Bronnen bij Economische krachten: inkomensverdeling

De cijfers rond de inkomensverdeling zijn qua algemene trend wel bekend: hoogst in de niet-westerse landen, gevolgd door de neoliberale westerse landen, en relatief laag in Europa en het laagst in de Noordwest-Europees landen. De niet-westerse landen neemt men meestal niet mee in dit soort beschouwingen, omdat ze stiekem als "onbeschaafd" of "barbaars" worden gezien - wat natuurlijk nooit wordt toegegeven maar wel zo is.

De preciezere cijfer zijn echter wat minder bekend, omdat de media terughoudend ermee zijn. Omdat die cijfers duidelijk de waanzin van het neoliberalisme laten zien - ofwel dat ook  net neoliberalisme eigenlijk doodgewoon een vorm van barbarij is.

Maar als het nodig is om wat spectaculairs te presenteren, wil men er wel eens mee komen. Hier wat van zulke bronnen (Volkskrant.nl, 20-01-2014, redactie):
  85 rijkste mensen even vermogend als armste helft van wereldbevolking

De 85 allerrijkste mensen ter wereld bezitten bij elkaar even veel geld als de 3,5 miljard armste mensen. Dat blijkt uit een nieuw rapport van Oxfam Novib. De organisatie voor ontwikkelingssamenwerking waarschuwt dat de kloof tussen arm en rijk in de wereld steeds groter is geworden door een soort machtsovername van rijke elites, die het politieke proces naar zich toe hebben getrokken en regels van het economische syteem in hun voordeel gebruiken. .
    Oxfam Novib presenteerde het rapport 'Working for the Few' tijdens het 'World Economics Forum' vandaag in Davos. ...

meermalen gehanteerde aanleiding voor dit soort publicaties - een ander is G20-conferenties.
    Er gebeurt nooit iets mee, met die cijfers. En deze webpublicatie haalde ook niet de krant. Waarvoor toch meer dan een beetje aanleiding zou zijn.
    Nog wat cijfers over het verschijnsel:
  Enkele cijfers: de rijkste 1 procent van de wereld bezit gezamenlijk 110 biljoen dollar, wat 65 keer zoveel is als de armste helft van de wereldbevolking heeft. De armste helft van de wereldbevolking heeft in totaal even veel geld als de rijkste 85 mensen ter wereld. In totaal leven zeven op de tien mensen in een land waar de financiële ongelijkheid de laatste 30 jaar is toegenomen.

Dit gaat dus voornamelijk over de verschillen tussen de westerse en niet-westerse wereld.
    Over de verschillen binnen de westerse wereld is men nog spaarzamer. Althans, deze redactie die toch redelijk zorgvuldig dagelijks door de Volkskrant gaat en ook nog controleert wat er in diverse andere publicaties staat, er geen in het archief had zitten toen de de verzameling Economisch krachten werd gestart, halverwege 2013, en sinds die tijd, er expliciet op gelet te hebben.
    Maar goed, dit zijn weer nieuwere cijfers, dus die aandacht zal er nu wel toch komen. Met een groot stuk in de krant, want dit was dus van de website ... Nou, nee. Dit was het eerste en enige vervolg (de Volkskrant, 23-01-2014, column door Bert Wagendorp):
  Davos

Gisteren begon in Davos het 44ste World Economic Forum. ...
    In de aanloop naar de bijeenkomst kwam Oxfam International met een rapport, dat Working for the Few heet. Eén vaststelling daaruit kwam breed in de media: het vermogen van de 85 rijkste wereldburgers is even groot als dat van de armste helft, 3,5 miljard mensen: 1.300 miljard euro. Dat is ongeveer vijf keer de Nederlandse rijksbegroting.
    De 1.426 miljardairs van de wereld bezitten samen 5.400 miljard dollar. De 1 procent rijkste families hebben een vermogen van 110 duizend miljard en bezitten 46 procent van wat er op de wereld in geld valt uit te drukken. De rijkste 10 procent van de wereldbevolking bezit 86 procent van al het vermogen, de armste 70 procent heeft 3 procent.
    De concentratie van rijkdom is de afgelopen decennia sterk toegenomen en de kloof tussen arm en rijk zal, als er niet rigoureus wordt ingegrepen, alleen maar groeien. En dat ingrijpen, schrijft Oxfam, wordt steeds moeilijker, omdat politieke macht en rijkdom steeds meer samensmelten.    ...

Gunst, wat een nare cijfers. En ook even nare conclusies:
  Klaus Schwab, de initiatiefnemer van het WEF, voorspelt opstanden en revoluties als het zo doorgaat. Dat is niet zo gewaagd, de tekenen aan de wand zijn er allang. Veel conflicten en de terreur van religieuze fanaten vinden hun oorsprong en voedingsbodem in armoede en uitzichtloosheid.

Dat laatste is natuurlijk wee een elite-popularistische opmerking van de immigranten-nakomeling ("oma in Israël") Wagendorp. Voor zover het Nederland en Europa en de rest van het westen betreft want daar gaat het hier over wat betreft die inkomensverschillen. De terreur en de conflicten in het westen afkomstig van religieuze fanaten hebben niets met armoede maar met culturele nederlaag van de religieuzen, de moslims, te maken. Er zijn wel tekenen van onrust, maar dat is de opkomst van partijen als de SP en de PVV.
    Goed, dat was tot nu toe dus het enige vervolgcommentaar. Een column. Van een vaste columnist. Op een bericht van de soort dit, buiten deze context, redelijk bekend is als de oorzaak van revoluties.
    En dit soort zaken zijn bekend als een oorzaak van revoluties, omdat op berichten van de voortekenen ervan weinig tot niet gereageerd wordt. Degenen die het beseffen durven het niet te zeggen uit diverse motieven - angst, vermeend eigenbelang enzovoort.

Dit wat betreft de cijfers. De volgende vraag is natuurlijk naar de effecten ervan. Oftewel: Wat is het effect van grotere inkomensverschillen? Is dit goed voor de economie? En: is dit goed voor de maatschappij?
    De standaardantwoorden zijn dat hogere inkomens leiden tot (meer) economische groei, en omdat economische groei goed is voor de maatschappij, grotere inkomensverschillen ook goed zijn voor de maatschappij (de Volkskrant, 28-02-2014, rubriek De kwestie, door Peter de Waard):

  Belemmert herverdeling de groei?

Tussentitel: Door nivellering gingen mensen minder hard werken

Die koppen zijn dus de standaardopvattingen over de inkomensverdeling (dat vraagteken weglaten, natuurlijk). 
  Herverdeling van de welvaart is terug op de agenda. Obama roept het ...

Uitsluitend en alleen vanwege die krankzinnige cijfers, natuurlijk.
  Herverdeling van de welvaart is terug op de agenda. Obama roept het, maar hij heeft waarschijnlijk te weinig tijd om de woorden om te zetten in daden.
    Hollande wil het, maar is zo impopulair dat hij erop terug moet komen. De PvdA heeft het hoog in het vaandel staan, maar moet als coalitiepartij compromissen sluiten waardoor er weinig van terechtkomt. De SP is compromisloos, maar heeft te weinig macht om er iets mee te doen.
    De ongelijkheid wordt daardoor elk jaar groter. ...

Een ernstige fout. De ongelijkheid groeit niet omdat men er te weinig aan kan doet of kan doen, maar omdat de ongelijkheid altijd groet. Exponentieel. Dat wil zeggen: zonder beperking in de loop van de tijd. Het kan korter of langer duren, maar de ongelijkheid neemt altijd tot tot oneindig grote waarden. Het bewijs staat hier .
    Hoe is het zo ver gekomen:
  In 1977 verdiende in Nederland  ...
    Inkomensongelijkheid was geen groot kwaad meer, maar een groot goed. Herverdeling zou groei ondermijnen. Nivellering leidde ertoe dat mensen minder hard werkten en bedrijven minder investeerden en innoveerden. Het middel was erger dan de kwaal, zo luidde de paarse consensus.
     Daarop werden de hoogste tarieven in de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting gehalveerd zodat alle sluizen werden opengezet voor zelfverrijking. Groei was heilig. In 2007 keerde de wal het schip, maar de ongelijkheid nam ook daarna toe. Groei en niet herverdeling bleef de weg uit de malaise.

Oftewel: het begon in de jaren 1980. En wat begin er in Nederland in de jaren 1980? De was tijd van de opkomst Margerat Thatcher en Ronald Reagan begon. En in Nederland was het de tijd van de opkomst van het neoliberalisme.
  In 1977 verdiende in Nederland de rijkste 10 procent in de inkomenspiramide 5,1 keer zo veel als de onderste 10 procent. In 2011 was de kloof gegroeid naar 8,2 keer zo veel.

En Nederland  ging het dus nog betrekkelijk langzaam.
  Er is alle reden voor herverdeling.

Inderdaad. maar gaat dat gebeuren? Nee natuurlijk, want dit denkt men bij de term "herverdeling":
  Alleen lopen alle pogingen spaak. De idealen van Karl Marx verzandden in het communisme dat nu, op Noord-Korea na, van de wereldkaart is geveegd. In Groot-Brittannië besloot Labour na de Tweede Wereldoorlog ongeveer de halve industrie te nationaliseren, de inkomstenbelasting naar 90 procent te verhogen (in de oorlog was die zelfs 99,25 procent) en de aristocratie via erfbelasting van haar landgoederen te ontdoen. De uitkomst was de Winter van de Onvrede. In Nederland eindigde 'de verdeling van kennis, macht en inkomen' door Den Uyl in de Dutch Disease. Socialisten werden sociaal-democraten en daarna door de neo-liberalen bekeerd tot Derde Weg-socialisten die het bedrijfsleven in de armen sloten en het sociale vangnet uitkleedden....

Allemaal pogingen uit het verleden die men niet wil.
    Dus is de toestand nu zoals die is.
    Maar is die toestand nu goed?
  Het IMF heeft historisch onderzoek gedaan naar de economische implicaties [van ongelijkheid, red.] (de sociale en politieke zijn genoegzaam bekend) ...

Nou, dat is dus nog maar de vraag. Zo meteen meer daarover
  Daarvoor zijn herverdelingsbesluiten in landen afgewogen tegen de groei op korte en lange termijn.
    De eerste uitkomst is dat het fout zou zijn zich alleen te focussen op groei met de gedachte dat de ongelijkheid dan vanzelf oplost. Op termijn zal de groei lager zijn en minder duurzaam', aldus het IMF. De tweede uitkomst is dat er opmerkelijk weinig bewijs is te vinden dat budgettaire herverdeling groei nadelig beïnvloedt. Ingrijpende herverdeling kan kortstondig de groei negatief beïnvloeden, maar op termijn is ook die groei-neutraal.'    ...

Regelrecht ingaand tegen de standaardopvattingen, dus.
    En Peter de Waard voert zelf het ondersteunende argument aan.
  Als het IMF, de grote propagandist van groei, de herverdeling omhelst, moet de ongelijkheid wel het grootste probleem zijn.

Precies .

Dan nu die beloofde sociale en politieke implicaties. Ook die heeft de redactie al een jaar of zo in de gewone pers gezocht, maar niet tegengekomen. Dus zo bekend zijn ze niet. Hier de bron die wel langs kwam (KIJK, nr. 7-2013, door Tim van Ham):
  Het Scandinavische model versus Amerikaanse kolonistenmentaliteit

Is allemaal gelijk het nieuwe rijk?


Belastingen omhoog of omlaag? Investeren of juist bezuinigen? Economen zijn het toch al nooit eens - en zeker niet in deze zware tijden. Maar één principe lijkt altijd te werken: hoe kleiner de inkomensverschillen in een land, hoe gelukkiger iedereen is.

In een populair-wetenschappelijk blad dus. Bijna een jaar geleden. En de reden voor die spaarzaamheid van die informatie wordt snel duidelijk:
  Wat oppervlakte betreft zitten Denemarken en Togo in dezelfde categorie die van de dwergen. Met 43.000 vierkante kilometer is Denemarken het 133ste land ter wereld, terwijl Togo met zijn 57.000 vierkante kilometer op de 126ste plaats staat.
    Verder zijn er vooral een heleboel verschillen tussen het Noord-Europese koninkrijk en de West-Afrikaanse republiek. Het belangrijkste verschil: Denemarken is het gelukkigste land op deze planeet en Togo het ongelukkigste. Tenminste, volgens een rapport dat het Earth Institute van de Columbia University in New York vorig jaar aanbood bij de Verenigde Naties. Dit World Happiness Report bevat een lijst waarop alle landen zijn gerangschikt op basis van zaken als inkomen, levensverwachting, vrijheid en vertrouwen in de toekomst. En op die lijst prijken de Denen bovenaan, gevolgd door de Finnen, de Noren, de Nederlanders en de Canadezen.
    De lijst van het Earth Institute vertoont een opmerkelijke overeenkomst met een totaal ander overzicht: de Gini-index. Die meet de financiële (on)gelijkheid van een land op een schaal van 100; 0 betekent een perfecte verdeling en bij 100 krijgt één persoon alles. Wie de welvarende landen op een rijtje zet, ziet drie Scandinavische staten in de top 4 van financiële gelijkheid, achter koploper Japan. Ook Nederland scoort hoog. Toeval? Waarschijnlijk niet.

Maar natuurlijk niet. Iets dat allang bekend is, eigenlijk:
  Wie de nationale huishoudpot goed verdeelt, voorkomt daarmee een hoop problemen, zo denkt een steeds groter wordende groep deskundigen. Niet langer zien zij financiële groei als het summum van welvaart, maar de juiste verdeling van de inkomsten. Dat betoogt bijvoorbeeld econoom Joseph Stiglitz in zijn recente boek The price of inequality. Bovendien helpt zo'n goede verdeling niet alleen de allerarmsten - wat vrij aannemelijk klinkt - maar het hele land.
    Stiglitz en consorten hebben een pak cijfers paraat dat hun gelijk lijkt te bewijzen. Een greep uit de onderzoeken naar de gevolgen van een scheve verdeling: in landen met een grote economische ongelijkheid heerst relatief veel wantrouwen tussen de mensen, komt meer zwaarlijvigheid voor, zitten de gevangenissen voller, ligt de levensverwachting lager en doen leerlingen het slechter. Verder is er in dergelijke landen minder sociale mobiliteit, zijn er meer tienermoeders, komt er veel meer (dodelijk) geweld voor en stellen artsen vaker geestelijke aandoeningen vast, wat tot een hoger medicijnengebruik leidt.
    De opsomming met negatieve kenmerken van ongelijk verdeelde economieën is schier eindeloos. Hoe valt dit te verklaren? En als de nadelen zo duidelijk zijn, waarom wordt elke samenleving dan niet ingericht naar het Scandinavische model, met hoge belastingen en een stevig sociaal vangnet?

Het ís dus allang bekend - bij iedereen die het wil weten. Maar waarom er niet neer gehandeld? Dat is om dat het in principe misschien wel bekend is, in het onderbewuste, maar uit het collectieve maatschappelijke bewustzijn wordt gedrukt en gehouden door de dominantie van de neoliberalen  in de politiek en met name de media.
    Het artikel legt nog een detail uit, namelijk dat dit voornamelijk geldt als er een zeker minimum aan algemene welvaart is overschreden - hierover praten in Bangladesh heeft minder zin. Maar boven die grens geldt:
  ... naarmate de lonen stijgen en de welvaart toeneemt, vlakt de tot dan toe gelijktijdig stijgende 'gelukslijn' af. Er komt een punt zo rond een inkomen van 20.000 euro per persoon per jaar - dat het voor je geluksgevoel niet uitmaakt of je nou 5000 piek extra verdient of niet. Simpel gezegd: iedereen heeft dan een huis, eten, drinken en een auto en kan tien dagen met vakantie. Wat wil je nog meer?

Nou, er zijn genoeg mensen die meer willen. Dat worden dus de rijken - of: dat zijn ook de huidige rijken.
    Goed, wat gebeurt er dus als je de neigingen van die mensen die meer willen volgt:
  Tussenstukken
Verband tussen economie en agressie?

Landen met weinig economische ongelijkheid scoren op bijna alle vlakken beter dan ongelijke landen. Maar er zit één interessante uitzondering bij: in genivelleerde landen worden meer zelfmoorden gepleegd dan in minder genivelleerde landen. ...

Even die uitzondering vergetende, is dit dus: landen met meer economische ongelijkheid oftewel met grotere inkomensverschillen scoren op alle vlakken slechter dan die met mindere inkomensverschillen. En dat geldt eigenlijk voor iedereen en niet alleen voor de lagere inkomens:
  Ongelijkheid leidt tot armoede, en daarmee tot andere ellende in de onderste maatschappelijke regionen. Weinig geld betekent immers vaak criminaliteit, ongezonde eetgewoonten en geen toegang tot goede gezondheidszorg. Maar ook de rijke mensen in een ongelijk verdeelde economie als de Verenigde Staten (of in extremere vorm: Brazilië of India) merken dat er aan de onderkant van de samenleving armoede heerst.
    "Wil je als buitensporig rijk persoon nou echt in een hoog gebouw wonen, met een elektronisch hek eromheen, en je kinderen noodgedwongen met een beveiliger naar school sturen omdat allerlei tuig het uit geldgebrek op jou heeft voorzien?" vraagt Jan van der Geld, hoogleraar belastingrecht aan de universiteit van Tilburg. Hij vervolgt: "Ook de allerrijksten hebben last van criminaliteit, files, afval op straat, een slechte gezondheidszorg, enzovoort. Om als rijke groep niet extra te worden belast, moet je accepteren dat deze dingen minder goed zijn geregeld om de simpele reden dat er geen geld voor is. Wie niet in een totaal verpauperde samenleving wil wonen, heeft een redelijk simpele keuze: of je betaalt als topverdiener een relatief hoge belasting, of je zorgt er als maatschappij zelf voor dat de armeren in de samenleving een eerlijke kans krijgen. De praktijk toont aan dat dat laatste vaak niet gebeurt:'

De vraag luidt dus weer: waarom gebeurt het niet?
    Dat lijkt een ingewikkelde zaak als je het sociologische beziet. Maar verleg je je terrein naar de psychologie, dan is het ineens heel simpel: waarom willen die rijken toch liever die verschillen in rijkdom? De aanpak is bekend genoeg "If you do it, there must be something in it for you", zegt de psycholoog Dr. Phil. En wat zit erin voor de rijken? Antwoord: Omdat ze zich door die grotere rijkdom "meer" en "beter" voelen. Hier is het bewijs, natuurlijk niet uit ditzelfde veld want dat kan nog veel minder dan de al sterk gecensureerde feiten rond de inkomensverdeling zelf (de Volkskrant, 19-02-2014, door Fleur de Bruijn):
  Wat als zij meer verdient dan haar man?

Veel mannen vinden het helemaal niet leuk als hun vrouw of vriendin meer verdient dan zij. Sterker nog, ze kunnen er zelfs depressief van worden. 'Noem me ouderwets, maar...'


Tussentitel: Mensen die (financieel) afhankelijk zijn van anderen, hebben meer last van angsten en depressies

Natuurlijk is datgene dat geldt voor de inkomensverschillen tussen man en vrouw in ruime mate ook van toepassing tussen mannen en vrouwen onderling. En natuurlijk hoort bij de negatieve gevolgen aan de ene kant ook positieve gevolgen aan de andere, want dit zijn allemaal relatieve verschijnselen. Conclusie: waar het minder-verdienen leidt tot depressieve gevoelens, leidt het meer-verdienen tot superieure gevoelens.
    En met dit simpel psychologische antwoord, dat voor ieder individu apart geldt maar sociologisch wordt omdat er veel van die individuen zijn die zo denken, worden alle verschijnselen begrijpelijk: want voor het gevoel "meer" te zijn zoals de religie dat geeft, moorden mensen dat het een lieve lust is. Laat staan dat ze zullen zitten met een favela onder het balkon van hun luxe appartement (foto: favela Morumbi, Sao Paolo, Brazilië):
sao paolo

Het enige dat deze neiging kan compenseren is de neiging tot sociaal denken. Wat zichtbaar wordt als je een groep neemt bij wie het sociaal denken institutioneel zwak is: Amerikanen. Amerika is een continent van (im)migranten is, en migranten, nomaden , zijn als groep veel asocialer dan residenten . Dus zie je in Amerika, onder de ontwikkelde landen, het sterkst de neiging om inkomensverschillen te laten groeien:
  Als de voordelen van een genivelleerde economie zo duidelijk zijn, wat zit ons gezonde verstand dan in de weg? Zoals zo vaak: de culturele en politieke achtergrond. Waar Scandinavië en de meeste West-Europese landen al lang gewend zijn aan een fiscaal toptarief van boven de 50 procent, zou een Amerikaanse presidentskandidaat met zo'n belastingvoorstel absoluut geen kans maken. "De Verenigde Staten zijn opgebouwd door kolonisten, en die deden dit vrijwel zonder overheid.
    Dat ligt daar inmiddels in de cultuur verankerd", zegt Piet de Vries, economisch onderzoeker aan de Universiteit Twente. "De individuele vrijheid staat bij de Amerikaan voorop. Daar passen geen hoge belastingen bij. Allerlei onderzoeken kunnen dan aantonen dat dat slecht is voor de maatschappij, maar daar verander je niet zomaar iets mee. Bij het Scandinavische model staat de overheid veel centraler. In principe heeft dat weinig met economische keuzes te maken. Dat is puur cultureel bepaald:'

Vanuit het standpunt van de mensheid als sociaal wezen, is deze mate van asociaal gedrag een vorm van afwijking - in ernst uiteenlopende van, individuele termen, gaande om van redelijk nare uitleg of detail tot geesteszieke mensen uitleg of detail - het soort dat als Dagobert Duck tevreden grijnzend een duik neemt in een zwembad gevuld met munten. Wat ook bewezen kan worden, door het oorzaak-gevolg verband om te keren (Z24.nl, 13-02-2014, door Ewout Lamé uitleg of detail ):
  Wetenschappelijk bewezen: van geld word je rechts

Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat loterijwinnaars rechts worden.


...    Andrew Oswald, hoogleraar economie aan de universiteit van Warwick, en Nattavudh Powdthavee, wetenschappelijk onderzoeker in Melbourne, hebben onderzoek gedaan naar de relatie tussen geld en politieke voorkeur. Het is bekend dat rijke mensen vaak rechts zijn, maar ben je rechts en word je daarom rijk, of andersom?    ...
    Powdthavee en Oswald hebben (...) gekeken naar de verschuivingen in politieke voorkeur van loterijwinnaars. Het gaat om honderden personen die aanzienlijke geldbedragen wonnen.
    “We zien dat hoe groter het gewonnen bedrag, hoe groter de neiging van de betrokken persoon om zijn of haar politieke voorkeur te wisselen van links naar rechts”, rapporteren Powdthavee en Oswald.
    De onderzoekers zeggen dat ze ook bewijs hebben dat loterijwinnaars vaker achter de stelling staan dat gewone mensen “al een eerlijk deel van de rijkdom van de samenleving krijgen”. Winnaars worden dus ook minder geneigd om hun rijkdom te delen.

Dus van rijkdom worden mensen die minder de neiging hebben om rijkdom te verzamelen, wat ze zijn niet rijk, asociaal. Dus is het zo dat mensen die rijk zijn, dus sowieso al veel sterker de neiging hebben om rijkdom te verzamelen, nog ontzettend veel meer asociaal zijn.
    Het is ook in de mensenmaatschappij, zoals bijna altijd, dus allemaal hele simpel, als je maar uitgaat van de juiste vooronderstellingen - oftewel: als je maar bereid bent om je vooronderstellingen aan te passen aan de waargenomen werkelijkheid. Dus dat hele ingewikkelde vraagstuk van de inkomensverdeling die het meest effectief is bij grotere gelijkheid maar wat maar niet gebeurt, is heel simpel als je één ding aanneemt: degenen die rijk zijn en bepalen hoe de wereld in elkaar zit, willen het niet veranderen omdat ze zich er lekker bij voelen - superieur bij voelen.
    En dat dit een vorm van geestesziekte is, kan alleen naar buiten komen als het systeem eenmaal ingestort is. En dan ziet natuurlijk iedereen het.
    Oh ja, voortdurend hier onderweg is impliciet de stelling gebruikt dat de rijken bepalen hoe de wereld in elkaar steekt, oftewel dat ze de macht hebben. Hopelijk hoeft dat niet apart bewezen te worden. Het spreekt totaal voor zich. Draai het maar om: de armeren hebben in iedere geval niet de macht. En de marsmannetjes ook niet.

Iemand heeft het in een boek opgeschreven, en de rest is verbaasd (de Volkskrant, 19-04-2014, door Peter Giesen):
  Slapend rijker

De allerrijksten hebben vaak helemaal niet hard gewerkt voor hun geld. En hun kapitaal groeit veel sneller dan de rest van de economie. Dat zegt de Franse econoom Thomas Piketty in een boek dat hem een intellectuele ster heeft gemaakt.


Steve Jobs was een heroïsche rijkaard. Creatieve en ijverige jongen uit bescheiden gezin die schatrijk wordt omdat hij de wereld iets nieuws geeft. Dat zulke ondernemers schatrijk worden is niet erg. De rijkaards van de 21ste eeuw geven ons banen en groei, heel anders dan de renteniers van de 19de eeuw die van geërfd kapitaal leefden.    ...

Sprookjes waar alleen neoliberale types als auteur Peter Giesen in geloven - de ideologie van Ayn Rand: de zakenman-profeet uitleg of detail . Ongetwijfeld zijn er een paar van dit soort figuren. Maar de overgrote meerderheid behoort tot de groep "financiële ploerten":
  In zijn boek Capital in the Twenty-First Century opent de Franse econonoom Thomas Piketty een frontale aanval op dit gangbare wereldbeeld. Jobs is helemaal niet maatgevend voor de hedendaagse rijken, zegt hij. In Frankrijk is 70 procent van de grote vermogens geërfd. Wat ernstiger is: kapitaal groeit sneller dan de rest van de economie. Daardoor worden de rijken steeds rijker en dreigen zij een vrijwel onaantastbare machtspositie op te bouwen. Als we zo doorgaan, keren we terug naar de wereld van Jane Austen en Honoré de Balzac, toen het trouwen van een rijke erfgename aanzienlijk meer opleverde dan een leven lang hard werken.

Met die werkelijkheid samengevat in wat grafieken:
 
 

Zoals gezegd: financiële parasieten en ploerten.
    En "de wereld" is dus verbaasd:
  Piketty is in korte tijd een intellectuele wereldster geworden. 'Dit is een boek dat niet alleen ons denken over de samenleving zal veranderen, maar ook de manier waarop we de economische wetenschap bedrijven', schreef topeconoom Paul Krugman in The New York Review of Books.

Tussenstuk: (door Xander van Uffelen)
Smith, Marx, Piketty?

'Kapitaal is macht', was al het inzicht van Adam Smith, de aartsvader van de economische wetenschap met zijn boek Wealth of Nations (1776). Kapitaal is het overheersende bezit door de dominante klasse van de productiemiddelen zoals fabrieken en machines, schreef Karl Marx een eeuw later in zijn monumentale Das Kapital. En nu staat het kapitaal opnieuw in het centrum van de belangstelling, deze keer als het omvangrijke en groeiende vermogen van een kleine economische elite, opgetekend door de Franse econoom Thomas Piketty in zijn baanbrekende boek Capital in the Twenty-First Century.
    De internationale economische gemeenschap is laaiend enthousiast over zijn boek en diverse economen plaatsen het boek in het rijtje van Smith en Marx. Nobelprijswinnaar Paul Krugman: 'Mijn bewondering wordt alleen maar gestimuleerd door mijn enorme, professionele jaloezie. Wat een boek' . Martin Wolf van de zakenkrant Financial Times: 'Een buitengewoon belangrijk boek, waarbij lezers met een open blik onmogelijk zijn bewijsvoering en argumenten kunnen negeren.' Hoogleraar Bas Jacobs: 'Het is een fascinerend boek. Het empirische onderzoek dat eraan ten grondslag ligt is fenomenaal.'

En de auteur van het artikel draait zijn hele neoliberale riedeltje af:
  Het verschil met 1900 is dat er nu een grote middenklasse met geringe inkomensverschillen bestaat. Waarom is het dan zo erg dat er een handjevol mensen als Bill Gates fortuin maakt?

Hebben de rijken het niet verdiend? Zijn ze niet talentvoller en ijveriger dan gewone stervelingen?

Zijn inkomensverschillen niet goed voor de economie? Wie rijk kan worden, zal harder werken.

U bepleit een mondiale belasting op vermogen. Is dat geen utopie?

Je kan zo de geschriften van Ayn Rand, de kwaadaardigheid van de neoliberale Joodse cultuur uitleg of detail , erin teruglezen ...
    Overigens is kennelijk niemand opgevallen wat opzichtig duidelijk is alledrie de grafieken en het meest in de eerste: de periode van de dip in de inkomensverschillen valt exact samen met de periode van de invloed van het communisme. En wie daarvan nog uitleg nodig heeft ... (dus: de dreiging van een communistisch-achtige revolutie is het enige dat de kapitalistische ploerten nog enigszins eerlijk houdt ...).

Nog een klein stukje waarheid in de Volkskrant ("Selten!") (deVolkskrant, 23-06-2014, van verslaggever Wilco Dekker):
  Loonkloof bedrijven wordt openbaar

Beursgenoteerde bedrijven moeten informatie gaan geven over de 'loonkloof'. ...
    Onlangs bleek uit onderzoek van de Volkskrant dat de topmannen van AEX-bedrijven gemiddeld 51 keer het inkomen van de doorsneewerknemer verdienen.

En dit terwijl ze minstens 51 keer zo onnuttig zijn ... uitleg of detail uitleg of detail .

De Volkskrant zelf is nog steeds rabiaat neoliberaal. Maar één van haar twee columnisten die af en toe gezond verstand vertonen, lijkt nu ook om te zijn op dit veld (de Volkskrant, 17-12-2014, column door Rens van Tilburg, econoom):
  De gratis lunch bestaat dus toch

Tussentitel: Italiaanse econoom becijfert dat juist nivellering groei oplevert

Economen zijn in de regel geen feestnummers. ...
    Dat een sombere wetenschap sombere lessen voortbrengt, mag niet verbazen. Neem de economen-'wijsheid' dat er niet zoiets bestaat als een 'gratis lunch'. Ook al lijkt iets gratis, er zit altijd iets achter, ergens betaal je een prijs.     ...

Een van de basale leugens van economen, dus. Want alle energie op aarde is voor niets. Die komt namelijk van de zon - direct of indirect (fossiele brandstof was ooit vegetatie dus is opgeslagen zonnenergie). En de rest van de grondstoffen is op een andere manier als cadeautje in de Aarde gestopt. Het is wetenschap en technologie die het er uit halen. Niet economie.
  Economen zijn ook gek op trade-offs. Krijg je het één, dan gaat dat ten koste van iets anders.

Een tweede, ervan afgeleide, leugen. Wetenschap en technologie gaat niet ten koste van iets.
    En dit alles dient (mede) ter voorbereiding van deze:
  Een bekende trade-off is die tussen equity en efficiency, oftewel de afruil tussen gelijkheid en efficiëntie.

De gore leugen om parasitisme en plundering door de rijken en de rest van de elite te rechtvaardigen. Omdat ze zelf leven van de snippers die uit die ruif vallen.
  Inkomensverschillen zijn maatschappelijk gezien misschien minder plezierig, ze leiden maar tot jaloezie en een verhongerende buurman is voor niemand een prettig gezicht. Maar aan minder ongelijkheid hangt wel een prijskaartje: een lager totaal inkomen. De economie is een taart die krimpt als de taartpunten gelijkmatiger worden gesneden.

De gebruikelijke terminologie voor deze leugen. Afgekort: "Gelijkheid kost welvaart".
  Dit was de laatste decennia een algemeen geaccepteerde wijsheid onder beleidsmakers. Daarom was het ambtelijk advies aan de minister steevast om de inkomensongelijkheid te vergroten. Dat gebeurde dan ook als het politiek maar even kon. Over vrijwel heel de wereld is binnen landen de inkomensongelijkheid toegenomen. In sommige meer (Zweden, Nieuw-Zeeland), in andere minder (Nederland, Frankrijk).

Omdat bijna overal op Aarde het neoliberalisme van Goldman Sachs uitleg of detail de wereld domineert.
  Nu, na dertig jaar denivellering, verschijnen de eerste studies die voor al deze jaren en landen de effecten in kaart brengen. De resultaten zijn ontluisterend. De groeiende ongelijkheid heeft niet alleen geleid tot ellende voor de lagere inkomens, het blijkt de hele economie te hebben geschaad.

Net zulk onderzoek als van sociologen die constateren dat terrassen in de zomer meer bezocht worden dan in de winter (schijnt er echt te bestaan ...)
  Eerder dit jaar concludeerden onderzoekers van het IMF al dat in de meeste landen een lagere inkomensongelijkheid de economische groei juist zou bevorderen. In een nieuwe studie komt de Italiaanse econoom Federico Cingano van de OESO tot dezelfde conclusie. Het blijkt dat vooral de achterblijvende inkomens van de minst verdienende 40 procent van de bevolking leiden tot slechtere onderwijsprestatie van hun kinderen.

En, weet iedereen (behalve neoliberalen): opleiding leidt tot welvaart. Die wetenschap en technologie, hè ...
  Niks harder werken om tot het betere deel van de natie te willen behoren, zoals de economen voorspelden, maar noodgedwongen bezuinigen op maatschappelijk uitermate rendabele investeringen. Met de inkomens liep ook de sociale mobiliteit terug. Het resultaat is een dommere en daarmee langzamer groeiende economie.
    Cingano heeft ook becijferd hoeveel groei is misgelopen door de toegenomen inkomensongelijkheid. Zo zou de Nederlandse economie nu 5 procent groter zijn geweest als de ongelijkheid niet was toegenomen.
    Was in Nederland de inkomensongelijkheid de laatste dertig jaar gelijk gebleven, dan hadden wij nu dus jaarlijks zo'n 30 miljard euro meer verdiend!

Conclusie:
  Komend jaar ontwerpt Den Haag een nieuw belastingstelsel. Dat de lasten op arbeid omlaag moeten, daar is iedereen het over eens. Dat vooral de lasten van de laagste inkomens omlaag moeten, is iets waarvan partijen als VVD, CDA en D66 nog niet overtuigd waren. Als dat na deze bevindingen nog steeds zo is, moeten we concluderen dat het hen er vooral om gaat de rijksten nog rijker te maken. Desnoods ten koste van de hele economie.

Wedden dat dat inderdaad zo is ...

Nog een mooi stuk van Rens van Tilburg (de Volkskrant, 22-04-2015, column door Rens van Tilburg, econoom):
  Liberale kritiek op ongelijkheid

Tussentitel: Het is zaak dat elke generatie weer met voldoende krantenjongens begint

Na het zoveelste meningsverschil tussen de VVD en de PvdA dringt de vraag zich op wat de sociaal-democraten en liberalen nog bindt. ...
    Hoe ogenschijnlijk uiteenlopende werelden kunnen worden verenigd, mocht ik onlangs ervaren op het jaarlijkse samenzijn van het Institute for New Economic Thinking dat in Parijs wetenschappers en hedgefund-managers samenbracht. Een sterrencast verzorgde de aftrap: Thomas Piketty, de Franse econoom van dat vuistdikke boek over een eeuw ongelijkheid, en de Amerikaanse Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz.
    Piketty liet zien hoe begin 20ste eeuw in de Verenigde Staten en Europa de hoeveelheid kapitaal ten opzichte van de economie groot was en hoe ongelijk dit was verdeeld. Na de crisis van de jaren dertig daalden beide flink. Vanaf de jaren zeventig beginnen beide echter weer te stijgen, in de VS meer dan in Europa, om daar nu ongekende hoogtes te bereiken.
    Piketty benadrukt dat deze ontwikkelingen het resultaat waren van doelbewust beleid. Juist Amerika, het land van de vrijheid, kende bijvoorbeeld hoge belastingen op erfenissen. In 1970 bedroeg het toptarief in de VS en het Verenigd Koninkrijk rond de 80 procent. Een tarief passend bij een samenleving die wordt gedreven door de droom van krantenjongens om miljonair te worden. Om als samenleving ten volle van deze dynamiek te profiteren, is het zaak dat elke generatie weer met voldoende krantenjongens begint. De ideale meritocratie: wie hard werkt krijgt wat hij of zij verdient.
    Dat is echter steeds minder het geval. Met zijn boek De prijs van ongelijkheid probeerde Stiglitz in 2012 Amerika uit deze droom te laten ontwaken. De realiteit is namelijk dat de hoogte van iemands opleiding en inkomen vooral afhangen van die van zijn of haar ouders. De ongemakkelijke waarheid is dat, ondanks alle retoriek over liberalisme en vrijheid, de ouderwetse standenmaatschappij herleeft.
    Reagan en Thatcher halveerden de erfbelasting, net als die op inkomsten en vermogen. De belofte was dat grotere ongelijkheid de economie zodanig zou doen groeien dat uiteindelijk iedereen beter af zou zijn. 'Het rijzend tij zou alle boten optillen', heette het.
    Stiglitz wijst erop dat in de praktijk alleen de grote jachten met het tij mee omhoog gingen. De meer modale bootjes moeten alles op alles zetten om op de woelige baren geen water te maken. De kwetsbaarste bootjes kapseisden. Ondanks de uitbundige economische groei gingen in veel landen de laagste inkomens er in koopkracht zelfs op achteruit, ook in Nederland.    ...
    Daarnaast is echter steeds meer bezit opgebouwd dat niet bijdraagt aan de productie, maar vooral een uitdrukking is van het vermogen beslag te leggen op toekomstige winsten. Denk aan land en vastgoed, maar ook aan de overwinsten via monopolisering van markten, door het opkopen van de concurrentie of door deze met behulp van intellectueel eigendomsrechten, overheidsgaranties en ingenieuze belastingconstructies de pas af te snijden. Kapitaal dus dat de koek niet groter maakt, maar slechts een beloning is voor de winnaars van de ongelijkere verdeling hiervan.
    Dat gelijkheid en groei prima samengaan, lieten de naoorlogse jaren al zien. Recent vonden onderzoekers van zowel IMF als OESO dat ook nu groeiende ongelijkheid de economie schaadt. De rijken potten hun geld op. De armen kunnen niet in zichzelf investeren. Talent gaat verloren. ...

Het is allemaal bijzonder evident.

En wordt nog eens international bevestigd (de Volkskrant, 18-06-2015, van verslaggever Jonathan Witteman):
  Armen schieten er niets mee op als het rijken goed gaat

Tussentitel: 25 procent van de Europese welvaart was in 2010 in het bezit van de rijkste 1 procent vn de bevolking

Een studie van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) heeft een nieuwe bres geschoten in de trickle down-theorie, het idee dat als het de rijken goed gaat, de welvaart vanzelf omlaag sijpelt naar de rest van de maatschappij. Stijgende inkomensongelijkheid heeft een negatief effect op de economische groei, terwijl meer gelijkheid de groei juist omhoog stuwt.
    Dat concluderen IMF-onderzoekers in een dinsdag gepresenteerde studie naar 159 economieën in de periode 1980 tot 2012. De economische groei blijkt te dalen als de rijkste 20 procent zijn aandeel in de totale inkomens ziet stijgen. De groei stijgt daarentegen als de armste 20 procent een groter stuk van de taart krijgt.
    'Als het inkomensaandeel van de rijkste 20 procent met 1 procentpunt toeneemt', schrijven de IMF-onderzoekers in Causes and Consequences of Income Inequality, 'is de groei van het bbp in de daaropvolgende vijf jaar 0,08 procent lager.' Dit duidt erop dat de inkomensstijging van de rijken 'niet naar beneden sijpelt'. 'Eenzelfde stijging van het inkomensaandeel van de onderste (oftewel: armste) 20 procent gaat daarentegen samen met een 0,38 procentpunt hogere groei.' De economie groeit niet alleen als de onderste 20 procent het beter krijgt, maar ook als de twee kwintielen daarboven (oftewel: de middenklasse) hun aandeel in de totale inkomens zien stijgen.
    'Stijgende ongelijkheid heeft belangrijke gevolgen voor de groei en de macro-economische stabiliteit', concludeert de IMF-studie. Het vergroot het risico op crises en kan ertoe leiden dat de politieke macht in handen raakt van een steeds kleinere groep mensen.    ...

Het is aan alle kanten fout. En dus is het neoliberalisme aan alle kanten fout. Maar ook dat is inmiddels evident.
    Ze komen ook met een verklaring, maar die lijkt wat vergezocht:
  Een van de mogelijke verklaringen waarom ongelijkheid tot lagere groei leidt, is dat er minder geld wordt gestoken in de opleiding van kinderen uit arme gezinnen. Deze kinderen gaan daardoor naar slechtere scholen, maken minder kans om later naar de universiteit te gaan en halen dus niet alles uit hun potentieel. Dat heeft weer een negatief effect op de productiviteit van de economie, zoals de IMF-onderzoekers in navolging van de Amerikaanse econoom Joseph Stiglitz opperen.


 Uit ander onderzoek blijkt bovendien dat hogere inkomensongelijkheid resulteert in een lagere vraag naar goederen en diensten.

Hier is een dergelijk onderzoek (de Volkskrant, 01-08-2015, door Yvonne Hofs):
  Analyse | Doorsijpeltheorie

Het rijzende tij tilt vooral de superjachten op

Heel goed dat rijken meer uitgeven aan superjachten. want dat geld komt ook bij de armen terecht. Toch? Het blijkt tegen te vallen.


Tussentitel: Meer ongelijkheid vertraagt de economische groei juist

Volgens een oude Engelse visserswijsheid 'tilt een rijzend tij alle boten op'. De Amerikaanse president John F. Kennedy haalde dit gezegde vaak aan als hem voor de voeten werd geworpen dat politici alleen de belangen van de rijken dienen.
    De boten-analogie van Kennedy is de perfecte verbeelding van de economische 'doorsijpeltheorie', het idee dat iedereen uiteindelijk beter wordt van vermogensaanwas aan de top.
    Die theorie luidt als volgt: (zeer) vermogende mensen investeren hun overtollige geld in bedrijven en bouwprojecten. Die investeringen bevorderen de economische groei en scheppen extra werkgelegenheid. Dus na verloop van tijd sijpelt de voorspoed van de maatschappelijke elite vanzelf door naar de lagere en middenklasse. Groeiende vermogensongelijkheid zou dus geen probleem zijn, omdat ook de armen ervan profiteren.    ...
    Onderzoek van onder meer de Wereldbank en het IMF toont aan dat groeiende ongelijkheid de economische groei niet bevordert, maar die juist vertraagt. IMF-economen berekenden vorige maand dat de economische groei over vijf jaar 0,38 procentpunt hoger zou uitvallen als het inkomen van de armste 20 procent van de bevolking met slechts één procentpunt zou stijgen. Stijgt het inkomen van de rijkste 20 procent met datzelfde percentage, dan valt de economische groei in de daaropvolgende vijf jaar juist 0,08 procentpunt láger uit.    ...
    De doorsijpeltheorie werkt om een aantal redenen niet. Een ervan is dat arme mensen elke euro die ze extra verdienen meestal uitgeven, terwijl rijke mensen meer verdienen dan ze kunnen uitgeven. Die consumptie van de lagere en middenklasse helpt de economie meer vooruit dan het spaargeld en de beleggingen (aandelen, obligaties) van de rijken.    ...
    Verder leidt accumulatie van rijkdom bij de elite tot lagere belastinginkomsten voor de overheid en daarmee tot een verslechtering van publieke voorzieningen als onderwijs, infrastructuur en gezondheidszorg. Voor de lagere inkomensgroepen wordt goed onderwijs dan moeilijker bereikbaar en dat verkleint weer hun kansen op sociale stijging. Vermogens- en inkomensongelijkheid leidt zo haast vanzelf tot nog meer ongelijkheid, zoals de Franse econoom Thomas Piketty betoogt in zijn beroemde bestseller Kapitaal in de 21ste eeuw

Maar dat iedereen met een beetje gezond verstand allang kunnen weten.

Nog een manier waarop de ongelijkheid van vermogen gestimuleerd wordt door manipulatie van het inkomen via de belasting (de Volkskrant, 25-02-2016, rubriek De kwestie, door Peter de Waard):
  Is fictief rendement godsgeschenk?

Tussentitel: Zelfs bij deze rente is terugkeer naar oude systeem onvoordelig

Voordat de paarse PvdA'er Willem Vermeend in 2001 de hele boel overhoop haalde, betaalde een vermogend burger jaarlijks dubbel belastingen: eerst een vermogensbelasting van 0,7 procent over dat vermogen en vervolgens inkomstenbelasting over de gerealiseerde opbrengsten: rente en dividend.
    Wie - bijvoorbeeld een tandarts met een leuke praktijk - omgerekend 1 miljoen euro aan vermogen had vergaard en daar een rendement van 6 procent over haalde, was, afgezien van de belastingvrije voet, sowieso 7.000 euro aan vermogensbelasting kwijt. En als de belastingplichtige in de 72-procentschijf van de inkomstenbelasting viel (de meeste miljonairs) moest hij over 60 duizend euro aan dividenden en rente nog eens 45.200 euro afdragen. In totaal was dat 52.200 euro. ...
    In 2001 vierde het neoliberalisme hoogtij. Vermeend kwam met het lumineuze idee van één vermogensrendementsheffing, de nu zo roemruchte box 3. Hierbij gold één belastingtarief van 30 procent over een fictief rendement van slechts 4 procent. ...
    Iedere vermogende Nederlander wreef zich in de handen. De belastingaanslag over een kapitaal van 1 miljoen daalde naar 12 duizend euro - een verlaging van 335 procent. Het verschil was jaarlijks goed voor een extra middenklasse-auto. De grote denivellering was in gang gezet, zoals Thomas Piketty ook later aantoonde.    ...

Juist ja ... Gedaan door:
  ... Paars was de gulheid zelve.

Ja, maar nu, door de lage rentestand, is het toch onvoordelig geworden? Ook al een leugen:
  Wie 30 procent over 4 procent rendement moet betalen en alleen een ING-spaarrekening met 1 procent rente heeft (de dividenden zijn overigens flink hoger) gaat erop achteruit. Over een vermogen van 1 miljoen euro moet, afgezien van de belastingvrije voet 12 duizend euro, belasting worden betaald, terwijl die slechts 10 duizend euro opbrengt. Zelfs de advocaat-generaal bij de Hoge Raad vond onlangs dat het te hoge fictieve rendement van tafel moet.
    Indien echter wordt teruggekeerd tot het systeem van voor de herziening door Vermeend zou men nog slechter af zijn geweest. Naast 7.000 euro vermogensbelasting zouden hoge inkomens nog eens 72 procent inkomstenbelasting hebben moeten betalen: 14.200 euro. Zelfs bij het huidige toptarief van 52 procent zou de aanslag nog hoger zijn: 12.200 euro.
    Vermeends fictieve rendement is nog altijd een godsgeschenk voor mensen met een fors bedrag aan spaargeld. Zelfs als de rente negatief wordt is er al vijftien jaar zo goed op verdiend dat er zeker tot 2050 geen reden is tot een klaagzang.

Ook in 2016 viert het neoliberalisme nog steeds hoogtij.

En in 2018 ... (de Volkskrant, 14-07-2018, door Wilco Dekker):
  Onderzoek de Volkskrant: topman krijgt gemiddeld 25 keer meer dan de werkvloer

Topinkomens stijgen sneller, loonkloof groeit


De topinkomens in Nederland, die zich de afgelopen jaren gematigd ontwikkelden, stijgen weer sneller. Ook de loonkloof tussen de top en de werkvloer loopt op, met Unilever als koploper. Bij de Nederlands-Britse multinational verdiende topman Paul Polman vorig jaar 287 keer meer dan de gemiddelde werknemer.
    Dat blijkt uit onderzoek van de Volkskrant naar de beloning van de top van 111 toonaangevende bedrijven en instellingen. Uit dit jaarlijkse onderzoek blijkt dat de beloning van de hoogste bazen vorig jaar in doorsnee met 4,2 procent toenam, van 757 duizend naar 789 duizend euro. De groei komt vooral door de bonussen, die door de vaak florissante gang van zaken met ruim 10 procent stegen. Volgens het CBS namen de cao-lonen in het bedrijfsleven vorig jaar met 1,6 procent toe.
    Gemiddeld verdiende een bestuursvoorzitter bij de onderzochte bedrijven vorig jaar ruim 1,65 miljoen euro, bijna 4 procent meer dan in 2016. ...


... is het nog steeds hetzelfde.

Begin 2019 (de Volkskrant, 21-01-2019, door Koen Haegens):
  Oxfam ziet de kloof tussen rijk en arm weer groeien

Het vermogen van 's werelds allerrijksten is vorig jaar toegenomen met opgeteld 2,5 miljard dollar (bijna 2,2 miljard euro) per dag. Tussen 2017 en 2018 kwam er iedere 48 uur een nieuwe miljardair bij. Dat schrijft ontwikkelingsorganisatie Oxfam in haar jaarlijkse rapport aan de vooravond van het World Economic Forum in Davos.
    Terwijl de miljardairs er 12 procent op vooruitgingen, zag de minst welvarende helft van de mensheid haar vermogen juist dalen, met 11 procent. Volgens Oxfam sterven dagelijks alleen al 10 duizend mensen omdat ze geen toegang hebben tot fatsoenlijke medische zorg. De ngo wijst de mondiale belastingwedloop aan als boosdoener. Van elke euro die wereldwijd naar de fiscus stroomt, komt slechts 4 cent uit belastingen op vermogen. Ook de belasting die bedrijven betalen over hun winst daalt: van gemiddeld 38 procent in 2003 naar 24 procent afgelopen jaar.
    Dat ondermijnt publieke voorzieningen als zorg en onderwijs, die juist effectief zijn om armoede uit te roeien. 'Nederland speelt hierin als doorsluisland een zeer kwalijke rol', stelt directeur Michiel Servaes van Oxfam Novib in een reactie, verwijzend naar de multinationals die belasting ontwijken via ons land. Servaes wijst er ook op dat het Nederlandse kabinet de vennootschapsbelasting wil verlagen, van 25 naar 20,5 procent. 'Terwijl grote bedrijven en superrijken steeds minder belasting betalen, kunnen miljoenen meisjes niet naar school en sterven vrouwen wegens gebrek aan goede kraamzorg.'
    De pijnlijke conclusies over de mondiale ongelijkheid die Oxfam jaarlijks presenteert, zijn haast even vertrouwd als de fraaie beloften van de machtigen op aarde bij hun Zwitserse onderonsje en het gebrek aan daden daarna. Vanaf dinsdag zullen ceo's, regeringsleiders en wetenschappers in Davos discussiëren over zaken als klimaatverandering, armoede en de kloof tussen mannen en vrouwen.
    Het groeiende gat tussen arm en rijk wordt bevestigd door andere onderzoeken, zoals het mede door de Franse econoom Thomas Piketty opgestelde World Inequality Report. ...

Ploertigheid.


Naar Economische krachten , of site home ·.

2 mrt.2014