Bronnen bij Het Rijnlandmodel: Confucius

Voor wie van refereren aan de klassieke wijsheid houdt, onderstaand een van de oudst bekende bronnen van het beginsel van reciprociteit, of: "Wat gij niet wilt wat u geschiedt, doe dat ook een ander niet". De werkelijke bron van deze moraal ligt veel verder weg - Confucius zelf heeft geschreven dat zijn filosofie een voorzetting was van wat vroegere wijzen hem hadden geleerd. 


Van: http://www.boudicca.de/ (volledig artikel hier uitleg of detail )

De ethica van Confucius

De mens is een sociaal wezen!

... Confucius is in de eerste plaats ethicus. Maar ethiek bestaat slechts in de verhouding tot mensen. Het begrip „Deugd" bij Confucius, dat men niet bij de deugdzaamheid van Van Alphen, maar bij de „Virtus" der Romeinen of de Gideaanse „Vertu" moet vergelijken, is een actief begrip. Er is weinig „Deugd" in de asceet, die de verleiding ontvlucht is en eenvoudig geen kwaad kan doen, omdat hij er geen gelegenheid toe krijgt! Het woordje „Jen", dat volgens Confucius een geheel leven kon richten kan vertaald worden met „Consideratie tegen anderen", maar ook met „Reciprociteit". Soulié de Morant schrijft: „Het karakter „Jen" is gevormd uit De mens - één, één", hetgeen betekent: „de relatie van een mens met een ander mens, en wederkerig." Men kan het door Humaniteit vertalen, door wederkerigheid, maar ook door Liefde. En zonder die „Jen", daarin zou Confucius het volkomen met Paulus eens geweest zijn, is iedere kennis en iedere handeling slechts een lege schel.


Red.:   De bekende godsdiensten hebben op hun manier geprobeerd tot de verheffing van de mensheid bij te dragen, maar, de religiehistoricus Karen Armstrong citerend (uit: De grote transformatie) : [de] 'huidige situatie wekt soms de indruk dat godsdienst daarin, vooral een negatieve rol speelt en vrijwel automatisch leidt tot gewelddadigheid en intolerantie.'
    Haar beschrijving van het ontstaan en de rol van religies leidt tot de conclusie dat aan het einde van al die religieuze transformaties de stand is dat 'De mens werd op zichzelf teruggeworpen; het individualisme was geboren. Maar tegelijk werd met Confucius' wat-gij-niet-wilt-dat-u-geschiedt-principe het ongebreidelde egocentrisme dat daaruit zou kunnen voortvloeien, een halt toegeroepen. En daarmee legde deze Kong Fu het fundament voor een universele (dat wil zeggen: een niet noodzakelijk religieuze) moraal. Hoewel mededogen in de afgelopen 2500 jaar nooit een populaire deugd werd, is een betere morele basis tot op heden niet gevonden.'
    De conclusie hieruit kan niet anders zijn dan dat Confucius' wederkerigheid zo dicht staat bij wat de bron van moraal en religie lijkt te zijn, dat er geen verschil lijkt te bestaan. De bekende religies kennen dit uitgangspunt meestal ook uitleg of detail (Wikipedia), maar die hebben dit proberen aan te vullen met diverse symboliek, waaronder een enkele godheid. Het praktische resultaat van die extra symboliek is dus vrijwel altijd contraproductief geleken, omdat uiteindelijk niet de uitgangsmoraal, maar de symboliek centraal is komen te staan, en de verschillende invulling daarvan door de diverse religies tot strijd tussen die religies heeft geleid.
    De verdere conclusie kan luiden dat bij gebleken contraproductiviteit van de huidige religies, het in de huidige stand van de mensheid dus het verstandigst lijkt om de pogingen tot dieper begrip voorlopig op te geven in ruil voor een consistente naleving van Confucius' grondbeginsel, in ieder geval wat betreft de praktische leefregels die men eraan wil verbinden.
    Dat Confucius niet de enige is die deze simpele waarheden heeft ontdekt of ingezien blijkt hier:


Uit: De Volkskrant, 25-08-2006, boekbespreking door Hans Driessen

De heilige plicht van Kant

Goede vertaling maakt 'Kritiek van de praktische rede' toegankelijk voor de leek


 ...   Het is de beroemde categorische imperatief die als volgt luidt: ‘Handel zo dat de gedragsregel van uw wil te allen tijde tegelijk als grondbeginsel voor een algemene wet kan gelden.’ Met andere woorden: handel volgens principes waarvan je zou willen dat iedereen ze zou hanteren. Daarmee is niet alleen het universele karakter van de ethiek gewaarborgd, maar ook de onvervreemdbare waarde van elke persoon. Want wie kan willen dat hij door een ander als middel wordt misbruikt? Anders gezegd: iedereen die de categorische imperatief in zich respecteert, zal beseffen dat hij de medemens nooit als middel, maar altijd als doel op zichzelf zal moeten behandelen. ...


Red.:   Hoe simpel en effectief het is de theorie van de reciprociteit toe te passen blijkt hier
 

Uit: De Volkskrant, 23-01-2007, ingezonden brief van Sander van den Raad (Vogelenzang)

Donor

Wat een gezeur over het oplossen van het orgaandonorprobleem (Betoog, 20 januari). ..... Iedereen vanaf 16 jaar en ouder is automatisch orgaandonor, tenzij je officieel zegt dit niet te willen. Tegenstanders zijn meestal veel fanatieker en vullen het formulier wel in, de meeste voorstanders ‘vergeten’ dat of raken het formulier kwijt. Op deze manier hebben we in een keer genoeg organen om de wachtlijsten tot nul terug te brengen. O ja, en iedereen die geen donor wil zijn, verspeelt zijn of haar recht op een orgaan. Dat is zoiets als geen belasting betalen, maar wel gebruik maken van de openbare faciliteiten. ‘Wat u niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet’: zeg ik dan als atheïst.


Red.:   En het zijn mede de moraalridders uit christelijke huize die deze maatregel tegen houden. Een glashelder voorbeeld van hoe de christelijke institutionele moraal tot contraproductieve resultaten leidt.
    Een andere reeks wijsheden van Confucius:


Uit: De Volkskrant, 14-06-2014, door Wilma de Rek

Prettiger Gesprekken

Kristofer Schipper, een van Europa's grootste Chinakenners, vertaalde Confusius' De gesprekken voor het eerst rechtstreeks in het Nederlands. En zag weer hoeveel medemenselijker hij is dan de autoritaire anti-taoïst die jezuïeten en Chinese machthebbers van hem maakten.


Aan het einde van het gesprek zet Kristofer Schipper (1934) zijn vingertoppen tegen elkaar, leunt iets naar achteren en zegt: 'Ik vind het een lastig boek.' Hij glimlacht vriendelijk: 'Maar er staan heel waardevolle dingen in. Wilt u nog wat thee?'    ...

Tussenstuk:
Blijf leren

De Meester zei: 'You Zilu! Ken je wel de definities van de zes verwordingen?'
'Nee.'
'Ga dan maar zitten! hier zijn ze:
houden van medemenselijkheid, maar niet van leren, ontaardt in dommigheid;
houden van wijsheid, maar niet van leren, ontaardt in oppervlakkigheid;
houden van vertrouwen, maar niet van leren, ontaardt in oneerlijkheid;
houden van oprechtheid, maar niet van leren, ontaardt in eigenrechtigheid;
houden van moed, maar niet van leren, ontaardt in opstandigheid;
houden van standvastigheid, maar niet van leren, ontaardt in idiotie.

(Uit: Confucius, De gesprekken, hoofdstuk 17)


Red.:   Met name het "houden van medemenselijkheid, maar niet van leren, ontaardt in dommigheid" is iets dat in het huidige Nederlandse (en Europse) sociaal-cultureel-maatschappelijke klimaat in hoge mate wordt bewezen: de "medemenselijkheid" die betoont wordt ten opzichte van ons (cultuur-)vijandige immigranten, met name molsims, is een toppunt van dommigheid, die weerspiegeld in dommigheid van het niveau "absurditeiten" .


Naar Rijnlandmodel  , Nut religie  , Rijnlandmodel, lijst , Rijnlandmodel, overzicht , of site home .