polman)
Niet de erfenis van het kolonialisme, de Koude Oorlog, de slavenhandel of de
Europese landbouwsteun, maar het belabberde Afrikaanse arbeidsethos is debet aan
de onderontwikkeling van Afrika. Dat stelt Toon van Eijk, tropisch
landbouwkundige en ontwikkelingsconsultant.
Wat is er mis met dat Afrikaanse arbeidsethos?
‘Als je ze uitbetaalt, komen ze niet meer totdat het geld op is. Ze zijn niet
gericht op het leveren van kwaliteit. Zo kun je geen project afmaken.
(De Volkskrant, 18-07-2007, door Olav Velthuis)
... Twee keer heeft de Ghanese Paul Asante geprobeerd geld via de post
naar zijn familie in Ghana te sturen. Beide keren raakte de brief
‘kwijt’. Daarna probeerde hij het vijf keer via vrienden die op reis
gingen naar Ghana. ‘Zij beloofden het geld af te leveren bij mijn neven
en nichten. Gek genoeg verloren ze altijd hun portemonnee.’
Omdat hij zijn vrienden niet kan aanspreken op het ‘verlies’
van het geld, gaat Asante sinds tien jaar naar het geldtransactiekantoor
Unity Money Services in Amsterdam Zuidoost, specialist in geldzendingen
naar Ghana. ...
(De Volkskrant, 14-06-2006, van verslaggevers
Elsbeth Stoker en Merijn Rengers)
Nigeriaanse hit over het vrolijke oplichten
'Westerling, ik neem al je geld en dan ben ik verdwenen. Ik ben de winnaar en
jij bent de verliezer', zingt Nkem Owoh in de Nigeriaanse hit: 'I go chop
your dollar'. ('Ik ga je dollar afpakken'). Vooral in de Nigeriaanse
hoofdstad Lagos kennen veel mensen de single die weergeeft hoeveel bewondering
sommige Nigerianen hebben voor oplichters.
De westerling kent de Nigeriaanse fraude vooral in de vorm van vage e-mails
waarin staat dat de ontvanger de loterij heeft gewonnen of recht heeft op een
erfenis van een ver familielid. Om hiervoor in aanmerking te komen, moet de
begunstigde wel eerst even enkele duizenden euro's overmaken aan
'administratiekosten'. Een vreselijke misdaad? Nee, vinden ze in Nigeria. 'Ik
ben geen dief, het is maar een spel', zingt Owoh. ...
(De Volkskrant, 06-04-2006, van verslaggever
Ferry Haan)
|
Je kan zelfs het verloop zien: Marokko zit maatschappelijk weer wat beter in
elkaar dan de rest van Afrika
- waar het vertrouwen dus bijzonder laag staat. Weer erger in dat opzicht zijn
eerwraak-landen als Albanië
en Somalië
, die ook weer nog armoediger zijn.
De moderne westerse maatschappij is afhankelijk van zeer veel soorten van
samenwerking en dus ook van zeer vele soorten van vertrouwen
.
In iedere werkzaamheid waaraan meerdere mensen werken, zijn die mensen ervan
afhankelijk dat de anderen hun werk goed doen. Dat dat niet altijd gebeurt, en
wat de anderen dan met die omstandigheid doen, is misschien wel het meest
universele maatschappelijke probleem - iedereen die werkt, en dat doen in
Westerse maatschappijen het overgrote deel der mensen, kent de klachten over de
inspanningen van collega's. Wat dus ook op henzelf slaat, want iedereen behoort
in zo'n situatie tot de categorie "collega's".
Wat hier geformuleerd is voor mensen, is zodanig geformuleerd dat het ook op
dieren kan slaan. Ook bij in groepen levende dieren is een op iets als
vertrouwen gebaseerd groepsbelang, bijvoorbeeld dat één individu de vindplaats
van een nieuwe voedselbron communiceert, gebaseerd op de verwachting, het
vertrouwen, dat de andere individuen van de groep dat ook zullen doen - een
gedrag dat ook daadwerkelijk bestaat, bij uiteenlopende dieren als bijen en
vogels.
Maar ook in de dierenwereld is het mogelijk om het vertrouwen te beschamen. De
voor de mens interessante vraag is hoe de natuur dit oplost, zonder de
mogelijkheid van verbale communicatie. Het beste antwoord tot nu toe is de
tit-fot-tat oplossing: als een groepslid het vertrouwen schendt en anderen
benadeelt, wordt de volgende keer hijzelf benadeelt
.
Iets dat de mens, met zijn verbale kwaliteiten, heeft vertaald in "straf".
Het al dan niet goed werken van vertrouwen speelt misschien wel het sterkst,
maar in ieder geval het meest opvallend, bij de relatie tussen leider en
geleiden - plat gezegd: baas en onderdanen. Ook de meeste dierengroepen hebbende
een leidersstructuur, en bij mensapen zijn de processen daaromheen al zo
ingewikkeld, dat ze sterk vergelijkbaar zijn met de menselijke spelletjes van
macht en politiek - primatoloog Frans de Waal
heeft het als eerste verwoord in zijn boek met de, bijpassende, titel
Chimpanzee politics. Zowel bijna mensapen als in ouderwetse culturen en
maatschappijnen draait dit om de diverse vormen van kracht of anderszinse vormen
van willekeurige macht versus eventuele coalities van zwakkeren - daar speelt
vertrouwen een minder grote rol. In (de Westerse) democratieën gaat dit over
besturende elites versus hen die ze in vertrouwen gekozen hebben, en speelt dat
vertrouwen een essentiële rol. Overigens wordt bijna net zo vaak als in de
primitievere culturen dit vertrouwen geschonden, en in die zin is de vooruitgang
richting huidige Westerse democratie een hoge mate een van de vorm. Maar wel
natuurlijk een belangrijke vorm, en een noodzakelijke tussenstap richting echte
democratie.
De concrete aanleiding voor dit stuk was de kredietcrisis. Die crisis is ook
alom beschreven als een crisis in vertrouwen. ten eerst omdat geld of krediet
vertrouwen is, staat voor een belofte dat je een papiertje kan inleveren voor
een brood - en dat krediet bleek dus voor flink deel verdwenen. Dat is het
verdwijnen van een materieel soort vertrouwen. Maar veel belangrijker is dat ook
een flink deel van het maatschappelijk vertrouwen is verdwenen: de rest van de
burgers vertrouwt de hele groep van bankiers en financiers veel minder of
helemaal niet meer
. Wat die bankiers en financiers gedaan hebben is de groepsvorm van het "niet
terug geven" van de geleende boormachine. Een gevoel dat nog versterkt werd door
hun houding achteraf - wat je weer het beste kan illustreren door confrontatie
met het tegenovergestelde:
|
Marco van Basten analyseerde ten overstaan van heel Nederland zijn
prestaties als coach. Ik heb gefaald, was zijn conclusie (Voorpagina, 7
mei). En daarom nam hij per direct ontslag. Zonder bonus of afkoopsom.
Zo doet een fatsoenlijk man dat nou, heren bankdirecteuren, directies
van woningcorporaties en ziekenhuizen en al die anderen die na gefaald
te hebben bij vertrek nog even gauw hun zakken vulden.
(De Volkskrant, 12-05-2009, ingezonden brief van Frits Mulder,
Den Haag) |
Wat in dit stuk ook blijkt is dat het geschonden vertrouwen zich niet beperkt
tot bankiers en financiers, maar ook slaat op een flink deel van de besturende
klasse - het voorbeeld dat we als eerst hebben genoemd waar de groepsvorm van
vertrouwen geïntroduceerd werd
.
Dit verschijnsel van het schenden van groepsvertrouwen door de besturende klasse
is een uitingsvorm van de low trust en de high trust maatschappij
binnen de Westerse maatschappij zelf. De high trust maatschappij is die
van het Europese, Rijnlandse model: alle maatschappelijke groepen houden
rekening met elkaar. De low trust maatschappij is die van het
Angelsaksische maatschappij, waarin een klasse: de top, de vrijheid neemt om
zich verrijken ten koste van de andere groepen - dit onder het beruchte
kapitalistische motto greed is good - in meer nette termen geformuleerd
als private vice leads to public good
.
De strijd tussen het Rijnlandse en het Angelsaksische maatschappijmodel is dus
die om maatschappelijk vertrouwen
. Een strijd die gevoerd rond rond en met behulp met zaken als Europeanisering
,
globalisering
,
kosmopolitisme
,
immigratie en multiculturalisme
.
De import van mensen uit low trust maatschappijen is van de manieren om
het bestaande maatschappelijke vertrouwen te ondermijnen en verminderen. Het
doel, al dan niet expliciet en bewust, van de Angelsaksische maatschappij en
haar aanhangers in de top is het ondermijnen van het bestaande vertrouwen, om
door het verminderde vertrouwen de mogelijkheid te krijgen zichzelf te verrijken
en de macht te krijgen en te behouden.
Tot slot: een ruwe inschatting van de redelijk moderne geschiedenis lijkt te
leren dat periodes van langdurige schending van maatschappelijk vertrouwen door
maatschappelijke topgroepen een voorbode zijn van een ander nogal schadelijk
maatschappelijk verschijnsel: revolutie. Nederland heeft daar een kleine
voorwaarschuwing van gekregen in de gedaante van de Fortuyn-revolte.
Naar Houding top I
,
Sociologie lijst
, Sociologie overzicht
, of site home
.
|